N#. 53.
goessche
1839.
C O U RAN T.
VRIJDAG
■wMf!
DEN 5 JUL IJ
NIEUWSTIJDINGEN.
«Buifstftlattb.
Berlijn den 29 Junij. Men leest in, onze Staats, Courant
van heden.
Nadat Z. M. de Koning de verklaringendoor het kabinet
van Brussel gegevenvoor bevredigend gehojden heeft en, zoo
wel in de thans bevestigde voortdurende onzijdigheid van Bejgie
als in gemelde verklaringen waarborgen voor de toekomsten vindt
heeft het Hoogstdenzelven behaagde, de betrekkingen i welke
ten gevolge der in Belgische diensttreding van den generaal
Skrzijnecki cusschen Pruissen en België waren afgebroken, we«
derom aan te knoopen."
Men leest in onze dagbladen bet volgende officiële artikc-I:
„Nademaal de akte van toetreding, welke den 1.9 April te
Londen door de gevolmagfigden des Duitschen Bonds eenemjds
en door de hoven van Belgie, Frankrijk, Groot Brittanje, de
NederlandenOostenrijkPruissen en Rusland ter andere zijde
onderteekeoden waarin de goedkeuring en loerreding des Bonds
te kennen gegeven is tot de artikelen van het op den 19 April
tusschen genoemde zeven hoven te Londen gesloten verdraghet
Groothertogdom Luxemburg betreffendenademaal die akte de
goedkeuring der verschillende contracterende partijen heeft erlangd,
zoo zijn de ratificatien dezer akte van toetredingnamens den
Bond, den 8 dezer maand te Londen tegen de rarficatien der
andere genoemde Mogendheden uitgewisseld, eo deze laatste do
cumenten den 20 dezeraan de Bondsvergadering door haren
voorzitter overgelegd. Ook werd aan de Bondsvergadering kennis
gegeven van het voornemen van Z', M. den Koning der Belgen,
om een' diplomatischen agent van hoogeren rang bij den Duit
schen Bond te benoemenen :s de voorzitter hierop gemagtigd>
gewordenhet schrijven daaromtrent van den Koninklijk Belg!
schen minister van buitenlandsche zaken te beantwoorden op eene.
verbindende wijsen overeenkomstig de bedoelingen van Z M."
Frankfort, den 28 Junij HH. KK. HH. de Erfprins en
de Erfprinses van Oranje hebben den 26 dezer de reis van Stutr
gart naar 's Gravenhage aangenomenna een aandoenlijk afscheid
van het Koninklijk gezin, en begeleid worden door de zegen
wenschen der inwoners, die zich in grootèn getale bij het Ko
ninklijk paleis verzameld hadden. De stedelijke ruiterij heeft HH.
KK. HH. uitgeleide gedaan rot aan de grenzen der gemeente.
Z. M. de Koning vergezelt HH. KK. HH tor Ludwigsburg
Te Mainz, alwaar HH, KK. HH, nog eergisteren avond dach
ren aantekomeo zouden de personen van den Wurcemburgschen
hofstoet afscheid nemen van Hoogstdezelven, en zonden de per
soneo van den nederlandschen hofstaat aan de prinses voorgesteld
worden. HH. KK. HH, zullen aan her hof van Nassau eer»
bezoek van eenige dagen afl .ggen enna zich ook in andere steden
op hunneo weg kort opgehouden te hebben den 16 Julij te 's Gra
venhage aankomen.
Z K. H. de prins van jOranje heeft mede den 26, van Stuft
gart de reis aangenomen.
Een berigr uit Ahxandrie van 5 Junij, door de AUgemeine
Augsburger Zeitung medegedeeld, behelst her. volgende:
Bij een schrijven van den 't dezer geeft Ibrahim-Pacha aan
zijnen vader kennis, dat Hafis-Pzchs. uit Konstamioopel h« bevel
tot den aanval ontvangen had en dienvolgens van Aintab uit te
gen hem in aanrogt was, zoodat hoogstwaarschijnlijk de beide
legers weldra tegenover elkander staan en een veldslag oovermij;
Heilik worden zou. In alle plaatsenwaar de Turken versche*
nepwaren de overbedt n afgezet en aanzienlijke schattingen ge-
vorderdhier en daar was er ook geplunderdzpodat de inwo
ners, die tot hiertoe de Turken als hunne bevrijders van de Egyp,
rische heerschappij reikhalzend te gemoec gezien hadden... geviqgt
waren en Ibrahim Pacha om bescherming hadden gesmeekt- Ibra
him voegt bij zijn berigtdat hij tor nu toe. geheel verdedigenr
der wijs te werk was gegaan, maar thans dringend moe.st.ver.zoer
ken, om deze wijs van oorlogvoeren te mogen laten varen.
„Reeds gisteren was door een koerrier een soortgelijk berigt
hier aangebragt, waarop Mehemed-KW de eonsulsdervier grootp
mogendheden ontbood hun de ontvangen tijdingen mededeelde,
en verklaardedat hij nu niet langer in. zijne; vredelievende hou
ding kon volharden. Hét zou hem-niét moegelijk geweest zijn
de Turken, na hunnen overtogt over den Euphmresweder te
verdrijven; maar nu had zijne toegevendheid! ten gevolge, gehad
dat bijna het geheele vijandelijke léger im Syrië yo.nd en. thans
na zoö vele bewijzen van zijne vredelievende gezindheid gegeven
te hebben, kon hij niet langer dralen met, te zynereigene ver
dediging, de wapenen insgelijks op-te vatten,
„Op het gisteren avond mei de stoomboot uit Alexandres
ontvangen herige, dat Hafis-Pacha thans werkelijk den oorlog
verklaard had!, is dezelfde stoomboot heden weder derwaarts ver»
trokken, zoo men meent metj het bevel aan Ibrahim-Pacha, om
overeenkomstig toet de omstandigheden te handelen Heden is
in den raad over het uitzeilen der vloot beraadslaagd, maar be»
sloten vooreerst dep loop der gebeurtenissen af te wachten. om«
dat men de voornemens van de vereenigde Fransche en Engel
sche vloten nog.nkt kent. Inriisschen liggen alle de schepen zeiireê."
