N°. 33.
GOEJSSCHE
MAANDAG
t:
fpoa®i 155* -s
V#
'®4 Tv -v^ ;-
5%.-• vt--^
y^mrn.
COURANT.
BEN 23 APPJL.V
Besturen £it Qtbrninisteatiett.
HERIJK DER MATEN EN GEWIGTEN.
(iVervolg en Slot van ons vorig Nommerd)
Art. 9. Dien onverminderd zullen de Burgemeesters der Ge
meenten te platten lande, naar aanleiding van art. 62 en 87 van
het reglement op het bestuur te platten landeten minste vier
malen in het jaar gelijke visitatie doenen zorgendat afschrif
ten van de daarvan opgemaakte processen-verbaalovereenkomstig
laatstgemeld artikelaan den Staatsraad Gouverneur worden in
gezonden. En worden Burgemeesters en Wethouders dér Steden
üitgenoodigdom de vereischte orders re stellen, dat gelijke op
neming door den Commissaris van Poiicie of het Lid van he£
Bestuur hetwelk met de Poiicie is belast, worden gedaan.
Art. ro. Het worde aan alle op publiek gezag aangestelde of
beëedigde landmeters, wegers en meters verboden, eeflige certl»,
-ftcaten, weeg- of meetbrieven af re gevenwaarin de maat of
het gewigt anders dan in de nieuwe alleen wettige benamingen
is uitgedrukt; en zullen door dezelve geene andere dan de wet
tig erkende maren en gewigcen mógen worden gebezigd.
Art. 11. Insgelijks wordt aan de Plaatselijke Besturen Gods
huizen of Armbesturen en aan alle Ambtenaren en publieke ad
ministratien verboden eenige actenplansbestekken of bera
mingen te doen opmakenaan re nemen of daarop regard te slaan
in welke de hoeveelheden en afmetingen niet in de nieuwe maten
of gewigcen zijn opgegeven.
Art. 14. Aan alle ambtenaren, publieke administration en in
gezetenen binnen deze Provinciewordt by deze derzelver ven
pligting herinnerd, om de door hen gebezigd wordende maten
en gewigcen binnen den in art, 1 bepaalden termijn te doen herijken
bij gemis van welke formaliteit 4 de door hen gebezigd wordende
of in derzelver opene werkplaatsenmagazijnen of winkels be
vonden wordende maten en gewigcen in beslag kunnen worden
genomen, en degenen die bevonden worden dezelve te hebben
gebruikt, of in hunne opene werkplaatsen, magazijnen of win
ltels voorhanden te hebbenvolgens de bepalingenvap Zijner
Majesteits besluit van den 30 Maart 1827, (Staatsbladn.° 13,)
zullen worden verwezen in een boete van f 10,00 tot f 100,00.
Aan dezelve worden tevens herinnerd de bepalingen van art.
14^ van Zijner Majesceits besluit van den 18 December 1819,
(Staatsblad n.° 57,) volgens welke alles, wat met de maten
voor droóge waren in dat besluit opgegevenwordt gemeten
met den strykel behoorlijk moet worden afgestrekenen dus allen
die van zoodanige maten gebruik maken, ook van srfijkels voor
dezelve behooren te zijn voorzien, van welke die voor de hal
ve en voor de quart mudde ook moeten worden geijkt en geve
rifiëerdwordende de Plaatselijke Besturen, alsmede de Arron-
dissements ijkers aangemaandom voor de nakoming dezer ver
Ordeningen te waken, en daarop bij hunne visitatienvoor zoo
veel een ieder aangaat te letten terwijl van de bevinding te dezen
irt de bij art. 7 en 9 bedoelde processen*verbaal of relazen,
speciale melding zal moeten worden gemaakt.
Art. 13. Alle Ambtenaren en publieke Administratien worden
üitgenoodigd, aan de nakoming van het tegenwoordig besluit de
hand te houden en worden de Plaatselijke Besturen aangeschreven
om de Arrondissements ijkers in de uitoefening hunner fünctien,
zöo veel mogelijk, behulpzaam te Zijn, en speciaal op derzelver
aanvrage dadelijk den Commissaris van Poiicie, of daar waar
zoodanig Ambtenaar niet aanwezig is, of verhinderd wordt de
vereischte assistentie te verleenen, een Lid van het Plaatselijk
Bestuur te delegeren om dezelve bij de door hen voorgenomene
Visitatien van winkels en werkplaatsen te vergezellen.
Art. 14. Dit. besluit zal door insertie in het Provinciaal Blad
gebragt worden ter kennis van de Districcs-CommissarissenBur
gemcesters en Wethouders der Steden en Burgemeesters en Wet
houders of Assessoren der Sceden eti Gemeenten te pla ten lande
mitsgaders van de Arrondissements-ijkers tot informatie en narigc;
en wijders in de binnen de Provincie uitgegevene nieuwspapieren
worden geinsereerd en. door de zorg der'Plaatselijke Besturen
worden afgekondigd en aangeplakt in al de. Steden en Gétueenten
deze* Pcaviflcijete Tfyslken einde een genoegzaam aantal in plano
gedrukte exemplaren van hetzelve aan voornoemde Besturen, zal
worden toegezonden; zullende wijders-exemplaren Van dit besluit
worden rondgezonden aan den Heer Procureur Crimineel, de
Regtbanken van Eersten Aanleg en officieren bij dezelve en üan
de Vrederegters in de Provincie Zeeland,
Middelburgden 6 April 1838.
