N°. 38.
Maandag den 10 Mei.
I'
GOESSCHE
COURANT.
j? i b u wjstij d 1 iy g e &r 4
iïc&cvïilttbcw.
Ai$h't»rpi
A Vv
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don
derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f 1,75 franco per Post/" 1,90,
Gewone Adveriei.tijn worden a 2u c.ts. deregel geplaatst. Geboor-
<e-HuweliilvS en Coodberiglen van I---6 regels a~l,20,
INGEZONDEN.
Aan de redactie der Ariihemsche Courantwelke
op het Koninklijk Instituut' de aanmerking gemaakt
heeftdat hetzelve nog niet eens een Woordenboek
der Nederl. taal (al ware het dan slechts een onvol
ledig) geleverd heeftwordt herinnerd^, dat 'de tweede
klasse van dat Instituut een uitlegkundig woorden
boek op de werken van Hooft gegeven heeft, waar
aan onze verdienstelijkste taalkennersleden des Insti
tutes, gewerkt hebben. Dit grondig geschreven taal
kundig werk is eene schoone voorbereiding tot een vol-
komener Woordenboek der Nederlandsche taalhetwelk
niet met dje overhaasting mag worden uitgegevenals
dagbladartikelen geschreven en geplaatst worden", die
overvloeijen van taalfouten en soms een mengelmoes
van alle talen zijnniet zoo zeer door de aanhaling
van het in vreemde talen goed geschrevene, maar door
het gebruik van vreemde of verhollandste woorden
én zinnen.
KARAKTERSTANDVASTIGHEID EN
VOLHARDING.
Onder die woorden en spreekwijzendiete voren
onbekend, dagelijks in gebruik raken, verschijnen en
verdwijnenen die wij meestal van onze naburen over
nemen, behoort thans ook de uitdrukking, karakter
te 'bezittenkarakter te vertooneneen man van-ka
rakter te zijnmen bedoelt door dezelve een vast
karakter te hebben zich niet door eiken geringen te
genstand van zijne gevoelens of voornemens te doen
afbrengen, niets op te geven, dan nadat men de on
mogelijkheid gezien heeftvan het vol te houden.
Het is met dit karakter hebben even eens gelegen als
met vele andere hoedanighedendie goed en loffelijk
zijnwanneer' zij tot goede en loffelijke einden worden
aangewenden zoo lang men aan dezelve behoorlijke
perken weet voor te schrijven, maar die hatelijk en
ondeugend worden, wanneer zij booze neigingen en
driften ten dienste staan, of buitensporig en zonder
mate worden gevierd.
Tahel is eene groote hóedanigheid onverzettelijk
te zijn in het goede", noch ter regter, noch ter slin-
kerhand daarvan af te wijken door geen gevlei, geen.
lof of liefkozingendoor geenq smeekingen of tranen
cfoor geschenken noch bedreigingendoor straf noch
folteringzich van zijnen pligt te laten aftrekken
maar - in weerwil van allen tegenstand zijnen pligt te
betrachtenof zich voor denzelven op te offeren
Tot op dezen dag bewondert men den moed van
-van regulus, die om zijn Vaderland niet in nog
dieper schande gedompeld te zien, een gewissen en
wreeden doofl te gemoet ging.
(En verdienen onze vaderen nog steeds geene be
wondering die 80 jaren lang voor de edele zaak van
gewetensvrijheid en volksbestaan goed en bloed heb
ben opgeofferd?) -
En "niet alleen in zulke groote eri gewigtige aange
legenheden maar ook in ondernemingen van minder
aanbelang, doch waarbij wij de bevordering van het
gocde.ennuttige bedoelen, betaamt het ons, niet voor
elke hindernis te bezwijken, ten gevalle van ieders
aanzoek ons voornemen niet te laten varenen niet
eerder het op te gevendan wanneer alle middelen
om ons doel te bereikendoor ons beproefd en uitge
put zijn. Dit voorwaar is eene edele onge_zeggehjk-
heiden indien men de spreekwijskarakter te ver
toonen in geen anderen dan dezen zin gebruikte
zou men dit voor één der schoonste en loffelijkste ti
tels moorn houden. Maai" hoe dikwerf schenkt men
denzelven aan menschendiewat hun in het hoofd
Itome: goed, of kwaad, onverzettelijk doordrijven;
die, wanneer het er op aankomt, om hun wil,
hun zin.te krijgen, zich aan het belang, aan de rust
of het genoegen van anderen niet bekreunen, en dié,
indien het in hun vermogen warehet geluk der gan-
üche maatschappijte gelijk met hunne eigene ware
eerzouden opofferen en alles voor spel achten om
hersenschimmen van ijdele grootheid, of ontwerpen
van heei'schzucht en geweldenarij-te doen zegepralen!
