IV. 13.
GOESSCHE
MAANDAG
besturen en Ctbrnintettfatium
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes
en ressorte van dienbrengen rer kennis van een ieder die her
aangaat, dar den Stedelijken Raad, op voordrage der Plaatselij
ke School-Com missiebij deliberatie van den 22 April 1837,
heeft gearresteerdeene Schoolorde voor de lagere Scholen
Instructie voor de Hoofd Onderwijzer- en Onderwijzeres in de dag
en kostscholenmitsgaders Tarief van Schoolgelden voor de
Stads-scholen- inde Stad, welke verordeningen bereids in de
voorzeide Scholen zijn ingevoerd, en by de Stads-drukkers
F. Kleeuwens Zoonvoor ieder verkrijgbaar zijn gesteld.
En zal aan deze op de gewone wijze publiciteit worden gegeven
Gedaan ten Scadhuize van Goes den 10 Februarij 1838.
Burgemeesrer en Wethouders voornoemd
J. H. VERSCHOOR, van Nisse
Ter ordonnantie van dezelven,
De Scads-Secretaris,
L; DE FOUW. Jz
NIEUWSTIJDINGEN.
33üiteïilattb.
Frankfort, den 5 Februarij. Uic Konstancinopel wordt
van den 3 Januarij gemeld:
Bij eene verordening des Sultansdie waarschijnlijk door
verdere zal gevolgd worden, is thans ook in de kleeding der Ule
ma's, of eigenlijk voorloopig slechts in die van hunue dienaren
«ene hervorming voorgeschreven. Daar deze stand de eenige was j
die tot hiertoe de oude muzelmansche dragt onveranderd had be
houden, baart deze verordening te meer opzien, naar mate de
Sultan ten allen tijde de klasse der Ulema's buitengemeen ontzien
beeft. Nog onlangs, gedurende de laatste weken van den Ra
mazan heeft hij getrouwelijk de jaarlijksche zittingen ("voorlezin
gen en uitleggingen van den koranbezochten de daarbij tegen
woordige geestelijken en leeraren rijkelijk begiftigd, om van zijne
hooge achting voor de kerk te doen blyken. De bedoelde ver
ordening wordt in de Turksche courant in dezer voege vermeld:
Daar het ongepast geacht isdat de bedienden der Ulema's even
als hunne meesters den turban dragenzoo heeft het Z* Hoog
heid behaagd te bevelen dat zij met behoud hunner overige
kleeding den turban met het fes (rood mutsje) zullen verruillen,
Dit bevel is hun derhalve den Mufti medegedeeld geworden
In de uitgebreide drukkerij en lettergieterij van het be
roemde huis G. Cottate Stuttgart, is den 30 Januarij des
nachts een hevigen brand uitgebarstendie groote schade heett
aangerigtofschoon het met buitengewone inspanning van krach
ten gelukt is een gedeelte van het etablissement te behouden. De
lettergieterij is geheel, vernield en het overgebleven gedeelte van
het gebouw zoodanig beschadigd dat het gansch afgebroken en
nieuw opgetrokken moet worden. Bijzonder groot moet het
verlies geweest zijn dat genoemd handelhuis lijdtdoor het ver
nielen der aanzienlijke oplagen van nieuwe boekwerken die met
de paaschmis in' het licht moesten-verschijnen en waaronder ook
eene nieuwe prachtuitgave van Schillers werken behoorde.
JfVaiikrtjfe.
Parijs, den 5 FebruarijDe afgevaardigden hebben heden
over het te verleenen pensioen aan de weduwe van den generaal
Damrémont beraadslaagd. Daarbij zijn zij toegetreden tot hef
voorscel hunner commissie, om, in plaats van :o,ooo franken,
door het bestuur voorgesteld, 6000 te verleenen.
Naar men zegtis de instructie ter zake van Vidocq atge-
Joopen- Men verzekert, dat, terwijl het openbaar ministerie een
regtsgedwg tegen hem voert wegens bedriegerijwoeker en om
kooping van ambtenaren, hij, Vidocqte gelijker tijd een be-
-Itlag zal inleveren tegen de agenten van het bewind, die zich van
zijne papieren hebben meester gemaakt.
Men schrijft uit Toulon:
„In de laatste dagen zijn er verontrustende geruchten in om
loop geweest nopens den moeijelijken toestandwaarin onze troepen
zich te Constantir.e zouden bevonden hebben; dezelve zijn ge-
-lukkiglijk zonder grond Een handelsvaartuig, dat den 15 Bona
verlaten heeft, deelt mede, dat op dit tijdstip de grootste rust
ijl de provincie heerschce, en dat de bezetting van Constantine
aan niets gebrek had De markten dier stad zijn steeds wel
voorzien en de bewoners der omstreken srroomen er naar toe.
De niaréchal-de-carop Né gr'terdie hec bevel over Constantine
voert, heeft er de veiligheid weten te bewaren. Men heeit, wel
COURANT.
