N°. '40. G O E S IS C H E VRIJDAG BfiSif vjb |™W fjy Jrhi COURANT. DEN 19 ME I. ftcjetfurett-gu C&bmiutstvaiicw» SCHUTTERIJ. PUBLICATIE. 'Vervolg en slot van ons vorig Nummer I) Gezien Zijner Majesteits besluie van den 21 Maart 182.8 'Staatsblad N.° 6) speciaal de artikels 3 en 4van den Volgen den inhoud Art. 3. In het jaar na de eerste oprigting der Schuttert]', en in ieder der volgende jaren zal, voor den T Junij, de in Schrijving zich tot zoodanige ingezetenen bepalen die op den 1 Januari] van dat jaar hun 25 jaar zijn ingetredenhet register waarop dezelve worden ingeschrevenzal altijd het eerste regis ter uitmakenen zal voorts van de registers der vorige jaren het laatste of tiende komen te vervallen. Art. 4. Tot deze inschrijving zullen zich ook moeten aange ven, diegenen, welke, schoon in andere gemeenten ingeschre vensedert de laatste inschrijving in de gemeente zijn komen wonen; alsmede vreemdelingen die sedert de laatste inschrijving in de termen gevallen zijn om volgen^ art. 2 der Wetals Ingezetenen te worden beschouwd. De inschrijving van deze personen zal geschieden in dat register, waartoe zij volgens hun- pen ouderdom behooren. Gezien Z. M. besluit van den 7 September 1828 (Staats blad 55} voornamelijk de bepalingen van art. 7 en 8. aldus luidende Art. 7. De Gehuwden of Weduwenaars een of. meer kin* deren hebbende door sterfgeval of anderzins in de termen vallende om in de eerste klasse te worden overgebragc, zullen voor de eerstvolgenae jaariijksche inschrijvingbij publicatie worden op geroepen, om daarvan kennis te geven aan het 'plaatselijk be stuurwanneer deze kennisgeving mogt worden verzuimd en de nalatige, ten gevolge van dit verzuim, niet bij de Schuccerij is iugelyfd geworden, zal deswege door hec plaacselyk bestuur pro ces verbaal worden opgemaakr, en aan de bevoegde Regtbank toegezonden, ten einde de strafbepal ng van art. 1 der Wet van den 6 Maart 1818 Staatsblad N.° 12) op den nalacig'en toe. Impassen. Art. 8. De nalatige, in het vorig artikel vermeld, zal dade lijk bij de Schutterij worden ingelijfd, tegen onrslag van hem, die in zijne plaats is opgeroepende diensttiid door hem te vol brengen zal ingaan mei het jaar waarin bij is ingelijfd geworden." Alsmede gezien de Circulaire van Zijne Excellentie den Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie van den 5 dezer maand A- N,° 5277 1 afd. (Provinciaal blad N.° 47.) Roepen bij deze op: alle de mannelijke Ingezetenen de- zer gemeente, welke op den 1 Januarij dezes jaars hun «25 jaar zijn ingetreden, hoedanig zijndie geboren in den jare 1812, om zich van den 16 tot en met den 31 der loo- .pende maand Mei, voor de Schutterlijke dienst dezer Stad, ter Stads-Griffiealwaar daartoe dagelijks zal worden gevaceerd, (uitgenomen des Zondags) des morgens van 10 tot 12 uren, te doen inschrijven en zich vooraf te voorzien van een geboorce of doopextract ten einde zich van hunnen juisten ouderdom ter behoorlijke inschrijving te verzekeren en zich door eene ver ruimde of onbehoorlijke inschrijving niet bloot te stellen aan de straf bij boven geinsereerd 9 artikel der wee van den 11 April 1827 vastgesteld. Terwijl tevens worden opgeroepen om zich ter bovengenoem de tijde en plaatse te doen inschrijven, alle manspersonen gebo ren in de jaren 1803 tot en met 1811 welke in vorige jaren el ders ingeschreven zijn, doch sedert dien tijd binnen deze gemeen te zijn komen wonenmet overlegging van het bewijs der vroe ger gedane inschrijving in eene andere gemeente alsmede zoodanige ontslagene militairen en vreemdelingen als sedert ae laatste in schrijving in de termen der Schutterij gevallen én binnen deze gemeente woonachtig zijn. Wordende de personen welke reeds ingeschreven zijn en deel aan de loting genomen hebben, behoorende tot ae tweede klas se, zijnde gehuwden en weduwenaars meteen of meer kinderen welke door sterfgeval of anderzins als nu inde termen der eer ste klasse vallen aangemaand om daarvan almede ten .boven bepaalden rijde en plaatsekennis te geven, Zullende de onderscheidene daarvan te houdene registers op den x Junij eerstkomende worden gesloten, en de genen welke bevonden zullen worden ren dezen nalatig te zijn geweest, en zich na dien tijd komen aangeven of ontdekt worden aan het einde der registers ambthalve worden ingeschreven onverminderd de daarop vastgestelde boeten en straffen'. En opdat niemand hiervan onkundig zij, zal deze worden ge publiceerdgeaffigeerd en geinsereerd in dezer Stads Courant. