N°. 104.
GOESSCHE
COURANT,
MAANDAG
DEN 30 DECEMBER.
Frankfort, den 23 DecemberIn een geacht Duirsch dag-
blad leest men een bijzonder berigc uit Parijs, van den 10 dezer
waarin men, en wel, gelijk de berigtgever beweert, op grond
van de jongste mededeelingen van den Franschen gezant te Pe
tersburg, het doet voorkomen, als of het Russisch kabinet wer
kelijk reeds zeer belangrijke inwilligingen aan het Engekch be
wind, ten aanzien van de Oostersche zaak, zou gedaan hebben
Het genoemde kabinet (dus leest men in dit berigt) heelt zich
met de inzigten van lord Palmerstonomtrent het vraagstuk van
de Dardanellen en Egyptevolkomen in overeenstemming ver»
klaard. De Bosphorus en de Dardanellen zullc-n nu voor alk
Mogendheden gesloten of, in een gegeven geval voor alle Mogend
heden geopend zijo. Wordt het noodig geacht, dat een Rus
sisch eskader in den Bosphorus binnenloope, dan zullen of kun
ren vier Engelsche, vier Oostenrijksche en vier Fransche oor
logsvaartuigen door de Dardatiellen binnenzeilen, om zich mer
de Russische vloot te vereenigen. Tevens moet nu reeds het
Russisch kabinet van de bepalingen van het traktaat van Hunkiar
Skelessi afzien en hetzelve zal eene zekere gelijkheid met de
overige Mogendheden in deszeifs betrekking tot de Porce in acht
nemen De staat van zaken in het Oosten wordt daardoor we
zenlijk veranderd. De groote zwarigheid is opgelost; her komt
er nu maar op aan, om Mehemed Ali te beteugelen, hetgeen
ook Rusland nu zoo zeer wenschc, als Engeland het tot dusver
gewenscht heeft.
Kleef, den 20 DecemberVoor onze stad, die haar mid
del van bestaan hoofdzakelijk vindt in het doortrekken der vre.em
delingen, was het eene verblijdende verschijningdat verschei
den voorname Hollandsche huisgezinnen hun verblijf in ons mid
den tot laat in den herfst verlengden. Vele hebben beloofd met
het schoone jaargetijde te zullen terugkomen en alreeds kamers
in onze logementen besteld. De houders derzelven maken zich
bet wintersaizoen ten nutte, om hunne etablissementen te ver
grooten en beter in re rigten. Zoo heeft de Heer Mailaud zijn
hotel aan die zijde welke het onvergelijkelijk schoone oitzigt
paar Emmerik oplevert, met eene verdieping verhoogd daaren
boven verhoogr bij ook zijn nevengebouw roet eene verdieping
ten gevolge waarvan het getal zijner logeerkamers bijna zal wor
den verdubbeld. De heer Look, eigenaar van net logementZum
Eömischen Kaiser, verplaatst zich naar een huis tegen over het
Postkantooren doet daar een grootsch gebouw ia gereedheid
Parijs den 24 DecemberUit Algiers zijn geene nadere
tijdingen ontvangenook waren bij de regeringvolgens den
Moniteur Parisiennog geeDe omstandige rapporten ingekomen
omtrent de gevechten die den 14 en 15 December tusschen Buf»
farick en Belidah hadden plaats gehaden waarvan in het in ons
vorig nommer medegedeelde teiegraphische berigc werd melding
gemaakt. Uit betgeen de regering dienaangaande ontvangen had
bleek, volgens genoemd blad, het volgende:
Belidah.
'.My
,Z\
ia?'
i
sluiting der groote jagt.
NOTIFICATIE,
De STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie
Zeeland
Brengt bij deze ter kennis van de belanghebbendendat door
het Departement der Opperhoutvescerij met overleg van Hun
Ed. Gr. Achtbare de Gedeputeerde Staten in die Proviocie, de
sluiting der Groote Jagt is bepaald op den 31 dezer maand met
zons-oodergangzullende die van de Jagt op GanzenEenden
en Watersnippen nader worden vastgesteld.
En ten einde niemand biervan onwetendheid voorwende, zal
deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te geschieden
gebruikelijk is, mitsgaders in het Provinciaal blad geplaatst.
Middelburgden 27 December 1839.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDENBURCH.
NIEUWSTIJDINGEN.
JJuitediInctb.
