N°. 20. GOESSCHE COURANT. MAANDAG DEN 9 MAART. BESTUREN EN ADMINISTRATIEN. ti D J i c a t x e. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GOES en ressorte van dien Maken bij deze aan alle Ingezetenen dezer Gemeente bekend: Dat bet Kohier liet. A N v 6. der Personele Belasting over het dienstjaar 1839 op den 28 Februari} j|, door Zijne Excel lentie den Scaatsiaad Gouverneur dezer Provincie executoir ver klaard en op heden ter invordering aan den Ontvanger van 'sRijks Belastingen gezonden is. Zullende dus een iegelijk na beko» mene kennisgeving van zijnen Aanslagverpiigr zijndienover eenkomstig de bepalingen der wet, te voldoen, op straffe van daartoe anderzints te zullen worden gedwongen. Teiwijl die genen welke bun Aanslag»Biljet niet zullen hebben ontvangen, 2ich van een dubbeld van hetzelve, kosteloos ten kantore des Ontvangers zullen kunnen voorzien en zij die zouden mogen vermeenrn dat de aanslag niet overeenkomstig is met hunne op gave of met de plaars gehad hebbende tauxatie, opneming en telling, zich d^swegeos schriftelijk, met inachtneming van de voorschriften ten dien aanzien wegens de Directe Belastingen in het algemeen bestaande, en des verkiezende door tusscheokomsr van den Conttoleur der Divisie, kunnen beklagen. En opdat niemand hieromtrent onwetendheid voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt olomme waar zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan te Goes, den 7 Maart 1840. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. H. VERSCHOOR, van Nisse Ter ordonnantie van dezelven. De Srads-Secretaris L. DE FOÜW, Jz. N IE W STIJDING EN. DUITSCHLAND. Frankfort, den 2 Maart. Het Oostenrgksche Regerings blad deelt berigten uit Konstantinopelvan den 12 February, roede, hoofdzakelijk ioboudendedat in de laatste dagen weder eenige veranderingen in het personeel der hooge staats- en hof beambten des Sultans gemaakt waren. Vorst Michael van Ser vië was den 10 uit Konstantinopel naar zijn Vorstendom terugge kéerd. De Gmksche minister van buitenlandsche zaken, de heer Zographoswelke naar Konstantinopel gezonden was, om den Sultan geluk te wenschen met deszelfs komst tor den troon (en welke ook belast moet zijn geweest met het voeren van onder handelingen over een handelstractaat,) had zijn afscheidsgehoor bij den Sultan gehad. Volgens de jongste berigten uit Alexan driezou Mehemed-Ali thans wederom zyn stelsel van volhar ding willen volhouden. Uit Rusland schrijft dien, dat, rerwijl aldaar meer en meer schaarschte van brandhout begint bespeurd te worden aan den anderen kant meer en meer turfveenen en steenkolen in dat Rijk ontdekt worden. Tot dus ver had men die ontdekkingen weinig geacht, meenende dat de verbazend groote bosschen nooitzelfs niet bij de meest zorgelooze behandeling, uitgeput konden wor den; maar van dit denkbeeld is men in de laatste jarenterwijl zich het gebrek van hout reeds vertoondeteruggekomen al thans men heeft de noodzakelijkheid ingezienom betere maat regelen omtrent de hout teelt intevoeren en het graven van turf en steenkolen te bevordéfen Inzonderheid moet de minister van financien, graaf Gankrinhierop zijne aandacht gevestigd hebben Op zijn last zijn zorgvuldige nasporingen gedaanwelke het be wijs hebben opgeleverd, -dat Rusland rijke veenen beziten reeds; wordr van die brandstof in de streken, die hec meest gebrek aan hout hebben met het beste gevolg gebruik gemaakt. Bepaal delijk wordt ineen groot-deel van EuröpeeSch Rusland die brand stof in menigte gevonden. Eerst onlangs zijn uirgestrekte -vee» nen in de gouvernementen Tula en Rjasan, 'en ook langs de ri vieren Donez en Don ontdektbijde2e stroomen worden ook STeerkoieo-mijnen gevonden. De grootste Steenkolen-mijn is bij de stad Bachn uc inhet gouvernement Jekaterirtosiaw. Onlangs 2'in ook in de provincie dtr Donsche kozakken zoodanige mijnen Ontdekt. De ijzeren weg van Mentz naar Wiesbaden zal den 10 Maait worden geopend. FRANKRIJK. Par^s, den 2 Maart. In een rapport van den luitenanr-ge- neraal Gueheneucdoor den maarschalk Valée aan den Minister van Oorlog toegezonden, vindt men bet volgend verhaal van een hoogst merkwaardig wapenfeit, dat m de provincie Oran heefc plats gehad: Mostaganem en Mazagran zijn tuschen den 2 en d?n 6 Fe» bruarij verschillende malen aangevallen, en rwaalthonderd man waarvan een derde voetvolkonder de orders van Mustapha