belóóiïiog zijner belangrijke diensren bij de vermelde schipbreuk en van het beleid, de vastberadenheid en het vocfrbeeldig man moedig gedragbenevens de onvermoeide zorg en inspanning door beril bij en na het gemeld Voorval aan den dag gelegd. VERHAAL van de geledene schipbreuk op de Lucipara'smet het stoomschip Willem de I commandant luitenant honnorair Lammleth {'riet vervolg hiema.J) KONINKLIJKE NE D ER LAND'SCHE LOTERIJ. Ten Kantore van 8. D COHEN bij wein Generaal' Con- traboek gratis wordt 'gbhotjdeqgijn in 1de afgëloojjene 172ste Koninkl. Nëderl. Loterij, de volgende Prijzen en Premier; ge trokken 4 Prijzen ieder van f TOOG de Premieti van de|/5000 en 30,000en de Jaarsre Premie van 3000 6 Prijzen van f 400, 4 Prijzen van ƒ200, en 14 PrijZen van f TOO. Bij denzelven zijn té bekomen voor de 173ste Loterij- HEELE en GEDEELTEN van LOTEN, in koop voor afle Klassen en Huurwaarvan en Donderdag den Koop Koop per Klasse. Heel Loc Half Vijfde Tiende Twint. de trekking begint op DingsdagWoensdag 27, 28 en 29 December 1837." alle:Klassen a f 69'het Lot. In Huur, Lot -•».,,ƒ 4*00. Heel Half 'Tiende Twin? - o;8o, - 0,40. *o*,co* Ter" Boekdrukkerij van F.j Kl uwens en Zoon. Van Soerabaya had ik de eer, Uwer Excellentie kennis te geven, dat, na mij aldaar nagenoeg eene maand te hebben opgehouden uic hoofae het stoomschip eenige herstellingen moest ondergaan, ik met mijn gezin, eeniga andere passa giers en een detachement troepen, den ad April die plaats verlaten en mij naar mijne bestemming op reis begeven had. Hoewel gqdurig de wind, en somwijlen de stroom, tegen hebbende, ondanks menig oponthoud waartoe de machinisten veipligt warén, om kleine herstellin gehaan het stoomwerktuig tè bewerkstelligen was onze reis gunstig; want in 'den morgen van den 5 Mei hadden wij het Burn- of Brandend-Eiland reeds in !hët gezïgt. Dit was Vrijdag zoo dat het niét onmogelijk was wij den volgen den dag des avonds te Amboina hadden künnen zijn. De voorzienigheid beschik-1 te hieromtrent andersen wij móesten in stede van dienhet ongeluk onder vinden, óm in dien nacht, nagenoeg tèn half twee ure, op gemelde-koraalbank schipbreuk te lijden. Door drie achtereenvolgende schokkenwaardoor wij al-1 len ontwaakten, werd ons die vreesselijke ramp aangekondigd! Wij liepen eene Vaart van 5 a 6 mijlen. Des nacht om ii ure had de commandant zijn bestek faog gemaakt en stuurde meer oostelijk dan hij den vorigen dag gedaan had, fheenende dat hem de stroomen teveel westelijk hadden afgezet. Het stoomschip zat vast. Eene doodstilte heerschte overaldoch alle hoop was niet verdwenen. Het gedruisch der schepraderen, welke achteruit werkten, mengde zich met het Verdovend gedruisch der branding, welke wij van alle kanten rondom ons hoor den en flaauwelijk zien konden. Het achteruit werken der stoomboot en eenige andere middelen, om weder vlot te geraken, werden te vergeef ch aangewend; het stoomschip zat onbewegelijk vast 1 Met ongeduld verbeidden wij in dezer» kom. jnervollen toestand de eerste lichtstralen van den volgenden ochtend de dag brak eindelijk aan, en deed ons dien toestand in alle deszelfs ijsseiijkheden kennen. Wij zagen voor ons eene uitgestrekte dorre koraalplaat, aan'alle kanten door rotsen omgeven, waartegen de zee met geweld hare schuimende golven kwam breken. Een zeer klein plekje verhief zich op die rots op ongeveer'een kwartier nur afstands van ons, en scheen bij hoogwater droog te blijven Verin het ver schiet teekende zich onduidelijk het geboomte van eenige eilandjes. Decómtnandant van het stoomschip, gebukt onder de ramp, die. hem zelf en ons allen trof, en diep geroerd van zulk een kostbaar vaartuig verloren te zien scheen voor het beramen en uitvoeren van krachtdadige beschikkingenzoo als onze toestand dezelve vorderde, niet bekwaam. Niet nat ik geioöf, dat het elk ander zou hebben kunnen gelukkenhet stoomschip weder vlot te