goesschë JV. os. Maandag den December» m A T. an!' DE 6de DECEMBER. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is /"i,75 franco per Post/"i,qo Gewone Advertentien worden a 2o els, dere'gel geplaatst. Gebou„ ie-; Hliwe!ijl<s- en Doodlieriglen van 56 recels kf I,2o. De Koning Leve.- Het is heden een Heugelijke Dag voor Nederland Het is de jaardag van den Koning óp vvien het Va derland zoo zeer desZelfs hóóp gevestigd heeft voor eene goede regeringtot verzekering van hetgeen de ondervinding als gepast in den Staat heeft doen voor komen en ter verbetering van veelwat verbetering behoeft. Het is een dag vol herinneringen voor Zijne Maje steit zeiven aan al wat sedert een jaar is voorgevallèn het eerste jaar waarin Hoogstdezelve den Oorlogsstaf met den Rijksstaf heeft verwisselden waarin reeds veelzeer veel heeft plaats gehad, geschikt om 'SKo» hings gemoed aangenaam en ook onaangenaam te treffen; Wij willen niet onbillijk zijnen gaarne erkennen dat de Koningin het eerste jaar van zijne regering reeds met gróote üloeijelijkheden te kampen heeft ge had. Wie zal hét ontveinzen *lat het wantrouwen door vroégere omstandigheden en verwikkelingen van geldelijken en staatkundigen aard, diepe wortelen indé gemoederen zijns volks had geschoten wie zal het niet betreuren dat hier bitterheid, daar wrevelginds onzalige godsdiensttwist, als meet of minder te duch ten wolken de sehöone. uitzigten verdonkerdendié. zich nu een jaar geleden opendentoen de Held van Ouatrc-Bras den troon besteeg;, v Wij mogen niet onrégtvaardig zijn, en erkennen al- Kzins' dat er goeds is gestichten ér gronden zijn ge legd, tot nog meer goeds, ja dat er eene onweder- spreekbare zuéht heeft bestaan» om sedert lang'aan wezige klagten liit den weg te ruimenWij wachten veel van eenen vorst, die het koninklijk woord sprak: dat het; schoonste óogenblik zijns levens zal zijnals hij zijn volk gelukkig ziet Moge de volgende viering van den héügeiijken ver jaardag des Koning van dit alles ruime blijken leveren; moge Veel van datgenewaarvan de zaden gestrooid zijn', reeds goed en welig zijn opgewassen mogen de goedé bedoelingen' meer en meer in daden1 zijn overge gaan en de Vorst van Nederland zai de schoonste ver overing gedaan hebben, die hij Ooit heeft behaalden waarvan "wij m den aanhef gewaagden: het heil zijns v Vaderlands 1 De tijden mogeh dan niet méér zijndat het geslacht onzeS Konings het zwaard moest öntblooten óm dé ?egten aller volken en dé vrijheid der wereld te hand haven Dé tijd is daar om Nederlands geluk en Oranjes roem te vestigen door het tot stand brengen van wat ten en instellingendie door ganscli de wereld zouden worden benijd- die taak is ook groot, ook edel voor een edel, Koninklijk hart. Moge zij vervuld worden doör hem wien Nederland zoo veel verpligt is in het veldmogen daartoe zijne daggn worden verlengdzijn moed niet bezwijken, zijne hoerp op de' medewerking van ai wat Nederland groptseh en edel bezit nimmer gelogenstraft worden: Daartoe moet ieder burger getroiiw zijnepligten doen en bidden voor dén Vorst. Dit geve de Hoogste Magt» die óver Volken en Koningen beschikt SINT NIKOLAAS e.y het SINT- NIKOLAASFE EST. Onder de zonderlinge verschijnselenwelke zich óp' de wereld voordoen, behoort buiten twijfel het kinder feest j naar Sint-Nikolaas genoemd en hetwelk op dm zesden van. Wintermaand zoo elders, als door'ge heel óns Vaderland been gevierd wordt; Hetzelve rust noch op staatkundige 'gebeurtenissennoch op burger- 4 iijke of godsdienstige wetten en evenwel plant het zicli van het eene geslacht op het andere over. In jaren van .al gem een en rampspoed moge liet minderen glans ten toon spreiden en minder genoegen opleverener komt echter nooit een tijdwaarin het geheel wordt nagela- 1'.n. Hoezeer dc Verschillende rangen en standen der maatschappij zieh van elkander onderscheiden; te de zen aanzien onderscheiden zij zich niet neen, overal, v/aar kindéren zijnverecnigt zich steeds groot en klein óm als de bepaalde dag daaf is in de viering van het i'ccst te dcelen. Doch het, zonderlingste van alles.is, dat, wanneer men naar de reden vraagt, waarom! fiifst op den zesden van Wintermaand dit kinderfeest