Gedeputeerde Staten voornoemd.
VAN VREDENBÜRCH.
Tt-r ordonnantie van dezelven
VAN DER liElM.
BESCHRIJVING der PATENTPLIGTIGEN.
publicatie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes.*
Gezien hebbende het Besluit van Ztjqe Excellentie den Heer?
Staatsraad Gouverneur, dezer Provincie dé dato 13 dezer maand
A. n w 34i43 4e. afdéeling (Provinciaal Blad n.° 42betrek
kelijk de Beschrijving dér Patentpligtigen voor het dienstjaar 1838.
Brengen bij dezen ter kennis van dé belanghebbenden
i.° Ten aanzien der Pacentpljgtigen in de 15 eerste tabellen
der wet van den 21 Mei 1819, omschreven.
Dat de verklaringen, ter verkrijging van Patent voor deze Pa-
tentpligtigènbinnen de Provincie zuilen worden uitgegeven van
den 7 Mei 1838, tot den 15 dier maand-
Dat die verklaringen behoorlijk ingevuld, zuilen moeten zijn
ingezameld en ingediendbinnen deze Stad op 'deö 46 Mei 1838.'
Dac de registers van gemelde Péfc ntpligtigén gesloten en daarna
geene verklaringen meer zulien worden aangenomen binnen dc4e
Stad op den 9 Jufiij daaraanvolgende,
Dat zij zich voor het Patènfregt van 1838, zullen behooren
aancegeven bij het bestuur der plaats waar zij zich zullen bevin
den en wel van den 7 tot d-n 9 Mei van dat jaar, onder over»
legging van eed biljethetwelk daartoe bij die BéSturen verkrijg
baar gesfeid is.
Dat het Patantfegt door hen zal móeten worden voldaan ten
kantore van den Ontvanger tér plaatse van de aangifte en wel
in eens voor zoo ver che plaats niet is, of die van bun vast ver
blijf of de vaste legplaats van het vaartuig of wel eindelijk die
alwaar het bedrijf wordt uitgediend,' doch anders bij twaalfde ge
deelten.
Vervolg én Slot hierna
mm'WSTl JWNGEN.
FRASJkfoRf, döii 15 April, Een geacht Duitsch dagblad*
hetwelk meermalen berigten over de zoogenaamde Keulsche zaak
mededeelt, die het kenmerk dragen van afkomstig te wezen var*
eeoe officiële zijde, behelst thans een berigt tlie Dusseldorp, waar
in hoofdzakelijk het volgende voorkomrï
Een onlangs bij den priester Bintêrim te Bilck (een dorp
qabij Dusseldorp) plaats gehad hebbend regtcrlijk onderzoek
tot hetwelk de ontdekking van schriftelijke woelingen en verbind*
tenjssen met de ultra-montaanschs drukpers, te Sittard aanleiding
had gegeven, heeft geleid tot zeer gewigtige ontdekkingen in de
zoogenaamde KeulsChe zaak, welke niet slechts de maatregelent
onzer fegering tegen den aartsbisschop op eene glansrijke wijze
regtvaardigenmaar ook allen wien de zaak des Vaderlands en
de menschheid maar eenigzins ter harte gaat, van welke geloofs.
belijdenis zq ook zijn mogen, de oogen moeten openen.
„Er zijn namelijk bewijzen gevonden, dat men vóór alles er
op uic was, om de Jesuicen binnen !e,smokkelen rot welker over
komst bepaaldelijk uit Belgiezorgvuldige betrekkingen aange
knoopt en priester plaatsen opgehouden werden, en welker huis»
vesting te Keulen en Bonn afgesproken was, terwijl men te Kéu»
len jongelingen voor die orde opleideen in Bonn aahkomendö
theologen voor dezelve aanwierf en met deze jongelingen een
geloofsverbond" sloot, en hen dan met de reeds aangekomene
en uit Belgie en Rome nog te verwachten Jesutten in betrekking
stelde. Tevens werden overal missionaris genootschappen opge-
rigt en verbreid, en, als een hulpmiddel ter bearbeiding van den
grooren volkshoop, bedevaarten ingevoerd. Het middenpunt was
de kapellaan M-^-sde draden strekken zich echter uit tot in
Belgie, Munchen én Hildesheinr; de aartsbisschopofschoon
openlijk misbruikt en verleidt, wist niets daarvan.
Daarbij was de dagblad Correspondentie geregeld, eft san de
verbondenen bijzonder aanbevolen, om, vooral ten aanzien van
Belgie, deze stelling op den voorgrond te plaatsen dat elke
beperking en belemmering der kerkelijke overheid, gelijk mede
de opheffing van den band der onvoorwaardelijke gehoorzaamheid
jegens de bisschoppen en den pausde grondslagen van den staat
moest ondermijnen," Dat men in dit opzigt nergens nalatig is
geweest, biïjkc sederr jaren openlijk; al de dagbladen, die be
kend zijn als Behoorende tot de partij der Jesuiren(en dat zij
daartoe b&hooren kunnen wij op grond van bewijzen verklaren}
hebben in dien geest geschreven
Den 9 dezer heeft te Weenen de openlijke inschrijving
voor de deelneming aan den van die stad naar Ratbdoor het
'.<"A *..W* H%
2,0 Ten aanzien der Patenrpligrige Schipperseigenaaars en
directie voerenden van Binnenschepen Schuiten én Vaartuigen
vermeld in de 16de Tabel der wet van den 6 April 1823.