Itrijgen, of te 'redden, maar de meesten der opvarenden uit militairen bestaande* die het op réis niét te'best gehad hadden kon onze positie elk oogenblik hagchelijker wor den en alle hoop op behoud en reddinghoe fiaauw die ook scheenverloren gaan, zoo'niét onder de troepen en zeelieden de strengste orde gehandhaafd werd. Ik verzekerde mijdat al mijne dranken en die van den kapitein behoorlijk onder slot waren. Elk oogenblik kon het stoomschip verbrijzeld woiden. Het •was'nleutfë'maan, en dus springtij de branding werd hevig Tegen zes ure kwam mijne vrouw en al de kinderen met de Bonne op het dek; eerst met het aanbreken' van den dag had ik haar met onzen noodlottigen toestand bekend ge maakt zij Vas bedaard1 en gelaten. Om half zeven ging zij aan wal (indien een dor plekje op eene groote koraalplaataldus genoemd kan worden) met de Bom ne et» de kinderenbenevens mevrouw Veekmanshare twee kinderen en me vrouw van Spreeuwenburg. Met een gevoel dac niet te beschrijven is, volgde ik met mijne oogen de beweging dezer sloep; dezelve was weiara door het hevig ste der branding heen, maar bleef nu ook op het rif vastzitten en werd vrees;- selijk heen en weder gestooten. Onze vier kinderen werden gedragenmijne vijf maanden zwangere echtgenootdoor een' matroos geleid en hare oogen op hare kinderen gevestigd, moest nagenoeg een half uur tot onder de armen in het water en over eenen scherpen koraalgrond gaanalvorens een droog plekje te kunnen bereiken. Het verlaten wrak van een inlandsch vaartuig was het eenigst en bedroevend gezigc, dat haren geest troT; waren de ongelukkigen van dat vaartuig gered gewordenof hadden zij hier hun graf gevotiden. 'Met be hulp van dat wrak en eenig zeildoek werd eene kleine tent of hut opgeslagen om deze schipbreukelingen voor de warmte van den dag en de koelte van den nacht zoo mogelijk te behoeden. Nadat deze schipbreukelingen geland waren, gingen de predikant Veekmans,de heer van Spreeuwenburgmet den officier yan gezondheid Hollander en eenige soldaten, met wat zeildoekbenevens eene nog zeer jonge onderofficiers vrouw mede van boord. Ik was aanvankelijk aan boord gebleven, ik werd onderrigt, dat eenige militairen en zeelieden tot muiterij-wilden overgaan, omdat: zij.» gêene redding mogelijk achtten en zich niet onderwerpen wilden aan de sobere uitdee- Iing van water lijst en spekdie ik onmiddellijk bevolen had. Tót vree'sSejïj- ke middelen van geweld, waartoe ik vast besloten was behoefoe ik gelukkig «niet over te gaan. Militairen en zeelieden veereenigde «ik rondom mij op he.t-dek. Ik sprak hun eenige woorden toe, vermaande hén ten ernstigste tot orde en gela tenheid als wanneer redding mogelijk was, doch dat wij anders allen verloren ■Waren. De kwalijkgezinden verwees ik tot de vrouwen en kinderendie zonder water, zonder voedsel, zonder beschermingop de' koraalbaak' Warénerreven- wel gelaten en vol hoop en vertrouwen bleven. Ik beloofde hen allen bekend, te maken met de beschikkingen, die ik, ter onzer redding, zou aanwenden en ver* zocht hun, vertrouwen in mij te stellen Eene algemeene kreet van goedkeuring was het antwoord hetwelk daarop volgende. Ik spoedde mij van die goede stem ming gebruik te maken, om mij met de teruggekeerde sloep naar de koraalplaat te begeven, en nam wat hard brood, gekookte rijst en drinkwater mede. 