■bankiers» hóls Si n a aanteleggen gzeren weg plaats gehad. Daarj provinciën tot aan dé kust van Algiers heefc de gcneraal A^gwr? hec zich liet aanzien, dat de bureaux der ondernemers te klein gedurende den korten rijd van zijn verblijf te Constantine, ver* zouden zijn voor den te verwachten toevloed van inschrijvers had de vorst v. Schwarzenberg zijn zomer-paleis ter beschikking gesteld. De toevloed is dan ook zoo ontzettend groot geweest aat men de verzamelde menigte zonder overdrijving op meer dan 30,000 menschen schatte. Men heeft getrachc over muren heen te klimmendëuren opengedrongeoin een woordhet paleis als'tware bestormd. Een geheel bataillon grenadiers, detache menten ruiterij en 200 politie-dienaren hebben te vergeefs gepoogd de menigte in bedwang te houden. Ettelijke personeti zijn in het gedrang zwaar gekwetst; andere voor dood weggedragen. De inschrijving, die voor 5500 actiën geopend was, is spoedig vol geweesten de aandeden zijn tersrond tot 10 pc. premie verhandeld. Een Noordduitsch dagblad behelst hec volgende uit Frank fort, van den ir April Van verscheidene zijden poogc men thans de gesteldheidwaarin zich tegenwoordig de Nederlandsch Belgische zaak bevindt, immers voor de oogen des publieks verkeerd voor te dragen. Dagelijks heeft men een' geheelen vloed van geruchten over genoemde zaak doch hec blijkt, dat dat zij meer of minder uit de lucht gegrepen zijn. Wij zijn in de gelegenheid geweest, een' brief uit 's Gravenhage te lezen s van eene geloofwaardige hand, volgens welken de Londensche Conferentie nog geenszins hare werkzaamheden heeft hervat. De gevolmagcigden der groote Mogendheden in Londenbepaaldelijk echter die vati de drie verbondene Mogendhedenverwachten eerst nog verdere voorschriften van hunne hovenen vóór dat deze naar Londen gezonden wordenzal men in St. Pétersburg Weenen en Berlijn bijzond; re openingen van het 's Gravenhaag sche kabinet inwinnen en gelijk men met grond geiooven mag bij de toezending van de bedoeide voorschriftendie openingen in aanmerking nemen. Het zal nu geenszins er meer op aanko mepof men op bijzonderevan de 24 artikelen wezenlijk af wijkende, vorderingen van de zijde van Nederland zal beboeren acht te slaanwant het niet in overweging nemen van zoodanige vorderingen maakt de voorwaarde toe hervatting der onderhande Jirtgen uit; - maar men mag tevens met grond vertrouwen, dat de verbonden Mogendhedenja zelfs Engeland en Frankrijk, aan Belgie 'r buitensporige eis chert,welke niet berusten op de 24 artikelenmaar op de gevolgenwelke tot dus verre het status quo in de Nederlanden gehad heeftgeen gehooor zul. I n verleenen. Men mag met reden verwachten, dat men Bei ge* zal doen inzien dat hetdoor deszeifs nimmer teregtvadr digen omwentelingaan Nederland oneindig meer opofferingen opgelegd heeftdan Belgie thans regimatig, aan voorgeschoten renten vergoeden moet Naar alle waarschijnlijkheidzullen echter de onderhandelingen der Londensche Cenferentie over de Nederlandsche zaak nog zoo spoedig geen aanvang kunnen nemen vermits pok alvorens de overtuiging zal moeten verkregen zijn, dat die onderhandelingen het gewenschte doel zullen kunnen be reiken. Tot dus verre verneemt men ook nog niet, dat de LUxetn burgsche zaak bij de Bondsvergadering reeds ter sprake is geko men, noch ook, dat met de agnaten van het Nassansche huis weder dopr het 's Gravenhaagsche kabinet onderhandelingen zijn aangeknoopt. Van de verwachtigen wegens eene zeer spoedige bijlegging der zaak schijnt ook de Nederlandsche natie terugge komen te zijn. Daarentegen zou België gaarne, hetzij nog fan ger op kosten van Nederland teren, hetzij zich zoo goedkoop mogelijk uit de zaak redden. „Al hetgeen tot dus verre in de dagbladen is gezegdnopens de onderhandelingen, die te Berlijn zouden opgevat zyn, tot het stuiten van een handelstraktaat tusschen Prtrissen en Nederland schijnen geheel zonder grond te zijn; want de heer Roschussen dien men beweerd heefc, dat reeds te Berlijn zou aangekomen zijn, bevindt zich nog te Amsterdamen de heer Scherff y wien men voorgaf dat naar Berlijn, op weg was, heeft Frankfort nog niet verlaten." Van de Italiaansche grenzen wordt onder dagceekening van den 2 April gemeld „Uit Sicilië verneemt men, dat de Koning van Napels aldaar met groote gecsrdrift ontvangen was. De Koning had aan de S'cilianen vele vrijheden bijzonder wat den handel betrefttoe gestaanhetgeen een zeer goeden indruk gemaakt had. Kort voor zijne aankomst had te Palermo en Messina nog groote gis ring geheerschr en er waren zelfs ongeregeldheden voorgevallen waarvan men de herhaling thans niet zoo spoedig vreesde. Dat ram in Sicilië nog altijd aan de oude privilegiën gehecht isen de vereeniging met Napels als eene inbreuk daarop beschouwt, kan bij de bekende geaardheid der Siciüanen niet bevreemden. Maar met der tijd zal in deze denkwijze eene verandering plaats he'oben als men de overtuiging zal erlangd hebben, dat uit den nieuwen staat van zaken grooter voordeelen voor Sicilië dan voor Napels ontspruiten, vermits hec verkeer tusschen de beide landen thans geheel vig is. „Te Napels lijdt men nog aan de gevolgen van den strengen winteren onder de mindere standen heerschce wegens de duurte der levensmiddelen eenige ontevredenheid, die echter door deva< derlijke zorgen der regering weldra zal weggenomen zgn.