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den r3 Mei 1837. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Bij afwezigheid van den Burgemeester, De Wethouder J. KAKEBEEKE. Mij Bekend De Stads Secretaris L. DE F OU W, ]t4 PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dienbrengen bij deze ter kennis van de Ingeze tenen en speciaal van de binnen deze Stad geveistigde Genees kunst Oefenarenj Dat Hun Ed. Achtb. bij circulaire aanschrijving van Zijne Êx:cell; den Staatsraad Gouverneur dezer Provincie van den 5" dezer maand, AN.° 4978/2, iste afdeeling, (Provinciaal Blad N.° 48) is medegedeeld dat door Zijne Majesteit bij besluie van den 9 November 1836, N;° 100, eh bij toepassing vati het bepaalde bij hec Koninklijk Besluit van den 24 Mei 1832, (Staatsblad N,Q 17,) aan de nagenoemde Geneeskunst Oefena ren die zich in de daarbij vermelde jaren bi) uitnemendheid ter bevordering van de Koepokinenting verdienstelyk hebben gemaakt de Gouden Medaille is toegewezen als aan de Heeren H. GoemansMed. Doctor en J. van HertumVeearts, beidé te Zierikzeeover 1834, IV. de Oudey Plattelands Heel- en Vroedmeester te Sas van Genten/. IV. Callenfils Med. Doctor te Vllssingen over 1835. Wordende een iegelijk te dezer gelegenheid herinnerd aan de bepalingen van voren gemeld Kohinklijk Besluit van den 24 Mei 1832 (Staatsblad N.° 17) houdende: dat niet alleen de Ge-; neeskuns: Oefenarenmaar ook eeti ieder welke de Koepok inenting het zij döor het uitgeven van nuttige werken tot toe.: lichtingen van de kennis en den loop der ziektemitsgaders hare afwijkingen, het zij door eene aanbeveling der kunstbewerking of bestrijding van de daartegen bestaande vooroordeelen zal hebT ben bevorderd, op dit eerbewijs aanspraak kan maken. Ëy op dat zulks algemeen bekend zijzal deze worden ge publiceerd, geaffigeerd en geinsereerd in dezer Stads-Courant en exemplaren daarvan uitgereikt aan de Heeren Geneeskunst Oefenaren binnen deze Stad woonachtig. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 13 Mei 1837. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Bij afwezigheid van den Burgemeester De Wethouder, J. KAKEBEEKE Ter ordonnantie van dezelven De Stads Secretaris, L. DEFOUW, Jz. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goès en ressorte van dienbrengen by deze ter kennis van de Inge zetenen dezer gemeente: Dat de Patenten oyer het dienstjaar 1836 (loopende van Mei 1836, tot ultimo April 1837,) aangevraagd gedurende hec 3 en 4de kwartaal van dat jaaringevuld gereed liggen en tot deizelver afgifte ter Stads-Griffie zal worden gevaceerd, gedu rende deze loopende maand Meidagelijks uitgenomen des Zon* dags 's voormiddags van 10 tot 12 uren. Wordende de belanghebbenden vermaand, om die afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaalden rijd te nutte te maketi ten einde van alle kosten bevrijd te blijvendaar Hun Ed. Achtb.' verpligt zijnvolgens art. 2 van Zr. Ms. besluit van den 17 October 1820, om de onafgehaalde Patenten of de afschriften van deze)ve door eenen Deurwaarder der Directe Belastingen, onverwijld aan de patentpligtigen te doen uitreiken, tegen beta ling van tien centswaartoe dan ook met den 1 Junij eerstko mende en vervolgens zal worden overgegaan. Gedaan ten Scadhuize van Goes, den 18 Mei 1837. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 1 J. H. VERSCHOORvan Nisse Ter ordonnantie van dezelven, De Stads-Secretaris, L, DE FOUW, Jz.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1837 | | pagina 1