invalle; naauwelijks een uit duizend eenig bestaanbaar antwoord weet te, geven. Wie is toch Sint Nicoeaas? een wezen der ver beelding of een man die werkelijk hier op aarde geleefd heeft? ziëdaar de eerste vraag; dié bij zoo menigeen' onzer landgenooten zal zijn opgekomen., zónder dat hij aan zijne nieuwsgierigheid voldoen kon-. Öm kort te gaanwij zouden de twijfelarij veel te ver drijven, zoo vvij deze twee volgende dingen weigerden te erkennen: dat et eenmaal een Sint-NikoeaAs op de wereld geweest is; en dat hij geleefd heeft in,dien zelfden tijdwaarin hij door de overlevering geplaatst wordt; En in welk eénen tijd hebben vvij hem dan te zöe- ken Immers in de eerste helft der vierde eeiiw van onze Christelijke .jaartelling; Hij was, namelijk, éen tijdgenoot van KonsTAntijn den Gröólewonende in eene beroemde zeestad van Lyciceen landschap in Klein-Azië in, hetzelfde Myra waar PAülus op zijne reis naar llómc in een schip van Alexandria ik overgegaanen bekleedde daar dé waardigheid van Bis schop. Weten vvij nu tót onze blijdschap, dat het geen verdicht wezen maar éen Zeer eerwaardig persoon iswien de kinderlijke leeftijd naast hunne ouders de meeste hulde toebrengt; dit zet onze nieuwsgierigheid aanóm van debzelven meer te vernemen. Onder de deugden, waardoor deze Heilige zich gröo- ten roem Verworven heeftrekent men "voornamelijk zijne matigheid en hulpvaardigheid;. Ën waarom men, aan deze zulk' een lóf zou hebben toegezwaaidzoo het niet eenigen grond had gehad in 's mans bestaan en karakter, laat zièh niet begrijpen; in zijne hulpvaar digheid geeft men SiNt-Nikolaas .na dat hij zeef zonderling te werk ging; Iiij sehonk toch Zoo als de faam zegt» de gansche erfenis welke zijne ouders hem nalieten eensklaps weg zonder iets voor zich zeiven te behoudendoch dit schijnt zoo niet te zijndaar hij nog overhield -9 om somwijlen Verrasschëhd Wél te doen; Schreef riifeh nu aan Sint NikolaAs zulk céne zon derlinge deugdzaamheid toe men verhief hem ook als een' der grootste wonderdoenders; Wanneer Sint-Nikolaas door eene plegtige Verkla ring onder de Heiligen, der Roomsche Kerk zij opge nomen weten wij niet te zeggen. Zeker is her niet gebeurd voor het jaar 993 waarin wij liet eerste voor beeld van Zulk eene heiligverklaring plaatsen moeten; Na dén tijd der Hervorming heeft de Kerkvergadering te Trentc het met hare goedkeuring bekrachtigd, dat men den zesden van Wintermaand als den aan hém ge- wijden dag vierde. Dit is dan ook bij de Roómscbge zinden tot dus Verre in gebruik gebleven. Maar tus- schen deze vcrecring van den Heiligeen tusschen het naar hem genoemde kinderfeest bestaat er een groot onderscheid. Van waar dandat men hem juist tot. den Patroon van dit feest gemaakt heeft? Goedhartig heid, Zagen wij, was een der voorname trekken in het karakter van dezen bisschop; Die goèdharrighëid spreidde zicli overal in weldoen ten toon, in weidden, van geheel de bevolking zijner stadbijzonder van ieder voorwerp» hctivelk medelijden of beklag verdiénde; Voornamelijk schijnt Hij de vriend van kinderen geweest te zjjn. Weldra vierde men hier en «daar den zesden van Wintermaand niet slechts ter ecre van den Heilige maar ook ten gevalle zijner kinderen. Van tijd tot tijd werd zulk eene feestviering aigemeener; Ten laatste was de roem van Sint-Nikolaas als weldoener der kinderen bij velen zoö gevestigd., dat mén hem in ge zelschap van dezelve afschilderde. Nu laaf het. zich öok verklaren, dat hij in die landen, waar zijn feest dag tv-n dag van. blijdschap voor de -jeugd gewórden was; door geene godsdienstige geschillen in vergetel heid geraakte; De kleinen'.bleven aan hem denken; én' hqé kón hij dan door dé volwassenen, hóé kon hij door' óudérS verreten worden.? Neen, - zoo,verre werd het Protestantisme ten minste in sommige oorden niet gedreven; Als-heilige werd hij niet langer vereerd maar hij behield zijne waardeals Patróón'der k-inde'fen en de zesde vairt Wintermaand was steeds dé vréugde dag, waarop aller'mond zijnen lof vermeldde; Doch het is niet genoeg; op de uitdeeling vatri ge schenken te letten, welke op den zesden van Winter*, maand onder den naam van SintJMicqlaas geschiedt j maar