plaats in de ri vi. r ge! ruik makende, reeds weder naar don noor delijken oever van de Euro waren teruggekeerd. Een der Fransche dagbladen behelst eenoverzigt van den tegen- woordigen staat van zaken in Spanjewaario het volgende voorkomt; „Niets gaat in Spanje voorwaarts; geene der beide partijen winc grond of erlangt in de thans door haar bezette stellingen meerdere kracht D Carlos Uao zich niet doen geiaenhet zij dan door gemis aan beleid, het zij door de ellendige kuiperijen die zijn hof vcrdeelcndoor den ouderlingen naijver zijner gene raals, en door de voogdijschap, die Maroto zich over hem aan matigt. Ook de soort van omwenteling door dien Carlisnscben gen eraal in de Baskische provinciën te weeg ge bra grheefc tot nu toe geneerlei gunstig gevolg voor de zaak der Pretendenten opgeleverd. Deze is minder vrij dam te voren maar Mar oio is daarom nier sterker geworden, of in het bezit van uiigestrek ter hulpmiddelen gekomen. D. Carlos kan aan zijnen generaal niet vergevendat hij op eigen gezag verscheidene officieren ter dood heeft doen brengen en aanzienlijken in wie hij vertrouwen stelde, den lande heeft uitgebannen. Men verzekert zelfs dat D Carlos voortgaat met ïd het geheim met deze zijne gunste lingen brief wisseling te houden en 2ich volgens hunnen raad te ge dratren, waardoor Maroto in zijne ontwerpen gedwarsboomd wordr. y .n venen anderen kant heeft Cabrera van wien tnen verwacht te dar hij zoo spoedig voor zijn meeseer den troon te Madrid zou veroveren, tot nu toe slechts voordeelen van eenen beperkten aard kunnen behalen, waardoor niets ten einde wordt gebragt. Die aanvoerder slaagt slecht in den partijgangers-oorlog en bezit de krijgskundige begaafheden niet, die voor het met goeden uit shg leveren van eenen beslissender» veldslag noodig zijn. Bij de Christinos is de staat van zaken niet gunstiger. Espartero blijft geheel werkeloos en handhaaft zich slechts aan het hoofd van zijn leger door de manschappen daarvan aan zich zeiven over te laten Het gemis van krijgstucht is daardoor onder hen zoo groot ge. wordendat hij niets wezenlijks kan uierigcen" Men verneemt nat de zoo gewigtige droogmaking van den Zuidpias volcooid is alleen onder Moordrecht is nog een onbetee- kenend dieper gedeelte overig De bedijking dezer droogmaking is aangevangen in 1828 en in 1830 voleindigd. Van 1830 tot in het voorjaar van 1835 zijnde werken tot voortzetting dier on derneming geheel gestaakt geweestten gevolge van den gewa- penden opstand der Zuidelijke Provinciën. In 1835 is de voort» zettingdoor het plaatsen der molens en stoomwerktuigen tot uitmaliog van de pias, krachtdadig hervat; van de eerste zijn er dertig en van de jaatsten twee geplaatst geworden. De eerste afmaling met de eerst voltooide molens geschiedde in april 1836; vervolgens beeft de afmaling onafgebroken voortgeduurd, zoodat in ruim zes jaren tijds de droogmaking van dezen belangrijken pias aangevangen en afgewerkt is. Als eene bijzonderheid ver dient wel Jte worden aangeteekeoddat die onderneming, van welke onze eeuw geene wedergade oplevertzonder eemge de mffiste ramp is ten uitvoer gebragt. Men is nu ijverig bezig de droog gemalen grondep te verkavelen en dë^ verkavelde landen re bezaaijen, hoofdzakelijk met koolzaad; ruim 1600 werklieden zim aan het verkavelen en zware maken der gronden werkzaam en in den loop van dit saisoen zullen, naar men