N°.
Maandag den
28 Ji
GOESseeE
COURANT,
T
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don
derdags avonds De Prijs per Kwartaal is f 1.75 franco pgr Post/" 1.90.
'vaf-'
Gewone Advertentie» worden ii 20" ets, deregei geplaatstGeboor-
e-Huwelijks en Doodberigien van I 6 vereis a1,20,
DERDE BRIEF
over
BURGER-BEWAARSCHOLEN
Waarde Vriend
Bij het siot mijner vorige letteren gewaagde ik van
eene gewigtige tegenwerping, welke menigeen mis
schien zoude maken tegen hetgeen'ik daarin had trach
ten te betoogenindien men namelijk, toegevende dat
eene goed ingerigte bewaarschool nuttig kon zijn
evenwel hare noodzakelijkheid betwistte. En voorwaar
deze tegenwerping is van te veel belangen van hare
uit den wegruiming hangt het geheele denkbeeld
om zulke scholen te stichten te zeer af,- dan dat wij
daarbij niet oplettend zouden stilstaan. Bewaarscholen
toch zijn geene inrigting'-nwelke kosteloos kunnen
gemaakt worden en er is tegenwoordig in de meeste
stedenvolstrekte!ijk niet zoo veel gelds te veeldat
men voor eene wel is waar nuttige maar niet noodza
kelijke iniigtingdit zoude willen uitgeven. Kan men
dus de massa der burgerij, en de besturen niet van
deze noodzakelijkheid overredenlaat ons dan ook de
hoop opgeven om dat döelwaarheen thans zoovelen
met ons strevente bereiken. Dan zullen de bewaar
scholen nog lang onder de vrome vvenschen behooren
vooralwanneer er zoo veel geld noodig isom an
dere kosten te bestrijdenwaarvan daarentegen gij noch
ik misschiende noodzakelijkheid beseffen. ik wil
dus om die reden nog eens de pen opvatten en trach
ten u mijne denkbeelden ook daarover mede te deelen.
God geve, dat mijne redeneering krachtig genoeg mo
ge zijnom hen die het aangaatvan hare waarheid
te overtuigen.
Het hoofd-denkbeeldhetwelk ik zelf meermalen door
niet onbekwame of gansch niet onwillige menschen heb
hooren gebruiken en met welks ontleding en beantwoor
ding, ik geloofte kunnen volstaan, komt hoofdzakelijk
hierop neder. Toegegeven dat eene bewaarschool
eene geschikte plaats isom de kinderlijke vermogens
te ontwikkelenom hen hunne ledematen en zintuigen
door ligchaamsbeweging en opzettelijke oefeningen
regr te iet-ren 'gebruiken; om hun oordeel, geest- en
f denkkracht te oefenen en te versterken, het geheele
'nut dus van zoodanige inrigtingen buiten twijfel stel
lende zoo is evenwel hieraan geene behoeftewant
men kan in de ouderlijke woning dat zelfde doel be
reiken men kan ook daar het kind oefenenleeren
ontwikkelenmen sterkt het geheugendoor het van
buiten leeren van kindergedichtjesmen vormt daar
door het hart en ontwikkelt den zedelijken aanleg, en
maakt'dus zoo doende, het kind ook daar geschikt,
om met vrucht de lagere school te bezoeken."
Inderdaad moet ik bekennenwanneer tegen dit
aangevoerde niets zoo-danigs is in te brengendat het
geheel en al ontzenuwd wordt, zoo zal ik mij genood
zaakt zien, en ik twijfel er niet aan, of het gaat u
even zoo om volmondig - te erkennen dat er geene
noodzakelijkheid voor bewaarscholen bestaat.
De geheele redenering gaat echter naar mijn inzien
aan het kleine gebrek mank, dat het de zaken voor
stelt, zoo als ze misschien zijn moesten(hoewel ik
dit nog niet geheel en al zou willen toegevenalthans
zijn kondenmaar in der daad niet zijn. Daardoor
bewijst zij nietsomdat zij te veel wil bewijzenen
hetzelfde argument tegen alle schoolonderwijs, tegen
alle opvoeding, ontwikkeling, vorming en onderrigting,
buiten het ouderlijk huis gegeven, kan ingebragt wor
den. Waarom toch zoude men zijne kinderen ter school
y- zenden Laat de vader de jongensde moeder dc
meisjes onderwijzenzij zijn door de natuur tot dfe
opvoeders en onderwijzers hunner kinderen verordend.
Sluit dus-de scholen, zoo dan niet de hoogereal
thans de lagere gerust toe. Tegen zulk een voorstel
evenwel zal ieder met gezonde hersenen bedeelde
mem di opknip enen erkennen dat de toestand van
ons maatschappelijk leven zoodanig isdar dc meeste
oudersom niet te zeggen allenof door hunne hui
selijke en maatschappelijke betrekkingen," of door hun
ne geringe kunde en geschiktheid, in de onmogdijk-
heiu moeten gerekend worden, .van hunne kinderen
die wetenschappelijke en zedelijke ontwikkeling te ge»
ven, waarop deze regtmatig aanspraak kunnen maken,
en zonder welke zij later hunne, besremming als men
schen en burgers niet zouden verbogen te bereiken.
