N'. 51.
GOES'SC BE
COÜBA N T.
VRIJDAG
Ï)FN 26 JUNIJ
NIEUWSTIJDINGEN.
DUITSCHLAND. y.
Berlijn den 20 JunijOns regeringsjjlad'behelsr thans het
volgende, aan het stantsroimsrerie gerigte bevelschrift van Z- M.
den Koning, gedagteekend uit Sanssouciden 17 Junij (m
reeds hoofdzakelijk door ons uit bijzondere berigten medege
deeld
Ik beveel twee kostbare documenten openbaar te maken
welke mijvolgens den wil van mijnen in God onrslapenen Ko
ninklijken vader, op den dag van zijn overlijden overhandigd zijn
en waarvan het eene getiteld is: Mijn laatste wil." het andere
aanvangt met de woordenOp umijn geliefden Fritsenz
en welke beide met zijne eigene hand geschreven en van den 1
December 1827, gedagteekend zyn.
M De Heldenkoning van onzen belangrijken tijd is gestorven,
en aan de zijde der diepbetreurden en onvergetelyken in zijne
rust ingegaan. Ik bid God, den bestuurder der harten, dat Hij
de liefde des volkswelke Frederik Wilhelm IIIin de dagen
des gevaars ondersieund, hem zijnen ouderdom veraangenaamd
en de bitterheid des doods verzacht heeft, op mij, zijnen zoon
en opvolger, moge doen overgaan; op mij, die onder het op
ïien tct God besloten hebte wandelen in de wegen mijns vaders.
Miw volk bidde met mij om behoud van den zegenrijken vrede,
dar kostbare goedhetwe'k hij ons in het zweet zijns aangezigts
verworven en met trouwe vaderhanden gekweekt heeft D.t weet
ik, dat, indien dit kostbare goed hetgeen God verhoede!
eenmaal in gevaar gebragt moge wordenmijn volk als één man
op mijne roepstem zal opstaan, zoo als zijn volk op zijne roep
stem is opgestaan.
Zulk een volk is waardig en geschiktom Koninklijke woor
den te vernemen, zoo als die, welke hier volgen, en zal in
zier.dat ik den aanvang van mijn bestuur door geene schoo
rere daaddan door de bekendmaking van dezelvekan ken
merken."
Hierna volgen de beide bedoelde stukken. Het iste luide
aldus
Mijn laatste wi! Mijn tijd is vol oorusrmijne hoop in
God Aan uwen zegen, o Heer, is alies gelegen! Verleen
mij deinzeiven ook nu tot dit wefk.
Wanneer deze mijn laatste wil onder het oog zal komen van
wijne innig geliefde kinderen, van mijne dierbare Augustc en ove
rige geliefde betrekkingen, ben ik niet meer onder hen en behoor
ik tot de gestorvenen. Dat zi] danbij het zien van het hun
bekende opschrift Gedenk aan de afgestorvenen"" ook aan nuj
liefdevol gedenken»
God zij mij een barmartig en genadige regter, en ontvang?
mijnen geest, dien ik Hem aanbeveel Ji Vader, in uwe handen
beveel ik (rijnen geest! Aan gene zijde van het graf'zult'Gy ons
allen, weder vereenigen, roogt Gij onsia Uwe genade, daartoe
waardig vindenom den wi! van ChristusU'.ven lieven zoon
onzen Heiland Amen
Zware en harde beproevingen heb ik naar Gods wijs raads
besluit door te kaan gehad zoo wel in mijne persoonlijke be
trekkingen (in bet bijzonder toen Hij mij voor 17 jaren ontrukte
hetgeen mij het liefste en dierbaarste was), als door de gebeur
tenissen die mijn geliefd vaderland zoo zwaar troffen. Daarte
gen heeft God mij eeuwige dank zij Hem daarvoor toege.
bragt -ook heerlijke, aangename eri verblijdeode gebeurtenis
sen doen beieven. Onder de eerste reken ik voor alles de roem-
lijk geëindigde strijden in de jaren 1813, 14 en 15, wiaratr,
het VadHand zijne herstelling te danken heeft. Onder de laarste
de aangename en verblijdendereken ik vooral de hartelijke liefde
er> aanhankelijkheid en de gelukkige ontwikkeling mijner ge
liefde kinderen; alsmede, dar de bijzondere, onverwachtre be
schikking Gods mij nog in mijn 50ste jaar eene levensgezellin
geschonken heeftdie ik mij verpligt acht openlijk te vereeren
als een toonbeeld van trouwe en teedere aanhankelijkheid.
Mijn* waren opregten laaisten dank breng ik toe aan allen,
die dtn Staat en my filer beleid en trouw gediend hebben;
ïfftjfi' waren opregten efi laarsten dank aan allen, die met liefde
trouw en door hunne persóofilijke gehechtheid aan my verknocht
waren.
Ik schenk vergiffenis aan al mijne vijanden ook aan hen,
die door smadelijke redenen geschriften of door opzettelijk ver
keerde voorstellingen, getracht hebben (doch God-dank slechts
zelden met gevolg) n ij het vertrouwen aitjns voiks, mijnen groot
eten »cha:, te. oj;rrooven/*
Het 2de stuk luidt als volgt:
Op u, myn' geluiden Fritsgaar de last der regeriogszu»
ken met al het gewigt van dtrzeiver verantwoordelijkheid over.