rekent, onge» veer 80a bunders bezaaid worden. Niet minder vlijtig is men in het aapLggen van onderscheidene wegen in de droogmakerij. De staat der gezondheid onder het werkvolk en in de nabij lig gende gemeenten is zoo voldoende, dat hij niets te wenschen overlaat, ofschoon men thans ook bezig is met het graven der slooten, bij welke de uitwerking der door sommige gevreesde schadelijke uitdampingenindien zij werkelijk nadeeiig waren noodwendig zou moeten ondervonden worden. Deze droogma» kin"- is een nieuw gedenkteeken der in de onderneming en uic voering van groore en nuttige werken zoo vruchtbare regering van Z^ M. De uitvoering daarvan is geschied voor zooveel de bedijking betreftdoor de zorgen van den heer hoofdingenieur de Thomèze en, voor zooveel de daarscelling der molens en stoomwerktuigen betreft, door den heer hoofdingenieur/)'^- rinckDe heer ingepieur Beyerinck heeft de locale directie gehad, gedurende de geheele uitvoering De zoo gewenschce uitsla"- der droogmak' r van den Zuidpias is een afdoende waar borg %oor het welg -kken der nog meer gewigtige droogmaking van het Meer van Haarlem. Men vermeent dat de droogmaking daar van cu mede aan de beide verdienstelijke ambtenaren van den water staat, de heeren hoofdingenieur en ingenieur Beijerinck is opgedragen. Gentsch dagblad berjgt, dat de commissie, die door Koning Leopold benoemd is, om voorstellen tot het invoeren eëner eenparige spelling der Vlaamsche taal in Belgie te doen omtrent'de volgende punten is overeengekomen: Men zal den ouden Vlaamschen tweeklank aedien de Hol landers door de dubbele a hebben vervangen, behouden, maar overal, waar die enkele klinker het geluid genoegzaam uitdrukt, hem niet verdubbelen. Men zal dus tael en talen schrijven.. H°t door den taalkundige des Roches voor de tweeklanken eè en 06 gébruikte accent wordt afgeschaft. De commissie schrijft dus ik geefik koopzonder accent. De Vlaansche tweeklank ue wordt gebruikt, overal waar 4e Hollanders de dubbele «bezigen. De commissie schrtjic dus vuer, in plaats van het Hollandsche vuur. De drie tweeklanken ee, 00 en ue worden even als de twee* klank aeenkel, zoodrtf de klinker alleen genoegzaam is tot uic- drukking van het geluid. Men zal dus, zoo als reeds door ve* len geschiedt, gevenhopenvuren schrijven." De klinker yvan welken de Hollanders hun ij hebben ge maakt, wordt behouden; zoo als bij voorbeeld in de woorden myn vlsyen, luye vloeyen en ver stroyen'maar men vervangt dey door eene enkele i, aan het eind der twee- en drieklanken, w.iarop niei onmiddelijk een klinker volgt, Men spelc dus: ik vleilui, vloeibaerverstrooid. Nog schijnt het, dat de commissie de en eenin plaats van den en eenen voor den eersten naamval van het mannelijk geslacht schrijven zal; bij voorbeeld: de vadereen vader hee'tH Men verneemt dat er een plan is ontworpen om een kanaal, door Vlissingen naar Middelburg daar te stellen, hec Sioe te den penenalzoo Walcheren met Zuid-Beveland te vereenigen, dat dit plan reeds aan het hooge bestuur was of zoude worden ingediend, en men beschouwt hetzelve als het eenigsre middel om het meer en meer toenemende handelsverval in die provincie te doerf op houden. In hoeverre hetzelve uitvoerbaar zijof tot volkomenheid kan geraken is echter nog niet bekend - maar zelfs het ont* werp daarvan is lofwaardig; moge dat pian verwezenlijkt wor» den, en. ondersteund des en noods