Maar evenminals de oudrjwr daartoe den tijd of de
geschiktheid^ hebbenevenmin kan het grootste gedeelte
van hen ooitin die eerste jarenwaarin het kinder
lijk gemoed en ligchaam nog niet geschikt zijnom het
gewone schoolonderwijs te ontvangenzich genoegzaam
met de eerste ontwikkeling der kinderlijke vermogens
bemoeijen. Beschouwen wij, om ons van de waarheid
hiervan te overtuigeneede gewone huishouding. Wan
neer wij aldaar drie of vier kinderen beneden de zeven
of acht jaren veronderstellendan geloof ik, dat wij
j zonder overdrijving te werk gaan. Indien wij nu aan-
nemendat deze tot de zoogenaamde hooge standen
der maatschappij behoort, dan deuken wij aan kinder
kamers en kindermeiden en eene geheele kinderhuishou
ding. Over de voortreffelijkheid dier kinderopvoeding
wil ik thans in het geheel niet sprekenais buiten
mijn bestek liggendeen als een punt rakendewaar
omtrent men ligtelijk den hoogmoed van dezen kon
kwetsenof bij geneneen gevoel van minachting
mogt opwekken, jegens iemand, die. gelijk de vos in
de fabel', de druiven zuur vindt, omdat ze voor hem
onbereikbaar zijn. Maar in Hen wij ons eene burger-
hufèhouding voorstellingdan vraag ik uhoeveel tijd
heeft daar dè vaderom zich met de ontwikkeling
zijner kinderen bezig te houden? Moet hij niet, om
niet te zeggen den geheelen dagalthans het grootste
gedeelte daarvan, en juistdat gedeelte wanneer de kin
deren wakker zijnaan zijne beroeps-bezigheden en
kostwinning wijden En welk gedeelte van den dag
kan de moeder aan die ontwikkeling besteden Waarlijk
wanneer zij voor de uiterlijke reinheid harer kinderen
'voor voedsel en kleeding, en alle die zaken, welke
onze vrouwen gewoon zijn onder den naam van de
huishouding te begrijpenbehoorlijk gezorgd heeft
dan geloof ikdat er geringenen wanneer in zulk
een huisgezin slechts eene of geene dienstbode is, ge
heel gcerien tijd voor die vorming zal -overblijven. En
wat wordt er nu van de kinderenterwijl vader aan
zijne zaken, en moeder aan haar huishouden is? Zij
zitten zich te vervelenof doen zoo als het spreek
woord zegt van kinderendie niets te doen hebben
kattenkwaad, of wel zij loopen langs de straat spelen.
Bij de minsten is toch gelegenheid, om hunne kinde
ren in besloten plaatsen of tuinen beweging en versche
lucht' te verschaffenzoo als ik overtuigd bendat op
bijna alle plaatsenuit eene beschouwing der wonin
gen van den burgerstand zal blijken. Is er dus geene
behoefte voor den burgerstandzoo wel voor de ouders
zewen, als voor hunne kinderen, geene zeer-groore
behoefte aan'Be waai scholen
Ik vertrouwdat het antwoord na het aangestipte
wel niet anders, dan toestemmend kan wezen. Er is
behoefte voor Ie ouders aan eene plaats, alwaar zij
hunne kinderenonder geschikte lei ling en behoorlijk
toezigt be waard kunnen weten, gedurende die uren van
den dag, dat huiselijke of andere bezigheden, hen bc-
beletten, of althans zeer moeilijk maken om zclven voor
hunne dierbare panden behoorlijk te zorgen. Er is be
hoefte voor de kinderen aan zulk een toezigt zoodanig
'eene bewaring, om niet reeds in hunne eerste jeugd
of ligchamelijk ongelukkig, of wat oneindig rampspoe
diger, maar helaas veel menigvuldiger is, zedelijk be
dorven te wordenen de zaden der ondeug 1 in hunne
teedere harten op te nemen, welke later, zoo ooit dan
toch slechts met de grootste moeite worden uitgeroeid.
Wanneer ik mi j nu mag vlcijen dar ik dc noodza
kelijkheid van eene Burger-Bewaarsc hooi bowozm heb
dan zoude ik hiermede kunnen eindigen11 toegewenscht
te hebbendat men er spoedig ten invent ook zoo
over mogt denken. Ik hoop echter, wanneer ik inder
daad dc noodzakelijkheid dier inrigting voor dem bur-
geïstand heb mogen bewijzen, dat gij en anderéi het
mij zult toestemmendat ik hoezeer dan ook niet
regtstreeks de dringende noodzakelijkheid van Armen-
Bcw aar scholenheb'-voldongen. Al wat toch van de
eerste waar isduldt geheele toepassing op de laatsten.
