N°. 64. GOESSCHE COURANT. Gij zult het vertrouw ik wel geene onbescheiden heid achtendat ik mijbij mijn antwoord op hét door u geschrevene in de Vlissingsche Courant van den 5 Augustus regtstreeks tot UE wende. Gij hebt toch uzelven aan het publiek bekend gemaakt, niet alleen als Schrijver van de vijl artikelen over het adres aan de Synode, welke met uw naamcijfer onderteekend zijnen in het 3e artikel erkend de steller te wezen van de artikelen die in het vorige jaar in de Vlissing sche Courant tegen de Goessche voorkwamenmaar gij komt er in uw schrijven van den 5den almede voor uit, dat het artikel van 27 Jul ij over eenheid van de JProtestantsche Kerkdesgelijks van uwe hand is. Deze rondborstigheid is mij zeer aangenaamver mits zij mij het antwoorden gemakkelijker maakt, door mij van de vcrpligting te ontheffen om het door verschillenden gestelde naauwkeurig te onderscheiden hetgeen in mijn hts was in acht genomendoch door UE. in den drift van liet oogenblik voorbij gezien, j Wanneer UE. de Goessche Courant nog eens, gelieft I in te'zien, zult gij ontwaren dat ik gesproken heb j van de Vlissingsche Courant in het gemeenniet van j eenen bepaalden SchrijverTot het laatste had ik geene vrijheid: want de artikels onder de rubriek boekbeschouwing kwamen voor met onderteekening V. S. en niet als ingezonden, biet artikel over een heid enz. als ingezondendoch zonder initialen. Die zelfde drift heeft UE. doen voorbijzien-, dat een groot gedeelte van het door mij gestelde niet tegen een der j Schrijvers in de Vlissingsche Courant gerigt was ipaav tegen het geschrijf van anderendie bij opper- vïakkige godsdienstkennis uit de hoogte sprekenen door hunne liefdelooze oordeelvellingen twist en scheu ring veroorzakenDaarom heb ik ook aan de goede bedoeling van de Schrijvers in de Vlissingsche Courant hulde gebragthetgeen ik, zonder met mijzelven in tegenspraak te komen niet zou hebben kunnen doen Wanneer de tweede periode in de Goessche Courant van den 1 Asgustus ook tegen hen gerigt was geweest. Diezelfde drift eindelijk heeft UE. de pen in handen doen nemen en eene Apologie schrijven en verzenden welke bij bedaarder nadenkenzeker niet dan met aanmerkelijke veranderingen ter perse gegeven zou zijn geworden. Zoo als zij- thans is ben ik gedwongen om er op te antwoorden op eene wijze welke UE. gewis niet aangenaam kan zijnmaar die ik aan mij ne eigene eer schuldig ben. Gij zegt dat het door mij aan de Goessche Courant ingezonden artikel de strekking heeftom op school meesterachtige wijze dc volstrekte onbekwaamheid en onbevoegdheid aantetoonen van den Schrijver der artikelen in 'de Vliss. Courantover het adres des Graven van Hogendorp c. s. enz." Dit mijn Heer! is eene volstrekte onwaarheid. Mijn stijl moge misschien ten gevolge van gebrek aan genoeg zame oefening en omdat ik geen publicist ben, nog ivat stijf en "in dien zin welligt schoolmeesterachtig zijnmen kan evenwel toch begrijpen wat ik schrijf. Én wat heb ik geschreven mijn Heer V. S. Gaar- ne lezen wij de Vlissingsche. Courantwanneer zij f over Staatsregt en Staathuishoudkunde handelt." Éiin mi de artikelen in het laatstgenoemde vak niet veelal met dezelfde initialen onderteekend als die over liet adres? En zou ik ze dan met genoegen kunnen lezen,indien ik deh Schrijver voor volstrekt onbekwaam en'onbevoegd hield om de pen te voeren? Neen mijn Heer! wij huldigen uwe kennis ten dezen; maar dit kan zeer goed gepaard gaan met de door mij ge- gevene verklaring: dat ik in uwe opgave van „de leerstukken welke tor het ware wezen der Christe- lijke Godsdienst onafscheidbaar behooren" en van die omtrent welke voor den Protestant vrijheid behoort te bestaan" gemeend heb de bewijzen te t'e vinden, dat de Schrijver over eenheid enz. onbe voegd is om over dit onderwerp mede te spreken. DiFis ook volstrekt geene beleediging. Non omnia possuiTfiiS omnes, Gij zoudt mij .zeker hetzelfde toe voegen, wanneer ik op even stelligen toor