*! Jxaufcrijü. Parijs, den 16 April. Men meldt uit Constantine, van den 3' AprilSedert de expeditie yan Me de a li en dé verkenning der schillende nieuwe togten gedaan, die alle welgeslaagd zijn. Hij ontvangt de onderwerping der Scbeiks, zendt detachementen af, om hen in naam van Frankrijk te installeren en houdc zich niet de definitive organisatie der provincie bezig. Ofschoon alom de volmaaktste rust héerscht, zoo heeft hij toch verzocht, dat de afdeeling een jaar lang de effective sterkte van 12000 man moge behouden. Deze magt zal op de volgende wijs worden verdeeid. Te Constantine de escortes daaronder begrepen 5000 man in de campementen van Ghelma, Dréan enz. 2500tei3ona2ooo; in de haven 200 man te Bougia 1800. Het garnizoen dier laatste plaats Zal provisioneel op 2500 man gebragc worden, waar, door men ernstige ondernemingen zal kunnen doen tegen de Mou zaja's, de eenige nog vijandige volksstam die op eenen afstand van Bougia verblijf houdende gemeenschap tusschen diepiéats en de volksstammen van hec binnenland onderschept, wdke volks* stammen zeer geneigd zijn om met ons vriendschappelijke :be:- trekkingen aan te knoopen. De maarschalk Valée heeft van zijnen kant bijna 15,000 man met de afdeeling van Algiers vereenigd. Een berigt uit Constantine van den 15 Maart luidt als volgtOnze troepen hebben dezer dagen een togt ondernomen, welke geenszins al die gevolgen heeft opgeleverd welke toer» daarvan zoude hebben mogen verwachten. Eené koilonoe van.; 1000 ruiters en 1000 man voetvolk, met 3 stukken berggeschuc is vertrokken, om eenen vijandigen stam op een afstand van 15 mijlen van de stad, te gaan tuchtigen. Onderweg heeft deze krij'gsmagc een zwaar on weder te verduren gehad, en daardoor tijd verloren, zoo dar de ruiterij het voetvolk vooruit faakreeti in een levendig gevecht gewikkeld werdalvorens de laatste te bestemder plaatse konde aankomen. Men rekent echter dat de Fransche troepen een twintigtal dou'ars hebben vernield. De kol?; Ionne is, met een twintigtal gekwetsten, teruggekomen. In middels heeft men kleine togten in den omtrek ondernomen, oai het land te verkennen en de bouwvallen gevonden van eene oude, stadniet verre van Milahte midden van eene Zeer vruchtbare vallei, welke een nieuw bewijs schijnen op te leveren, dac de voornaamste volkplantingen der Romeinen m dat oord in de provincie Constantine zijn gevestigd geweest." *s Gravenhage den 19 April. Van Schiermonnikoog worde van den 14 April gemeld Gisteren morgen is in onze nabijheid gestrand een brik. Da* delijk begaf zich de reddingboot der Noord-en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij aldaar geplaatst onder het geleide van dett plaatselijken bestuurder, den heer H. A. Zeilinganaar het schip tot twee reizen toe echter sloeg de zee haar vol water tot dac zij, des namiddags, eene derde poging deed om hec te bereikenw Doch in weerwil van alle hunne bijkans boven mensehelijk ver mogen ontwikkelde inspanningen en krachtenmoge hec den boe telingen niet gelukken, op het wrak eenig mensch te bespeuren; zijnde vermoedelijk de equipagie in zee verdronken i daar de beide sloepen van den brik sedert aan strand kwamen. Het schip heet gelijk uit de scheepspapieren sedert is geblekenChoicekapitein John Forstenkomende van Sunderlandgeladen met steenkolen \w: en gedestineerd naar Hamburg." De generaal-majoor Verveer is II, Zaturdag uit deze resi* dentie naar Helvoetsluis vertrokken, ten einde zich aldaar te be geven aan boord van den koopvaarder Rhoon en Pendrecht. Die schip zal, gezamenlijk met Zr. Ms, korvet Amphitrite en het transportschip Merwedebij de eerste gunstige gelegenheid de reis aannemen naar Sc. George d'Elmina en Santa Cruz op Te- neriffe aandoen, Genoemde generaal heeft, als een geschenk der Nederlandsche regering voor den Koning der Ashantynen medegenomen eene fraaije schilderij voorstellende dien generaal benevens den jeugdigen zoon en neef van den vermelden Neger* koningdie met den generaal Verveer uit Africa zijn gekomen en te Delft onderwijs genieten. Deze schilderij is met evenveel smaak ale keurigheid vervaardigd door den zich sedert eenige jaren in deze residentie bevindenden Radin Salèy welke javaansche prins zich, sedert zijne komst hier te lande, met geestdrift op de be oefening der schilderkunst toegelegden daarin groote vorderin gen gemaakt heefc. Qibtrjcrténttétt- Heden beviel van een* welgeschapen' ZOONW. 1YÏ ZU1JDWEGEchtgenote van Goes A. C. BREKER. 21 April 1838, Eenige kennisgeving. De ondergeteekende heeft de eer te berigtendat hij ontvangen heeft, een schoon Assortiment Fransche MEUBEL PAPIEREN en SCHOORSTEENSTUKKENtot civiele prijzen. J. p. DÈ WIJS. Korte Kerkstraat Ter Boekdrukerij van F. Kleeuwens en Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1839 | | pagina 2