M N°. 29. Maandag den 11 April. GOESSCHE COURANT. DE SPOT MET DE INDUSTRIE-SCHOOL TE DELFT. 1 -■ JSiE ÜWST1MEN, üüttitdcfciaub. >:-** •HEB5éË-M!-a -Jk* De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f 1,75 franco per Pos^ 1,90. Gewone Advertentien worden k 20 ets. deregel geplaatst Geboor te-, Huwelijks- en Doodberigten van 1 6 regels af l,2o HET HANDELSBLAD heeft in de opgave der denkwijze van eenige Neder- landsche bladen over de aftreding van den heer van Maanen als minister van justitie cn de benoeming van den heer van Hall tot zijnen opvolger, in 'tal- gemeen en omtrent de Goessche Courant in 't bijzonder veel onpartijdigheid aan den dag gelegd, waaraan de zelve bij dezen hulde doet. Zij zou op zulk eene on derscheiding geene aanspraak durven makendoch het Handelsblad kan uit volgende nummers gezien hebben dat de Goessche Ct. niet partijdig is. Gaarne nam zij toch het loffelijk getuigenis van den Tijdgenoot ook omtrent het zedelijk karakter van den heer van Hall (bij haar persoonlijk onbekend) aan en verheugde zich door nadere berigten ten dezen over de nieuwe benoeming en zij doet dat ook heden na den eersteling des mi nisters dewijl zij met het Handelsblad daarin goede bedoelingen erkent. Dewijl die eersteling echter niet «00 gelukkig is uitgevallenals zelfs het Handelsblad wenschte zoo wordt daardoor gestaafdwat wij vroe ger opperden en door het Handelsblad is medegedeeld. Wij houden echter goede hoop. De heer van Hall wil constitutioneel zijn in eenen milden geest. Wij zeggen dit niet, zoo als sommige bladen, om te vlei- jen en dagrna te eischen. -- Wij wenschen den nieu wen minister de zelfstandigheid toe van zijnen voor ganger in de handhaving-en wel nu van goede wetten, welke wij verwachten van hem die bij de erkende be hoefte hieraan onder de tegenwoordige omstandigheden den moed (en wij hopen ook de Vaderlandsliefde) had om eene geëerde betrekking vaarwel te zeggenen het Ministerie van Justitie te aanvaarden. Men leest in den Tijdgenoot Eerst met primo April zal de nieuwe Minister van Justitie in functie treden, en reeds voor zijne in functie treding is de Arnh. Courant in oppositie te gen hem. En waartegen? Tegen zijne staatkundige antecedenten O neen men verklaartvreemd genoeg ze niet te kennen(f) maar tegen geruchten van onzelfstandigheid. Of de benoeming van den Heer van Hall eene beslissende gebeurtenis zal zijn, kan men niqt beoor deel cn vóór£ hij in functie is getreden. Eerst dan wannéér de* Heer'van Hall zal verklaard hebben, ■het nut van 'een zamenWerkeild Ministerie niet in te zien eerst danwanneer de Heer van Hall met verloochening van vroegere beginselendeel zal nemen aan eene wijze van regeringdie hij vroeger af keurdeeerst dan zal hij tegenstand verdienen. .De tegenwoordige oppositie van de Arnhemsche Cou rant kan aan niets anders dan aan persoonlijken na ijver van den een of ander worden toegeschreven. In de Arnhemsche Courant van 3 April vindt men op eene geestige wijze (dit laatste valt niet te ontken nen den draak gestoken met het ontwerp tot daar- stelling dezer school. Dat hét geene kunst is elke zaak ook de eerwaar digste, in een bespottelijk daglicht te stellen, weet iedereen. Maar of, wanneer men iets afkeurtdaarvoor, ge gronde redenen zijn bij te brengen, is'eene geheel an dere zaak. Wij Nederlanders bezitten een jammerlijk gebrek namelijkdat wij steeds willen achteraan komenniet maar in verkeerde (hetgeen eene deugd ismaar ook in goede zaken. (f) Dit zal de Arnh. Courant en te regt ontken nen zij heeft hiervan reeds een en andermaal gespro ken. Doch de Arnhemsche Courant deed het partij dig keurde de benoeming af voor zij er regt over kon oordeelen. De nieuwe Minister kan geen goed doen bij de Amh. Courant. Dezeals zij. hem later misschien te regt zou kunnen berispen kan dan insgelijks van partijdigheid verdacht worden. De Arnh. Couran t heeft