N\ roo. GOESSCHE Maan da DE ARNHEMSCHE COURANT. Wanneer twee partijen, wie het beiden om waar heid te doen is, met elkander twisten, dan wordt het verschil sppedig beslist-; want men gaat dan openhar* rig te werk en komt malkander telkens een stap nader. Zoo is het nietwanneer het ecne der partijen juist niet zoo zeer om de waarheid, als wel om de zege praal van zijne partij of van zijne begrippen te doen is; want dan zijn aan deze geene middelen te laag en te schandelijk om de overhand te verkrijgen. Daar nu ieder voorgeeft dat het hem alleen om waarheid te doen is, zoo is het juist de keuze der middelen, waaruit het blijkbaar wordt of men voor de waarheid dan wel voor eigene meening strijd voert. Wij zullen onzen lezeren eenige van die slechte en onedele mid- A de',en opnoemen opdat zij eenen toetsteen mogen heb ben waaraan zij het geschrijf der strijdvoerende dag- bladen kunnen beproeven. Het eerste dier middelen is een onbeschaamd triomf k na ij en als of er geen twijfel aan was wie regt en rede op zijne zijde had. In den gewonen oorlog ge beurt het somtijds, dat een geslagen leger zich deze- ge toeschrijftmaar het blijkt dan schielijk aan de ge eolgen wat men van dit voorgeven te denken hebbe, fier hangt alles er van af, of men minlumdigen daar door in het denkbeeld zijner meerderheid heeft kunnen brengenen hóe velen worden door dien stouten non rois'eid, zich zoo veel schaamteloosheid niet kunnende verbeeldenals er toe vereischt wordtom zich met ophef de overwinning toe te kenneneer men zelfs-, bénen pijl geschoren of afgeweerd heeft! Een tweede middel bestaat in het uitventen van los se invallen en onbewezen grondstellingen van loutere eissingen als ontwijfelbare daadzakenin het aanhalen van valsche getuigenissen en het schermen met een ge zag dat niet bestaatof voor de regtbank der oordeel kunde geene waarde bezit. Hierdoor stelt men zich wel jammerlijk bloot, maar dit ontveinst men en heeft huusschen zijn oogmerk bereikt. Men heeft zand ge worpen in de oogen der menigtemen tieefc het on- d Tzockder zaken proeijelijker en ingewikkelder gemaakt ca zijne partij doen voorkomen als reeds half geslagen. Een derde 'middel bestaat in de verachting van an dersdenkendenmen scheldt hen uit voor domme, on kundige schepsels, voor duisterlingenvoor menschen vo! vooroordeelendie voor eiken straal van licht moed willig de oogen sluiten. Of kan' men zijner partij voortreffelijkheid van verstandelijke vermogens ontspreken, dan maakt men het nog erger; men brengt zijne braafheid in verdenking; men, zegt van hem dat jfj het zelf beter weet, maar uit eigenbelang tegen zijn hart spreekt en handelt. Eindelijk een nog .geduchtermaar niet min onedel v;,. wr.tuig is de bespotting. Hierdoor trekt men op c. s al de ligtzinnigen aan zijne zijde. Personen en zaken die men niet weerspreken kan tracht men in een m-chelijk licht tc plaatsen; en men vindt helaas! bi; uit schandelijk bedrijf, dikwerf te gerecder ingang, r.a-V mate de voorwerpen verhevener zijn, die men dw urn den moedwil en de uitjouwing blootstelt. Wanneer men aan deze algemeene waarheden het ckaivjd toetst, welks naam wij aan het hoofd van dit. ari'kv-l gesteld hebben, dan ziet men wat men over het akre-seen van de hooggeroemde en ook zich zelve ver- lieffende Arnhcmsche Courant te denken hebbewant de Jetiek dergenen, die niet voor de waarheid maar .voor eigene meening strijden is over het algemeen de j-.nixcit daar het haren schrijveren niet aan geleerdheid cu vernuft ontbreektoefent zij eenen verderfelijken in vloed uit op de menigte, die hare bedoelingen niet doorziet, en bereidt zij oproer en omwenteling voor met al die jammeren, die tot het gevolg van deze be hoeven. - Wij zijn er verre van af als verdedigers der oude of der tegenwoordige regering te willen optreden. Wij erkennen dat er veel berispelijks was en nog veel is li tweik dringend verandering eischt. Wij erkennen :.ilc belastingen zijn re hoog opgedreven, en de be sta.; hde armoede met de hieruit voortgesprotene onte vredenheid nemen door den druk dier belastingen ge durig meer en meer toe; en wij wenschen dus even zoo vurig als de Arnhemmer en anderendat die be