N°. 01. GOESSC5IE MAANDAG tÊtfÖQjjr |A| *'E ;B COURANT, DEN 12 NOVEMBER. m¥( ','Vkt Bidtitrcn m QGmriuisfr.iticti. PUBLIEKE BESTEDING Het KOLLEGIE van REGENTEN over het Huis van Ar rest te Goeszal op Vrijdag den 16 November 1838 des na middags te een ureten Stadhuize aldaar, onder nadere appro batie van Hoogere Autoriteitpubliek en aan den minstaannemende trachten Aantebesteden Het verzorgen van alle Genees- en Heelkundige-diensten de Bekostiging der Medicijnen aan de Gevangenen behoorende tot het Huis van Arrest voornoemd, gedurende denjare 1839, vol- ens de voorwaarden ter Stads Griffie ter lezing liggende van he tien af tot den dag der besredingdagelijks, uitgenomen des Zon dags's voormiddags van tien tot twaalf uren. Goesden 8 November 1838. Het Kollegie van Regenten voornoemd H, VERSCHOOR, van Nisse. BEK'ENDMAKI N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dien, gezien het rekest van Cornells Frederik yan Ettingerwonende binnen deze Stad aan Hun Ed. Achcb. gepresenteerdter bekoming van consent tot het inrigten van het woonhuis staande in de Wijngaardstraat dezer Stad, wijk A. n.° 188. tot eene Slagcerij, Overwegendedat tot het opmaken van het Proces Verbaal de commotio et incommodogevorderd bij Art. 4 van Zijner Ma» jesceits besluit van den 31 januari) 1824 Staatsblad n.° 19,) de bewoners der naastgelegene huizen in hunne belangen moeten worden gehoord. Roepen bij deze op, de bewoners of eigenaars der gebouwen gelegen naasc of nabij het opgegeven woonhuis, wijk A. n°. 188 binnen deze Stad om op Zaturdag den 17 dezer maand, des middags re twaalf uren, ten Stadhuize dezer Stad te compare ren om ter zake voorschreve in hunne belangen te worden ge boord, en dat gene te kennen te geven wat zij zullen vermee* ren te bchooren. En zal deze door insertie in de Stads Courant worden open baar gemaakt. Goes, den ro November 1838. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. H. VERSCHOOR,.van Nisse Ter ordonnantie van Dezelven De Stads Secretaris L. D E F O U W Jz. NIEUWSTIJDINGEN. 3uttschl.mil. Berlijn, den 4 NovemberIn de jongste brieven uit St. Pe tersburg, van den 27 der vorige maandworden eenige bijzon derheden medegedeeld nopens de wederopbouwing van het in het vorige jaar door de vlammen vernielde Keizerlijk winterj paleis. Daaraan arbeiden dagelijks eenige duizende menschen, en vorderd het werk met onbegrijpelijke snelheid; van buuen is het bijna geheel voltooid Voor eenige dagen had Z M. de werkzaamheden bezocht en hoogstdeszelfs bijzondere tevredenheid daarover betuigd. Men vernam met zekerheid dat de groote receptiezaal voor hooge staatsbeambten met Paschen r 839 in ge reedheid zou zijn. De vorige week was de nieuw benoemde Engelsche gezant, markies de Clanricardete Petersburg aan gekomen. Graaf Stroganojf was mede van zijne buitengewone zending uit Londen teruggekeerd. De minister van buiten landsche zaken, graai Nesselrodey had zijne portefeuille wederom aanvaard. Uit Stokholm wordt gemelddat zichin den atgeloopen zomer, in de Oost-zee zee roovers vertoond hebbenen cat over al de kusten van het eiland Gothland geleden hebben door plun deringen van bewoners van het russische eiland' Oesel. Op de deswege door de zweedsche regering gedane klagten, heefc de russische regering nu eene gestrenge vervolging van de zeeroovers bevolen en omstreeks 100 bewoners van het eiland Oeselals schuldig aan die zee rooverij en plunderingenin regien doen betrekken. Jfrawkvijfc. Parijs, den 6 November. Koning Lo dew ijk Philips zoo dim dag of den volgenden uit Fontainebleau naar de hoofdstad terug keeren. Gedurende Zijner Majesteits verblijf te Fontaine bleau heeft dezelvemet sommige leden van zijn gezin verscheid dene wandeitogtjes te paard door de naburige posschen gedaan en daarbij het Arabische ros beredenhetwelk Abd-el-Kader voor eenigen tijd aan den Koning ten geschenke heefc gezonden. Deze bijzonderheid strekt wel tot volkomene wederlegging eer verhalen, welke sommige Parijssche bladen nog dezer dagen, we gens den bedenkelijken ligchaa'nrs-toestand des Konings in omloop hebben gebragt, en die zij, hoe dikwijls ook wedersproken, halstarrig