'De vloed, die intusschen meer was doorgekomen, maakte mijnen togt derwaarts ge-: vaarlijken zonder den arm van eenen sterk gespierdën matroos, zbu ik het dróóg- puntje bezwaar,ijk bereikt hebben Ik bragt van mijne levensmiddelen wei nig over. Ik ontwaarde, dat er twee plekjes droog bleven, en het mogelijk zijn konde, om daarop allen vereenigd; en tegen den vloed veilig teaijn. "s Namid dags keerde ik naar boord terug. Terzelfder tijd kwam detweede stuurman van eenen togt terug, die hij naar de hiervoren bedoelde eilanden had trachcen te doen, doch daar in niet had kunnen slagen, uit hoofde van de zware branding, welke hij van ver tegen die. eiladen had gezien Een moedig en. ijver,g officier, de2de'luitéhant Rauws, met nog eeniga-onder-I officieren en soldaten, beproefde 's nachts en den volgenden morgen, nog eenig^ levensmiddelen, aan de op het strand of op de koraalplaat zijnde schipbóeukel'm-j gen aan te voren. Een ondei officier (de serjant Vuurberg') zou daarbij het-.levari verloren hebbenzoo de korporaal Vlieger hem niet jgered had. Weinig, óf nietsj kon aangebragt worden; de flesschen werden door de branding van de sc hoi tiers der militairen weggeslagen. Tweemaal vieren twintig uren moesten mijne vrouwi en kinderen zich zeer somber- behelpenscherpe koraalsteenen waren hunne legcr-j steden, en eenige krabben en zeeoesters, bij het vuur geschroeid, hun voedseli over dag aan eê; e brandende hitteen somwijlen 'snachtsaan regenen wind.'Bloot( gesteld, hater verkeerden wij allen nagenoeg in dien toestand ze ven en dertig dagen] J&elden misschien waren schipbreukelingen in dien toestand, waarin wij ons"be-' vonden, en zelden misschien bleef hun zoo weinig hoop zoo weinig mogelijkheid óp redding over. Elk oogenblik kon het stoomschip verbrijzeld worden en der halve de hoop op het aanvoeren van eenige levensmiddelen verdwijnen, het kleine drooge punt op die koraal bank was dor, en als met- scherpe koraalsteenen be vloerd; het bood geen de minste hulpmiddelen aan eenige schildpadden die men een paar dagen vond, verdwenen weldra; slechts één onzer sloepen was-bruik baar maar kon weinig volk bevatten. De koraalplaat was allerwege door eene vreesselijke branding omgeven, en werd zeker door alle schepen- met zofg ver meden. Amboina.kon met de variable winden J van de maanden Meivolgens het gevoelen van'den commandant niet worden bereikt, en was so zeemijlen van ons verwijderd. Een Portugeesch etablissement was daarna h'et meest in onze na bij heiden scheen door wind en stroom het meest genaakbaar te; zijn. Geen rampspoed kan evenwel het vertrouwen en de hoop óp redding van' den sterveling benemendie met kindèrlijkèn ootmoed op den Almagtigen blijft ho4 pen. Eene strenge handhavlhg'd"er'góede órdedaarbij een blindeling vertrou wen in een' der deelgenoten van -het ongeluk, en .eene bedaarde gelatenheid iri* alles, wat zijne beradenheid hem ter redding van allen doet iri-het werk stellen maken eene goede uitkomst mogelijk. Terwijl ik op middelen :van redding be dacht was werden intusschen alle provisien van onderuit hetruim naar boven 4 en vervolgens, zoo véél mogelijkin de kajuit der campagne bijeengebragt Zoodag morgen waren Wij overeengekomen om met den eersten stuurmaneené sleep naar Amboina te zenden, ten einde aldaar onzen toestand te doen kennen, en hulp en redding te verzoeken; dezelve vertrok. Nagenoeg den ganschen dag zagen wij dezelve, onder sterken regen en windvlagen, tegen hooge zeeën' wors telen', zonder veel oostelijk te kunnen kómenhetgeen de commandant evenwei als een'volstrekt'vereischte beschouwde, om het oogmerk te «bereiken ljat dil den namiddag moest dezelve aan boord terugkeeren. 's Maandags werd voo- het laatst nog eene proeve met het stoomvaartuig ge] daan; men meende dat hetzelve reeds onbruikbaar was; dit bleek echter niet zod te ziji^; maar deze laatste poging om vlot te komen Was zohder eenig góed' ge volg, De zes was hoog en onjtuhnig, de branding sterk, de golven, die vrees- sMijk hoog tegen het schip sloegen, drongen hetzelve zooiiKyjeJjjk jmeer op4e -rotsen, terwijl de stoom ia eenen tegenover ges telden zin Wedssse 5 jqp.