Ben Tamyhebben te vergeefs voorbeeldelooze pogingen gedaan om meester te worden van de reduic van Mazagran Hec onge noegzame van onze middelen van verdediging niet hebbende toe gelaten om het lage gedeelte der stad te bezettenzoo konden twee a driehonderd infanteiistcn zich gemakkelijk daar in neste len Cn de huizen van scbietgaren voorzien, waaruir zij een le vendig snaphaanvuur tegen de reduit rigetenterwijl de ruiterij aanvallen deed van den kant der vlakre, en twee stukken geschut, van eene hoogte van vijf a zeshonderd ellen, de muren bescho ten, In die hagcbelijke omstandigheid en slechts een stuk op twee in battery hebbende moesten de verdedigers van Mazagran, ten getale van slechts 123 man, vier dagen langde hevigste aan* valleu uitstaan. De vijand was op het putte om binnen de plaats door te dringen in een stormdiezoo als de kapitein Lelièvre de bevelhebber over de dappere 123 jagers van Afrika wcike hec eenige garnizoen uitmaakten, in zijn rapport zegr, niet langer dan een uur duurde; doch, dankzij hunne standvastige onver schrokkenheidwerd de vijand teruggedreven, zoo met de bajon- net als met het werpen van granaren en zelfs van sceeuen. De luitenant-kolonel Duharaildie in Mostaganem het be vel voerde cn door een hoop van zeven k achthonderd ruiters van Mazagran verwijderd werd gehouden, verzuimde niets om zoo veel mogelijk 'svyands magt te verdeelen ten einde iets te kun nen toebrengen ten voordeele van dien post, over welks lot hij zich teregt ongerust maakte. Hij deed derhalve verschillende uit» vallen, die, met beleid en moed uitgevoerdhet doel bereikteo dat die opperofficier zich daarvan had voorgesteld. Den 6, des morgens, beproefden de Arabieren, ten getale van tweeduizend, een laar&ten aanval, die geen beter gevolg had dan de vorigen. Eindelijk overtuigd van de onmogelykheid hun ner pogingen, en ontmoedigd door hunne aanmerkelijke verliezen, namen zij den afcogt aan, zonder te luisteren naar de stem der opperhoofden die den aanval wilden voortzetten of ten minste Mazagran blokkeren. Twee en tachtig volksstammen doorzl/«r« tapha Ben Tamy opgeruid, hadden hun aandeel krijgsvolk ge zonden om by deze expeditie te dienen. De dappersten onder hen hadden zich doen inschrijven om storm te loopen, en bun was, in geval van overwinning, eene beduidende som gelds ter belooning van hunnen moed toegezegd. Het verlies der Arabieren wordt op vijf a zeshonderd be groot waaronder 'zich ook eenige aanzienlijke oversten moeten bevinden. Dit groot verlies wordt daaraan toegeschrevendac de fransche infanterie bij hare uitvallen uit Mostaganem dikwerf in de gelegenheid geweest is bacaiJlonsvuur te maken dat de artillerie zeer juist geschoten en de aanvallers op den afstand van een pis'.oolschot met schrooc ontvangen heeftals mede dat hec brave garnizoen van Mazagran bijna met de tromp op de borsc heeft gevuurd op de dolzinnige Arabieren welke zoo veel on verschrokkeoheid toonden, dat drie vaandels, die zij op veert'g passen voor de reduit geplant hadden, gestadig door verdedigers omringd warenen meer dan eens door hen de aardenzakken bij het kanon van de bezetting werden omver geworpen. Wij heb ben slechts 41 man dooden én gek westen en te Mazagran niet meer dan 3 dooden en 16 gekwetsten. Dit verschil tusschen hun en ons verlies is re danken aan onze betere defensie en hee slecht schieten der Arabieren.*' Na den 7 hebben de Arabieren zich niet meer in getale in de omstreken van Oran vertoond, In de provincie Algiers heefc zich de vijand nier meer in de Mitidja laten zien. Het voetvolk van Abd el-Kader is steeds op het gebergte van Beni Salahs ge-» legerd Van Constantine heeft men goede berigten. Parijs den 3 Maart. De ministeriële crisis is werkelijk ten einde De Moniteur bevat de Koninklijke ordonnantiën van hec nieuw? kabinet, hetwelk is geconstitueerd zoo als (in ons vorig nommeris gemeldalleen met deze wijziging, dat niet de heer Gouïn maar de heer Belet de la Lozère_), tot minister van finanueoHs benoemd ter-wijl aan eerstgenoemden de portefeuille van koophandel is opgedragen. Uit deze wijziging, welke slechts kort vóór de onderteekening der ordonnantiën heefc plaats gthad leiden sommigen afdat de heer Thiers niet op zich heeft dur ven nemen het voltrekken van den gevvigtigea maatregel der con« I -Jf

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1840 | | pagina 1