N°. 30.
GOESSCIIE
/q «*■»-
-
i
<4
v
VRIJDAG
COURANT,
DEN 13 APR It;
NIEUWSTIJDINGEN.
£3mtsdtL*mb.
Frankfort den 7 April. In de Allgemeine Zeituiig leest
men den volgenden brief uit het Pruissische:
Reeds sedert onderscheidene maanden werd van de zijde van
Holland de wensch tot wederopvauing der onderhandelingen te
kennen gegevenom tot eene eindschikking met België te gera
ken. De Allgemeine Zeitung heeft dir reeds toen ter tijd ge
meld. Intusschen scheen men te Londen-de conferenn'en niet
wederom te iviilen hervatten voor en aleer men de zekerheid
had, dat de Koning der Nederlanden zich tot de aanneming der
24 artikelen bereid verklaarde, vermits het, naar de inzigten van
het Londensche kabinet, alleen onder die voorwaarde mogelijk
was, tot oplossing van het Hollandsch Belgisch vraagstuk te ge
raken. Moe bezwaarlijk. :het den Koning der Nederlanden ook
vallen mogtaan deze vordering te voidoenbesloot hij desniet
temin daartoenatuurlijk onder voorwaarde datwanneer eene
schikking op grondslag der 24 artikelen getroffen wierd de Bel
gen evenzeer naar de oorspronkelijke bepalingen derzelve zouden
j verwezen worden en tiaauwkeurig aan dezelve moesten gebonden
zyn, Slechts onder die voorwaarde was het aan hec kakinst vati
*s Gravenhage mogelijk, aan den wensch van het Engelsche ka
binet te voldoen, hetwelk, naar men verneemt, in dit voorbe
houd niets onbillijks zag, en geen' twijfel in de bereidwilligheid
der Belgische regering stelde", om alles aan te wenden wat strek
ken kon om eeneéindelijke schikking met Holland tot stand te
brengen. Men.ging in dit opzigt te Londen zoo verom zelfs
genoegzaam voor Belgie borg te staan. Wat zal men nu zeg
gen wanneer het zich bevestigtdat men te Brussel slechts onder
zekere beperkingen tot de onderhandelingen toetreden wilen
zoekt af te wijken van. de aanvankelijke schikking, welke de 24
artikelen ten gevolge had Aan wien zou de schuld moeten ge
geven worden wanneer men zich 'nogmaals vergist:'had en de
bemoeijingen van allen verijdeld werden, die zonder tijdverlies de
beslissing verlangen van een vraagstuk hetwelk maar reeds te
lang de kabinetten bezig hield, en de opmerkzaamheid der volken
gaande maakte? Is het werkelijk waar, dat men zich te Brussel
boven de openbare meening verheffen wilen in ons naar vrede
en rust hakend tijdvak, eene spanning doen voortduren, welke
in strijd is met de bedoelingen der regeringen dan zal het niet
dan billijk zijn, wanneer de Mogendheden, welke de Conferen
tie te Londen uicmaken van Belgie even stipt de naleving der
gemaakte beschikkingen verlangen als men jegens Holland ge
daan heeft."
De berigten uk Konstantinopel van den 14 Maart melden
dat de eerste schoonzoon des Sultans, Rifat Halli baosa. uit
zijne waardigheid van Seraskier van Rumelie of opperbevelhebber
der geregelde troepen ontslagenen daarentegen de tweede schoon
zoon des SultansMehemed+Said-bassettot die hooge betrek
king verheven was, Deze verandering had te Konstantinopel on
gemeen veel opzien gebaard.
Uit Syrië en uit Egijpte was te Konstantinopel niets naders
bekend. Het vertrek van troepen en het zenden van krijgs.be
noodigdheden naar het turksche leger in Klein Azie duurden voort.
Onder andere was in de laatste dagen een artillerie-pürk van 50
stukken geschut met eene groote hoeveelheid ammunitie derwaarts
gezonden. Twee der in turksche krijgsdienst smande pruissische
officieren de heeren Mühlbach en Molkevergezelden dat convooi
Naar men thans uit VVeenen meldtzou in het reis plan
van den russischen grootvorst troonopvolger eene verandering ge
maakt zijn, en zou Z, K. H. zich in de eerste plaats over Stok
holm'naar Londen, en vervolgensnaar 's Gravenhage en de Rijn
streken begeven. Na de zuir-duitsche hoven bezocht te hebben
zou de prins eerst tegen den herfst te Weenen komen, en ver
volgens n3ar Franzens brunn (in Selezie) reizen, alwaar H. M
de Keizerin van Rusland de baden zou gebruiken. Z. M de
Keizer zou zich van Berlijn naar Töplitz en daarna insgeljjks
naar Franzensbrunn begeven.
Parijs, den .8 April, Men verzekert thans, dat de Gröot»
H er rog van Mecklenburg Schwerihbroeder van Prinses Hele
na. die zich zoo sterk tegen het huwelijk zijner zuster met den
hertog van Orleans verzet heefc, tegen Mei alhier wordt'ver
wacht, en eene maand op de Tuilcrien zal doorbrengen.
De gezant van Abd-ëhRader t Ben* Ar at ch zou, naar
men in ecnen brief uit P-rijs van den 8 April schrijfteerst achr
dagen later in een plegtig gehoor bij Koning Lodewijk Philips
ontvangen worden, daar vooraf de geschenken van den Arabi,
schen Emir voor den Koning der Franschen waartoe struisvogels
en gazellen behoorenin de Fransche hoofdstad aangekomen
moesten zijn De tot deze geschenken behoorende Arabische
paarden bevinden zich reeds te Parijsdoch hebbea bij den over-
togt en de reis veel geleden.
