tötfge kamer zijn er 42 niet herkozen, van de 213 der coalitie 34 het n^tniscerie telde 31 nieuwe afgevaardigden, tie coihtie 37, Het blijkt, dat de nederlaag, ofschoon dan ook Op zich jièive weinig xe beduiden, welke het ministerie aldus bij de ver kiezragen geleden heeft, hetzelve heeft doen besluiten, om des zelfs ontslag te -nemendaar het begrepen heeftin dezen stand zaken, niet langer, met hoop op goed gevolg, aan het bestuur te kunnen blijven. De Koning heeft dit ontslag aangenomenen daarop den maar- Schalk Soult doen roepen, die zich heden middag bij M. zou vervoegen. Het Ochtendblad hetwelk tot dusverre met veel begaafdheid en klem de zaak van den minister Molé had Verdedigdbevat beden een vertoog, de strekking hebbende, om de zegekreereq, 'welke de coalitie bladen bij deze gebeurtenis op nieuw aanheffen, «enigermate te rempefen. Daarin worden de stemmenwelke de coalitie gewonnen heeftVóö'ral geweten aan de rampzalige verdeeldheden der ministeriele of constitutionele partij In dat vertoog Worde verder gezegd, dat de uitslag der verkiezingen 'den revolutionairen geest opgewekt en dé dikwerf beteugelde Woelzieken .onrbrefdeld heeft. De coalitie dus leest men in dit vertoogzóu wel wiU jen doen geloovendat het hier alleen een' pdlttieken strijd gold die sleChts tusschen de afgevaardigden en kiezers was gevoerd. Dochhelaaszoodanig is hei in ons VaderHnd nog niet ge steld. De lava is nog naauwelyks bekoeld men kart er nog biet met vertrouwen Op planten en zaayepi De vlam Woelt nog onder dien bedriegelijkèn bódemwelken men niet moet door graven. Laat ons het niet ontveinzen, lang nog zullen in Frank rijk zakendie blóot staarsgeschillen schenen te zijn die heden of jmorgen zouden worden beslecht, revolutionaire vraagstukken blijven. „Ofschoon de uiterste partijen eenige stem theft in de verkie zingen hebben gewonnen, zijn zij intüsschen nog te zwak in de kamer, om *s lands welzijn op het spel te zetten. Zij zijn m'ag- zig genoeg om te dreigen; niet, om eenig wezenlijk gevaar, éenige hinderpaal daar te stellen de vrienden onzer instellingen, 'gen zijn nog de beschikkers over den toestand des Vaderlands nis zij willen. licbcviattbctn 's Gravznhagé, den 12 Maart. Gisteren morgen is Z, ïC. H. de Prins van Oranje uit deze residentie naar Noord.Braband vertrokken. In den avond van den zijn onderscheidene couriers uit Parijs te Brüssel aaogekomen, welke voor het bewind aldaar bestemd waren. Andere zijn doorgereisd, zich naar Holland begevende. Volgens de thans oncvangene Belgische bladen van den n Maart, zag men de 2itting der kamer van vertegenwoordi gers van dien dag met eenige belangstelling te gemoeteensdeels omdat eenigen der-voornaamste sprekers, zoo als de heeren Ro gierMetzDumortierGendebien en de Foeretot de eerst ingeschrevenen behoorden, om zich over het vraagstuk wegens het eindverdrag te doenhooren; anderdeels omdat de voorstanders der verwerping van het eindverdrag zoo men meendeeene krachtige poging zouden dóen, om een besluie tot het uitstellen der beraadslagingen uit te lokken. In den Belgischen Moniteur wordr thans een vrij belagchelijk verzoekschrift van zekeren Herpainheelmeester te Genappe, aan de kamer van vertegenwoordigers medegedeeld. Met grooren omhaal van woorden verklaart deze man zich voor den vrede, doch