Maar hoevele redenen komen hier niet bij welke voor
de laatste pleitenzonder dat zij voor de Burger Be
waarscholen waren aan te voeren Het volslagen ge
brek aan eenig begrip van opvoedingdc ruwe, te
dikwijls verachtelijke wijze van leven en handelen
welke bij zoovele armen gevonden wordthet daardoor
veroorzaakt gemis aan zedelijke grondbeginselen bijeeije
in liet /wild opwassende jeugd, welke naderhand de
rijke oogst der tuchthuizen en onzedelijke plaatsen wordt;
de onmogelijkheid om het levensonderhoud te verdie
nenzonder de rampzalige jonge kinderen, of alleen
zoo als helaas zoo veelmalen gebeurdof onder opzigt
van andere nog zelve kleine kinderen achter te laten
ziedaar eenige redenen, niet ontwikkeld maar aange
duid welke het noodzakelijkvoor de geheele maat
schappij dringend noodzakelijk makendat in deze be
hoefte voorzien worde. Doch mijn voornemen was
thans niet u hierover te schrijvenen nu zoude ik door
het onderwerp niclegesleept, verder gaan dan ik eerst
gewild had. Mogt het noodig zijn dan vat ik hier
over nog wel eens nader de pen op. God geve echter
dat dit niet zoo noodig zijen dat spoedig stads- en
lands-besturende noodzakelijkheid dier inrigtingen in
ziende, daaraan vereend mogen werkenen daartoe eenige
gelden verstrekken welke op andere wijze, hoezeer meer
schitterend voor het oogzekerlijk niet zoo nuttig be
steed worden.
En nu vaarwel. Neem mijn geschrijf voor hetgeen
het is, de goed gemeende, hoewel middelmatig uitge
drukte wenschvan uwen vriend,
J. A.
Zoo gij kennis hebt aan de Directie van bet Depar
tement Goes der M. t. N. v. 'f A.dan zeg aan die
Heerendat ik niet in staat benop de gedane vraag
te antwoorden.-
EERE W1EN EERE TOEKOMT.
Na dat wij in ons No. 48. aan den heer Burgemees
ter van IJzeiidijke den lof hebben gegeven, welke aan
ZEA. toekomt, en dit door onze Vlissingsche Zuster
is geprezen geworden, zouden wij ons blootstellen
aan de beschuldiging van partijdigheidindien wij niet
desgelijks eervolle melding maakten van den heer Bur
gemeester van Aardenburg en de overige leden van
den raad dier staddaar dezer gedrag nog boven dat
der IJ zend ijkers uitmunt, ja zelfs schitteiend afsteekt
bij hetgeen ons uit het vrijheidlievend Frankrijk wordt
medegedeelden dat wij uit dien hoofde vooraf willen
zentien zoo als het verhaald wordt iri den Messager de
Gand van den 21 dezer.
De geestelijkheid van Dijon (op dat wij dit in het
voorbijgaan melden, de hoofdstad van het oude her
togdom van Bourgondie en-de zetel eens bisschops
met 25000 meestal R. Cath. ingezetenen) had toebe
reidselen'-gemaakt tot herstelling van de openbare pro
cessie op den H. Sacramentsdag cn aireede waren daar
voor op de pleinen altaren opgerigt, toen het Stedelijk
bestuur het volgende arrèté deed af kondigen.
Overmits de wet van den 28 Germinal 10e. jaar
bepaaltdat in steden waar Tempelsvoor verschil
lende godsdiensten geschikt, gevonden worden, geene
Go Isdicristige plegtigheid buiten de gebouwenaan de
Catholieke godsdienst toegewijd, zal mogen plaats heb
ben de stad Dijon in het geval verkeert bij de wet
voorzien en de openbare rust door de schennis vatt
deze zou kunnen verstoord worden-- zoo wordt
vastgesteld: geene processie zal kunnen plaats hebben
buiten de kérken enz.
Die arrètéwaaraan de Procureur Generaal en de
officier van Justitie hunne goedkeuring gegeven had
den Dp zaturdag avond aan de IiH. Priesters bekend
gemaakt zijnde gewordenhebben dezen zich gehaast
om aan de ultnoodigihg van het stedelijk bestuur te
voldoen en dc processien hebben dien ten gevolge al
leen plants gehad binnen de heiligdommen."
Het stedelijk bestuur te Aardenburgeene stad met
1500 inwoners en twee Protestantsche kerken (eene
hervormde en eene doopsgezinde) denkt en handelt veel
liberaler.' Het kent de genoemde wet wel, die als in-
st 'meende met het 45e. der articles organiques gevoegd
bij de conventie van 15 Jul ij 1801 ook nog onder ons
van kracht isdoch wil den Catholieke ingezetenen
het drukkend gevoel van slechts gedeelteli ke vrijheid
besparen en gunt daarom ten voorbeelde voor anderen
aan de geheele bevolking vrij geregeld het schouwspel
van R. Cath, /p-.'egtigheden buiten de gebomrrr aan