N°. 56. Donderdag den 14 GOESSCHE COURANT. AAN DEN TIJDGENOOT. Frankfort den 6 Te Berlijn hebben zich Parijs, den 10 Julij. Voor eenige jaren, kwam in Pafijs een Hollander, Coppenaalgenaamd, en zette een gaarkeuken op door zijne Hollandsche bouillon kreeg hij eene bijzondere vermaardheid en thans ver bruikt hij wekelijks 5 ossen in zijne keukens. Van 15 Junij 1841 tot 6 Maart 1842 heeft hij 2311 ossen doen slagten. Twee en dertig inrigtingen door Parijs verspreidverkoopen met het beste gevolg deze bouil lon'. De meeste gestichten der hospitalen ontvangen hunne spijzen uit deze inrigtingen. Dezer dagen heeft de Heer Coppenaal voor de regtbank aangeklaagd den schrijver van het dagblad la Verité, den Heer Lacaze eischende. 10,000 fr. voor schade en interest ten be hoeve van de armen-gestichtendewijl hij den 7 Mei jL, een artikel heeft geplaatst: Lebouillon Iiollandais et M. Coppenaalwaarin hij zegtdat die bouillon voor de gezondheid nadeelig is en door welk geschrijf hij den ondernemer lastert en benadeelt. Nadat de advokaat Rousse den beschuldigde had verdedigd heeft de regtbank den schrijver Lacaze veroordeeld tot eene maand gevangenis en in 1000 fr, boete. i De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don- 'erdags avonds. De Prijs per Kwartaal is /"r,75 franco per Post/"i,9o. ie Gewone Advertentien worden a 2o,cts. deregel geplaatstGehoor 1 iuwelifhs- en Doodberigten van 1 6 regels a 1,2». *tls wel waar, gelijk in den Tijdgenoot (bl. 338 en v.) gezegd wordtdat er veel over, de opterigten chool. te Delft geschreven is en over 't geheel geno- len niet ten gunste dier inrigting. Doch het is niet tinder'waar, dat het loffelijk isdat de Natie tixki roet ene Nationale zaak bezig houde en. te wenschen rare hetdat zij dien heiligen pligt nimmer verzaakte er tare dan welligt veel voor Haar, inde gevolgen na- eeligsverhoedten meer nuttigst tot stand ge- omen. De Tijdgenoot vergist zich welligt echter daar- nals hij zoo stellig zijne meening uitdruktdat on er het vele geschrijf over dë Polytechnische school r zóóveel onder is uit verkeerde beginselen voortge- proten. Wij althans voor onsnemen dit zoo gaaf iet aan; wij willen daarin liever ware belangstelling j i de zaak zien en achten de triomf te grooter wan- j •er door bondige wederlegging der opgeworpene be- I •aren de waarheid te helderder aan het licht en het t der zaak te kiaarblijkelijker wordt. Den Schrijver in den Tijdgenootover het hier be lde onderwerp komt dan ookonzes inziens eds den lof toe veel goedsveel overredends ter zake zegd te hebbenvooral ter verdediging der onom- lOtelijke 'Waarheiddat eene wel ingerigte en doel- ntig bestuurde school, als met die te Delft-beoogd ordt, allergeschikst kan zijn tot vorming van jon- liedefi voor praktisch bedrijf vooral in den geest en n, zooals de schrijver zich daaromtrent in het breede, o juist als duidelijk verklaart. Bovenal is ten dezen er aannemingswaardigwat hij ten slotte (van 't ade uk) zegt; ofschoon wij daarin de woorden om dit nt cv tillen j\ daar ter p'aatse min gelukkig gekozen ndendewijl door aanvullen steeds eene opvolgende nimmer eene voorafgaande werking of bevordering .1 verstaan worden. Dan genoegen verre van op acdcelde stuk te willen afdingen herhalen wij gaarne ze lofspraak dat de Schrijver van uit een geheel zijdig, doelmatig standpunt bezwaren wederlegd en heilzame strekking fiks heeft doen uitkomen en nschelijk ware het voorzekernaardien toch die inrig g een Gouvernements-kina in de geboorte is dat van .."zijdeen ter plaatse van waar het gewoonlijk tot de atie spreekt en| spreken moesthet ware doel en het it met die school beoogd en bereikbaareven krach- - en duidelijk werde voorgestelddoch onze Staats- urant is nog geen Staats-Courant of stem van het wind tot het "volk, (gelijk fa Tijdgenoot met aandrang arop, dikwijls ernstig aantoonde), en zoolang de windslieden de Raadslieden van den Troon, of liever uitvoerende magt nog niet tot een eensgezind (homo- ren) ligchaam werkdadig zal vereerigd zijn zoo lang ch zal"er geen wezenlijke Staats-Courant noch Rege- tgsblad zijn noch kunnen zijn, en tot zóólang ook