oppert tevens het denkbeeld om voor de broeders üit Limburg en Luxemburg die Belgen wilden blijven eene som van 200 miilioen franken uit 's lands schatkist toe te.staan; welke som tot het vestigen van eene wijkplaats oi kolonie Cchamp d'asilej voor zulke landverhuizers in het midden dér Kempen zou worden besteed. Die kolonie zou in allen opzigfe aangenaam moeten worden ingerigczoo mogelijk door kanalen doorsneden Worden en vooral ook door hei aanleggen van wegert zeer toegankelijk moeten zijn. Den tijd van tien jaren wilde de heelmeester aan de Limburgers en Luxemburgers toestaan otii zich over de vraag, of zij zich in de wijkplaats wilden neder zetten te bedenken. De maatregelvolgens welken Bartels in zijne gevangenis buiten allen toegang wns gesteld, is thans opgeheven. Een der belgische bladen dat zich mede zeer beklaagt over de langwijligheid der discussien in de Kamer, en die ook „Meermalen zulleti wij tefügkömen op de betreurenswaardige t0fss!?r^c aan de 1jdele hooP >dat FrankrÜk van zijne politiek gevolgen der coalitieop de rampenwelke zij heeft voorrge tragtop de ongelegenheden, waarin zij het land en zich Zelve gedompeld heeft. Mogt zij slechts een vernieliogs werktuig zijn dat voor deszelfs aatjleggers het meest verderfelijk is Na ge èfegd te hebbendat de coalitie zich buiten den kring der staats regeling van 1830 gesteld heeft; dat de uiteenloopeflde partijen waaruit dat Verbond bestaat, na de overwinning eikander jiet aandeel van den buk zullen betwisten en dar dan het land zal kunnen oordeelert, besluit het blad aldus: „Ja! het land zal uit de twisten der coalitie lessen van wijs bi-id putten en de straf ziendeden misslag weren te beoor deelen. Wij slaan inzonderheid op de toekomst het oog. Wat zal de kamer doen Welke meerderheid zal aldaar bestaan Welke jrigting zal zij aan bet nieuwe ministerie geven? Dit zijn de vra gen, welke wij doen, omdat zij van heden en van morgen zijn. Wat de vragen van gisteren betreft, wij zullen er liefst niet op terugkomen. Wij willen gaarne den kring van het verledene af. sluiten, Slechts om er eenige lessen en vermaningen uit te ont leenenzullen wij daarop de aandacht vestigen. Het algemeen gemeen gevoel van regc, de gebeurtenissen Zelve zullen bij eenige mannen de billijke en verschrikkelijke verwijten doen oprijzen, ■Welke zij hebben verdiend. Hunne jongste bondgenooten zullen ken die berokkenen; reeds zijn zij daarmede bezig De bladen welke de staatkunde van het nu aftredende kabinet voorstaanverzekeren dat, terwijl de coalitie onregcvaardiglijk 'Jiet ministerie Molé te laste legt, van zich bij verkiezingen aan groote kuiperijen te hebben schuldig gemaaktdeze zich daar san met der daadop vele plassen heeft vergrepen. Dit zou bij lier onderzoek der geloofsbrieven blijken. Onder de geruchten van den dag behoorrnog, dat de Ko tiing gaarne den voorzitter Dupin die zich óp zijn landgoed bevond, doch den li te Parys verwacht werd als lid van bef nieuwe bestuur zou zien optreden, en dat Z, M. ook op het behoud van den tegenwoordige» minister voor her zeewezen ad miraal Rosamely als zoodanig prijs stelt De heer Odillon Bar- rot, de leider van een smaldeel der linker zijde in de kamer, dat almede tegen het ministerie Molé zaamgespannen is geweest •wjordt door sommigen als de aanstaande