GO ESS CIIE C OUR A NEDERLANDS KONINGIN. publieke besteding. N*. S3. DE DOOÖ VAN DEN 16 OCTOBER; MAANDAG Eene Buitengewone Staatscourant van den 12 October be* helst het volgende 's Gravenhage den 12 Oct Cher. Het heeft der Goddelijke Voorzienigheid behaagdHare Ma jesteit de Koningin heden middag» kwartier voor een ure tot zich te nemen. <- Gedurende den laatste» tijd van HoögstderzelVer verblijf op het Loo aah eene toenemende verzwakking geleden hebbende, wel ke echter Harer Majesteit terugkomst op den 4 dezer in deze residentie niet heeft verhinderd, zijn Hare krachten daarna,steeds blyven afnemen en is Hare Majesteit, nadat, vooral sedert gis teren^avond, Haar roestand meer en meer en spoedig verergerd was, zachtelijk ontslapen. De 12de October heeft den Koning en het hof in rouw ge dompeld, en de natie, welke door meer dan staatkundige bam den aan het Huis van Oranje is gehecht, welke steeds levendig deel nam in het huisselijk lot van het Vorstelijk gezin, gevoelt tnede dien rouw. Eene dierbare Koningin is ons ontvallen. Wy gevoelen wat de Koning, met wien zij bijna een halve eeuw van ve lerlei wissel lief en leed.deelde, wien zij zoos veel zorgen vergoedde, in haar verliest öp eenen leeftijdwaarin het verbreken, van zulke banden ongeneeslyke wonden slaat. Zij was eene trouwe gade, wel ke vaderland en maagschap verliet, niet om bovenal Koningin maar om vrouw en moeder te zijn, en daarom volgde zij, toen zy haar jtweede vaderland verlaten moest, baret» gemaal om ook in vreemdelingschap hem tot troost jen zegen te zijn. Wij gevoelen, wat de Vorstelijke telgen zullen missen in haar, welke als be schermengel voor hen waakte in hunne kindschheid, de eerste zaden van Godsdienst in 'tharte strooide, met moederlijke zör gen hen steeds omzweefde, en daartoe gèene moeijelyke togtert ontzag in oogenblikken, waarin het kinderlijk gevoel dubbele waarde hecht aan moederhulp. Neerland's Koningin toonde moe der te zijn voor hare dochter, toen deze moeder werd. De zorg eener moeder is ook vorstentelgen zoet. Onze Koningin was eene zorgende moeder. JWjy gevoelén eindelijk, wat het volk in haar verliest. Wij mogfen ze de onze noemen. Hare zucht voor het schoone en goede* was in overeenstemming met de onze zij, was natio naai. Onze Koningin beschermde en beoefende eene kunst, welke van de vroegste tijden af Nederland tot haren zetel koos. Hare stille huiselijkheid was eene lofspraak op onze voorn derlyke zeden. Hare zich verbergende mildadigheid was bovenal die schoone karaktertrek-, waarom zij waardig was de eerste Koningin der Nederlanden te zijn, waardoor zij leven zal in ve ler harten, en zal spreken nadat zy gestorven is. Her had der Voorzienigheid behaagd de herstelling van ons volksbestaan, het uur Dnzer verlossing te doen geboren, op haren jaardag, en zoo hare geschiedenis met de onze ce ver binden. Hare nagedachtenis zij even gezegend als die onvergete- Jijke^herinnering Wij herhalen de woorden welke de Staats-Courant vermeld; Algemeen en diep is de rouw. die in deze Hofstad, en ze ker ook in her geheele Vaderland, over het afsterven van de Koningin der Nederlanden heerscht. „In eiken kring hoprt men de deugden dier voortreffelijke Vorstin vermelden, die zoo zeer door reine godsvrucht en alle de hoedanigheden, welke eene Koningin tot sieraad strekken, uitmuntte. Haar iof wordt niet het minste in de schamele woiiin gen der behoeftige ingezetenen verbreid alwaar men thans voor al met omroering en erkentelijkheid aan de menigvuldige welda- ,den gedachtig is, die Hare Majesteit met milde handofschoon ook in stilte, deed uitreiken. Wij geiooven dè tolken der natie ce zijn door de vurige bede te uiten da: de Alvnagtige de smart van onzen geëerbiedigdén Koning die eene getrouwe gezellinne op Zijnen levensweg, en van de Doorluchtige Prinsen en Prin sessen van Zijn Huis.die eene zorgende eerbiedwaardige moeder verloren hebbenmoge lenigen en dat de vertroostingen die de godsdienst, ook bij de zwaarste verliezen aanbiedt, in ruime mate hun deel mogen zijn De Koningin Frederika Louisa tVilhelmina was eene doch ter van den Koning van PruissenFrederik IVilhelm II. Hare Majesteit was den 18 November 1774 geboren en den 1 Octo ber 1791 rrct onzen Koning in den echt verbonden. 