GOESSCHE COURAN 1Y N°. 21. MAANDAG DEN 12 MAART ftz&twcm en CI bmunstv fitten. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dien brengen ter kennis der Belastingschuldigen dat het Kohier van Stedelyke Belasting op de Honden over het jaar 1838 door Zijne Excellentie den Staatsrard Gouver- neor dezer. Provincie executoir verklaard, aan den Scedelyken Ontvanger ter invordering is toegezonden. Weshalven een ieder wordt vermaanddeszelfs verschuldigde op den by het Reglement voor die belasting bepaalden voet, ten kantore van gemelden Ontvanger te voldoen. En zal hieraan op de gewone wijze publiciteit gegeven worden. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 10 Maart 1838. Burgemeester en Wethouders voornoemd By afwezigheid van den Burgemeester, De Wethouder, J. K AKEBEE KE. Ter ordonnantie van Dezelve De Stads-Secretaris L. DE FOUW. Jz- NIEUWSTIJD1NGEN. ShtitettWattb. Berlijn, den 2 Maart. De "alhier verspreide geruchten, nopens de aanstaande bestemming van den Aartsbisschop van Keulenluiden steeds even tegenstrijdig als vroeger. Terwyl van den eenen kant verzekerd wordtdat de vrijheer vort Droste binnen kort verlof zou bekomen om naar buiten 's lands te rei zen hoort men van de andere zijdedar er aan de opmaking van zijn proces gearbeid wordt. Evenzeer worde hier verhaald dat de Aartsbisschop nog kortelings geweigerd heefrde brieven aan te nemen, welke hem door het bestuur waren toegezonden, TJy ontvangt en beantwoorde thans slechts familiebrievenen meent de ambtshalve aan den Aartsbisschop van Keulen gerigte brieven slechts te Keulen re kunnen aannemen. Het bevestigt zich, dat Z, M. de Keizer van Rusland in het voorjaar, en, naar men bepaaldelijk zegt, in Mei, benevens den Grootvorst-croonopvolger, zich herwaarts zullen begeven, om de alsdan, plaats hebbende manoeuvres by te wonen, en te vens oyer onderscheidene der belangrijkstein den laatsten tijd opgeworpen vraagstukken vertrouwelijk met Z, M. te spreken. Onderscheidene toebereidselen tot de plegcige ontvangst van den Door'uchtigen hoogen gast, worden reeds gemaakt." Frankfort, den 4 Maart. In berigten uit Konstantinopel van den 12 February, leest men: In Syrië hebben belang rijke bewegingen plaats. Allerwege meent men voorbereidselen voor een' ajgemeenen opstand te ontdekken. De Drusen zouden reeds in opstand zyn en in verscheidene gevechten de Egypti sche troepen verslagen hebben. Ibrahim~\?acha. is woedend over ideze voorvallen en zweert alles te zullen vernielen en verdel» genmaar zijne magt beantwoordt niet aan zijnen wil en indien de Drüsen van de noociige krijgsbehoeften voorzien waren, dan zou thans welligc Syrië voor Mehemed-Ali verloren kannen zijn. Middelerwijl moet bij het Egyptische leger zelf ontevre denheid heerschen over slechte betalingslecht voedsel en slechte kleeding ten gevolge waarvan voortdurend een groot aantal soldaten deserteerdeen zelfs de door Ibrahim zeer geachte generaal Mohammed^cLa. door zijne eigene muitende manschap» pen vermoord zou zijn. Men spreekt hier veel van eene onderneming der Egypte naren tegen Bagdad ofschoon daaromtrent nog niets stelligs ver nomen isV" Ook in berigten uit Alexandriëvan den 17 January, door het dagblad van Smyrna medegedeeldwordt het vermoeden uit 'gedrukt, dat de groote krijgstoerustingen, welke toen daar plaats haddenin verband stonden met ontwerpen van den Onderkoning tegen Bagdad, en dat dezelve voorloopig alle gedachte aan de veroverihg van Hedscbas had laten varen, als afgeschrikt zijnde door de gedurige nederlagen zijner krijgsmagt in dat gewest. Een geacht Duicsch dagblad behelst het volgende berïgt uit Napels, 17 Februari): Ofschoon het weder nog niet fraai was, is toch, gisteren voor het eerst de Corso (optogr van ge maskerden) in de straat Toledo gehouden, waarbij echter slechts twee rijruigen werden opgemerkt. Het eerste derzeive verbeel 'de eene met 8 paarden bespsnnene groote kozakken slede, waarin Z. M. den Koning, benevens een gevolg van 10 a 12 personen, allen als kozakken verkleed, zich bevonden; het tweede rijtuig mede niet 8 paarden bespannen, behoorde prins Leopold van Sa lerlowiens geheele gezelschap engelsche rijknechts voorstelde. De voorname verlustiging dezer groote heeren bepaalde zich die* maai tot het schuwmaken van de paarden der passerende wagens, door te werpen met kalk en meel-ballen, en tot het insmijten van glasruiten yan