hare 0'positie veder te ver gedreven en haar credict op nieuw verspeeld. Men schermt met onze voorvaderen en zegtdeze „hadden geene industrie-school en werden toch rijk." Maar hadden onze voorvaderen met eene mededinging in alle vakken te kampen, gelijk hun nakroost? Had dè industriële wetenschap in hunnen tijd elders. de hoogte bereikt van den tegenwoordigen Hadden de omliggende volken die wetenschap reeds destijds op een zoo oneindig getal vakken van nijver heid toegepast, en de hoog-wijze Nederlanders daarin zulk een beduidend eind weegs achter zich gelatenals in den onzen Bezaten EngelandFrankrijk en andere Staten, in die guide tijden der vaderenzulk eene verbazende over- magt ter zeeals thansnu onze handel zoo lang zal kunnen bloeijen als wij buiten verwikkelingen kunnen blijven, en men geene voorwendselen zoekt en vindt, 0111 ons met embargo's of nog ergere zaken op het lijf te komen? En gebeurt ditwat houden wij dan overzoo wij te trotsch of te dom geweest zijn om van andere vol ken te leerenop welke 'wijze men de nijverheid van een volk op de hoogte van den tijd voeren en hou den kan? Was zelfs tot verbetering van den landbouw in de meeste der omliggende landen bij welke wij nu almede „daarin achterlijk zijn, toen zooveel gedaan, als thans? Al deze en soortgelijke vragen stelt men zich niet voorwanneer men alleen spotten wil. En dan dat ongelukkige geld; en.die zucht omddkr' te bezuinigen, waar hetzelve als een vruchtbaar zaad, duizendvoudige vruchten konde geven. Even goed kon men gelden weigeren voor onze dijken en zeeweringenwant of het goede volk eenmaal door het water of door den honger moei omkomen zal wel hetzelfde zijn. Wanneer Nederland een tien- of twaalftal kundige en navorschende mannen bezoldigtwelke daardoor hun nen tijd aan het onderzoek der stoffelijke belangen des lands kunnen toewijdenzich op dc hoogte der weten schap kunnen plaatsen en zorgen dat insgelijks hun vaderland daarop gevoerd worde zal dat geld ver spild zijn? Welk eenen bekrompen koopmansgeest moet men bezittenom op zulke uitgaven te willen beknibbelen En 'dat stoffen op die bijzondere leerscholendie kantoren en particuliere inrigtingenmen zie maar eens rond hoe goed onze jonge lieden onderwezen en welke meesters zij zijn in het vak van nijverheid. De Fran- sche en Belgische tentoonstellingen zijn maar peulschil len bij hetgeen wij kunnen leveren. Ambten bejagen cotiponnen knippendure landerijen koopenzoo:lat de boeren er niet aan kunnen, en van eigenaars weldra pachters of arbeiders wordenziedaar vakken van in dustrie, waarin onze jonge lieden met kapitalen uit munten. Men zoeke slechts geil voor eene onderne ming, ook de deugdelijksteen veel zal het zfjlV, indien van de twintig kapitalisten er één slechts; een weinig van zijn geld daarin durft te plaatsen. Waarom De Arnh. Cóiir: speelt zelfs dikwerf met onze voorvaderen. Het is soms ais of zij al het oude te rug wilhoewel er dan wederom niets van deugt. Maar om al hetgeen van het gouvernement of ch wel - gezinden thaüs idtgddt te kunnen berispen of hekelen welk men beginsel noemtj zoekt men een hulpmid del in den lof yan het vroegere'r welkgelijk in dit artikel ten opzigie der bewifste zaak goed wordt op gemerkt onfer geheel andere omstandigheden ■bestond.' Bovendien is 'het niet geheel waar dat onze. Voorva deren zich zclven in alles vormden op zich. zelytn cn geene leerscholen hadden. Zij gevoelden hieraan be hoefte: want waarin deze niet bestondendaarin wat veel gebrekkigs. Zij stichteden dus al vroeg IJooge- schoolen. De O. en W.