n". '48. goessche Maandag den 14 A 'fi m -■ De uitgave dezer Courant geschied! Maandags namiddags derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f 1,75 franco per Post/I.Qo, en Don- COURANT. Gewone Advei leutieo worden a 20 cis, deregel geplaatst. Geboot te-, Huwelijks- en Dood herig) en van 1 6 rerels ja 1,20; DE RIDDER-ORDEN (Ingezonden.) Deze waren weleer vereenigingen, welke zich uk eigen beweging hadden zamen gevoegd of door geeste lijke en wereldlijke vorsten ingesteld waren tot zeker bepaald doel. Om in dezelve te worden opgenomen moest men bijzondere verdiensten, talenten of midde len hebben, welke ter-bevordering van het bijzondere doel geschikt waren moest men zelfs zijn geheele ieven daaraan toewijden. Toen beduidde het zeker veel Ridder te heetenwant men had hierdoor als een be paalde stand in de maatschappij. De titel was de uit drukking van iets wezenlijksen het ridderschap leidde verpligtingcn opwaardoor meri zijnen eenmaal ver dienden rang en stand moest handhaven voor 'tpubliek of voor algemeene en bijzondere belangen altijd riddcr- lijk in de bres moest springen. Men behoefde niet te vragen waarom en waartoe is iemand RidderDe meesten der ridderorden dagteekenen van de tijden der kiuistogten en van hier dat men ook later nog de in signia van een kruis meestal behouden heefthetwelk „misschien vele latere ridders niet eens wistendie ook niet gaarne dien titel en dat teeken zouden dragenin dien het voor hen waarlijk een sijmbool moest zijn. Bet is echter niet,te ontkennen, dat het voor enkelen wel eens iets verdrietigs opleverde als zij namelijk niet ridderlijk genoeg waren," om zich boven de Stem des publieks te verheffen of zoo ridderlijkdat zij er de onwaarde van beseften. Niet alle riddertcekenen waren nogthans kruisenMen had weleer eene ridderorde van het gulden vliesingesteld door hertog Filips van Bourgondie pour maintcnir eglisèDe ridders hiervan verbonden zich tot tenen heiligen strijd tegen de Turken (waarvan echter nooit iets gekomen is) en hadden in het sijmbool een teeken dat een moeijelijke togt en moeijelijk werk hun hierdoor was opgelegd, waaraan eene historische of mijthische herinnering ver bonden was.. Dat ridderlijk teeken had op zich zelve reeds eene hooge waarde ('twelk thans geene reden be hoeft te zijn om spaarzaam te zijn in de uitdeeling) en had ten omschrift P"etiiim non vile laboris (niet gemeene (eigenlijk niet te koopen) prijs van werkzaam- V heid.) Ook hierbij kwam dus persoonlijkheid in aan merking. In de vroegere (in de eigenlijke riddertijden namelijk) hebben die orden van welke sommige zeer onafhan kelijk warengoed en kwaad gestichtmaar zij werk ten toch iets uit. Het Waren broederschappen. Onder de ridders van dezelfde orde was éénheid, en de na ijver met andere orden wekte tot groote daden op. De ridders zelve hechteden waarde aan hunne orde en ge doogden niet, dat die door onwaardigen ontsierd werd. De middelen, om dat voortekomen of wegtenemen waren zoo ridderlijk, dat ze'alleen in die tijden tehuis behooren. Dit alles'kan men van de tegenwoordige orden niet zeggen wier leden elkander tamelijk vreemd zijntusschen welke dikwijls een hemelsbreed onder scheid is en die zeker naar geen vast sijsteem tot een bepaald doel streven. Of de oude (vroeger benoemde) rid ders thans invloed uitoefenen op de benoeming van nieu we weten wij niet. Het simiüs simili gaudet (joort zoekt soortkomt mitsdien hierbij in aanmerking. Mogten* dan alle oude ridders maar waardigen zijn Doch om tot de Ridderorden van vroegeren tijd weerte- keerendeze waren niet allezoo als de aangeduiddc.' Sommige vorsten stelden al vroeg ridderorden in voor-degenendie bijzondere diensten aan hen als vor sten bewezen 0111 dezen te meer onderling en aan hun persoon te verbindenen zoo werden die ridderorden de steun der hoven of vorstelijke huizen. Ook hierin was nog bepaald doel. Slechts een bepaald getal werd er in opgenomen. Zij waren de bijzondere raadslieden der vorsten. Menige ridderórde was een raad van state. Bij buitengewone gelegenhedenwaar bij zij dan ook meestal slechts de ridderteekenen droe gen verhoogden zij den luister der feesten en gaven blijken hunner ridderlijke