zal Natie onderling blijven zoekenraaren vaak risten over de ware ^bedoelingen van het Hoog Be- uur dewelke trouwens nimmer gezocht veel min •twijfeld mogten kunnen worden. Ware er eene Staats-Courant of*-ander Regerings- ,ad in dieii goeden zin in Nederland voorhandenwij auden ons geschrijf noch over noch tot den Tijdgenoot er ter neer te stellen hebben neenwij zouden de »doelingen van 't Bestuur van hetzelve vernemen t nut "daarmede beoogd duidelijk door hetzelve be- ogd vinden enbleven ons dan gelijk nu nog 'zwaren over, wij zouden die met alle vrijmoedig- ■id, bescheidenlijk aan deszelfs verdere overreding tderwerpendoch nubij ontstentenis van een en tder wenden en kunnen wij niet anders als ons wen en tot den Tijdgenootmet de uitnoodiging om op riijkebondigeongezochte wijze nog eenige of lie- ■r maar nog één hoofdbezwaar tegen de Polytechni- he school voor ons uit den weg te ruimenen ons die wijze geheel met zijne stellingen met het doel izer Bewindslieden ten deze te verzoenenom zoo ij ernstig hopen eens het kind te kunnen bewonde- :n, 't welk zij zich voorstellen der Natie te schenken, logtcn wij het daartoe spoedig zien geboren worden er onze kinderen naar en onder te doen vormen ar de behoeften des tijds, dewijl het getij voor onze ikkeri verloopen is en dus waarlijk oude bakens oeten verzet worden. Trouwens, en men merke het op, deze laatst ge- uitte wensch is niet onbepaaldzij is gedaan als of de gelukkige uitkomst eene wiskundige zekerheid mogt blijken te z(jn waartegen wij voor ons zeiden nog bezwaren te hebben, ~en althans een hoofdbezwaar wenschten opgelost te zienwaartoe wij dan den Schrij ver in den Tijdgenoot uitnoodigden en willen alzöo dit ons bezwaar hem daartoe hierbij kennelijk maken. Het bestaat hiertegen dat,- naardien of het vooroordeel het.toetreden tot de inrigting zal verhinderen ofwel, dat ook om de nieuwheid xdezelve veel bijval vinden zal. Laat ons het eerste voor grootendeels weggerede neerd rekenen en dus ons voorstellen er veel oudérs zullen bereid zijn hunne kinderen naar Delft te zen den. In dit geval- mogen wij en niet zonder ecnigen grond veronderstellen dat de meesten zullen bestemd worden voor de werktuigkundige afdèelingen wel om redenen die zich gemakkelijk laten bevroeden bij 't bestaan van oude Instituten alwaar (althans naar de beloften der Instituteurs en de zienswijzen van onze ouders) de opleiding voor de Kantoren en. andere Bur gerlijke betrekkingen voldoende geacht worden. En nu vragen wij: Bijildien er nu eens eene zucht ontwaakt om daarvoor onze jonge lieden Prac-tisch I heorerisch op te leiden waar- waar bestaat iri ons Vadeilmd ruimschoots gelegenheid voor een groot en studie beminnend getal jongelingenom zich daarna geheel werkdadig vaardig te maken nier alleen voor de uitoefening der werktuigkunde, maar tevens met uitzigt eener aan dé verkregen opleiding en ge maakte kosten beantwoordende en vergoedende betrek king met andere woordenwaar zijn in ons Vader land de behoeften voor dergelijke sujetten zoo menig vuldig waar die groote inrigtingen der werktuig kunde alwaar met ieder jaar dusdanige jongelingen zich eene plaats, een bestaan kunnen verzekerd acht ten? of, gaat men van het beginsel uit, dat zulks niet van doen is, dat de kweekelingen zich inrigtin gen zullen daarstellen vooruitgaande met den tijd, d. i. met de behoeften des tijds Is dit zoo mag men er znoveéWan verwachten?Heil dan die Jnrig- ting en de Burgerkroon beiden aan ontwerper en daar- steller der aanstaande School te Delft! .'Maar, wij voor ons durven zulk eene' zegenrijke uitkomst niet voorzien te meerderdaar men dan schier alleen ge niën ter school zoude behooren te zenden of er ont wikkelen Geniën zeggen wijdie niet alleen den vooruitgang den snellen Vooruitgang onzer eeuw volgden maar die nog vooruit streefden Zoo niet, wat zal dan hun lot zijn Schromelijke teleurstelling zich* overal verdrongen te zienof door het bereids ingevoerde nieuws van eldersgeheel zamengesteld of, door Engelschen of Franschen of Duitschefs in werking gebragtbestuurd en gaande gebondendoor lieden uit eenen minderen stand die, het nieuws als