wilde nje depratep over Nijverheid enz. als UE. over Godge leerdheid hebt gedaan. Ter Wederleggingvan het door mij gestelde, dat gij zoo wat hadt rondgedwaald op her 11 blijkbaar ta melijk onbekende veld der Godgeleerdheiddoet gij mij „opmerken, dat het geenszins hei veld der God* geleerdheid is, waarop gij u'begeven hebt, maar het veld der Kerkelijke geschillen.1'' Maar eilieve mijn Heer! is dan het laatste nier een gedeelte van het eerste en wat verstaat gij toch wel door Godge leerdheid wanneer niet tot haar behoort, hetgeen door U behandeld is Gij noemt thans Vlissingsche Courant 1 Augustus) de nieuwe Delftsche Akademie Akaclemie voor Industrieen ik heb er vrede mede want ik heb in de 'Delftsche Courant van den 5 Julij eenen brief gelezen aan den Heer de Schrijver en houde er ook van om in dezen tijd van snelheid het veelsoortige met eenen enkelen naam uit te druk ken. Dit is evenwel ten opzigte van ons tegenwoor dig onderwerp reeds lang het geval geweest. Het woord Godgeleerdheid wordt en werd algemeen gebe zigd ter aanduiding van den gcheelen omvang der God geleerde Wetenschappen. Wie er slechts een gedeelte van opneemt voegt er een tweede woord bij ter onder scheiding. Van hier dat wij spreken van natuurlijke en geopenbaardestellige en wederleggendevoorbeel dige en zinnebeeldige beschouwende vn dadelijke populaire en Schoolse he Godgeleerdheid enz. eriz. Het geen gij genoemd hebt het veld der Kerkelijke ge schillen heet in de Wetenschap ,of Historische God geleerdheid of Wederleggendeal naar dat die geschil len behandeld wordenen de verdere onderwerpen door UE. aangeroerd zullen door der-zaken kondigen gebragt worden tot de CatcchctischcPastoraleen Praktikale Godgeleerdheid. Maar zegt gijwij hebben volstrekt geene leer of leerstuk beoordeeld." Gij hebt wei degelijk mijn Heer! want volgens uwe eigenene verklaring, wil- det gij geraken tot de bepaling van hetgene het ware wezen de kern van de Christelijke Godsdienst uitmaakt." Tot dat einde -hebt.gij in uw opstel over eenheid enz. de leerstukken gesplitst(waarbij ik mij onwillekeurig herinnerde hetgeen de Predikanten der Consist. Kerken van Parijs en Lyon ter opening van Le Lien schreven) iets hetgeen niet zonder be oordeeling kan plaats vinden en dat eigenlijk tot de taak der leerstellige Godgeleerdheidbehoort. Gij hebt doop die splitsing ai verder „eene scheï- dingslinie willen trekken tusschen vraagstukken, welke het dadelijke geluk en belang van elk mensch betreffen., en andere, welke meer tot her metaphy- ;sische van,, de .Godsdienst behooren"; alzoo hebt gij; dus' den/grenslijn willen trekken tusscFren weten- schappelijke-en;populaire Godgeleerdheidof tusschen bespiegelende en; beoefenende. In weerwil van dat a) - les vraagt .gij evenwei stout weg: „hebben wij ons dan gewaagd op het gebied der Godgeleerdheid Zie mijn Heer! uwe bewering, dat gij U niet opdat gebied begeven hebt is een krachtigst bewijs voor het geen ik schreef, dat het veld der Godgeleerdheid U tamelijk onbekend was want gij hebt het dan bewan deld zonder te weten dat gij er op waart Gij hebt nogthans een bewijs willen geven van niet zoo ten eenenmale onbekend te zijn geweest met het veld waarop gij U. gewaagd had. Veroorloof mij U te zeggendat bewijs is zeer zwak ten minste voor mij en voor vele anderen. Het waarom kan ik met weinige woorden uitdrukken. Vóór dat wij de Vlis singsche Couranten van 413 Julij ontvingen had den Wij het 25ste blad van den Tijdgenoot gelezen en dus ook diet artikel van deszelfs Red. van 11 Juriij. Dat mijn tegenwoordig schrijven alweder op UË. geencn aangenamen indruk kan maken, ligt in denaard der zaait; en gaarne verklaar ik, dat het mij leed doet, bij UE. dien indruk te moeten veroorzaken; want, hetgeen zoo weinigen, willen mijn Heer V. Sdat wilt gijen zijt gij t. w. werkzaam zijn aan de be vordering van waarachtig menschengeluk. Meermalen arbeiden ook wij voor hetzelfde en hierom vooral spijt het