-Indische Compagnie bood ook gelegenheid aan ter opleiding in handelkennis cn zee vaartkunde. Piet Hein, onze eerste vlootvoogddie niet slechts empiricus wasdrong daarom op kunde bij de zeelieden aan en maakte de vloot lot eene theoretic sèhe en practische leerschoolgelijk Maurits gehol pen door Stevjn cn Coe hoorn het zijne leger kam- pen deed.) Omdat zij te onkundig zijn om te kunnen begrijpen of te vadzig om te onderzoekenof er werkelijk iéts goedsjvoor lïenzelven en voor land en volk uit te halen is. Dat hebben zij in'die geroemde bijzondere scholen geleerd, tnet. betrekking tot het vak der nijverheid. Hierwarneer de geestige schrijver der Extracten uit 'den Utopiaanschen Monitcur nog weder eens'schert sen of spotten Wil, zal hij een ruim veld vinden. De ambtsjagers, de couponnen-knippersde dure landerijen-koopersmen brenge deze op dekoord, doch geenszins de voorstanders van een zoo heilzaam denk beeld als datom Nederland in industriële wetenschap op de hoogte te brengen der mededingende volken om meer den lust en de bekwaamheid ook tot beoefe ning der moeijelijker vakken van nijverheid op te wek ken voor welke grondige studie en eene ontwikkelde wetenschappelijke kennis van vele zaken vereischt wordt. (Met het bovenstaande aan de Vlissingsche Cou rant ontleendvereenigen wij ons wat de" zaak aan gaat, gaarne, gelijk wij reeds vroeger het wensche- lijke van zulk eene instelling in ons land' voorston den. De groote bedenkingdie er nog steeds tegcii wo'rdt ingebragtdat er alzoo vele jongelieden na vol- bragten studietijd geene partij van hunne kennis zul len kunnen trekken en ergeen bestaan door zullen vinden, vervalt, als men de Industrie-schooV ina-.it niet gelijk stelt met eene militaire Academie. De In dustriëlen openen zich of nieuwe bronnen van be staan of passen hunne kennis op de bestaande toe. Zij behoeven dus door hef gouvernement niet geplaatst en bezoldrsd te worden.) Berlijn, den 3 April. Uit Maagdenburg schrijft men Dezer dagen ontving onze stad een bezoek van een in Rusland gevestigd hoogbejaard grijsaarddat men wezenlijk merkwaardig mag noemen. Hij telt niet minder dan 119 jaren en is een geboren Duitscber die te Freiburg aan de Unstruthet eerste levenslicht aanschouwde. Op zijn 19de jaar verliet hij Ouitsch- land reisde lang als slotenmaker, rond, vestigde zich liter als zoodanig in Rusland, en werd eindelijk in de Keizerlijke geweerfabriek te St. Petersburg aangesteld waar hij, niettegenstaande zijnen hoogen ouderdom!, tot nog voor korten tijd druk werkzaam was. De Keizer, op dezen belangwekkenden grijsaard opmerk zaam gemaaktheeft hem naar men verhaaltbij zich geroepen en hem toen de vrijheid gegevenrun te zeggen wat hij bovenal wenschte. Nu gaf de stok oude man te kennen, dat hij niets meer verlangde, dan thans, na 100 jaren, zijnen geboorte-grond nog eenmaal weder te zien. tiet verzoek werd hem na tuurlijk toegestaan en door de liefderijke voorzorg des Keizers werd hij zelfs van een rijtuig voorzien en hem een geneesheer op reis medegeven. Toen hij te Leip zig kwam Had hij die stad juist in eene eeuw niet meer gezien, want op zijn 19de jaar was hij vandaar, waar hij het slotenmakerswerk geleerd had, naar bui ten 's lands vertrokken. Hij hield er zich echter slechts een paar korte uren op, daar zijn gemoed hemjjboven al naar het dorp henendrongwaar hij, zulk eeno lange reeks van jaren geleden, als knaap had gespeeld."' ilcbirlAttbcu. 's GravenhaCe den 6 April. Bij gelegenheid der receptie ten hove op gisteren, was in de salons het gerucht onder de aanwezenden vrij algemeen, dat er een huwelijk- aanstaande zou zijn tusschen prins Alexandertweeden zoon des konings, met prinses Clementinedochter van den koning der Franschen. Utrecht, den 7 April. Wij vernemen van goe derhand, dat het Z. M. behaagd heeft bij Koninklijk besluit te bepalendat 's Rijks Munt door vergrooting en betere inrigting der gebouwenalsmede door het aanschaffen van nieuwe werktuigengeschikt zal ge- ma ikt worden, om op eene grootere schaal te kunnen dienen voor de Hermünting der oude, zilveren specreu. Deze tijding zal voorzeker een ieder aangenaam zijn,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1842 | | pagina 1