al fde geslotenen vensters in de eerste en tweede verdiepingen van de huizen. Deze wijze van te schertsen heeft verscheidene, ongelukken doen plaats hebben; eene door het schrikken der paarden uit een rijtuig gevallene vrouw werd overreden en een ander persoondie van zijn paardhetwelk door het bedoelde werpen schuw was gewordengestort was werd voor dood weggedragen." Parijs den 5 MaartDe gedeputeerden beraadslagen thans over verschillende onderwerpen van algemeen belangen onder andere over een voorstel van den heer Anisson^Duperron waarbij bepaald wordtdat de bosschen die tegen de hoogten en de bergen gevonden worden niecnaar willekeurzullen mogen worden -omgehouwenuit vrees van daardoor aanleiding re geven tot het verstuiven van grondenen het verdroegen van bronnen» VrrasTalleijrand heefr zich eergisteren in de academie der zedekundige en staatkundige wetenschappen vertoond, alwaar de meeste beroemde fransche staatkundigen van den tegenwoordigen tijd vergaderd waren. Hij heeft eene lofrede gehouden op graaf Reinhardti Hoewerhij verzekerdedat het de laatste reize was, dat hij de bijeenkomsten der akademie bijwoondehebben de vaardigheid en duidelijkheidmer welke hij zijne redevoering heeft voorgedragen, in geenen deele de geruchten bevestigd, dieeeni gen tijd geleden hadden geloopen ten aanzien van de toenemende verzwakking van 'smans geestvermogen. Over, Toulon heeft men berigten uit Algiers tot den 24 Februari), die de niec Dnbelangrijke tijding behelzen, dat te Bona de vertrouweling en eerste minister van den vijandigen Bey van Constantine, Achmedis aangekomen, en op het punt stond, om zich naar de stad Algiers, en misschien wel naar Parijs, te begeventen einde aldaar eene zending van zijnen meester te ver-" vullen. Die minister Heet Ben Aïssaen is dezelfde, die laatste* lijk met de verdediging van Constancine regen de Franschen be last is geweest. Men wildat hij van zijnen meester in last heeft, om het sluiten van een vredesverdrag met Frankrijk voor te stellenwaarvan de hoofdbepaling zou zijndat Achmed Bey de opperheerschappij der Franschen erkende maar dan ook we der bezit van zijne ten koste van zoo veel bloeds veroverde hoofd stad nam. Te Algiers bevond zich reeds een gezant van Abd' el KaderBen Ar ach geheetendie zich mede misschien naar Parijs zou begeven. De generaal majoor Negrier heeft laatste* lijk, aan het hoofd eener Fransche kolonne, uit Constantine eenen togt naar Stora aan de zeekust willen doen. De hevige regens hebben hem gedwongen om onder weg terug te keeren, maar hij heefc nergens vijanden ontmoet en roemt de vruchtbaar heid van het-dand, dat hij is doorgetrokken. Ajetarlatibjeti» 's Gravenhage, den 7 Maart. In de bijeenkomst der tweede" kamer van heden heefc de centrale afdeeling verslag gedaan om" trenc het ontwerp van wet tot wijziging van het tarief der reg* ten op den in-, uit- en doorvoer. Uit dit verslag blijkt hoofd* zakelijkdat verscheidene leden genoegen hebben genomen mee de van regeringswege gegevene antwoorden op de gemaakce be denkingen nopens dac oncwerp doch dat andere leden in die antwoorden nog niec de geheele oplossing van hunne geopperde bezwaren gevonden hebben. Voornamelijk is nog bedenking ge maakt ien aanzien van het aan den Koning te verleenen voorbe» houdom den vrijen uitvoer van haard-asch en mestspecien toe- testaan, alsmede omtrent hec inkomend regt op de steenkolen. Met betrekking tor dac eerste punc meenden sommigen, dac, in het belang des landöouws, de uitvoer niet behoorde bevor derd te worden, en bij deze gelegenheid heeft men tevens hec voordragen eener wee op de ontginning van woeste gronden aan de ernstige overweging der regering aanbevolen. Ten aanzien van de steenkolen hebben sommige leden zich ook tegen de laatst voorgedragene vermindering van hec regt op den invoer, van ƒ1,50 tot 1 verklaard, en gemeend, dat hec genoemde artikel, hetwelk door dit Rijk niet werd opgeleverd en reeds met een accijns belast wasmet geen inkomend regc bezwaard behoorde te worden. Men merkte hierbij aan, dac de regten op den in-, uit en doorvoerde bescherming van handel, schéepvaarcnijverheid of landbouw, en geenszins hc-c stijven van 's lands schatkist tot hoofddoel behoorden te hebben Indien ech» ter hec doel der voorgestelde belasting moge zijn, om een te korc J J™ y- 'V

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1838 | | pagina 1