verdedigd, doormannen, die de waarachtige behoefte der provincie en desZelis nijvere ingeze tenen kennen, eene betere toekomst beloven moger? zij den schrik» barenden achteruitgang der meestesteden onbewimpeld, en inte» gecsteiling van het schijnsehoone dat er hier en daar van gezegd en geschreven wordt, voor hec algemeen blootleggenen de middelen tot herstel van de verloren welvaart dier provincie, krachtdadig aangrijpende, de thans bestaande donkere vooruitzigten met de blijde hoop op verbetering van handel en bedrijvigheid te gemoec treden. Onze (koning, hiervan zijn wy overtuigd, kent geen grooter geluk, dan den bloei en welvaart van het land, dat aan hem in nood en dood innig verknocht isdan de voorspoed zij* ner onderdanen die hem, als een vader beminnenhoe veel te meer aanspraak zal 's lands vader niet op de liefde en dankbaar» heid van Zeelands ingezetenen hebben indien de plannen toe voor» koming van het geheele verval van dat land bij de mogelijkheid der uitvoering belangstelling en bescherming vinden hoe vele hoogachting en erkenteniszuilen de edele mannen niet verdie nenwelke, hetzij door ambtsbetrekking, kundigheden of gel delijke vermogen, tot bereiking van hec doel medewerken wan neer een land, dat de schoonste zeehavens van hei koningrijk be zie en dat door deszelfs natuurlijke liggingveie bronnen van handelsbloei aanbiedt wanneer eene bevolking die bij aangebo* ren nijverheid den ondernemingsgeest paart, die vooruitgangen verheffing Waarborgtzich in hec welslagen der pogingen mag- verheugen, welke de strekking met zich voeren, Om den zoo algemeen merkbaren achteruitgang van vele steden in die provincie te doen ophouden. 178ste KONINKLIJKE NEDERLANDSQHE LOTERIJ. Prijzen van 1000, en daarboven. Trekking dér Eerste Klasse. iste Lijsc. N° 13239, eene Premie van/rooo, N,° 19794, een Prijs van f 7500. N„9 474° ee" Pr»s van f rooo. 2de Lijsc. N.° 21930, een Prijs van f 1500. N.9 7620, 13737 en 25^94' 'e^er een ^rÖs van f I000« 3de Lijst. Geene. 4de Lijsc. N.° 20617» een Prijs van f 2500. N.° 20695 en 17247 'ec^er een PrÜ3 van f roo°- 5de Lijst. N.° 99, 22983 en 11376, ieder een Prijs van 000. N.° 16312 een Prys van f 1500 6de Lijst. N 21817, een Prijs van f 20,000. N.® 11338, een Prijs van f 1000. N.° 22035, eene Premiff van ƒ2500. Slbuertetttieti.. Door verandering van Woonplaats worde uit de Hand op voordeeüge conditiën te KOOP gepresenreerdeen zeer Lo« geabel MUIS met diverse Behangen Kamers en Spookplaatsen, zeer geschikc tot uitoefening van alle Affaires, staande en gele» gen in het besté gedeelte dezer Stad Goes, in de Ganzepoorc- srraac Wijk C N.y 179; te bevragen bij den Notaris DEI FOUIV te Goes. UIT de HAND te KOOP, een HechcSterk, wel ter Nering staande WOONHUIS, zeer geschikt voor alle Ne» ring, staande op den Aprel van de Groore Markt te Goes Letter B, N®. 6, te bevragen; aldaar. Terstond eene Burger DIENSTMEID benoodigd die met de Pot en Wasch kan omgaan bij Mejufvouw Staal, op de Favorite te V Gravenpolder. Nadere informacien by de Uit gevers dezer Ter Boekdrukkerij van F. Kleeuwens en Zoon, flcbct'lais&ot. 's Gravenhage den 13 Augustas. Z K. H» Prins Alexan dertweede zoon van Z. K. H. den Prins van Oranje is den dezer op Peterhof, nabij Petersburgaangekomen Goes den 16 AugustusIn de Amsterdamsche Courant leest men het volgende: in

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1839 | | pagina 2