Volgens berigten uit Madrid tot den t Aprilduurden toen
in de kamer der afgevaardigden de beraadslagingen over de wee
tot het sluiten eener geldïeeoing buiten'slands steeds voort. Of»
schoon die wet door de tegenpartij en vooral ook door den ge
wezen minister dé Mendizabalmet de uiterste hevigheid was
bestreden twijfelde men toch geenszins aan hare eindeiyke San-,
neming. De heef dê Mendizabal heeft niet geschroomd, om
te beweren dat indien men zijne bezuiniging plannen gevolgd had
de tegenwoordige leening niet, of slechts voor een gedeelte, noo-
dig zou zyn geweestdat de geldelijke toestand Van Spanje guns
tiger was, dan men dier, voorstelde; dat tiög zeef goed 5 per*
cents schuldbrieven tegen 40 ten honderd konden worden uitgeJ
geven enz. De minister van finanrieh de heer Atèxahdró Mon
heeft dit alles wedersproken en gezegddat doör de verwezen*
lijking van al de door zijnen voorganger uitgedachte bezuinigin
gen nog geen derde van de thans volstrekt noodige uitgaven kondè
worden bestreden Onder anderen beef: de minister zich op de
volgende wijze uitgelaten, én als tegen zijnen wil eenige merk.
waardige bijzonderheden wegens den treurigen toestand der geld4
middelen vao Spanje aan het licht gebragr:
Ik verzoek den heer de Mendizabal aan Ons te zéggen oÊ
hij vergeten is, wat het Engelsche legioen nog te vorderen heeft
en dat. de daaraan nog ie betalen schuld meer dan 20 millioet*
realen bedraagtof hij vergeten is, dac de stoomboot Isabella It
op dit oogenblik, tot waarborg voor hergeen aan het legioetfc
verschuldigd is, in Engeland wordt aangehouden, en dat ik
millioen realen heb moeten bijeenbrengen om dit schip voof,
Spanje te behouden? Is hij vergeten, dac er 35 millioen rea^
len aan de Bank van San Fernando verschuldigd waren* Welköf
som Ik heb moeten betalen, om onze operatien met die Bank;
niet af te bfeken; dat het Koninklijk Huis 28 millioen realen te
vorderen heeft, zonder nog de door den infant D. Frdnsisco-
gedane voorschotten te rekenen? Ik moet hem verder vragen,
of hij de door hem geschapene, onmetelijke vlottende schuld
vergeten is, die nier minder dan 331 millioen beloopt; of hij
zich de leening van aoo millioen niet meer herinnert, waarvan.
50 millioen aan de provinciën beloofd warendoch ik weet niec
door welke omstandigheden, nooit te harer beschikking zijn ge-*,
steld? Weet hy dan niet, dat er Provinciën, Navarra onder an
deren zyridie de door haar verschuldigde belastingen reeds roe
over 1840 hébben afbetaald; dat er meer dan een jaar soldij
aan de regcers in de gewoneregtbanken verschuldigd is en vele
andere zaken meer, die eene billyke behoedzaamheid mij verbiedt
te.herinneren In Weerwil dief behoedzaamheid moet ik het ge
beurde ten aanzien van een doorluchtig persoon en vriend def
vrijheid aanroerenop wien Spanje roem droeg en die evenwel
op het oogenblik, dat hij in het graf stond te dalen, tot de beurs
zijner vrienden voor het betalen der kosten zijner begrafenis de
toevlugt heefr moecefi nemen. Ik mag er bijvoegen, dat de re
gering, zoodra zij van deze omstandigheid kennis droeg, zich
beijverd heeftom een onderstand san het ongelukkige gezin
des overledenen te doen toekomen. Herinnert de heer de Men -
dizddat zich de onophoudelijke klagten der geestelijke zusters
en monniken niet meer die door het ontberen van de hun toe
gewezen hulp zoo veei fe lijden hebben gehad? Is hij vergeten
dat vele kerken op het punt zijn geweest van voor de gelöovigert
gesloten te wordenomdat de kosten van de eeredienst niet bij -
een konden worden gebragc? Ik spreek hier niet enkel van ker<
ken van den derden rang; want zelfs de hoofekerk van Sevilie
heeft in dit geval vefkeerd. Gelooft hy, dat, na zulke treurige
ophelderingen, de regering Verpligt is er nog meerdere te geven?
De heer de Mendizabal heeft nog1 van den staat onzer inkomsten
gesproken. Ik zal hem te dien aanzien vragen, of hij zich nieC
meer herinnert, dat hij zelf tot over 1838, over de inkomsten
van Cuba beschikt heeft? De Hemel beware mij, dat ik daar
om eene beschuldiging tegen hem wil inbrengen, maar ik wil
er toch gaarne voor hem bijvoegendat de staat der inkomsten
vari Manilla en Portorico niet gunstiger is. Ën indien al hetgeen
ik aanvoer de waarheid is, hoe treurig die dan ook mogen klin
ken indien werkelijk het land in zulk eenen toestand verkeert,
hoe kan men dan willeddat de regering zichdoor het terug
nemen der wet roi hét wederhfffen der {lenden iii nieuwe moeije-
iijkheden wikkelde, en zich daardoor de volstrekre noodige mid
delen tot het bestryden def dringende uitgaven van het oögen»
blik oncneme?"
Y -
-r