èn was yer- pligc te stoppen., om het vaartuig, dat reeds veel geleden had. niet uit deszèfls verbar.d gerukt té zien. Ik liet onmiddelijk met alle kracht de provisien van achteren haar voren brengen., omdat wij vreesden dat het schip door midden breken zou het was tegen det» avond Van nu af liet ik ook aanvang maken tnet-het allengslfens ontschapen der troepen en provisien. Ik had stellig-verboden aalt mijne 'goederennoch van wiec het zijiets van boord moge gaandaar hierdoor piet dan wanorde te voorzien was en geene provisien op de rots zou den komen. Deze operatie ging met onbeschrijfelijke moeice en met gevaren ge paard's avonds laat of's nachts nimmer over dag. was,het water laag of al thans laag genoegom er zonder levensgevaar door ce kunnen komen. Ik plaatste de militairen op 30 .passer, afstands van elkander, van bet schip af tot nabij ons magazijrïtjeen liet op die wijs van den eenen op den andeien eenig goed over dragen ai wat te zwaar wasging verlorendoordien de meeste menschen tus- schen de rotsen struikeldenomsloegen en hunne beenen kwetsten. Ik zelf gmg gestadigdoor een man 'geleid, de rij op en af, om het volk moed in te.spr.ekeu meer dan een goed uur kon echter niet gewerkt worden dan waren zij dood af, op die wijs hebben wij gedurende verscheidene nachten eenige levensmiddelen aangevoerd, nfkar allengskens Werti "fret trroeijelij'teromdat de «menschen moede loos werden, hunne schoenen meestal hadden veeleren, en hunne beenen erg ge kwetst hadden, «Zonder de moedige inspanning van den heer van Spreeuwenburg van den conducteur 'Dertsvan den ser jant 'htsaanvan den fusilier Dumarer en eenige anderen zonden wij aanvankelijk weinig levensmiddelen en water ge kregen hebben,, later waren ons de inlandsche matrozen van veel dienst, deze waagden het'Sdms, om nog bij dag met vallend water, al zwemmende, eén en ander aan te voerende militairen zond ik alsdan zoo nabij de branding om itet aangebragt- aan te nemen en verder te vervoeren. Wij hebben opgemerkt, dat het laag water over dag, altoos 5 of 6 voeten on geveer met het laag tjj van den nacht verschildewant wat zou het anders niet een geluk geweest zijn, indien wij bij dag eenig goed van boord hadden kunnen halen, dit mogt ons nooit gelukken, dit moest altoos de3 avonds laat of bij nacht plaats hebben. Op die wijs gelukte het mij een klein magazijntje te vormenj evenwel 'kwam er veel goed onbruikbaar aan, Omdat hec "door het zeewater «ge sleept had moeten worden, de voornaamste behoeften, als rijst brood aard appelen, arak en jeneverontbraken onsmaar daarentegen hadden wij voorna melijk van mijne provisien en van de particuliere provisien van den kapiteii^, veel wijn, hammen, worst, bier, twee .vaten meel, likeuren, boter, suiker, thee en dergelijken kunnen bijeenbrengen. Hét kóstte mij veel moeite, om aan elk een'te doen begrijpen dat wij alles bijeen en tot gezamenlijke.pitJeelihg houden moestenliever zou elkeen zonder doorzigt voor jrièh zelf wat mede ge nomen hebbende gevolgen daarvan zouden vreesselijk geweest -zijn, «Ik-beproef de vertrouwen in den soldaat te stellen en erne waeht van her» bij het magazïja- tje te laten, doch gebrek lijdende, resisteerd.en zij niet, en gingefr "zich"in den drank te buiten; van dit oogenblik af hielden >de «passagiers 's nachts wacht; 001 de twee uren losten zij elkander afde predikant Veekmansgeliefde welde eers te wacht te betrekkenhij aan wier» natuurlijk alle militaire gestrengheid zeer •vreemd moest wezen onderwierp zich aan. ailes .met. gelatenheid en hij was.mij steeds zoo behulpzaam als zijn sukkelende gezondheid dit slechts eenigzins toe liet, en van nu af.werd ook een menagemeester .aangestelddeze was de conduc teur Terremanaan hem we d gegeven wat «wij dagelijks uicdeeien konden. Zoo lang wij het geluk hadden schildpadden te vindenhetgeen slechts korte dagen duurde,.hadden wij eene tamelijk goede soep van half zoet en half zout water; later wvrd het «eten ellendigslechts ruim 10a r2 pclld. rijst mogt ik voor 140'monden uitdeelen, met een ham-of wat zout vieeschongeveer to poruj. je never en arak was er nagenoeg niet, zoodat ik in den beginne Weinig waceriheb- bende, 2 a 3 maal daags eeu teugje wijn als oorlam gaf, met een.teugje waier. Was het zeer warm, en had ik van den vroeger gevallen regen water kunnen verzamèlen, zoo deelde ik water met wijn gemengd, of naar verkiezing déftschip- breukelingendriemaal daags water alleen uit. Elk een kwam, volgens.