lastingen minder wordenen dat er wijzigingen in ons staatsbestuur worden aangebragt, de aan den gezigteinder dreigend hangende önwhjsfifwoityen afleiden. Maar de Arnhemmer weet zoo wek ais wij, dat zon der gedeeltelijk staats-bankroet (hetgeen ook zij even wel zegt niet te willen) en zonder afschaffing van nut tige inrigtingen, (reeds heeft men aan het Doofstommen Instituut de jaren lang genoten toelage ontnomen niet vele millioenen uitgezuinigd kunnen worden'. En toch zullen de belasjtingen ophouden drukkend te zijn, dan moeten er jaarlijks •millioenen uitgezuinigd kunnen worden. Het is dus niet genoeg een artikel te schrij ven ten,betoogedat nergens de belastingen zoo zwaar en zoo drukkende zijn als in Nederland Czict haar No. 240.) en onbestemd te zeggener kunnen aan merkelijke bezttiningen ingevoerd worden; men moet aanwijzen hoe er jaarlijks nier slechts aanmerkelijke sommen maar hoe er veie millioenen kunnen worden uitgespaardzonder onregtvaardigheden te begaan zonder nuttige instellingen te vernietigenzonder een staats-bankroet te makenmaar die aanwijzing blijft ons de Arnhemsche Courant schuldig. Zij breekt wel af, dóch zonder wederom optebouwen. En hoe doet zij dat? Lezers hebt gij haar No. 241, van 7 De cember met de vercischteopmerkzaamheid ingezien hebt gij daar ook dat artikel opgemerktdat even stuitende is voor het godsdienstig gevoel als het beleedigende'kan worden geacht voor het gezond verstand en strijdig met den goeden smaak? Her draagt ten opschrift: kan men onderstellen dat het met de natie onder de nieuwe regering'"' anders af zal loopendan het met haar onder de oudeafgcloopen is P en het is even hatelijk personeelals schandelijk profaan en vervuld met geestighedendie in kroegen en herbergen de lach spieren van slechthoofden in beweging mogen brengen maar den man van gevoel en beschaving malaise ver oorzaken. Ten einde dit strenge oordeel te wettigen willen wij u enkele trekken uit hetzelve mededeelen. „Hoe de oude regering ecne kwart eeuw het vader land bestuurde, is thans bekend. Hoe de nieuwe het schijnt te willen doenvalt ligt te berekenen, De helft de's gebieds verloren wij onder de oudeterwijl de andere helft bedolven werd onder ondragelijke schuld. Om de spilzucht der regering te dekken, om begun stigde veilheid en onkundige luiheid te voeden, moes- ten de nijvere standen zich schier de noodigste behoef ten des levens onthouden. Wat men zwoegde en ont beerde het hielp nietden spaarpenning voor den grijzen dag, het uitzet des zoons, de huwelijks-gift der dochteralles wierp fflen in de bödemlooze schatkist. En nooit was zij verzadigd. Immer' woel de haar vraatzuchtige tand in de ingewanden des staats. De guldensaan ieder van welkevolgens de schoone uitdrukking des graven van RechTeren, een zweet droppel des burgers hing, een traan misschien der moeder, wier dochter zich verkocht had om het be lasting biljet des vaders te betalen, al die ontzettende guldens, -- mogen zij de verkwistefó branden op hun sterfbed! (Wij wisten niet- dat de edele Graaf van die tranen der moederenz.enz.gesproken had maar van wien de uitdrukking ook herkomstig zijhetzij van den Heer van Rhetzij van den publicist in wiens kraam het welligt te pas komt dat het volk in den waan verkeere, dat de genoemde man'ook dit heeft gezegd 5, houdt men Nederlands volk dan 'voor dom genoeg dat het zulke handtastelijke leugens voor waarheid zal aan nemen? dit is ecne belediging aan het gezond verstand der Nederlanders.)' De Arnhemmer vervolgt „AJ die ontzettende guldens moesten dienen om de bespoUchjkste instellingen staande tc houden 1 om'de nuttelooste ambten te bezoldigenom het eeuwig ver trouwen te voeden, om de dwaaste volharding te schra gen om de onverantwoorde!ijksre toelagen, wachtgel den en pensioenen tc bestrijden. Daarvoor had de natie gezwoegd en ontbeerd en ge zondigd.' Daarvoor had de nijvere burger honger en koude, geleden. Daarvoor hadden de bekommerde va der en de angstige moeder de lange nachten slapeloos doorgebragr." .