ter sluips van hunne meesters overbrengen, en alzoo tegen eene^belooning of jaarwedde behouden worden, verre beneden eene zoodanige waarop onze jonge lie den billijk aanspraak konden hebben. Eene enkele lichtstraal vertoont zich hierbij skchts voor ons oog het is de plaatsing van jeugdige industriëlen in de Oost-, en West Indien bij aldien wij den zegen vollen vrede mogen behouden, en, daiir steeds mannen aan 't hoofd des Bestuurs geplaatst'zien die er de nijverheid ontwikkelen en steeds doen vooruitschreden tegen over andere Natiëndoch ook dan nog mag' 't getal niet te groot zijnen verder wordt men als beperktdoor de voorwetenschap dat men na het óffer van volbragte studiën ook dan nog daaraan nieuwe geldelijke zal moéten kunnen toevoegenom desnoods voor zijn kind eene zoodanige inrigting daartestellen als welke nog niet bestaat, ofte onvolledig, en ongeschikt is om aan defl ontwikkelden geest voedsel en bestendiging te geven. Is deze zienswijze niet ongegrond en wordt ons be zwaar niet volledig opgehelderddan moge dit een en ander tot waarschuwing van onze oudérs verstrekken om niet ligtzinnig "hunne kinderen naar Delft te zen den gelijk zulks te veel r maar al te veel naar de Hooge Scholen geschied; maar de ouders beproeven vooraf ,en naauwkeurig de zedelijke vermogens hunner kinde ren en de finanticle of geldelijke van zich zelve. Onaangezieu dit bezwaar verklaren wij ons voor het wenscheiijke eener Industriëele of Polytechnische school, j vooralomdat vele onzer Vaderlandsche Inrigtingen, en ook in deze Provincie inzonderheid eene grhcele reformatie vatï 'twerktuigkundige gedeelte behoeven, zelfs in zóó groote matedat wijmet vertrouwen I meenen te kunnen zeggen, <?at een onzer hoofdbron- j nen van voortbrengst en vertier daarmede allengs staat i of valtkomt de School te Delft dus tot stand wij wenschen dan vuriglijk in 'tbelang onzer jongeling schap der nijverheid en voor 't welzijn van den Staat dat men dezelve allezins doelmatig inrigte en daartoe niets vërzmme ^ook niet om wille eener daarbij heil- looze besparing van weinige duizenden in kapitaalen daardoor niet verhindere het verkrijgen voor alle dezen eener rentefvan Tonnen schatsOnze kinderen, de huishouding \!an den Staatbehooren toch onafge broken voorwerpen te zijnonzer gadelooze belang stellingwerkzaam door phljsique en materieëfe krachts- nspanning. (Gaarne plaatsten wij dit artikel en hopen dat de Tijdgenoot er op hechten zal.) ■N1ËU WSTJFJDINGEy Shdtecftlanb. twee zonderlinge verschijnselen in het godsdienstige opgedaan, die, hoezeer zij lijnregt tegenovergestelde uitersten betreffengelijkelijk van de dwaasheid getui gen tot welke de mensch door de zucht tot het over- drevene vervallen kan. Terwijl zich namelijk aldaar eene vereeniging van meestal jonge lieden gevormd heeft, die zich met name verbinden niet Imeer het christendom en den 'bijbel, maar alleen den mensche- lijken geest als de eenige bron der waarheid te zullen erkennenis van den anderen [kant eene verbroedering van lieden ontdekt, wier doel niets^ minder is dan het ondernemen van een nieuwen kruistogttot verove ring van het Heilige Land en van het graf des Zalig makers. Zij bestempelen hunne vereeniging met den naam van het Leeuwenburgverbonden ieder lid ont vangt bij zijne opneming eene metalen plaat, waarop een leeuw is afgebeeld waarbij hij zich verbindt mede uit te trekken als het uur van den grooten togt slaat. Tot hiertoe zijn de namen van ruim vijfhonderd dezer moderne kruisvaarders, die grootendeels tot den gering- sten stand behoorenter kennis derj[autoriteiten ge komen. Van regeringswege is thans afgekondigd het in de zitting van den senaat en der vertegenwoordigers van de burgerij genomene besluit, waarbij de regten op den invoer van botervet en Hollandsche kaas te rekenen van ix Julijverhoogd worden. Volgens eene 4e lijst van de ontvangene bijdra gen ten behoeve van de noodlijdenden door den brand bedroegen die giften tot den 22 Junij nagenoeg 3,230,000 M. B.g(omstrceks 2,826,000)" (Dus ruim een 20 van de schade.) JTmtfevwïu

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1842 | | pagina 1