Indien uit heet karakter 'te bezittenhet is dan een
- karakter't welk het zoet der zamenleving verbittert
en het zaad der tweedragt strooit.
1808.. van der Palm
(Salomo D II hl. 764 766
Wij onthouden ons bij dfc herinnering dezer woor
den van alle toepassingen en gevolgtrekkingen. Maar
wie ziet niet in, dat deze woorden nog zeer beharti-
gingwaardig zijn?
Weenen den 30 April. Luidens particuliere bc-
rigten uit Konstantinopel schijnt del buitendien reeds
zwakke gezondheid van Abdul-Mcschid door ongere
gelde levenswijze meer en meer te zijn uitgeput. Iri
geval van overlijdenzou zijn broeder Abclul Aziz
(geboren den 9 februarij ,1830) hem opvolgen. Van
deze geeft de Morning Herald de volgende schets
De erfopvolger van den tegenwoordigen sultan, Ab
dul Aziz wordtovereenkomstig de ijverzuchtige
politiek der Osmannische dynastiein het paleis als
het ware gevangen gehouden. Zijne vértrekken gelij
ken eene menagerie, en zijn met kippen, eenden en
andere huisdieren opgevuld welke hij zeer lief heeft
en zelf voedert. Hij is ook zeer ervaren in het koord
dansen en voert de moeijelijkste passen zonder balan
ceerstok uiteen talent hetwelk hem in het vervolg
te stade kan komen om het Europische evenvvigt te
bewaren."
Augsburg den 28 April. De kompagnon van
een voornaam handelshuis te Munchen heeft voor eeni»
gen tijd, kort na de geheime verdwijning eener tooneel-
speelster, zich met 12,000 gulden in geld en papier,
zoo het heette tot het doen eener handelreisnaar'
Parijs begeven; tot dit oogmerk voorzag hij zich van
kredietbrieven van drie handelshuizen hier ter stede
te zamen tot het bedrag van 75,000 francsen vertrok
naar Parijsalwaar hij het geld inkasseerdeen daarop
in gezelschap der voormelde actrice, te Havre zicli
per stoomboot naar Amerika inscheepte. Het onaan
genaamste bij dit voorval isdat de ontvlugte bedrie
ger eene vrouw met vier kinderen nalaaten zijnen
kompagnon, die eerst vóór weinige weken met 50,000
gulden in de zaken van het huis had deel genomen
door deze onverantwoordelijke daad in het verderf heeft
gestort.
Brussel den 6 Mei. Het Journal Historique 1
van den 1 Mei meldt dat het antwoord des bisschops
van Luik op het Verslag aan den stedelijken raad-van
Luikomtrent, het godsdienstig onderwijs in de colle-
giën, ter perse is en binnen weinige dagen aan het
licht zal komen.
Men schrijft uit Luikdd. 4 Meigisteren heeft
alhier een aanmerkelijke diefstal plaats gehad. Twee
kooplieden in granen, van Tongeren, hadden eene
som van 2509 franken, in stukken van-10 en 5 gul
dens, ter .bewaring gelegd in eene der laden van eene
latafel in het logement van M1»'*. Mop het
Batte. Groot was hunne verwonderingtoen zij
dit geld" er uit willende nemen zagen dat het verdwe
nen was de dieven, hadden het zonder sleutel wegge
nomen door het opendoen van,eene andere ladenaast
die, waarin gehielde som lag.
Tot nog toé zijn de daders niet ontdekt.
's Gravenhage den 7. Mei. Bij het koninklijk
besluit, waarbij aan de Hollandschc ijzeren.Spoorweg-
Maatschappijgevestigd té Amsterdamde verlenging
van den bestaanden spoorweg tusschen Amsterfam en
Haarlem te rekenen van laatstgenoemde stad tot Rot
terdam is geoctroijeerdwas onder anderen bepaald
dat vooreerst slechts aan de uitvoering van dit werk
'tusschen Haarlem en 's Gravenhage de hand zou wor
den gelegd. Thans verneemt men dat, op last des
Korfiilgsvan die Maatschappij de toezending is ge
vorderd geworden van, het plan, tot aanleg van het
gedéel.e van den spoorweg tusschen's Gravenhage en
1 Rotterdamdat dit ontiverp bereids bij hét 'Departe
ment van Binnenlandsche Zaken zou zijn ontvangen en
daarbij wordt onderzocht. Naar men .verzekertzou
het voornemen bestaan om den weg te leggen van
's Gravenhage langs Delft en Schiedam en de stations-
plaats voor Rotterdam worden gevestigd in de nabij
heid van de Delftschepoort. Te Delft en Schiedam
zouden tusschen-stations worden opgerigtvoor de
eerste stad buiten de Waterslootsepoort, oh voor Schie
dam even buiten de-stad bezijden den straatweg naar
Overschie.
