vuid, verklarende de minister, dat de Koning dit geheel aan de kamer had overgelaten. De kamer deze mededeeling voor kennisgeving aangenomen hebbende, maakte vervolgens een' aanvang met de beraadslaging gen over de buitengewone credieten voor het diensc-jaar f836. Het woord was het eerst aan den maarschalk Clauzel. De re denaar liet zich aanvankelijk in genoegzaam dezelfde bewoor dingen als in zijne brochure uit over de omstandigheden der expeditie van Mascare en TJemecen. Hy beklaagde zich over de logens en kwaadsprekendheid, waaraan hy ten doel had ge staan. Vervolgens de expeditie van Constantine aanroerende, zeide hij, dat de verliezen, daarbij geledenzich tot 450 man bepaaldenwier dood niet vruchteloos voor het Vaderland was geweestdaar men twintig mijlen lands veroverd alsmede de zoo belangrijke stelling van Guelmavermeesterd had. De maar schalk schreef de nadeelige uitkomst der expeditie toe aan het klimaat en den slechten staat van het materieel. Hy beklaagde zich hierop nogmaals over de obregtvaardigheid en kwaadspre kendheid zijner vijanden en voegde daarbijdat de hertog van Wellington omdat hij van voor Burgos terugtrok niet door her Engelsche ministerie was ontslagen geworden dat Lodewijk XIV Condé niet had afgezet, en dat dus het bewind zfch meer Va derlandslievend en gevoeliger dan die Vorst had betoond. Hy stemde intusschen voor de wet. Na den maarschalkvatte de heer Jaubert het wóórd opdie in eene uitgebreide redeen het ministerie en de vorigen spre ker, aanviel. Hij beschuldigde beiden, deel gehad te hebben aan de in Afrika geleden verliezenen zeide, dat het bewind te weinig vastheid betoond, en over het geheel eene dubbelzinni ge, houding in acht genomen had. Aan den gouverneur-generaal was te veel magt verleend. Algiers moest als een Onderkoning» schap beschouwd, en aan een staatsman tóebetrouwd worden. Den maarschalk Clauzel beschuldigde hij als op eigen gezagen zonder last van den minister van oorlogde expeditie onderno men te hebben. Bij het vertrek van de post was de heer/## bert nog aan het woord. Een brief uit Lyotïvan den 2 AprilmeldeWie zich nog niet van den kbmmervollen toestand der ingezetenen in groote fabrijksceden overtuigd heeftdie kome thans in het eenmaal zoo rijke en bloèijende Lyon mét deszeifs 1 do,000 inwoners hij zie wat daar voorvalt, welke vreesselyke hoogre aldaar.de nood er het daaruit voortvloeiende zedebederf bereikt he.ft! Naar de laatste opgaven, bevonden zich alleen binnen de stad 27,500 per sonen welke de stad onderhouden en ondersteunen moet ("vroeger slechts 4 of 5000). Voor de Croix Rousse, Vaise en Guillon nère (alwaar genoegzaam alleen onbemiddelde en arme arbeiders wonen, en waar de armbesturen veel minder dan te Lyon kun nen doen), rekent men 25,000 inwonersen onder dezen 12,000 armen; dit maakt dus te zamen ruim 40,000 armen uit, voor welke dagelijks gezorgd moet worden. Waarmede? dat is de groote vraag. Tot het einde van Maart had dë hulpkas tegen de alle dagen toenemende ellende nog eenige hulpbronnen van be lang, namelijk hetgeen de Koninklijke familie tot onderhoud ge zonden wat de Lyoners bijgedragen haddenen een gedeelte der gelden, die, ingeval de Cholera moge ontstaan, zoude die nen. Doch daarmede is her nu gedaan. Voor April wil de ge meenteraad de nog overige Cholera geldenten bedrage van 25,000 fr.aanspreken. De inzamelingen van de dagbladen be droegen tot den laatsten Maart 10,000 fr. alzoo te zamen 35,000 franken. Dit is voor ieder arme in den loop van eene geheele minder dan een frank 1 Reeds worden thans eiken morgen uit- gehongerdeninzonderheid kinderenop straat gevonden, Meis jes van 12knapen van 19 jaren bieden zich zonder schroom tót ontucht aanom slechts brood te verdienen het zedebeder onder de jonge vrouwen en meisjes der arbeidende klasseis in derdaad grenzeloos. De heer Jaubert heeft eene uitdrukking in het bekende vlugschrift van den maarschalk Clauzel opgehaaldwaarin gezegd wordt dat met dien opperbevelhebber in hec geheim onderhandelingen waren aangeknoopt, om de Fransche regering, tegen eene scha deloosstelling van too millioen franken, tot het ontruimen van Algiers te bewegen, m welk géval hy.»maarschalk5 millioen: als commissie-loon zou hebben genoten. „Noem my f' zeide' de heer Jaubertdien onverschrokken biederopdat wij koop met hem sluiten! Ér zijn lieden genoeg, die Algiers voor niets zouden overgeven.'