Door den werkkring, dien ik u in dat opzigt aangewezen had, zijc
gij meer dan eenig ander troonopvolger daarroe voorbereid gewor*»
den. Aan usoai het nu, mijne regtmatige hoop en de verwachtingen
des vaderlands te vervullen ten minste daarnaar te atreven.
Uwe grondbeginselen en gezindheden zijn mij ten waarborg, dat
gij een vader van uwe onderdanen zyn zult.
Wachr u echter voor de zoo algemeen veldwinnende zncbr
tot nieuwigheden; wacht u voor onuitvoerbare rheorien, die te
genwoordig in zoo groote menigte in zwang zijn wachr u ech«
t.-r tevens voor eenebijna even zoo schadelijkete ver gedre»
vene vooringenomenheid met het oude; want alleen dan, wan
neer gy deze beide klippen weet te vermydenzyn waarlijk nurcige
verbeteringen raadzaam.
De armee is thans in eenen zeldzaam goeden roestand. Zij
heeft sedert hare reorganisatie aan mijne verwachringengelijk lts
den oorlog, zoo ook in den vrede, voldaan. Moge zij steeds
hare hooge hesremming voor oogen hebben en moge ook bec
vaderland nooit vergeten wat het haar verschuldigd is.
Verzuim niet, de eendragt onder de Europescbe Mogend*
heden, zoo veel in u vetmogen is, te bevorderen- Dat echter
bovenal Pruissen, Rusland en Oostenrijk nooit zich van elkander
afscheidenhunne v?reentging is ais de hoeksteen van de groote
Europesche alliantie te beschouwen.
Mijne innig geliefde kind.ren doen mij alle mee regr ver
wachtendat zy steeds er naar streven zullen, om zich door
eenen nuttigen, werkzamen, zedelyk reinen en godvruchtigen
wandel te onderscheiden, want dtze alleen brengt zegen aan. era
nog in mijne laatste uren moet deze gedachte mij troost verschsifeo.
God behoede en bescherme het dierbare vaderland
God behoede en bescherme ons huis, nu en te allen tijde
Hij zegene u mijn geliefde zoon en uwe regering, en ver»
leene u krachten beleid, en geve u gemoedelijketrouwe raads*
üsdeo en dienaren, en gehoorzame onderdanenAmen!"
ENGELAND.
Londen den 20 Junij. Door den herrog van Wellington
is een luister ijk gastmaal van omtrent zeventig couverts ter
viering van d^n feestdag van Waterloo gegeven. Eene commis
sie heefc zich eenigen tyd gt leden gevormd tot inzimeling vat»
bijdragen voor de oprigting van een gedenkteeken eer eere var»
den Hertog als veldheer. H M. de de Koningin en de overige
leden van het Koninklijk Huis zyn met ruime inschryvirtgen voor»
gegaan.
Het regtsgeding van Oxford zal aanstaanden maandag voor
het centraal crimineel gereguhot aangevangen worden. Hy heeft
een brief aan zijnen advocaat geschreven, waarin hij dezm ver
zoekt verlof te vragendat hem eenige roovergeschiedenissen
en andere boeken van soortgeluken stempel in zijne gevangenis
ter lezing gezonden worden. Verdere bijzonderheden zijn niet
bek-nden het vindt langs hoe minder geloof dat hy medeplig.
tigen gehad heeft.
De in het door lord Stanley voorgedragene ontwerp vaa
wee, berrtff-nde de verkiezingen in Ier and gemaakte verande»
ring waardoor de algemeen erkénde grove misbruikendie tot
dus ver bij die verkiezingen hebben plaats gehad worden ge«
handhaaidheefr bij alle onpartijdig een zeer smarrelijken indruk:
gemaakten de verbittering der conservatie opposanten in eene
hooge mate opgewekt. De ministers worden te dier zake zeer
scherp gehekeld,
Gisteren is het regtsgeding wegens den moord van Jord
W. Russell afgelooDen. De huisknecht van den overledene
zekere Courvoisierw<dke te dier zake in regten betrokken was»
is door de gezworenen schuldig verklaard en ter dood veroor.
deeld Na zijne onschuld (hardnekkig volgehouden te hebben
heeft hij, voor de uitspraak van het vonnis, aan zijnen verde»
diger zijne schuld bekend.
FRANKRIJK»
Parijs, den 2r Junij. Het bevestigt zich, dat de Fransche
regering tot eene krachtige poging beslo en heeft, om aan de
langdurige vijandelijkheden met Bueno^-Ayres een einde te ma
ken. Te Bresc had men deti 18, door middel van den iele»
graaph bevel ontvangen, om 17 compagnien zeesoldaten tot
de inscheping gereed te makenalsmede om drie fregatten en
even zoo veel oorveren te wapenen Deze manschapen en
schept n waren besremd om m t d.-n nieuw benoemden Fran
schen vlootvoogd'in de Zuid-Amerikaansche wateren, den vice-
admiraal Bauainnaar de Plata-rivier te vertrekken. Te Toti*