mij, dat gij, 11 somwijlen waagt op een u meer vreemd gebied waarop Ik U als vijandig moet be schouwen. Dit was het geval met het artikel tegen het welk ik gemeend heb de pen te moeten opvatten» s Voorschriften te willen geven aan Leeraren en Hoog leeraren ter bepaling van den inhoud en de leerwijze van hunne leer en prediking, is de vrijheid der Pro testanten te, willen beperkenen elke beperking van dien aard is een triomf voor het Ultramontamsme- G-ij zcudt dus zonder het te willen', met uw eenheids- ontwerp kon het doorgaan, opjeene krachtige wijze ook tot dien triomf medewerken. Uit dien hoofde! heb ik er mijnt stem tegen verheven en zullen wif elkander ook daar even zoo dikwerf weder kunnen ont moeten als ik UE. als bondgenoot van mijne tegen partijen op het thans nader bepaalde gebied der God geleerdheid aantref. Daarentegen geef ik UE. even wel ook de verzekering van alle mogelijke medewer king tot bevordering der Nijverheid. Bevorder gij menschengelukwaar gij kunt; mijn Heerwij zul len in dat geval gaarne medearbeidengaarne van uwe voorlichtingen gebruik maken. Doch tot menschengeluk behooren ook zakendie minder materieel zijn dan het Departement van Nijver heid opneemt. Omtrent deze meenen wij eene stent, te mogen uitbrengen^zonder uit de hoogte te worden afgewezen door mcnschen die slechts uren arbeidden in een vak waaraan wij onze geheele levenskracht toe wijden. Gaarne verzeker ik den menschenvriend ten slotte,, van mijne hoogachtingdoch tevens dat ik na dezen brief over dit onderwerp de pen niet weer zal op- varten. Ik kan mijnen tijd en aangenamer en beter besteden dan met het Schrijven van Couranten-artikels zoo als het onderhavige. NIEUWSTIJDINGEN. HcbcrDiubcu. Goes, den 11 Augustas. Dé Thermometer va» Fahrenheitdie voorleden week op 54 graden stond teekende alhier gisteren des namiddags ten 1 ure85 graden en des avonds ten 8 ure nog 79 graden.a Die staat gelijk met de felste hitte in Oost-Iridie. Heden namiddag staat dezelve op <56. Bc^htrctt est Slbmintdlratietn Publicatie. Dat daarenboven tot Kiezer niet kunnen worden be* noemd, zij die aan eenen reeds benoemden Kiezer i» den eersten of tweeden graad van bloedverwantschap of zwagerschap bestaan. Dat zoo iemand lid van een Stedelijk Kiezers CoU De uitgave dezer Couraut geschiedt Maaudags namidd&gs en Don derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f f,75. franco per Post/1,90. Gewone Advertentier. worden a 20 ets. deregel geplaatstGeboor te-Huwelijks- en Dood'oerigten van 1 6 regels a f 1,20. Aan den Heer V. S. Schrijver in de Vlis singsche Courant. Mijn Heer O'P. TV. 7 Augustus 1842. Wat ten deskundige en bevoegde over dit onderwerp denktkan men onder anderen zien in ons No. 63. -- HliMIHWMIIHMi 1 'Vervolg en Slot van ons vorig nummer f) Dat de voorgenoemde bepalingen betrekkelijk de stemgeregtigden ook toepasselijk zijn op de bevoegd heid om tot Kiezer te worden benoemd, behoudens,, dat daar fe boven, de Kiezers den ouderdom van 2g jaren zullen moeten hebben bereikt, binnen het Rijk of deszelfs koloniën geboren of brieven van naturalisa tie bekomen hebbenof wel bij wetdüiding voor Ne derlanders gehouden wordenvoorts binnen de stad stemgeregtigd zijnen voor een inboorling der stad of met edh burger dochter gehuwd zijudegedurende de laatste drie jaren, en voor een inboorling van het Rijk of genaturaliseerde, gedurende de laatste zes ja* ren, Stads Ingezetenen te zijn geweest, (zónder dac echter afwezendheid ten gevolge van bedieningendoot of van wege-dén Koning opgedragen'in dezen hin derlijk zal kunnen zijn) en wijders jaarlijks in de ver ponding en verdere beschrevene Rijksmiddelen buiten het Patentregtbetalende eene somma van 55zijnde- bet zoo wel voor de stemgeregtigden als bevoegde» tot het Kiezerschap, onverschillig of de goederen waarvoor betaald wordt, in de stad zelve of elders in het Rijk gelegen zijn. 1

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1842 | | pagina 1