N*. 79. Maandag den 3 October 184S. GOESSCHE COURANT. NIEUWSTIJDINGEN ALLERLEI. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds De Prijs per Kwartaal is /"ƒ,75 franco per Post/i,90. fes> GT"*rege] gepl.au,Geboo. Huwel,,ks' en üoodberigten van x 6 regels k x,2o HET ARMWEZEN IN ONS VADERLAND. Alhoewel sommigen onze Nederlandsche armenwet ten in geest en werking als gelukkig en voortreffelijk willen doen voorkomenbeschouwen anderen daaren tegen die wetgeving (zoo men aan koninklijke besluiten waaruit zij meerendeels bestaat, dien naam geven mag) als een gebrekkigellendig zamenstel van deels goede deels ongrondwettige en verderfelijke bepalingen (meestal in den nood of om bijzondere omstandigheden daargesteld.) Het gevoelen dienaangaande van den heer slokt tot olthuys (i) dat door de koninklijke beslui- ten, welke op de wet van 28 november 1818 zijn gevolgd, de wettelijke liefdadigheid charitd legale) in beginsel, de armentaks daadwerkelijk is inge voerd," wordt door de ervaring' volkomen gestaafd. Meer en meer zien wij de heillooze gevolgen van een beginsel, dat Engeland reeds in de verschrikkelijkste ellende heeft gestort, waarmede ook ons vaderland bedteigd wordt. Dat toch de armoede ook hier bedenkelijk toeneemt houden wij voor zekeren zijn van deze treurige waar heid te stellig overtuigdom den heer luttenberg te kunnen geloovenwanneer hij onsop grond van statistieke tabellen (die daarenboven zeer ongeluk kig gekozen zijn) het tegendeel tracht diets te maken, (a) En Welke bedroevende verschijnselen wordenbui ten het toenemende pauperisme als een natuurlijk uit vloeisel der tegenwoordige wetten, allerwege opge merkt? Onderdrukking der bijzondere weldadigheid; toenemende verhoogde aanvragen van subsidiën bij de gemeentebesturenwier kassen allengs onder den last der uitgaven dreigen in te storten verkeerde denk beelden bij de behoeffigenof liever bedeeldendie de ondersteuning niet meer als eene gunstmaar als een regtwaarop zij wettige aanspraak hebbenbe schouwen hatelijke botsingen en langdurige twist gedingen tusschen gemeente- en armbesturen onderling. Het eene verschil van onderstandzegt de heer sloet, verdringt het andere, en iedere oplossing 9, van de regering is de vruchtbare moeder van nieu we geschillen." Men raakt hoe langer zoo me;er in den doolhof der onbepaaldewederregtelijke en tegenstrij dige besluiten verward. Dit ondervinden gedeputeerde staten bij uitnemendheid en maakt hen moeijelijk. Diakoniën zijn willekeurig in hare regtcn gekrenkt; aan haren oorspronkelijken werkkring wordt eene ge heel gewijzigde zoo onnatuurlijke als vernederende rig- ting gegeven, daar de armverzorgers als handlangers cf ambtenaren van het politiek gezag beschouwd wor den (3) waaruit als van zelf verbittering moet voort vloeien. Zij voeren cenen gedurigen strijd tegen het burgerlijk bestuurdarver.pligt zijnde in het de ficit der armenkas doofj subsidicn te voorzien diens- Volgens regt vermeent te hebben, om den taks der be deeling, in stede van naar de behoeften re bepalen, wil geregeld hebben naar de middelendie het ver kiest beschikbaar te stellenen dus veelal zonder ken nis van zaken te bezittenzich het opper diakenschap eigendunkelijk aanmatigt. (De gehcelc instelling van Diaconie wordt alzoo weggenomen om aan Lidmaten van een bijzonder genootschap eene bijzondere onder steuning te geven. Het is geen voorregt meer.) Uit een en ander blijkt ten overtuigendste de groote behoefte en dringende noodzakelijkheid aan eene nieu we betere wetgeving op het armwezen in ons vader land. Met het uiterst genoegen vernamen wijdat ook - de hooge regering dit heeft ingezien en ernstig daar op bedacht schijnt te zijn. Ook deaigemeene chris telijke synode der Nederlandsche hervormde kerk, uit haren 25 jarigen slaap gewektschijnt