N°. 84.
GOESSCHE
1837.
COURANT,
V R ij D A G
ffj
T«-
BEN 20 OCTOBERS
JSesfttvcn uw Qtbrnintelvaticii,.
PUBLICATIE.
CVervolg van het Reglement op de Overzet-
Veren in Zeeland.*)
Art. 16. Na de gedane herstelling zal bet vaartuig andermaal
moeten worden onderzochten in orde bevonden zijndedoor
den keurder daarvan het in art. 14 bedoelde bewijs in duplo
worden afgegeven.
Art. 17. Geene vaartuigen zullen in eenig overzer-veer mogen
worden gebezigd welke niet in voege voorschreven zijn gemerkt
en gekeurdmet uitzondering van die welke krachtens hec slot
van art. 15tijdelijk m dienst worden gesteld.
Art. 18, De veerschippers mogen geene meerdere vracht vor
deren dan bij het tarief voor ieder veer is bepaalden zijn ver-
pligt des gevorderd» quitantie van het betaalde te geven, wan
neer dubbele of driemaal vracht is gevorderd.
Art. 19. De veerschippers moeten dadelijkwanneer zich rei
zigers aanmeldenvertrekken, en zijn verpligt, indien wind, tij
of ijsgang zulks verhinderendes gevorderd daarvan aan de rei
zigers eene schriftelijke verklaring te geven.
Art. 2,0. Zij mogen op 'geene andere plaatsen, dan aan de
veerplaats aanleggenten zij bij onmogelijkheid of met toestem
ming der reizigersindien bij de afvaart de onmogelijkheid te
voorzien is, moeten zij de reizigers daarvan vooraf waarschuwen
Art. 21. Wanneer zij de reizigers aan schorren óf slikken aan
zettenzullen zij dezelvedes gevorderdtot aan den, naast by
gelegen dijk of gebaanden weg moeten geleiden.
Art. 22, Zij zullen de reizigers mee bescheidenheid moeten
behandelen en dezelve, mitsgaders derzeher bagagie aan en van
boord helpenen voor de vrachtgoederen behoorlijk zorg dragen.
Art. 23. Wanneer de veerschipper vertrokken iszal de veer
schippervan de overzijde aankomendeverpligt zijn de bij hec
veer aanwezige reizigersdadelijk over te zettenen zu^ks tegen
uitkeering der halve vracht aan den schipper van hec veer, of
zoodanig bedrag van dezelve, als bij het bijzonder reglement
mogt zijn bepaald,
[Vervolg en Slot in ons volgend Nommer.')
PUBLICATIE.
Vervolg van de Publicatie der Belasting naaf Ujdsgslangf)
2. Ingeval de belastingschuldige welke zoodanig perceel
als bij 1 bedoeldaanvaardein het dienstjaar bereids wegens
een ander perceel was aangeslagenen hij dit tot diep tijd toe
door hem gebruikte perceel verlaat, mee wegvoering van alle
roerende goederen hoe ook genaamd, en zonder achterlating
van huisbewaarder of andere personen in zijne dienstzal het
bedrag van den te zijnen name, op het kohier gebragten aanslag,
voor al de vier bedoelde grondslagen gezamenlijk en in evenre
digheid van het nog te verloopen tijdvakworden afgetrokken
van dat der op den voet als boven te doenen aanslagszonder
dat, indien deze aanslag minder bedraagt dan den vroegerener eeni-
ge ontheffing zal kunnen worden gevorderd.
3. De uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of aanschaf
fingvan belasting-voorwerpen der vier eerste grondslagen na 15
Mei, zal behalven in de gevallen bij 1 en 2, hierboven ver
meld geen grond geven tot eenen nieuwen of verhoogden aanslag
in den loop des dienstjaars.
4. Ter zake van zoodanige voorwerpen der vijfde en zesde
grondslagen, als na 15 Mei in dienst of gebruik genomen, of
aangeschaft wordenzal de belasting naar gelang van den nog
overigen tijd des dienstjaars zijn verschuldigd, met dien verstan
de dat geene verwisseling van dienstboden of paarden met an
dere waarvoor geene hoogere regten verschuldigd zijnop zich
zelve tot het nogmaals aanslaan van denzelfden belastingschuldige
zal kunnen aanleiding geven.
5. Hec aanwenden tot belastbaar gebruik van zoodanige voor
werpen van de vijfde en zesde grondslagen, als aanvankelijk tot
onbelastbare einden aangelegd en gebezigd warenzal met aanschaf
fing worden gelijk gesteldzoo mede wat aangaat de paarden,
derzelver geheel verlies van het tweede viertal hunner melktanden
in den loop des jaars,
6. Naar gelang de omstandigheden eens belastingschuldigen
in den loop des dienstjaars, met betrekking tot deszelfs vöorwe'f
pen van de vijfde en zesde grondslagen veranderen, zolk9, dat
volgens de Tarieven van Art. 17 en 21 de opklimming der be
lasting ten zijnen aanzien toepasselijk zpude worden, zal ook
wegens de dienstboden en paardenaanvankelijk gehoudendie ver
hooging voor den nog overigen tijd des dienstjaars zijn verschuldigd
Deze bepaling is mede van toepassing in betrekking tot de paar*
denbij het opkomen van de omstandighedenaan het einde van
7 van Art. 20 vermeld.