telkens op nieuw opdisschen. Bij voortduring verwijten de Fransche bladen der tegenpartij aan het ministerie, dat het de Prinses von Beira en den oudsten zoon van D Carlos vrijelijk door geheel Frankrijk heefc laten reizen en den overtogc dier beide vorstelijke personen over de grenzen van Spanje niet belet heefc. Sommigen dier bladen heb ben zelfs daaruic afgeleid dat .het Fransche kabinet de tegen woordigheid der Prinses'en van den zoon van D. Carlos inSpan* je gaarne zag en daarop ontwerpen tot het tot standbrengend eener schikking tusschen de beide strijdende partijen ia dat lantf bouwde. Die laatste gissing is reeds meermalen door de tolken van het ministerie met kracht afgewezen. Alhier is. in den oUderdom van 78 jaren, overleden de heer Henri de la Rivier e, oud lid der wetgevende vergadering en der nationale Conventie. Gelijk bekend is heeft die heer in de beruchte zitting, waarbij de dood van Lodewijk XVI ge stemd werd, met kracht het woord gevoerd, en zich tegen dit rampzalig vonnis met bewonderenswaardigen moed en welsprekend heid! verklaard. De monarchalen verzekerendat de geruchten nopens de door Cabrera gepleegde wreedheden, ongegrond eo alleen door de spaansche bewegingsparrij zijn ui'gestrooidom de menigte in beweging te brengen. De ministers der Koningin hebben aeu generaal van Halen stellige last gezonden, om den moord der Carlisten te wreken en de schuldigen op eene voorbeeldige wijze te doen straffen, Intusschen is ook in Madrid eene poging aan gewend om de menigte in beweging te brengen. Dezelve is wel is waarverijdelddoch men is niet zonder vreesdat zij nog menigwerf zal worden herhaald. Narvaez is den 28 naar Cambonchel vertrokken. Zijn leger lag echter nog grootendeels in en om de stad. 'sGravènhage den 8 NovemberDe navolgende berigten uit de Oostindische bezittingenzijn hier te lande ontvangen De staat van zaken in de Padangche,bovenlanden5, en in de Tigablas Kocta's blijft bij voortduring gunstig. Eene mobile co- onne, onder bevel van den majoor Westenberghad hare ope ratie noordwaarts tegen het Inlandsch hoofd Tamboesy voortgezet met dat gevolg dat eerst eene vijandelijke versterking aan den 'inkeroever der rivier Vasak gelegen, ca eenen vrij hardnekkigen tegenstand, in handen is gevallen van den 2den luitenant Bau i», die het bevel voerde over de voorwacht van de bedoelde expeditie, terwijl later de onzen zich meester hebben gemaakt van des vijands versterkte positie te Loeböe-Ontéwaarbij dé majoor Westenbergen na hem nog zes onderofficieren en man schappen zijn gewond geworden, behalve, dat men hec verlies van den 2den luitenanc Latour te betreuren had. „Zr. Ms. fregac de Zaanwas op den n Mei, van eenen kruiscogt om den noord, eer reede Padang teruggekeerd, en had op deszeifs reis Tapanoelie!, Baros, Tapoes en Sinkel aangedane. De commandant van dat vaartuig moet de bevolking van her rijk van Archin in eene zeer vredelievende stemming jegens het Ne- derlandsch gouvernement gevonden hebben. ïn het Palembangsche heeft nog geene verandering in den ongunstigen scaat van zaken aldaar plaats gegrepen. Van de hoofd plaats Palembang, alwaar Zr. Ms korvet Castor op den 23 Mei was aangekomen, was den 12 bevorens eene mobile colonne, sterk 287 officieren en manschappen met 80 praauwen naar Mocare Blitie vertrokken. Deze expeditie sehïjnc in verband ia staan met de voorgenomen vereeniging der residentie Palembang met de afdeeling Benkoden daar dezelve vergezeld was van de daartoe door den gouvfrneur generaal benoemde commissie. „De tijdingen uic de Molukko's, die tot den 9 Mei. jl. waren ontvangenluiden over hec algemeen niet gunstig over de aldaar hcerschende ziekte. Te Amboina woedde dezelve steeds voort en was de sterfte onder de inlandsche bevolking en Europesehe bezetting vermeerderd. Onder de overledenen worden genoemd de kapitein Beer en de luitenants Zweserijn en Valkenier Ooft de predikant Vtekmansdie bij de schipbreuk van hec stoom schip Willem I tegenwoordig is geweest, was onder de ziekre bezweken, De staat der gezondheid van den gouverneur der

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1838 | | pagina 1