talenten. Met, veel plegtig- lieid werden de ridders geslagen en de ridderorde-band werd niet, zoo als later t'huis gezonden. Later werden ook bij veranderde omstandigheden vele nieuwe ridder orden ingesteld, vooral ter belooning van heldenfeiten of burgerlijke verdienstendoch allengs werden ze meer en meer beschouwd als vorstengunsten en die j beschouwingswijze hebben de vorsten vooral ingang i doen vinden door zich niet zoo'zeer aan de verdiensten bij de uitreiking daarvan te verbinden. Dat zulks aan leiding gaf tot die vleijerijenwelke ten allen tijde ho velingen onderscheidden, en waarvoor de beste vorst niet altijd ongevoelig is alsmede tot aanbevelingen, ligt in den aard der zake. Doch niet alleen hovelingenook -dichters deden het eerste door de opdragten hunner werken aan de vorsten of gelegenheids-verzen terwijl zelfs som migen en wel uit alle standen geregeld de ridderorde be- Soïïiciteerden'tgeen men thans evenwel in onbruik wil brengen waardoor die voordeur van den riddertem pel 'gesloten is. Voor de moraliteit en de waarde der ridderorde was zeker deze gewoonte niet goed, en zoo was de ridderorde meer schadelijk dart voordeelig. Zij werd alzoo geèn vercerend onder scheidingsteeken. Verder zijne vele ridderordeteekenen in den nieuweren tijd verbonden aan de betrekkingendie iemand vervult of ver vuld heeft, in Welke zij zeker diensten hebben kunnen be wijzen die van groote verdiensten getuigen. Want men zouonregtvaardigdoen, als iémand voor eenelegatiereis of bij eene benoeming tot zekeren post de ridderorde krijgt, te meenen dat dit onverdiend isdaar men hooger op moet klimmen en beslissenhoe iemand die onderscheiding van tot die betrekkingen geroepen te worden verdiend heelt. Zoo kan men ook niet onvoorwaardelijk af keuren als er op de anciënniteit bij de uitdeeling ge let wordt. De Vorst eenen zekeren stand willende vereeren benoemd den oudsten tot ridderin wiens ridderschap de jongeren van 'tzelfde collegie zich koes teren. De oudste is dan de vertegenwoordiger der eer, die allen toekomtzoo is de ridderorde wel niet geheel persoonlijk, maar toch personifiërend. Er is slechts tegen dat bij overlijden daar de ridderorden niet erfelijk zijn ('twelk in vele andere opzigten goed is) dan de overblijvenden worden dedecorati (ontridderd.) Voor is er echter in dat decoreren der oudstendat men een eervol getuigenis geeft aan den werkzamen ouderdomwelke in onze ligtzinnige en nieuwigheids- zoekende tijden zoo menigmaal achter af gezet wordt vooral in sommige betrekkingen (in de opinie van 'tpubliek is er een groot onderscheid tusschen eenen ouden Prediker en eenen ouden Geneesheer. Tegen is er wel, dat men alzoo zou kunnen denkeli als ik tijd van leven hebdan komt de eer op 'tlaatst" ook als men er op voortluijerdemaar dat zal Wel geen denkbeeld zijndat bij ontluikende genien en werkzame geesten opkomt. Vóór is er ook dit nog, dat als die eer (dat zou kunnen gebeuren) niet geheel rigtig was toegekencj (alle ouderdom is niet eerwaardig) de ergernis van 't publiek niet lang zou, duren. Want de ridder is aan 't einde van zijn leven en spoedig wordt met het op houden van zijn bestaan zijn naam vergeten. Wij moeten bij de tegenwoordige ridder-orden nóg Opmerkendat het goed is niet alleen door dezelve krijgshaftige, maar ook burgerlijke en wetenschappe lijke verdiensten te vereeren. Vroeger was die onder scheiding niet noodigomdat de ridder-órden een stand uitmaakten. Doch dewijl er in de tegenwoordige rid der-orden rangen en opklimmingen zijn, is het te ver wonderen dat dit zoo weinig in 't oog wordt gehouden bij wetenschappelijke verdiensten. In sommige betrekkingen klimt men in den regel, als men slechts tijd van leven heefttot den hoogsten rang op, dikwijls zonder bijzondere aanleidingja zelfs wel eens om eene aanleiding, waardoor weleer een ridder zich uit 't veld zou geslagen rekenenmaar ge leerden eenmaal eenvoudig ridders zijnde blijven het. Men heeft teregt'de opmerking gemaakt dat b. v. onze van der Palm nog niet op de hoogte van zijnen roem zijnderidder werd en nimmer tot grootkruis of kommandeur is benoemdhoewel zijne wetenschap bo ven vele kommandeurs kommandeerde. Er is hem bij zijn leven