(IJdele bombast en hyperbolen, Maar "die bespot-' Zoo was de natie ecne kwart eeuw geregeerdzoo was zij vertegenwoordigd geworden Met nooit'vervulde beloften, met ijdele klanken had men haar immer geleurd. En zij had steeds geloofd vertrouwd, aanbeden. Geen vertegenwoordiger"hoe onuitputtelijk ook in toestemming en wartaalhoe overladen ook met ti tels ei» posten, hoe onverzadelijk ook aan posten en titels vóór zijn geslachtof |hij werd herkozen en herkozen. Mogten soms provinciale staten schroom gevoelen dan stemden de commissarissen des- Konings mede. En de leden der staten werden tot ridders en jonkheerén verhevenmet posten en pensioenen voor zien. Zijen hunne zonenen hunne broedersen hunne neven en al hun geslacht. Deze gedijden en prezen het aangezigt desgenen die giften gaf. (Zoo spreekt de wangunsten dergelijke taal doet denken aan den vos in de fabel voor wien de druiven wat hoog hingen.) En het gros der natie was als hij die ooren heeft om te hoorendoch niet en hoortdie oogen heeft om te ziendoch niet en ziet. Van 's lands financiënde nationale schuldviel ge deeltelijk de sluijer afmaar niet even zoo de schillen van der geloovigen oog. Die hun zoo lang blind vertrouwen en gerekt geduld hadden aangeprediktzoo lang hun bloedgeld hadden toegestemd, zij wisten nu dé schuld op éénen grijsaard te werpen. Zij, de heiligen, waschten zich de'han den af. Eneven als vroegerzeiden de staten Waardige mannen vertegenwoordigt óns - En zij vertegenwoordigden als vroegergeloofden én hoopten en vertrouwden als vroeger, en stemden als vroeger begrootingen toe. -v Zij wierpen den mantel der liefdeom hunne schouderen, en een steen des aanstoots den verlaten grijsaard toe. Toen bevestigde zich ten aanzien der meerderheid van het goede volk de menschkundige aanmerking De dwazen zijn nooit onbarmhartigerdan wanneer zij meencn te ontwaren dat men hunne achting overrom peld en hunne bewondering gestolen heeft." Schandelijk persiflage van de Godsdienst en de II. Schrift. Zou Neerland reeds zoo diep gezonken zijn, dat het in zoodanige welgevallen vind, en den man, die er gebruik van maakt, toejuicht als 'svolks waardig hoofdorgaan Dan zouden wij ons dien naam schamen, op welken, wij anders trotse h zijn den naam van Nederlanders te zijn. Het is evenwel juist die persiflage welke ons den schrijver van dit artikel doet kennen als geen Nederlander in den waren zin, maai* als een menschdié den eerbied van het heilige heeft uitgeschud en er nu zijn lust in vindt om ook bij an deren de beginsels van Godsdienst en zedelijkheid te ondermijnen. Zoodanige spotternij is trouwens eeu wapen-waarvan iéder slechthoofd van een weinig be hendigheid gemakkelijk gebruik kan maken. Niet de verstandigeniet de schrandere en diepdenkende man: gordt dit schitterend doch stomp en krachteloos zwaard aan; alleen het oppervlakkig schijnvernuftvlugtig ligtzinnigmaar geholpen doof verwaandheid en onbe schaamdheid trekt alzoo toegerust te velde. Had de Arnhemmer het gelaten bij zijne gewone staatkundige beschouwingenenz., wij zouden den bombast, de personaliteiten ekz.als naar gewoonte ook met stil zwijgen zijn voorbijgegaan. Wij hebben ze ook nu slechts met een enkel woord aangewezen. Bij zijnen spot met het heilige evenwel mogten wij het zwijgen niet langer Bewarenwant Salomo heeft reeds gezegd drijft den' spotter uit en de kyvagie zal weggaan 9 en 'hei geschil met de schande zal ophouden. Voor waar ecne harde waarheid voor menschen die niet ge ring dcr.kcn over hunne, eigene waardeen die somtijds* De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don- jidags avonds. De Prijs per Kwartaal is /"l,75 franco per Post/"i,9o. Gewone Advertentien worden a 20 cis. deregel geplaatst. Geboot ie-Huwelijks- en Doodbenden van j 6 rct'e/s a 1,20» II v< ty V-I». Uil 11 telijkste instellingendie nuttelooste ambten welke zijn zij Natuurlijk dievoor welke tijdens de oud» regering jaarlijks de millioenen zijn uitgegeven; wane al die ontzettende guldens hebben hiervoor moeten die nenDerhalve het Huis des Koningsde HoogeCoï- legien van Staatof de Regering in het algemeende Justitie, de Eerediensten, het Onderwijs, de Water staat, de Marine,, het Leger, de Financiën-, enz.!! Die wijze man! Doch wij leef en hem nader kennen.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1841 | | pagina 1