N°. 84.
GOESSCHE
1838;
COURANT
VRIJDAG
z'
W.
DEN 19 OCTOBER*
l&issUtvtn jen Qlbmitifettf&tifiii»
PUBLIEKE BESTEDING.
Het Kollegie van Regenten over het Huis van Arrest ce Goes
zal op Donderdag den 8 November 1838, des namiddags te
een ureten Stadhuize aldaaronder nadere opprobatie van hoo
gere Autoriteit, publiek en aan den minstaannemende trachten
Aancebesteden
Het Onderhouden der Gevangenenin het Huis van Arrest
voornoemd, gedurende den jare 1839, bestaande in Voe
dingt LiggingBewasschingy Verzorging der zieken en
eenige bijkomende Artikelen omschreven in de voorwaar
den van Aanbesteding, zoo als dezelve van heden af ter
Stads-Griffie ter lezing liggen, dagelijks uitgenomen des
Zondags's voormidbag van tien tot twaalf uren
Goesden 18 October 1838.
Het Kollegie V3n Regenten voornoemd
J. H. VERSCHOOR, van Nisse^
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER bn WETHOUDERS der stad Goes
en ressorte van dien
Gezien het besluit van Zijne ExcelL den StaatsraadGouver
neur van de Provincie Zeelandvan den x October 1838, A.
n.° 10452. 4de afdeeling, Provinciaal Blad n.° 88.)
Herinneren bil deze de Ingezetenen dezer Stad en Gemeente
aan de bepalingen van Art, 27 en 42 der wet op de Personele
Belasting van den 29 Maart 1833, betrekkelijk de belasting naar
tydsgelang en de Suppletoire aangifte luidende als volgt:
Belasting naar tijdsgelang.
Art. 27. Zoo wanneer een Perceel, hetwelk op den 15
Mei niet in gebruik was, of ook een woonhpis, op hetzelfde
tijdstip enkel en op den voet bij de laatste zinsnede van Art. 26
2 bepaald, door eenen huisbewaarder bewoond zijnde, gedu
rende den Joop des dienstjaars betrokken, in gebruik genomen of
van mobilair voorzien wordtzal de Beiasring, volgens de vier
eerste grondslagen naar de hierboven bepaalde regelen, deswege
moeten worden voldaandoch slechts naar gelang van dat ge
deelte des dienstjaarshetwelk op het tijdstip der in gebruik ne
ming betrekking of meubilering, overig blijft.
2. Ingeval de Belastingschuldige welke zoodanig Perceel als
hij 5 bedoeld, aanvaardt in het dienstjaar.bereids wegens een
ander Perceel was aangeslagenen hij dit tot dien tijd toe door
hem gebruikte Perceel verlaat met wegvoering van al'e roerende
goederen hoe ook genaamden zooder achterlating van huisbe
waarder of van andere personen in zijne dienstzal het bedrag van
den te zijnen nameop het Kohier gebragcen aanslag ,fvoor al de vier
bedoelde grondslagen gezamentlijk eu in evenredigheid van het
'nog te verloopen tijdvakworden afgetrokken van dat der op den
voet als boven te doenen aanslagszonder dat, indien deze aan
slag minder bedraagt dan den vroegerener eenige ontheffing zal
kunnen worden gevorderd,
CVervolg en Slot hierna
NIEUWSTIJDINGEN.
««taaa&sa-»'
IDuitöfiïiï«utb.
Frankfort den 14 October. De Allgemeine Zeitung geeft
het volgende schrijven uit Posen van den 28 September:
„De hoop opeen spoedig herstel van den Kerkelyken vrede
waarmede men zich bier een tijd lang gevleid heefc, verdwijnt
weder meer en meer, want van week tot week hebben er voor
vallen plaats, die de breuk gedurig erger doen voorkomen. De
heer yon Dunin gedraagt zich wel is waar sedert eenigen tijd ge
heel lijdelijk maar rhans zijn het de geestelijken van minderen
rang, die zich tegen de verordeningen van het wereldlijk bestuur
aankanten. Zoo heeft werkelijk in de laatste weken meermalen
het geval plaats gehad, dat alle prorestanrsche doopgetuigen bij
Katbolijke doopelingen door de priesters onvoorwaardelijk werden
afgewezenhetgeen onder de niet Katholyke ingezetenen eene vroe
ger ongekende verbittering heeft doen ontstaan, die te natuurlij
ker schijnt, wanneer men bedenkt, dat in de grootere steden en
met name hier in Posen een groot gedeelte der ingezetenen in
gemengd huwelijk leeft. Ook vermenigvuldigen zich daar onze
regering tot biertoe nog geene daden van ongehoorzaamheid ge
straft ïieeftde gevallen, dat de geestelijken, bij de inzegening
van gemengde huwelijken, zich niet meer vergenoegen met de
mondelinge belofte dat alle kinderen in de Katholyke godsdienst
Zullen opgevoed worden gelijk toch de door den Aartsbisschop
deswege gegeven verordening voorschrijftmaar uitdrukkelijk eene
schriftelijke verklaring daarvan eischen en ingeval van weigering
de kerkelijke inzegening van het huwelijk volstrekt weigeren.