Uit Alexandrie wordt van 27 November geschreven
De stilstand in het staatkundige heeft nog geen einde geno
men; er heerschr eene doffe stilre, terwijl het vuur onder de asch
voortsmeult. Daar de Fransche stoomboot eerst gisteren avond
aangekomen is, heeft men nog niet kunnen vernemen of zij iets
van belang voor den Onder Koning heeft medegebrag.dit is
trouwens niet waarschijnlijk, daar gedurende den Ramazan alle
zaktn zoo niet geheel rusten, dan toch met minder ijver vooit
gezet worden dan anders, Mehemed» Ali bevindr zich welvarende,
maar men kan hem toch aanzien, dar de spanning der laatste
rijden hem aangegrepen heeft. Door de consuls schijnt hij minder
lasrig gevallen te worden dan vroeger. Overigens is hij vooroe
mens, zich voor eenigen tijd naar het Delta en naar Rairo te
begeven.
brengen, Öok de overige logementhouders blijven niet ten ach
ter om hunne hotels aan de vorderingen van den rijd te doen
beantwoorden. De Heer van Steengrachteigenaar van hec
ridderlijke verblijf Moiland in onze nabijheid, is voornemens
hetzelve in der aanstaande lente te verfraaijen op eene wijze, die
de algemeene bewondering zal uitlokken. Daar wij aan de drukte
van den zomer zijn gewend schijnt ons de winter vervelender toe
dan hij verdient want de gezellige omgang ter dezer plaatse is
aangenamer dan men van eene platreiandsscad zoude verwachten
vooral is ons gereorganiseerd Casino zeer geschikt om aangenaam
avond onderhoud te verschaffen aan hemdie zulks daar zoekt
wij echter verlangen naar den zomer.
J'Vftttfcvtjfc
Den 14 December, op het oogenblik toen de mobiele ko-
ionne, bescaande uit de 2de en 17de regementen ligte infanterie,
400 ruiters en 4 stukken geschut, van Mered naar Belidah trok
ontdekte zij den vijand in de vlakte. Zoodra de troepen van den
Emir onder het bereik van het geschil* waren, tascre de Fransche
ruiterij ze aan onze jagers wierpen de in verwarring gebragce
Arabische voetknechten overhoop en vervolgden ze rot in de
bosschen aan den voet van den Atlas. De vlugteiingen lieten vele
dooden achter. Vele Arabieren badentoen onze soldaten hen
overvielenom lijfsbehoudmaar zij werden zonder raededoogen
neergeveld.
„Gedurende dit gevecht hadden omstreeks 300 ruiters eene
beweging gemaakt, om ons in den rug aan te tasten; onze ach
terhoede, uit 100 jagers bestaande, ontving bevel om hun te
gemoet re trekken, en joeg hen met een aanzienlijk verlies op
de vlugt,
De kolonne hield daarop haar nachtverblijf in het kamp van'
„Den 15 des morgens ten 6 ure, terwijl eenige wagens uit
het kamp naar de stad Belidah op weg warentrok het 2de re»
gemene ligte infanteriedoor de artillerie ondersteund tegen de
Arabieren op, die zich aan den voet van den Atlas, tusschen ce
stad en de Chiffa, vercoouden. Ook hier werd het geregelde
voetvolk van Abd el-Kadermet nog grooter verlies dan den
vorigen dag. op de vlugt gejaagd, Genoemd regemenc hetwelk
onder de oogen van het 23 en 24 regemenc van linie streed die
als reserve in het kamp stonden, heeft bij deze gelegenheid nieuwe
aanspraak op de achting des legers verworven.
Na deze nederlaag heeft de vijand zich niet weder met ge*
regelde troepen durven vertoonenen slechts enkele ruiters en
kabylen zijn voortdurend in de vlakte verschenen. Te Koleah
en in Sahel is alles rustig; aan dien kant heeft de vijand zich
niet in de nabijheid onzer linie gewaagd.
Den 16 bevond zich eene mobile kolonne onderden overste
Lafontainetusschen den Aratsch en de Hamise indien dezelve
den Vijand heeft kunnen bereikendan zal hij ongetwijfeld weder
eene gevoelige les ontvangen hebben want de troepen waren van
den vurigsten strijdlust bezield.
De stoomboot le Stijx is den 16 te Algiers aangekomen
met 400 man voor het 17 regemenc ligte infanterie, De schepen
aan boord waarvan zich het 58 regemenc bevondwaren in hec
gézigt en moeten den 16 voor Algurs ten anker komen"
De aartsbisschop van Parijs bevindt zich weder Jn een*
bed nkeltjkeo staat,
De volgende teiegraphische depêche is door den zee pre»
fect te Toulon, onder dagteekening van den 22 December,
aan den minister voor het zeewezen toegezonden
„Volgens hec berigt van den kapitein van den Neptune (>en
linieschip dat troepen naar Algiers beeft overgevoerd en thans
reeds weder te Toulon is teruggekeerd) liep te Algiers het ge
ruchtdat de door den generaal Rulhières aangevoerde kolonne.
terwijl zij de legerplaats van Coleah ging provianderen, nabij
die van Mahelroa in een ernstig gevecht is gewikkeldwaarbij
de Arabieren weder verslagen zouden zijn. Hetzelfde berigt
vermeldt, dat een den 18 uit Oran aangekomen schip heefc
doen weten dat de vijandelijkheden in het westen hervat waren
en dat het hoofd van den stam der Carabas in een gevecht tegen
onze troepen gesneuveld was."