wij moéten ook de wijze waarop men bij die uitdeeling te Werk gaatin aanmerking nemen. Bij den. eersten opslag heeft liet reeds een zonderiinge houding dat men gewoon is c:e kinderen met de gavefi van de zen heiligeii man te verrasschenzoodat zij dezelve krijgen, zonder dat zij'den milddadigen gever zien. Zoit di't nu toevallig ingevoerdof wel uit eene bepaalde overlevering ontstaan zijn? Zou welligt de eerste oor sprong van dèzé geheimzinnigheid in die leer van het Christendom liggen welke het weldoen in het verbor gene' aanbeveelt Sint-NicoeaAs vónd er ten minste een bijzónder Vermaak in» dat hij zijne giften tot elka Verbazing, en dus dfe's avonds óf des nachts bezorgde, en dan weder in stilte vertrok; Na zijn afsterven volg den de ouders liem 11a in het verrasschen hunner kin déren; Wélligt rezen zij daartoe eerst midden in deti nacht van hunne legerstede óp; Maar met den tijd! werd dit te lastig gerekenden nu maakten zij hunne beschikkingen voor zij zièh te slapen leiden. Zoo kreeg mén bij SiiVT-NiRÓtAAs-t/ög öok Sint-Niköeaas- avond. Weldra verbeelde zich dan ook dé kinderlijke 'eenvoudigheid^; dat de goedhartige Bisschop hun nabij was zonder aan dé zwarigheid te denken, dat hij ziek kwalijk op duizenden, plaatsen te gelijk bevinden kon- De versnaperingen hun op zijne verjaring geschon ken, schreven zij aan hem zeiven toe. Wat ouders, vrienden en. bekenden ëf tóe dedenom de kleinen ill dien waan te brengenweten wij niet te zeggenmaar dit weten wijdat zij dwaas genoeg warenöm hen .daarin te versterken.Zij zeiven gaven zich voor den persoon van Sint-Nicoeaas uit; Zij doschten zicli op eenevreemde wijze uitóm het be,drog te verber gen. Ii :t uit le éi en der giften geschiedde met een* toestel, wélke de kleine werëld nog meer verbijsterde. Plet is zó), in menig huisgezin wordt de jeugd ver standiger, dan wij volwassenen in onze kindschheid! geweest zijnhier en daar misschien al te verstandig. Leeraars en opvoeders verzetten zich genoegzaam met gem eene krachten tegen het ingeslopen gebruikals voor de maatschappij hoogst nadeelig. En waarlijk! zij zijn althans dan, wanneer men het zoö aanlegt, dat de vrees voor werschijningen uit de geestenwereld bij de jeugd gevoed wordt, geene te gestrenge zede- meesters. Maar de lezer wacht zeker te dezer plaats geene uitwijding over. dingendie thans induizend boeken voorkómen; Genoeg dan dat een ieder er nog bij lange na niet tóe gezind is, öm den zesden vau Wintermaand in een' anderen smaak té vieren;. ..De kleinen vinden de tusschenkomst van den Heiiigè zoo natuurlijkdat zij zich verwonderen zöudën, bij aldien hij achterbleef. Eene menigte van ouders kaït het nóg niet begrijpen; dat er zoo veel kwaads in ge legen is, hen in dat vooroordeel-te stijven; Voor sommige zou het zelfs zwarigheid opleveren, zoö dé kinderen dat, vooroordeel afleiden: want !zijn zij hun gezag ongelukkig kwijt geraakt,.dau hebben zij gewis» selijk Sint-Nicoeaas noodig, öm de halstarigen té bedwingen Men doét, namelijk, gelijk iéder weetSint-Nico eaas niet slethts verschijnen0111 de kinderen vrolijk te maken maar ook öm hen wegéns hunne onge hoorzaamheid te bestraffen. Hij wordt dus ook in de jifzigtjgste gedaante afgebeeld. En de reden behoeft men niet verre te zoeken, Of hoe stelde men zicli in de middeleeuwen de verschijningen van bovënmenschc- lijke wezens voorals zij kwamen 0111 eenig önrégc te wreken? Immersmet oógén Van vuur; met ket tingen met beestenhuid.ën en met al wat Voor deri mënschhet meest verschrikkelijk-was;- toegerust;. Zoo' .Verwondt: zich dan. ook sint-NikóLAAs én men ver gat vooral de geeselroede nietwelke het geblekcri was dat hij zoowel .te handtefëli wist. Toén die vermom mingen eenmaal waren ingevoerd; bleven zij Van ge slacht tot geslacht voortdurenen zoo zijn zij tot ons: gekomen; Wat het gebruik betreft, om den Heilige zijne schöerien te brengendit zal ontstaan zijn uit de Overlevering dat de goudbeurs Wélke hij ééns eenéri berooiden soldaat toewierp., juist in deszelfs schoeneö gevallen is, dié voor het bed stonden. Dat hij te paard Wordt afgebeeldk$nt waarsclnjR»

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1841 | | pagina 1