eindelijk zich de belangen der diakoniën aan te trekken wier verwaar- loozing en verguizing zij steeds lijdeh.k heeft aahgezien. Mogt de staat en de kerk bij de daarstellmg van zulk een gewigtig werk iu overeenstemming handelen en het vaderland een samenhangend geheel leveren, dat aller belangen in zich vereenigt, waardoor aller behoeften worden bevredigden dat eene gevvenschte orde en eendragt bevorderen kanRaadpleegt ons gou vernement echter, hetwelk wij redenen hebben te vreezenuitsluitend de zóodanigendie de bestaande verordeningen voor wijs en goed houdenen willekeu rige en ongrondwettige handelingen, gednrende bijna het vierde eener eeuwvoor den oppervlakkigen lezer trachten te bemantelen of te regtvaardigenja zelfs te bewierooken, alsdan hebber, wij geene wezenlijke hervorminggeene uitroeijing van het kwaad te wachten. Wij willen echter hopendat de wenken en raadge vingen van mannen als de heeren sloet tot olthuis van sorge van leeuwen en anderen, die de grove gebreken en de gevaarlijke strekking van ons armwezen vrijmoedig aantoonen, cn middelen tot verbetering en herstel bescheiden voordragenniet zullen versmaad maar daarentegen ernstig ter harte worden genomen, dat hunne stem niet die eens roependen in de woestijn zijn zal- L. in A. C. (1) Tijdschrift voor staathuishoudkunde en statis" tick 1 ste dl. \ste st.pag. 119. (2) Men zie over deze tabellen genoemd tijdschrift pag115; alsmede het belangrijke werkje van Ds- van Leeuwen De Diaconiebeschouwd in hare be trekking tot het armwezennaar de bestaande wet geving bladz. 55 en 56 de noot. (3) Hiervan is onder anderen een sprekend bewijs in een besluit van gedeputeerde staten van Overijsselin dato T8 Augustus jl. houdende uitschrijving èencr col- efete tce behoeve der door den brand in den Ham on gelukkige ingezetenen. In artikel 3 wordt bepaald Deze collecte zaf geschiedendoor de leden der arm- besturenonder toezigt van den burgemeester der der gemeentsenz." M^t genoegen vernemen wijdat de armverzor gers te Deventer dit bevelvan het provinciaal i gouvernement niet opgevolgd hebben en de gegronde redenen hunner weigering op eene waardige wijze aan II. Gr. Achtb. hebben te kennen gegeven. SBuitecJtfonb. Berlijn den 26 SeptemberZ. M. de Koning der Belgen heeft de in Oostcnrijksch-Silezië gelegene heerlijkheid Fulneck voor 900,000 florijnen aangekocht. - Bij voortduring wordt uit Italië gemelddat het aldaar allerongunstigst weder is, en men van de aan houdende regens veel te lijden heeft. In een schrijven uit Rome, van den 18 leest men: dat de regens al- j daar en in de omstreken zoo vele verwoestingen heb- ben aangerigt, dat de Napelsche post niet dan met de grootste moeite de stad heeft kunnen bereikenter wijl die uit het Noorden nog geheel ontbrak. Dezer dagen heeft te Rome de jaarlijksche prijsuit- deeling plaats gehad aan de kweekelingen van het zoo genaamde Collegium urbanum de propaganda fide en is bij die gelegenheid, onder anderen, de eerste prijs, bestaande in eene gouden medaille, geschonken aan den kweekeling Jansen-Keauit Amsterdam, we gens zijne betoonde vorderingen in de dogmatiek. (Dc Hollanders zijn toch echte dogmatici.); Jicbcrlftttbcu. 's Gravenhage den 29 September. Naar men verneemtzal het huwelijk van Z. K. H. den Groot hertog van Saxen-Weimar en H. K* H. Prinses Sophie voltrekken worden in de nieuw gebouwde Gothische zaal van het paleis van Z. M. den Koning en zal de godsdienstige inzegening van hetzelve ge- schieden door den Weleerwaarden heer hofkappellaan I. J. Dermout. Verder verneemt men, dat ér, bij gelegenheid van het hooge huwelijk, op verlangen van zeer vele ingezeteneneene algemeene illuminatie zal plaats hebbenen dat er door een aantal beoefe naars der toonkunst eene serenade aan de jonggehuwde Vorstelijke personen zal gegeven