* De spreker bewees verder uit het stilzwij gen hetwelkhetwelk steeds in het Engelsche parlementoVer her voortdurend in bezit houden van Algiers, bewaard werd, dat de Engelschen die bezitting geenszins als voordeelig voor Frank rijk beschouwden. Hij eindigde met zich te beklagendat se derr den dood van Casimir-Perier het bestuur steeds zwakker was geworden. Reeds is er"zeide hijveel grond verlo ren het schip van staat wijkt, naar myn gevoelen, af van den goeden koers en wordt naar gevaarlijke klippen voortgedreven. Er zijn nieuwe stuurlieden aan het roer gekomen maar ik vrees, dat zij slechts zullen weien te laveren, en dat het aan hen niet is (voorbehoudenom het schip in de haven te brengen jflcbcvLtubcn. Goês den 22 April. Bij Arrest van het Hof van Assisen in de Provincie Zeeland, zitting houdende te Middelburg, is dato den 20 December *836, zyn de Personen van JAN va-n WAARDENBURG, oud 39 jaren, geboten te Dreumelin GelderlandKoopman van beroepADllIAAN de VLA- MINCK oud 37 jaren geboren te -Tholen Pakkendrager van beroepen MARIA ROELS Huisvrouw van Jan van Waardenburgoud 37 jarengeboren te St. Nicolaas in OosH Vlaanderen Winkelierster van beroep allen laatst te Goes woon achtig schuldig verklaardte wetenJari van Waardenburg aan bedriegelijke Ban breukdoor na als Koopman te zijn ge-' gefailleerd te zijn gebleken GeldenSchuldvorderingen Koop-; waren en Huisraad tot zijne failliete massa benoorende, te hebben verduisterd mitsgaders sommige zijner Koopspans Boe- ken te hebben verborgen en achtergehouden." Adriaan de Vlaminck aan medepligtigheid aan die bedriegelijke Ban- breuk door, met gemeen overleg en verstandhoudingmee den Bankbrenkigen Jan vari Waardenburgte hebben roede- gewerkt tot het heelen en aan de failliete massa onttrekken van Koopwaren en Huisraaden Maria KoelsHuisvrouw van Jan van Waardenburg aan medepligrigheid aan i dezelfde be-' driegelyke Bankbreuk, door het verduisteren en heelen (dstour- ner et rócêler') van gereed Geld tot de failliete massa behooren-? de;" en te dier zake, krachtens art. 593 het begin en num. 2 en 7, 596, 597, 598, 555» 599 en 6o3 van het Wetboek van Koophandel; art. 402 isce en 2de alimea 403 22, 36, 52 en 55' van hec .Wetboek van Strafregtart, 9, rr en 12 der Publicatie van den 11 December 1813 en art. 368 van hec Wetboek van Criminele Regrspleging, gecondemneerdte weten: JAN van WAARDENBURG en ADRIAANde VLA MINCK, ieder tot een halj uur te Pronkstelling op een Scha-; ■vat en een confinement voor aen tijd van vijf achtereenvolgends, jaren in een Rasp- of Tuchthuis, en MARIA ROELS, Huis vrouw van Jan van Waardenburg tot een confinement voor den tijd van twee achtereenvolgende jaren in een Rasp- of Tucht-, huis; voorts Adriaan de Vlaminck en Maria KoelsHuis vrouw van Jan van Waar dénburgiQ. omjde GoederenReg- ten en Actiën die door hun op eene bedriegelijke wijze verdon kerd fzjjnwederom in den Boedelten behoeve der Scbuld- eischersin te brengenvoor zoo verre die niet door de justi tie zijn in beslag genomen en zich in handen derzelve bevinden 20. om aan gemelden Boedel te vergoeden de schaden enintres» sen, voor eene gelijke somma als zij getracht hebben denzelven te benadeelen welke zijn geëvalueerdvoor Adriaan de Vlaminck op twee honderd Guldenen voor Maria Roels op vijf hon* derd twaalf Guldenen eindelijk, allen in de kosten der Pro cedure. een behoeve van den Staat; een en ander op de ver oordeelden solidaiilijk, en (is 'rnood) door middel van lijfsdwang te verhalen. Ondertrouwd B. FLANDER en Goes, H. M. HARINCK. den 22 April 1837. Vergadering der Leden des Bjbelgenootschaps alhier op Woensdag den 26 dezer ia de Consistorie Kamer des mid dags ten 1 ure. V Op Vrijdag den 28 April 1837, des morgens ten elf ure, zal in de zoogenaamde Heerekeet ten huize van den Dyksopziener F. Ferdinandussete Sas van Goes, gehouden worden eene algemeene Vergadering van Ingelanden van den Wilhelmina-P older. C. C. van dên BOSCH, Adj unct- G riffier De ondergeteekende is thans ruim gesorteerd in extra fraaye SCHOORSTEENSTUKKENverkoopt tot billijke prijzen en verzoeke een ieders gnnsc. J. POLDER, in de Lange- Vósstraat. Vrijdag den 28 April 1837, des voormiddags 11 ure, publieke Verkooping te Heinkenszandin de Herberg bewoont door M. Weststrate, ten overstaan van den Heer Vrederegter van het Kanton Heinkenszanden door het ministerie van den Notaris STOKMANS te Heinkenszand residerende, van: 1.° Een WOONHUIS en ERF, staande en gelegen te Baar land op het dorpgemerkt N.° 2 Kadastrale Sectie C„ N.° 289 en 393. 2,® Een Stuk ZAAILAND, groot 49 Roeden, 80 Ellen, gelegen in BakendorpKadastrale Sectie C. N.° 113. Welke Goederen behooren tot den boedel van JAN WIL- LEMSE en ANNA HAASDONK, beiden te Baarland over leden. V Een MOLENMAKERS-KNECHT mits' met de bere keningen van Euclides bekend zijnde, dadelijk Werk begeeren- devervoege zich bij den Molemaker JAN VISSER in de Klok» straat te Goes. TER BOEKDRUKKERIJ VAN F. KLEEUWENS.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1837 | | pagina 2