Men leest in onze Staats Courant het volgende
Dckamerder afgevaardigden te Parijs zet de behandeling
der begrooting van uitgaven voor 1842 met buitengewone
snelheid voort. Bij de behandeling van liet hoofdstuk
hetwelk de uitgaven voor de Roomsch-Katholijke ecve-
dienst behelsdeheeft de heer Isambert een hevigen
uitval gedaan over hetgeen hij de toenemende aanmati
gingen der geestelijkheid noemde. Hij heeft zich voor
namelijk beklaagd over het toenemen der: vaste goede
ren in het bezit der geestelijkheidwaarvan de geza
menlijke waarde tiians reeds op 100 milliocn franken
kon worden berekend; over den tegenstand, dien de
Fransche bisschoppen aan de thans aanhangige wet
over het middelbaar onderwijs boden; over de vermeer
dering der kloosters, die zoo. ver ging, dat men thans
'in Frankrijk reeds we Ier 16 kloosters van de zwijgen
de orde der Trappisten telde; en over de te ver ge
drevene inschikkelijkheid, die de minister voor het
departement van justitie en ecredienst, de.heer Mar
tin du Nordvoor de geestelijkheid liet doorstralen.
Als eene grief tegen dien minister voerde hij aandat
deze onlangs de prediking van cencn Döminicaner-Mor.-
nik in het gewaad zijner orde had bijgewoond, welke
orde in Frankrijk niet erkend is, en aan welke door
de tegenwoordigheid des ministers bij deze prediking
voet was gegeven. Hij herinnerde bij die gelegenheid
dat in vorige tijden het de Dominicaner-monniken wa
ren geweest, die de regtbanken der inquisitie uitmaak
ten en dat zij den Bartholomeu's-nacht hadden helpen
bewerken. De heer Taschcreau riep te midden dezer
rede uit, dat meningeval een oorlog uitbrak, aan
de geestelijkheid hare vaste goederen wel zou weten te
ontnemen, De minister Martin du Nord heeft zich
voornamelijk verdedigd, door te zeggen, dat ten aan
zien der Roomsch-Katholijke kerk in Frankrijk niets
plaats haddan hetgeen overeenkomstig was met de
wet. Zij bezat geene goederen dan wettig verkregénc
en de bedreigingdat dezein geval van oorlog haar
weder zouden ontnomen wordenkon wel niet anders
dan ongepast worden genoemd. De heer Dupin on
dersteunde dit gezegde zeer, en zeide, dat dé Fran-
sèhen in oorlogsgevaar tot den laatsten penning voor
de zaak des vaderlands zouden weten opteofferen
zonder daarom tot het berooven van geestelijken hunne
toevlugt te nemen. Nog erkende de ministerdat hij
die zich niet schaamdevoor zijne gehechtheid aan
de godsdienst uit te komenmet .een overgroot aantal
Parijzenaars eene prediking van den abt Lecordaire
die om zijne welsprekendheid beroemd washad bij
gewoond, maar hij zag. daarin geenerlei misdaad. De
abt had het gewaad zijner orde gedragen; doch de
regtbanken hadden beslistdat daarin niets onwettigs
was gelegen. Iiij meende, dat, ter gelegenheid van
zulk eene eenvoudige handelingherinneringen van den
Bartholomeus-nacht en de inquisitie niet hadden behoe
ven te worden opgerakeld. De groote meerderheid der
Kamer gaf blijken, dat zij het daaromtrent met den
minister volkomen eens was. (Men ziet hieruit in-
tusschen dat ook in Frankrijk de Godsdienst en kerke
lijke zaken belangwekkend worden. De geestelijkheid
schijnt hier zoowel als in Belgie meer en. meer invloed
te krijgen buiten geheel geestelijke zaken maar,er open
baart zich bij velen uit de groooten en geringen des
Volks een. Godsdienstrindie welligt door geestelf-
ken niet behoorende tot de Gallikaansche Kerkbeter
wordt aangekweekt en voldaan. De Protestantsche Lee
raars trekken ook velente voren zonder Godsdienst
levende.)
Goes, den 10 Mei. In de voorledene week is te
Gent vérled m de Wel Eenv. Heer J. C. de Zwager
Deken en Pastoor 'der R. C. Gemeente te 's Hoeren!
hoekalwaar dc kerk menig gedeukteeken bevat van zijné