JfrattfsrijK.
Parqs, den 30 JunijHet hof der pairs heeft eergisteren
nog, na twee uren beraadslagens een lang gemotiveerd arresc
gewezenwaarbij hetzelveook krachtens de artikelen 226 30
en 307 van het wetboek van csiminele instructie, beveelt, met
voorbijgang van den eisch tot schorsingdoor den verdediger
Arago opgeworpen onni'ddelyk met de debatteD voort te gaan,
In de zitting van gisteren heeft de advocaat Dupont een ander
incident namens Martin Bernard opgeworpen, omdat deze hec
tjitstel van vijf dqgen tusschen de dagvaardiging en de opening der
debatten niet genoten had. Na zich een half uur verwijderd te
hebben, heeft het hof andermaal een besluit genomen waarin hec
ongegronde van den eisch werd aangetoond en bevolende debatten
yoort te zetten,
Alsnu werd tot het verhoor der getuigen overgegaan. De pre
sident van het hol wendde zich het eerst tot den hoofdbeschul-
dige Barbès. Deze vatte zelf het woord op en zeide hoofdza*
kelyk hec volgende:
Zoo ik opstais zulks niet om op uw verhoor te antwoorden
ik wif slechts mijne tegenverklaring doen; gij magtigt u aan onze
regters te zijn; gij zijt slechts een staatkundig tribunaalgij zyc
mijne staatkundige vijanden. Ik ben uw gevangene; gy kunc
over mijn hoofd beschikken, maar gij gevoelcdat ik u niets te
zeggen heb. Ik kom er voor uit, dat ik een der hoofden van
de beweging was., welke op den 12 Mei is uitgebarsten. Zoo
ik hier alleen s.tond:, zou ik geen enkel woord zeggenmaar ik
zie rondom mij burgersdie van eene misdaad beschuldigd wor
den, welke zij niet begaan hebben, en te dien aanzien ben ik
verpligt eenige inlichtingen te geven. Op den 12 Mei was een
groot getal leden van de associatien bijeengeroepen voor eene
wapenschouwingeerst eer plaatse op straat waar ik munitie had
doen komenhebben zij het doel van ons appel vernomen ik
heb hen aangespoord om de wapenen op te vatten door mij zijn
zij vnedegeslee.pt geworden. Wat den Jafhartigen moord betreft dien
de akte van beschuldiging mij ten laste leg:ik ben aan denzei
ven niet schuldig; men kan mij, zoo men wil, gelooven of
niet lk beo niet in staat om iemand te treffen dan in een open
baar gevecht en ik hoop dat het uit de daadzaken zal blijken
'dat niet ik den lutemnt Drouisseau heb neergeveld. Eene schan
delijke lastering wrijft mij deze misdaad aan, welke mij smart
zoo er in den loop van den opstand andere misdaden zijn begaan,
betreur ik dezelve; ik keur dezelve af en had geen bevelendaar-
toe gegeven
Voorts verklaarde Barbèsdat de uitgave van den Republi-
keinschen Moniteur vreemd aan het geheim genootschap was,
waartoe hij behoorde Dat dagblad, zeide hij, zette tegen de
genootschappen op her kondigde eene op handen worsteling aap
vermaande daartoe. Toen wij het gouvernement eenen slag heb
ben Willen leveren was het onze zaak nietde trompet op te
steken, om onze vijanden wakker te maken. Barbès voegde er
bij, dat hij niec wist dat Nougites (de beschuldigde die de ver-
'klaringen omtrent de maatschappij der jaargetijden derzelver in
deeling, enz. gegeven heefr) tot de associatien behoorde, en dac
hij nog op dit oogen'ohk daarvan onkundig was. Hetzelfde zeide
hij ren aaanzien van den beklaagde Bonnet.
Nadat Barbès gesproken hadgelastte de presidentdat Mar
tin Bernard voor het verhoor zou opstaEndoch deze verklaarde
dat hij niets zou antwoorden E^ne reeks van vragen werd als
nuzoo aan Barbès als aan Martin Bernard gerigr, maar bei
de weigerden eenig antwoord te geven. Daarop werd toe hec
verhoor der getuigen betrekkelijk de beide voornoemde fceschul-
digdtn overgegaan. In den loop van deze verhooren ontkende
intusschpn Martin Bernard nierdat de geschrevene statuten der
geheime genootschappen, die men in handen gekregen heeft,
dóór hem geschreven waren.
Heden is het getuigenverhoor voortgezet.
fijclgtc-
Brussel den 1 Julij. Bij voortduring geeft men zich alhiet
moeiteom onderteekeningen voor verzoekschriften cot het her
stel van den baron de Stassart in zijne betrekkiog van gouver
neur van-Brabaad te verwerven. Ook wordt er geld tot het slaaa