worden. Nog spreekt men van een diner en bal ten hove, en van eenepleg- lige gelukwensching. Een gvcot aantal ingezetenen en vreemdelingen be zoekt thansop de daartoe Vastgestelde urende bo vengemelde Gothische zaal in het paleis van Z. M.' den Koning. Allen bewonderen de pracht en de fraaije bouworde van die zaal, en staan in verrukking over de rijke Verzameling van kostbare schilderijenwelke aldaar met den keurigsten smaak zijn ten toon gesteld. Men vindt er, behalve vele andere voortreffelijke stuk. ken, zeldzame en schoone schilderijen van de vijftiende en zestiende eeuw heerlijke Rembrandt'tuitsteken de van Dyck's en eene Madonna van Murillomo gelijk liet voortreffelijkste meesterstuk van dien ver maarden schilder- Öcsfureu cu Qlbtninidtraticu* iScfccttbma&tatg. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GOES en ressorte van dienbrengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer stad en gemeente Dat de Patenten over het Dienstjaar 1842(loopen- de van 1 Mei 184a tot ultimo April 1843) aange vraagd bij]de primitive beschrijvingen gedurende het eerste kwartaal van dat jaaringevuld gereed liggen en tot derzelver afgifte ter Stads-Griffle zal gevaceerd worden, van heden af tot den 15 October eerstko mende, uitgenomen des Zondags, 's voor middags van tien tot twaalf uren. Wordende de belanghebbenden vermaand, om die afhaling in persoon te verrigten, en zich den bepaal den tijd ten nutte te maken, ten einde van,alle kos ten bevrijd te blijvendaar Hun Ed. Achtb. verpligt zijnvolgens Art. 2 van Zr. Ms. Besluit van den 17 October 1820, om de onafgehaalde Patënten of de afschriften van dezelve, door eenen Deurwaarder der Directe Belastingenonverwijld aan de Patentplig- tigen te doen uitreiken, "tegen betaling van tien cents; vvaartoedan ook den 1 jjoctobe: eerstkomende en volgende dagen zal worden overgegaan. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 1 October 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. I-I. VERSCHOOR-, van Nisse Ter ordonnantie van dezelven De Stads-Secretans J. J. van DEINSE. S. Het blad Audience bevatte dezer dagen het vol gende verhaal „Nabij de fontein van St. Servle stond een knaapje van omstreeks 14 jaren en van zeer innemend gelaat te zingen, terwijl hij zijne stem met -zijn Barbarijsch orgel begeleidde. Rondom hem had zich een digte kring gevormd want zijn gezang was waarlijk lief; hij had vrij veel geld ontvangen en scheen dus alle reden te hebben om vergenoegd te zijn maar desniettegenstaan de zag menterwijl nij zijne romances zongvan tijd tot tijd de tranen zijne oogen ontrollen. Een der toe hoorders dit met belangstelling opmerkende, wilde er- de reden van wetenvoor vijf franken kocht hij van het jongske al de liedjes, die deze nog overig haden voorts ondervroeg hij hem met goedheid. „Och Mijnheer! zeide het knaapjeDiemand beseft hoe veel ik lijde. Mijne moeder, mijne goede moeder, die weduwe wasis dezen nacht gestorven en ik beri het oudste der vijf kinderendie zij achterlaat. Zij wilde ons niet verlaten om naar het gasthuis te gaan en tot op haar laatsren oogenblik heb ik haar opgepast, zoo goed ik kon. Gisteren avondna ons alle 1 om helsd te hebben zeide zij mij mijn goede Julicn het bedroeft mij zeer, afscheid van u te moeten ne mén, maar hetgene mij bovenal kwelt, is dat ik van wege de armen-inrigting. begraven zal worden, zonder dat mijn lijk in de kerk gebragt wordt." Ik bib al wat ik kon gedaanom haar te troostenmaar twee uren daarna was zij niet meer. Het was mij wel ver schrikkelijk het lijk mijner moeder te Verlatenom të gaan zingenmaar ik zeidezijzal niet door dc armen-inrigting begraven worden en ter kerke worden ingedragendit heeft mij moed gegeven, Jk zing se-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1842 | | pagina 1