Een geval van dien aard, hetwelk dezer dagen bij Bromberg
heeft plaats gehadbaart hier buitengewoon veel opziens. Zekere
heer van Miaskowskiwilde zich met zijne Protestantsche bruid
door den Katholijken pastoor van zijne woonplaats laten trouwen
en legde de mondelinge belofte af, dat hij de uk zijn huwelijk
geboren kinderen in de Katholijke godsdienst zou laten opvoeden
gelijk de burgerlijke wet dit ook aan de Katholyke vaders voor
schrijft maar de priesters vorderde een schrifrelijken eeddien
de heer van Miaskowski weigerde. Het vrij langdurige geschil
dat hieruit ontstondeindigde daarmededat de heer v. M. zich
tot den Ëvangeiischen geestelijke der plaats begaf en tot de
Evangelische kerk overging. Wat de houding onzer regering te
midden van dit alles becrefr, is het genoeg aan te halen, dar zij
op dit oogenblik alleen in het regerings-discrict Brombergwaar
de Evangelische en Karhoiijke bevolking nagenoeg even talrijk
zyn, drie Katholyke en drie Evangelische kerken nieuw iaac
bouwen.'
Uit Zwitserland meldt men, dat, ter gelegenheid van de
gewapende demonstratie der Franschen regen de westelijke gr en-
zen van dat gemeenebesr, ook bij de Ooscenryksche krygsmagc
nabij de grenzen bewegingen hebben plaats gehad.
Het dagblad van Augsburg behelst het volgende berigt uit
Odessa, 23 September:
De ooriogs-toerustingen worden hier onvermoeid voortgezet.
Voor eenige dagen heeft er eene algemeene wapenschouwing der
bij Wosnes'chensk zamengecrokken Jeger-afdeeling plaats gehad.
Een aantal oorlogsvaartuigen is weder naar de Circassische kust
vertrokken, om de blokkade dier kust met nog meer nadruk te
handhaven. De verschillende corpsenwelke allengs in het zui
den des rijks, van den Pruth tot aan de noordelijke punt van de
Kaspische zeeaangekomen zijn bewegen zich langzamerhand
naar de uiterste grenzen. Men verkeert hier in gespannen ver
wachting, en ziet met ongeduld de gevolgen der bestaande ver
wikkelingen te ge'moec. Engeland heeft Rusland in Konscantinopel
verdrongen. De baron Rückmanndie gedurende de afwezig*
heid van den heer van Butenieff als zaakgelastigde van Rusland
aldaar verbleven wasschijnt den naderenden storm nier voorzien
of de noodige bekwaamheden niet gehad te hebben om deszdfs
uitwerking onschadelijk te maken. Voor een oogenblik hebben
wij voor de kuiperijen van Engeland moeten onderdoen; weldra
zal het blijken of het den heer Butenieff (die volgens de laatste
bercgten weder in Konstantinopel aangekomen en bij zyn eerste
gehoor door den Sultan met groote onderscheiding ontvangen was)
gelukken zal de positie weder te hernemen, die de heer Rück
mann genoodzaakt werd op te geven."
De Oostenrijksche internuncius in Konstantinopelde baron
y. Sturmerheeft den 3 dezer de terugreis uit Weenen derwaarts
aangenomen.
Londen, den 14 October. Eergisteren heeft ons bewind een
tractaat van koophandel, hetwelk den 17 September te Milaan,
door prins Metternich en onzen gezant, sir Fred. Lambtus*
schen dit Rijk en Ooscenrijk gesloten is, geratificeerd. Demi»
nisterie/e bladen merken aan, dat die verdag op zich zelf niet al
leen hoogst belangrijk is voor den handelmaar dat het sluiten
van hetzelve aaritoonr, dat het ministerie der Whigs niet zoo on
vermogend is. om met de oude mogendheden van het oostelijk
Europa betrekkingen van goede verstandhouding daartestellenals
deszeis tegenstanders voorgeven. Ook geven die bladen te ken
nendat het bedoelde tractaat de strekking heeftom de beersch»
zuchtige ontwerpen, welke aan Rusland worden toegeschreven,
in het oostenbepaaldelijk ten aanzien van de zoogenaamde qua*
rantaine^maatregelen aan den mond van den Donautegen te werken.
Men merkt sedert gisteren eene buitengemeene verandering
in de luchcsgesreldheid op het schijnt eerder winter dan herfst
te zijn. Dezen morgen had men sterke vorst, en is er sneeuw
en hagel gevallen.
Ten gevolge van den Iaatsten stormis in het kanaal nog
een schipde Drie Gezustersgezonkenéén man der equi-
pagie heefc daarbij het leven verloren.
Het ministeriele Avondblad bevat een scherp artikel tegen
Z. M. den Koning van Hannover. Dat hij niet Engelschgezind
waszegt het blad, wist men reeds lang vóór zijne troonsbeklim
ming doch men dacht niet dat hy dien haat zoo ver zou drij
ven omtrent een landwaarvan hij eene zoo ruime jaarwedde ge
niet, en tot welks kroon hy zoo naauwe betrekking heefc. Die
haat, zegt het blad, daalde tot de minste bijzonderheden af, zoo»
dat de Koning by de reorganisatie van zijn leger, al het Enge*: