Maandag den 33 Novembe GOÉSSCHE N°. 04. es COUït PARTIJDIGHEID Het woord partijdigheid kan in tweederlei zin wor- dgn opgevat. Algemeen zal men partijdig noemen hem die voor de eene partij meer ijvert dan de andere die het goede van zijne partij ten breedste uitmeethet kwade zoo veel mogelijk verbloemten met de tegen partij op eene tegenovergestelde wijze handelt. JMaar men noemt ook wel -partijdig hem die na rijp onder zoek partij gekozen heeft, en met bescheidenheid daar voor uitkomendetevens het goede en kwade in vriend en vijand erkent. Hemelsbreed is het onderscheid tus- schen beidén Zoo men den Geschiedschrijver partijdig noemt, die na een opzettelijk en naauwkeurig onder zoek het regt aan de ééne zijde vindten daarvoor uitkomt, dan moet men elk regter partijdig noemen, 4 die na het onpartijdigst onderzoekééne der partijen veroordeelt. De partijdigheid ligt dus niet zoo zeer in de uitspraak(ten ware deze de palen der gematigd heid te buiten ging en blinde drift verraadde) als wel vooreerst in het voor af gegaan.onder zoek en ten tweede in de voorstelling der zaak. Indien het voorafgegaan onderzoek, uit gunst of haat, niet met onzijdigheid en volstrekte waarheidsliefde zoo het niet voor beide partijen met dezelfde naauwkeurighéid heeft plaats ge had; zoo men voor de eene partij in het afmeten van deugden of feilen eene andere maat gebruikt dan voor de anderedan eerst is de Regtermaar dan ook eerst is de Historie schrijver partijdig. In onze dagen mag wel dit onderscheid behartigd worden. JflEÜWSTljDINGEN» ISnitscïdiuib. De geheimraad voor de'zaken van het groother togdom Luxemburgna aan Z. M. den Koning Groot hertog het memorandum voorgelegd te hebbenhet welk de heer graaf von Lottum.- buitengewoon gezant - én gevolmagtigd minister van Z. M. den Koning can Pruissen, den 23 October 1841, op bevel zijner re gering aan den genoemden geheimraad overgegeven hadvindt zich door zijnen doorluchtigen Heer ge- magtigdden heer graaf von Lottum de volgende nie- dedeeling te doen Het smart Z. M. zeer, te zien, dat men bij voortduring er op uit is, een' verkeerden uitleg te geven aan den geest, waarin hoogstdezelve handelt, en die toch alleen voortspruit uit den wensch tot be vordering der wezenlijke welvaart, van hoogstdeszelfs groothertogdom Luxemburgdaar men aan het niet ratificeren des verdrags van 8 Augustus eene .staatkun dige bedoeling tracht te gevenwelke het in geenen ■deele heeft. Europa bevindt zich in den toestand van vredeen niets toont aandat die vrede zoo spoedig zal verstoord worden. Ieder souverein kan dus onge hinderd handelsverdragen, naar zijne keuze en belan gen sluitenzonder uit dien hoofde met anderen in geschil te raken. Aldus althans beschouwt Z. M. den toestand des vredes en der goede overeenstemming welke er tusschen alle europesche mogendheden heerscht. Het groothertogdom Luxemburg heeft drie naburen. Treedt het tot het tolverbond toe, zoo is het niet meer vrij, naar eigene inzigren handelsverdragen met Belgïe of Frankrijk te sluiten. Dit is reeds door deze ééne daadzaak bewezen, dat de pruissische commissa rissen op den 1 Augustus 11.het verlangen van den Koning Groothertog van de handi gewezen hebben, om namelijk de verligting van de tollenten opzigte van Belgievoldoende uittebreidenten einde aan het land van Luxemburg dé voortduring der voordeelen te verzekeren, welke het door de wét van 6 Junij 1839 bekomen had. Deze voordcelen zijn eene 'levensvraag voor het groothertogdom. De'heer von Scherf kreeg uit dien hoofde van zijn souverein de list, verzonden uit 's Gravenhage den 7 Augustus, en den 10 dier maand te Berlijn ontvangenom te verklaren: dat het verdrag nimmer zou geratificeerd wordenbijaldien de Koning Groothertog nopens de voorwaarden van de voortduring der Belgische wet van 6 Jul ij 1839 niet de noodige verzekering verwierf. Plet antwoord van de Pruissische commissarissen op deze verklaring was-: Ratificeer gij eersten daarna zullen wij handelen. Doch, zoo de Koning Groothertog dezen weg had in geslagen dan zou hijom over eene levensvraag van- zijn land te onderhandelenzijn standpunt van onaf hankelijk