wel een andere roem toegekend, en zelfs nu geen ordeteeken hem meer sieren kan, zal wel hooger roem ook in de schatting des publieks aan zijnen naam ver bonden zijnmaar dit doet niets ter zake. Men de coreert nu eenmaal ook geleerden, dié voor 't vader - land zich verdienstelijk makenwaartoe mén zeker niet uitsluitend Minister of Staatsman "van professie behoeft te zijn; er is opklimming in deze onderscheiding, en indien nu de geleerde ridder in geleerdheid en verdien ster. vooral jegens het vaderland opklimtdan is het niet meer dan billijkdat hoogere riddereer hem te beurt vak. Anders verliest de vroegere eer voor hem waardevooral als anderen (uit andere betrekkingen) hooger in de orde opklimmen, en als andere geleerden die gerekend worden dan eerst op de hoogte te staan Waarop hij reeds lang stond, met hem gelijk worden gesteld. Men zegge niet dat geleerden op andere eer moeten bogenWant dan moest men hun niet de een voudige riddereer gevenen dan moesten zij die niet aannemengelijk toch allen doen. Wij moeteneen geheel vcrkeerddenkbeeld van het groot-' kruis en kommandeurschap hebben, maar als het eene opklimming in de orde eene hoogere eer isdan komt die immers ook eminente geleerden toedie grijs worden in de wetenschap Mogt men hiertoe komenmeh zou zich daaromtrent vrij kunnen waren, voor de opmer king, die men nu van de eenvoudige ridderorde maakt, als of dezelve zoo algemeen was, dat het gedistingeerd is ze niet te hebben. Maar wij willen-niet treden in cle regten der Vorsten aan weike wij wijsheid en raad toewenschendoor welke zij .in staat gesteld worden om de eer hunner troonen en rijken ook in de veree ring van eminente verdiensten eminent te bandhaven, en welke de wclgezirfde burgers zullen huldigen. A. EE RE IVIEN EEllE TOEKOMT De Edel Achtbare Heer J. Brevet burgemeester te IJzendijke en Ouderling bij het klassikaal bestuur van IJzendijkeheeft een zoo schitterend bewijs van- verdraagzaamheid gegevendat wij het eene bijzondere vermelding waardig achten. Hij is namelijk den HEW. Heer baron yan Wijckcrslooth van Schatckwijk bis schop van Curiumdie de nieuw gebouwde R. Cath* kerk te IJzendijke zou inwijdenop den 26 Mei jl. in zijne koets, niet viel* paarden bespannen te getnoe- te geredenniet tot op de grenzen zijner gemeentemaai' tot Breskensof den uitersten grens van het District. Den 27 heeft ZEA. ditmaal vergezeld van den Edel Achtb. lieer kanton-regter van Öostburg, desgelijks Protestant, met allé devotie de eerste'mis in het nier- we heiligdom bijgewoondwelke door ZHE. gecele breerd werdterwijl er ook de Vicaris-Generaal van Breda benevens 24 Priesters tegenwoordig warenen de leerrede werd uitgesproken door den Wel Eerw. Fleer J. de Wildt-R. C. Pastoor te Sas van Gent. De HEW. Heer Bisschop heeft Van zijne zijde ge toond beleefdheid met beleefdheid te willen „vergelden. Te IJzendijke is hij eerst binnengetreden bij den heer Ouderling van het klassikaal bestuur van IJzendijke wiens woning op dien dag wel versierden op den volgenden avond ook fraai VerlichtWas en te Oost burg heeft de heer Kantun-regtei' desgelijks de eer ge had van door ZFIE. bezocht te worden. Wij weuschen li. E. A. met deze eervolle onder scheidingen geluk en vertrouwen dat de overige op zieners der hervormde Gemeenten onder de Classis Van IJzendijke den heer J. Brevet op den 30 vande ze maand, ook wel een doorslaand bewijs zullen wil len geven van hunne bijzondere prijsstelling op eenen zoo verdraagzamen mede opziener over de hervormde Gemeenten. 1E U VTSTIJDI NGEflf {Srttgcl.-HïÏL Lö^öën den 7 Junij. De hertogin Van Richmond jg van droefheid over het verlies van haren zoondie zich op den President bevond, krankzinnig geworden. Dag en nacht staat zij aan het venster, en staart de terugkomst van haren zoon verwachtendein de verte. Gisteren morgen is het Astley's Amphitheater ge- geheel een prooi der vlammen geworden. Sedert de vernie ling van dj beurs in 1830bad men in deze hoofdstad geen zoo vrccsse:ijken brand gezien. Een aantal woningen in de nabijheid zijn zwaar beschadigd. Eenige personen zijn zwaar gewond. Men begroot de schade op 30,000 J.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1841 | | pagina 1