1 v Dcófurcu m Qlbministvalicft» PUBLICATIE. 0Vervolg van het Reglement op de Overzet- Veren in Zeeland Art* 8. De" veerschippers zullen eenen bij de reglementen te bepalen borgcogt moéten stellen, waarop de door hen geïncur reerde boeten, en zoo uoodig de kosten van herstel der vaartui gen zullen kunnen wordenverhaaldwordende aan Gede'puteer de Staten overgelaten om in bijzondere omstandigheden den be doelden :borgtogt niet re doen vorderen. Art 9. De veerschippers kunnen wegens wangedrag of her haalde klagten over de bediening van hun veer, door de Plaat selijke Bestoren in derzelver bediening worden geschorst, voor den tijd niet te boven gaande tes wekenen op derzelver voor drage door Gedeputeerde Staten worden ontzet. Art lót Behalve de invoege voorschreven aangestelde veer schippers, zal niemand zonder toestemming der geregtigden in een besraand overzet-veer mogen varen of reizigers afhalen en overbrenger) Art ir to dien echter bij het im aft* 2 bedoelde reglement is bepaald dat de Veerschipper slechts,top bepaalde dagen zal overzetten, zal het aan iéder vrijstaan op de andere dagen, waar op de veerschipper niet vaart, over te zetten, zoo de veerschip, per zulks niec verkiest te doeö of afwezig is. Art. 12. De veerschuiten zullen aan de binnenzijde bij het roer, de namen van de gemeeïiten of plaatsen, cüsschen welke het veer ♦bestaatin zwarte olieverw met letters ter'groöte'van ten minste50 strepen op eenen witten grond moeten voeren, en zoo er meer dan eene schuit in het veer wordt gebezigd, zolien dezelve daarenboven met een volgnummer onderscheiden worden. Art. 13. De veerschuiten zullen jaarlijks in de maand Mei, ren koste der veerschippers, door een of meer voor ieder dis trier, door Gedeputeerde Staten aan te wijzen, scheepstimmer lieden worden onderzocht die van hunöe bevinding proces ver baal zuilen opmaken, volgens daarvan door Gedeputeerde Staten te geven model, hetwelk aan de Plaatseiyke Besturen zal wor den ingezonden. Art 14. Indien de vaartuigen én het daartoe behoorende wanr en zeilen, in behoorlijke orde worden bevonden, zal hiérvan door den keurder, een bewijs in duplo worden afgegeven, waarvan een bij het Plaarselijk Bescuur zal blijven berusten en het andere door hetzelve aan den schipper zal worden uitgereikt. Art. 15. Indien de vaartuigen geacht worden herstelling noo- idig fe hebben zal de keurder dezelve bepaaldelijk in het p fl ees-verbaal opgevenen het Plaatselijk Bestuur den veerschip per gelasten, dezelve binnen eene maand te doen bewerkstel», genen by nalatigheid daar n ten koste v^n den veerschipper doen voorzieninmiddels zorgende dat met het gebrekkige vaartuig niet worde overgezet, en dat in de dienst van het veer zoo noo» dig door een ander geschikt vaartuig worde voorzien. Vervolg in ons volgend Nommer.') PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorre van dien Gezien het besluit van Zijne Excellentie den Staadsraad Gou verneur van de Provincie Zeeland, van den 2 October 1837, A N 1:324, 4de Afdeeling (Provinciaal Blad N 0l7y-J Herinneren bij deze ,de Ingezetenen dezer Stad en Gemeente aan de bepalingen van Art 27 en A2 der wet op de Personele Belasting van den 29 Maart 1833, betrekkelijk de belasting naar tijdsgelang en de supplecoire aangifte luidende als volgt: Belasting naar Tijdsgelang, Art. 27 1. Zoo wanneer een perceel, hetwelk op den 15 Mei niet jö gefefüife was of ook een Woonhuisop hetzelfde tijdstip enkel en op den voet bij de laatste zinsnede van Art. 261 2 bepaald, door eenen huisbewaarder bewoond zijnde, gedu rende, den loop des dienscjaars betrokken, in gebruik genomen of van Meubilair voorzien wordt, zal de belasting, volgens de vier eerste Grondslagen .naar de hierboven bepaalde regelen, des wege moeten worden voldaandoch slechts naar gelang van dat gedeelte dès dienstjaarshetwelk op_het tijdstip der in gebruik neming, betrekking of meubilering overig blijft. [Vervolg en Slot in ons volgend Nommer. Öp Zamrdag den 21 October 1837 des Voormiddags te Elf urenzullen Burgemeester en Wethouders der Stad Goestenf

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1837 | | pagina 1