voorzitter dier kamer gedoodverwd Den 11 hield men het 'te Parijs voor zeer mogelijkdat de bijeenkomst der wetgevende kamers die op den 26 Maart be paald is, nog een tiental dagen zou worden verschoven. „In den avond van den 10 heeft te Parijs eene bende personen van de lagere volksklasse met een driekleurig vaandel de straten der wijk doorloopen die meer bepaald door studenten bewoond wordten daarbij de kreeten van Leve de republiekWeg wet Lodewijk Philips doen hooren. Een dertigtal dezer on rustssokers zijn gevat. In den nacht van den 10 op den nden zal afwijkenen zijne rust en belangen op het spel zal zetten, enkel om de eischen der Belgen te ondersteunen voorspelt dat zoo er eene beweging in Frankrijk ontstaac, en België daarvan de oorzaak is, men duizend tegen één kan wedden, dat die be- weging nooit zijn zal om het belgisch grondgebied ongeschonden te houdenmaar wel om dat grondgebied te bezettendaar men in Frankrijk geenszins het verlangèn ontveinst om Belgie in te lijventerwijl de Belgen daar hoogst Zelden blijken van een belangeloos medelijden en zuivere ridderlijke gehechtheid hebben ondervonden. Qtb&èvtmixen* y*. ^*.,1 «vt* li..", w.ii .v uv.il j: 1 uctj De Notaris D. J. VAN DER HORST SERLÊ, residerende binnen Middelburgzal. op Woensdag, den 27 Maart 1839, des voormiddags ten elf urenin het Nederland-- sche Logementin de Abdij, binnen Middelburg voornoemd, in het openbaar bij opbod en afslag, Verkoopen i« Een WOONHUIS en ERVE genaamd de Wenteltrapmet de daaraan belendende WERKPLAATS of SCHUUR, staande en gelegen ïn-de Voorsrad der Stad Goesge merkt E N 0 119, bewoond door Anthonie Caboqrt. Een WOONHUIS en ERVE, staande en gelegen op dert Dorpe s Gravenpoldergemerkt B, N,° 43; 5. Een WOONHUIS en ERVE staande en gelegen bij den Dorpe V Gravenpoldergemerkt C. N.° 65. 6. De HELFT in 1 Bunder10 Roeden 82 Ellen BOUW LAND, gelegen in de Gemeente *s Gravenpolderin Pacht bezeten wordende by Pieter van Lif.re tot Sint Catharina 1842. 7. 20 Roeden, 40 Ellen BOUWLANDgelegen in de Gemeente s Gravenpolderzynde buiten Pacht. De voorwaarden van Verkoop zullen gedurende acht dagen te voreo ten Kantore van den bovengenoemden Nocatister lezing liggen, In het laatst van deze Maand, of in het begin van April 1839 tijd en plaats nader te bepalen,) zal men Publiek pre senteren te Verkoopen, zoo in Perceelen als in Massaeene HOFSTEDE onder Nissemet ruim 22 Bunders LANDE- kazernen onder de wapenen gebleven, en den volgenden avond zouden alle de wachtposten verdubbeld worden. De revolution, naire bladen schrijven, loffelijk er gewoonre, deze onrustige be wegingen aan geheime oprirtjingen van het miniserie Mold toe 1 Zijnde dezelve inmiddels uit de Hand te Koopente bevragen bij den Éigenaar en bewoner JOHANNES WITTE Ter Boekdruhk.er.ij van F, Klbeuwens en Zoon» O 7f»l f»n 7l1n« rllcr on ha\or> rran nr\ No. «oof „.1 ■s' zijn een gedeelte der troepen van de begetting van Parijs in de RU&N- 2. Een WOONHUIS en ERVE met de daaraan belendende TIMMERMANS-WINKELstaande engelegen op den Dotpe s Gravenpoldergemerkt A. N.° 17, bewoond door Johannes Heijlman en Jan Meijer. Een WOONHUIS met STAL, ERVEN en o'aaraan be lendende KEETstaande en gelegen op den Dorpe sGra venpoldergemerkt B. N.° 41.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1839 | | pagina 2