«epe naamlijst, zijnen oorlam drinken, viouwen en kindeten daarvan niet Uitgesloten. In aen beginne verzocht ik zelf mevrouw de Stoers, mede present te zjjntij kwam met de kinderen, die zich vrijmoedig tusschen de militairen en zeelieden drongen, ons tweejarig dochtertje gedragen op den arm van een soldaat, ont ving, even als alle anderenwat drinkwater. Dit een en .ander was mpgelijk «de grond tot eerbied en ontzag voor de vrouwen, alsmede van regel en orde, waar aan ik het geluk had, alle schipbreukelingen te onderwerpen daar bij gebréke van dien, het leven van niemand meer zeker was» en ofschoon het plekje kofaal- grond der passagiers slechts 8 a 10 passen van dat der troepen verwijderd .was nimmer veroorloofde zich eenig militair of matroos op ons plekje Je Komen, of hij meldde zich beleefd aan., als het was om een of ander te verzoeken, of, om, Stuk jes van afgerookte sigaren op te zoeken. Na vruchteloos op den 7 Mei te hebben beproefd, eeneVsloep; naar 'Amboina.te zenden, had ik sedert onophoudelijk met den commandant. Lammleth oyer;wpg?n wat als het beste zou kunnen worden aangewend, om dezen toestand afthans 'er gens te doen kennen, want gelukte ons zulks .niet, dan konden wij ons-voor» ver loren houden; immers.- waar of wanneer zou 'men 00 het denkbeeld hebben kun nen komen dat wij schipbreuk geleden haddenwaar zou men ons «gaan- opzoe ken, wanneer zou men ons op die ellendig laag nagenoeg ongenaakbaar punt ontdekken? Horsburgh directory werd .nogmaals met aaridacht door mij inge zien, en wij besloten ónze beste sloep (wij haddén er slechts tweede andere was zwak) naar Delhi te zenden, want had dezelve het geluk aldaar aan- te ko men, hetgeen wind en stroom scheen te moeten begunstigendan konden Wij ho pen, door een der zuid-walvischvangers geréd te worden,, of dat;van.daar;door dezelfde sloep of een ingehuurd inlandsch vaartuig onze positie op. .Bijna of pp java spoedig koude worden bekend gemsakt, Het .scheepsvolk én de: militairéf», die ik op het dek bij een liet komen, onze voo.rnemens mededeplende métóe kaart in de hand de zaak beduidende waren hiermede in hen schik.en verzoch ten dat ik zelf zou medegaan, zooveel Vertrouwen Meide elk een' in dén goeden uit slag van dezen togt. Ik besloot den luitenant Rauws-, te zendenomdat. jfc/voor de goede orde op het rif meer noodig was, en mijne vrouw tj^arenboveti va£c besloten had, mij niet alleen te zullen laten vertrekken. Ten eiódé-aanideze on derneming eene zoo veel mogelijk goede uitkomst te verzekerepalzoo.»het mij bekend was, dat op Delhi, zonder geld niet veel te verrigten zou Zijn, stelde ik aan de passagiers voor, om den luitenant Rauws en.den^\isten stuurman Muller van geld te voorzien. Onmiddellijk droeg elk een het zijne daartoe bij, Ik aan goud 300 aan bankpapier 1200, dominé Veëkm.xns aan banknoten Zilver ƒ750 de heer ingenieur van der Dassen f too aan goud de heer van Spree uw enhnrg\ aan banknbten zilver 170 aan.harde epecie Ö4 ;de officier van gezondheid der 3de klasse Hollander12?aan bankpapier en'ook mevrouw irfe Stuers eene snoer fijne paarlen en drie, juweeien ringep. Qe.kapitein Lammleth heeft mij ge- - zegdook nog eenig geld te hebben medegege ven. Aan den Portugeschen gezag hebber schreef ik eenen Franschen én-'Engélschen brief, om fremT onzen .toestand bekend te «maken en gaf hem te kennendat, bijaldien de medegegevene mid delen niet toereikend mogten zijn, mijn gouvernement té Batavja zeer zeker ruim schoots de kosten vergoeden zou die ter onzer redding aangewend mogten worden, f s» s»" 2,00« 44,00 7',öo 2,80 1,40 0,70 I

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1837 | | pagina 2