7. Paarden bij verschillende personen of gezinnen in gebruik
zullen in geval die gelijktijdig voor een zelfde rijtuig worden ge
spannen hem die zulks doet of wel den Eigenaar of bruiker
des rycuigs, ter zake van hec grooter aantal paarden, hetwelk
door hem alzoo mogt zyn gebezigd, dan waren aangegeven,
mede aan de opklimming der belasting naar 6doen onderwerpen.
8 Hooger belastbaar gebruik van diens? en werkboden óf
paarden, aanvankelijk minder belastbaar, zal de verpligting toe
eene evenredige verhooging der belasting, voor den nog oven-
gen tijd des dienstjaars ten gevolge hebben.
9. De tijd waarover de belasting loopt, zal in betrekking
tot al de grondslagen, worden berekend bij yierendeelen jaars,
op het dienstjaar overschietende, zonder dat een vierendeel jaars
zal kunnen worden gesplitst, en zullen als vierendeelen jaars wor
den beschouwd, de tijdvakken aanvangende met primo Mei, pri
mo Augustus, primo November en primo February.
Aangiften m den loop des dienstjaars te bewerkstelligen
Art 42 De zoodanige, welke door eenige der omstandighe
den, voorzien bij Art. 27 in den loop des jaars, komen te val
len onder de toepassing van hec aldaar bepaalde, zullen, alvorens
en naar gelang van het ontstaan dier omstandighedenen op de
boete by Arts 35 en 39 vastgesteld, verpligt zijn tot hec in
dienen van behoorlijke aangiften deswege, in voege als bij Art.
30 voorgeschrevenzullende zij daarvoor een biljet ter invulling
bij den ontvanger kunnen bekomen.
Gedaan ten Scadhuize van Goes 'den 14 October 1837.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J» H. VERSCHOOR, van Nisse
Ter ordonnantie van dezelven,
De Stads-Secretaris,
L. DE FOUW, Jz.
P U B L I C A r I E.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS DER stad Goes
en ressorte van dien onrvangen hebbende de Circulaires van
Zijne Excellentie den Scaatstaad Gouverneur dezer Provincie
van den 14 en 15 dezer maandProvinciale Bladen NQ. 83
en 84)brengen dien overeenkomstig ter kennis van de Ingeze
tenen dezer Stad en Gemeente: dac H, M. de Koningin, op
den 12 dezer, des middags kwart voor één ure, te 's Graven-
hage is Overledenen dac ten reeken van Rouw wegens dit
treurig afstervengedurende acht achtereenvolgende dagente
beginnen met hedenen voorst nog daags vóór de Begravenis en
op den dag der Begravenis van Hare Majesteit, driemalen daags,
en wel des morgens te achtdes middags te twaafen des na
middags te vier uren telkens één uur lang, de Groore Klok
op den Stadhuis Toren binnen deze Stad zal worden geluid.
Eu opdat een ieder hiervan kennis drage, zal deze worden af
gekondigd, mitsgaders geplaatst in dezer Stads Courant.
Gedaan ten Scadhuize van Goes, den 17 October 1837.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. H VERSCHOOR, van Nisse
Ter ordonnantie van dezelven,
De Sïads-Secreraris
L.DE F O U W Jz.
NIEUWSTIJDINGEN.
SBnitedtïattb»
Frankfort, den 14 October. Het ly'k der hertogin van
St. Leu gewezen Koninain Hortensewelke den 5 dezer te
Arenenberg, in het Zwitsersche canton Thurgau, na eene lang
durige ziekte overieden is, Zal in de kerk van Ermatingen wor
den bijgezet Men verzekert'dat Prins Lodewijk-Napoleon
overeenkoms ig het uitdrukkelijke verzoek zijner moeder besloten
heeft, naar Noord-Amerika terug te keeren.
Te Agram heeft men den 24 September eene zware aard
beving gevoeld welke onder de inwoners grooten schrik verwekte
en veel schade aan de huizen en gebouwen veroorzaakt heeft.
In een* brief uit Milaao wordt het door de Fransche dag»
bladen medegedeelde berigtdat de graaf Gonfalonieri het be*
houd van zijn leven en zijne verlossing uit den Spielberg aan den
invloed van den Koning der Franschen zou re danken hebben
ten stelligste tegengesproken. Naaf dien brief, is het de echt
genoot van dien graaf, welke hem van den dood gered en zijne