souverein met dat van een medelid des Duit- schen tolverbonds verwisseld hebben. PI ij zou zich daardoor vooraf gebonden hebben en niet meer in staat geweest zijn, met Belgie op een' anderen voet te on derhandelen dan met toestemming van het gansche tolverbond. Dit standpunt was niet aannemelijk. Het bovengemelde memorandum gaat ook van een verkeer! oogpunt uit, namelijk, dat eene partij. in her groothertogdom het tolverbond niet wilterwijl integendeel slechts ééne partij dat verhond gewild'heeft doch de groote meerderheid des Lands zich tegen hc,t- helve verzette. Dit is de innige overtuiging, welke Z. M. op Ploogstdeszelfs reis en gedurende zijn ver blijf in het land verkregen heeften waarvan hoogst dezelve geenszins door de verklaringen der Luxemburg- sche commissie, toevallig in 's Gravenhage vereenigd kennis bekwamop het oogenblik dat het berigt der onderteekening van het gedrag van den 8 Augustus aldaar werd ontvangenWordende deze overtuiging nog versterkt door. het aantal en dé waarde der dank- adresscnwegéns de ni'et-ratificatiewelke den Ko ning nog dagelijks uit het groothertogdom worden toe gezonden. (Men erkent alzoo in Luxemburg eene volksstem.) Een berigt uit Rome, 6 October, behelst het volgendeDe baron v. Bucktot dusver zaakge lastigde van het. pruissische hofis den 4 hier aange komen en zal in de volgende week zijne geloofsbrieven als minister resident aan Z. PI. den Pars overhandigen. Alle geschillen zijn tot genoegen der 'reide hoven bij gelegd. Wat dc gemeugde huwelijk én betreft, deze moeten geheel volgens het béksnde breve van Rins VIII en de instruction van den kardinaal Afbant ge sloten worden. Alie zuiver kerkelijke zaken behooren zonder uitzondering voor de regtbank van den pause- lijken Stoel ter beslissing .gebragt 'wordendit is opk toepasselijk op de PIcnnesianen. Ten aanzien van de Keulsche zaken is de uitslag vroeger reeds door mij medegedeeldde. bisschop van Spiersde heer Gcissel zal derwaarts (naar Keulen) verplaatst worden. UËngclatih. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds. De Prijsper Kwartaal is /"l,75 franco per Post/" 1,90, 1e- Gevvone Adverlenlien worden aio cis de regel geplaatst Gehoor- Huwelijks en Doodberigten van 1 6 re els a f 1,20 Frankfort, den 15 November. Dc Pruissische Staats-Courant behelst het den 7 dezer te Sans-Souci uitgevaardigde antwoord des Konings van Pruissen op de voorstellen en verzoekendoor den landdag der Rhijn- provincie in deszelfs jongste bijeenkomst aan Z. M. ingediend. De aanhef van dit stuk luidt als volgt De vaderlandsche geest die onze getrouwe Rhijn- Y Provinciën gedurende de staatkundige verwikkelingen van ons eerste regeringsjaar bezieldeen het vertrou wen hetwelk zij ons in de moeijelijke kerkelijke aange- legenheden bewezen hebbenheeft in ons de voor ons hart aangename overtuiging versterktdat de band welke die gewesten met onze monarchie en daardoor met het overige Duitschland verbindttelken jare hech. ter wordt, en dat de trouw, welke zij aan onzen in den Heer ontslapen vader toedroegenals een kostelijk erfdeel ook op ons is overgegaan. Wij hebben in de aan ons door onze getrouwe stenden overgegevene me- uiorienen in alle dc handelingen van den afgeloopen landdag een heugelijk bewijs gevonden van dienzelfden, geest en van de ernstige en naauwgezette zorgvuldig heid waarmede zij hunne taak opgevat en tot heil des lands vervuld hebben en wij zijn in de overtuiging be vestigd dat hunne in dien geest uitgeoefende werk zaamheid steeds zegenrijke'gevolge,n hebben zalen dat hunne liefde cn trouw voor ons in goede en kwade dagen een vaste steun zal wezen. Tot een bijzonder genoegen strekt het onsaan onze getrouwe stenden te kunnen mededeelen, dat de onzekerheid omtrent het beheer der bisdommen in Keulen en in Trierwelke de gemoederen in onze.Rijnprovincie in onrust en span ning helft gehoudenthans opgeheven is en dat de des vege met het Roomsche hof gevoerde onderhande lingen tot eene volkomen bevredigende uitkomst geleid hebben.'''' Frankfort den 16 November. Plet dagblad van Augsburg deelt mede eene overzetting der notawelke op den 29 October