DEN 12 FEBRUARIJ.
is waar, van eenige moorden gesproken welke op den wegzon
den begaan zijn, doch hieromtrent is niets stelligs bekend; hec
bestuur heeft overigens geene verbindtenis aangegaan met koop
lieden die zich blootstellen om slagtoffers van de Arabische
plunderaars te worden. Hun wordt geen geleide mede gegeven.-*
De militaire overheden hebben het stellige - bevel gekregen
om elk militair, die èen tweegevecht aangaat, in handen der jus
titie over te leveren. -
illcugclittgcu.
BESCHOUWING DER TIJDEN.
(overgenomen.)
De questfe over het Greenewaldsche woud wekte de veront
waardiging der Belgische afgevaardigden op en bragt overal be
weging en onrust te weeg. Niet minder dringend schenen wel
dra de gevolgen der gevangeneming van den Aartsbisschop vap
Keulen. Deze zaak verwekte eene algemeene gisting, en scheen
met verdere woelingen van een gedeelce der Catholtjke partij in
Belgie in verband te staan Niet alleen namen sommige dagbla
den de zaak zoo hoog op, dat zij den Koning van Pruissen be-
schuldigden zich hierdoormet Julianus den afvalligen gelijk te heb-
ben gesteld maar het Roomsche hof nam omtrent dezen maat
regel eenen toon aan die in de 19de eeuw ongewoon moest voor
komen, De gevolgen van dit alles bleven niet uic. Onrust ver
toonde zich op verschillende plaatsenen er waren er misschien
die gewenscht hadden deze vonken tot een vuur aan te blazen
gelijk dan ook te Munster reeds burgerbloed vloeide- Eene derde
gewigcige gebeurtenis was de ontwikkeling der zaken in Hanover,
en hec afscheid aan de zeven Hoogleeraren van GÖttingen gege
ven. - Deze mannen werden op vele plansen als martelaars der
liberale begrippen ingehaald, inteekeningen voor hun geopend,
en geheel Duitschland scheen zich als in hunnen persoon" belee-
digd te beschouwen. Öndertusschen bleek het ook weder hier,
dat zoo weinig de menschelijke Verbintenissen ons rust en vred©
kunnen verschaffen ook even min wat in deoogen dier menschen
brandstof is, eenen brand moer verwekken. Immers de zaak van
van het Greenewald en die van het Fransch observatiecorps in het
oosten van dat rijk, schijnt reeds weder in vergetelheid begraven
te zijn. De vastheid en de gematigdheid van hec Pruissische Gou
vernement toonen van den anderen kant dat hetzelve niet genegen
is op eenen stap terug te komenwaartoe hec niet zonder rijp
beraad was overgegaan, en de Roomsche Curia zal wel ligt ook
wel bedenken dat zij de tijden van Gregorius den VII niet meer
beleeft. Eindelijk de zaak van Hanover neemt allengs eene
kalmere houding aan. De studiën worden voortgezeteene ver
gadering der Srenden Werd bij een geroepen en de indruk door
de afzetting der Hoogleeraren verwekt, wordt door nieuwe ge
beurtenissen vervangen.Doch terwijl de rust zich in de staat
kundige betrekkingen weder begint te herstellenverschijnt op
eens een vijand aan wiens gebied men ditmaal reeds waande one-
ontheven te ziijn. Wy bedoelen de vorst, die met zulk eene snel
heid zich vertoonde en zijn geweld vestigdedat hec ijs betreden
werd daar waar nog een dig te voren een geregelde vaart plaats
had gehad Wie zal bestaan tegen zijne koude? die woord
werd nu bij velen levendig. Eene koude die steeds toeneemt,
steeds nijpender werdis eene felle plaag voor degenen wien de
gemakken des! levefis onrbreken, en toch God vergezelt die be
zoekingen ook weder mete nen zegen. Vele harten werden geo
pend rijken en armen werden meer rot elkander gebragten Hij
uit wien alleen aile waarachtige liefde voortvloeitdoet aan ver
schillende zijner kinderen uir onderscheidene standen in die oogett-
blikken gevoelen, dat zij tot hetzelfde huisgezin behooren.
In het midden van dien toestand toont de Heere dat Hij alleen
bewaren kan: dar alle elementen rusten tot dat Hij dezelve op
wekt, en dat indien zijn zorg niet da&r was, ieder Oogenblik
alles in een zou storten en de harmonie des heélals ih één oogen-
hlik zonde verwoest worden Het is niet meer van de eene
straat tot de andere, maar van-het eene rijk tot het andere dac
hec vooralin dit Jaargetijde zoo ontzettend geroep van brand
gehoord wordt Petersburg heft de kreet aandie door Londen
beantwoord wordt, en in het wellustig Parijs zijn nagalm vindt.
Daar stort het paleis der Czaars met een deel zijner onschatbare
rijkdommenmet zijn Oostersche pracht in de vlammen. Daar
storten de standbeelden van zoo vele Koningen ter neder op de
koninklijke beurs van Londen i dat middenpunt van de handel
drijvende wereld, getuige van zoo vele verheffingen maar ook
van zoo menig daverenden val Daar versmoren eindelijk in den
brand die Parijs met schrik vervult, de hartbetooverende toonen
die de Fransche groote wereld aan het uic Italië ovtrgtbragce
tooneei boeiden. Deze overeenstemmingdeze herhaling moest