door de nederlandsche regering aan het corps diplomatique te 's Gravenhageen aan de regeringen der Staten van het Duitsche Tolverbond, is ingediend, betrekkelijk de weigering der toetreding van Luxemburg tot het Duitsche Tolverbond. Dit stuk luidt aldus Met genoegen voegen wij hierbijdat ons die schikking geenszins bevreemddewijl de verkoren Bis schop te Trier en de geestelijken in de Moezellanden zeer verlicht en iegelijk Koningsgezind zijnd) Londen den 17 November. Men heeft berigtcn uit Mexicotot den 1 September. D'ezelvc houden in dat in die hoofdstad al weder eene poging tot eene omwenteling is beproefd en dat die zelfs veel kans heeft van te slagen. Santa-Annasedert lang ver bitterd, dat hij de teugels des bewinds aan zijnen staatkundigen tegenstander Bustamente moest in handen laten, heeft al het mogelijke gedaan,.om het leger tegen dezen op te zettenen ook een goed deel des volks op zijne zijde te krijgen. Een der zijnende gen raai Valenciaheeft den 31 Augustus zich met een' regement infanterie en andere troepen in de .citadel geworpen. De President Bustamente heeft zich daar op met eenige'magt in zijn paleis opgesloten en vruch teloos door uitvallenbeproefdzijne tegenstanders uit hunne stelling te verdrijven. Laatstgemelde zijne- vrij wel van geschut voorzienen wachten nu slechts, op de komst van Sant-a-Annaom de regeringsleden te overompelen of te dwingen. Plet volk scheen zich tegen de regering te verklaren, en de Senaat, weife lende in deze hagchelijke omstandighedendurfde den President Bustamente niet met de buitengewone magt bekleedendie hij had gevraagd. Jfi-iïnkvnk, Parits, den 18 November. Dc Minister voor het onderwijs heeft thans een breedvoerig -verslag wegens den 'staat van het lager schoolwezen in Frankrijk, ge durende het jaar 1840 aan den Koning ingediend. Uit dit verslag blijkt, dat thans van de 37,295 gemeenten in Frankrijk, 33,099, of zclven, of vereenigd met' naburige dorpeneene lagere school bezitten. Er zijn. dus nog 4,196 gemeenten, waar dc jeugd, often minste de kinderen van lieden int de lagere volks-stan- denvan alle gelegenheid tot het ontvangen van on derwijs verstoken zijn. De minister merkt aan, dat die uitkomst wel ongunstig schijnt, doch dat men bij het beoordeelen daarvan niet uit het oog moet verlie zendat tien jaren geleden, niet minder Man 14,230 gemeenten geheel van scholen verstoken waren. Plet aantal der leerlingendie de jlagere scholen in Frank- rijk bezoekenbedroeg in 1840 2,881,679 kinderen van beiderlei kunne. Het is er echter verre af, dat deze kinderen het geheele jaar door ter "school gaan. Dés zomerszegt de ministerzijn de scholen ten platten lande bijna zonder uitzondering, ledig. De, knapen en meisjes worden dan tot den veldarbeid ge bruikt;.én de de onderwijzers zeiven zoeken geduren de dat tijdperk op eene andere wijze hun bestaan. De verhouding van het aantal der schoolgaande kinde ren tot de bevolking is het gunstigst in de departemen-, ten, die-tot den voormaligen Elzas behooren of daar aan grenzen. Er gaat aldaar een zesde derebevolking ter school. In het* departement Morbihan (Bretagne) is de verhouding het ongunstigst. Slechts een vier en dertigste deel der bevolking geniet aldaar onderwijs. (In Nederland pleegt men tot grondslag aan te nemen dat, als alle kinderendie in de jaren van schoolgaan •vallen, werkelijk onderwijs ontvangen, 211 der bevol- king ter schoie gaat die verhouding wordt dus] zelfs in dc Fransche departementen., die ten deze het guns tigst uitblinken'nog' niet bereikt.) kien telt thans in Frankrijk 26,370 scholen bepaaldelijk voor Roomsch- Katholijke kinderen bestemd563 voor kinderen van <- Protestanten; 28 ivoor kinderen van Israëliten en 2,332. gemengde scholen. Eindelijk berekent de minister nog dat er op dit oogenblik voor den aankoop of het op» bouwen van gemeentelijke schoollokalen eene som van ruim 13 millioen franken noodig is, waarvan ruim 8 milliocn uit den boezem der gemeenten kunnen komen, terwijl dc departementen en de Staat het overige zou» dén behooren te, verstrekken.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1841 | | pagina 1