N°. 25. GOESSCHE COURANT, 4 MAANDAG DEN 27 MAART. IScstnvcn tit Qlbmiuistvalitn» PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dienbrengen bij deze ter kennis van de belang hebbenden Dac het Suppletoir Kohier van het Patentregt, voor het derde kwartaal des jaars 1836 en 1837 door Zijne Excellentie den Staatsraad Gouverneur dezer Provincie executoir verklaard over deze Gemeente, aan den heer Ontvanger van 's Rijks Belastin gen ter invordering volgens de wet is toegezonden. Weshalven alle de Patentschuldigen worden vermaanden gelast, om ten spoedigsten na bekomen berigt van gemelden heer Ont vanger hun verschuldigde te voldoenop pcene als bij de wet bepaald. En ten einde niemand onwetendheid zoude kunnen voorwen den, zal deze worden gepubliceerd, geaffigeerd engeinsereerd in dezer Scads-Couranr. Aldus gedaan ten Stadhuize van Goes,: oen 25 Maart 1837. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. H. VERSCHOORvan Nisse Ter ordonnantie van dezelven, De Stads-Secretaris, L. DE FOUW, Jz. NATIONALE MILITIE. WAARSCHUWING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dien brengen by dezen ter kennissë van alle die het aangaat, dat de Militie Raad, krachtens art 126 der wet op de Nationale Militie, van8Januarij 1817, {Staatsblad N.° 1 over dezen jarehare 3e. zittingtot aaoneming van Piaarsver vangers of die van Nummer willen verwisselen overeenkomstig art. 37 der wet van 2n April 1820 (Staatsblad N.° 11, zal houden te Middelburghoofdplaats dezer Provincieop Don derdag den 13 April 1837 des morgens te tien uren in de Abtdij aldaar; en dat de Commissie uit den Edel Achtbaren Raad dezer Stadtot de afgifte der Attesten benoodigd voor Plaats vervangers ofNummerverwisselaarszal vaceren op Maandag den 10 te voren, des voormiddags te tien uren. En op dat niemand hiervan onkundig blijvezal deze worden gepubliceerd en geaffigeerdmitsgaders geplaatst in dezer Stads Courant. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 25 Maart 1837. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. H. VERSCHOOR, van Nisse Ter ordonnanrie van dezelven De Sracis Secretaris, L. DE FOUW, Jz. NIEUWSTIJDINGEN. 3 (Efogelatib. Londen, rfe# 20 Maart Met de jonste berigten uit Amerika heeft men thans hier te lande kennis bekomen van het bestaan van een ernstig geschil tusschen ons bewind en dat van de republiek Nieuw- Granada. Voor zoo veel men uit het deswegens bekend gewordene kan opmakenheeft dit geschil zijn oorsprong in eene gewelddadige aanranding van zekeren kolonel Paredes door den heer Joseph Rus sell, britsch vice-consul te Panama, m den nacht van ao Janu arg 1837. Op het hulp-geroep van genoemden kollonel zijn cenige lieden toegeschoten, die den vice-consul op zijn beurt hebben mishandeld, en daarna is de heer Russell in regten be trokken, De Engelsche gezant te Bogota heeft op last van den minister lord Palmerstonzich ernstig beklaagt over de behan deling, die de vice consul had ondergaan; dezelve voorgedragen als eene belediging van Groot Brittannie, en eene schitterende voldoening geëischc, en tevens met dwang middelen bedreigd. Van den kant der regering van Nieuw-Granada, aan welks hoofd de generaal Santander staat, is deze eïsch afgeslagen, met de verklaring, dat den vice-consul geen onregt was aangedaan; dat de republiek voor de Britsche bedreigingen niet terug zou tredenen dac derzelver twee millioenen vrije inwoners aan de wereld het voorbeeld zouden geven, dat zij liever met de reu zenmagt van Groot-Brittannie den kamp wagen, dan zich door onderwerping, vernederen in de oogen der bevriende naden" Sedert deze verklaring wordt de kust van Nieuw-Granaaa door Engelsche oorlogschepen geblokkeerd. J'Vanferijfc. Parijs, den 20 Maart. Een onzer ministeriële bladen deelt den volgenden brief uit San Sebastian, van den 12, mede: De heelmeesters van het fregat V HeVmionede brik le Du- no'ts en de stoomboot le Météorewelke schepen de in onze wa teren aanwezige Fransche scheepsmagt uicmakeh zijn ter ne- schikking der Spaanscfie overheden gesteld. De zorg voor een geheel hospitaal met gekwetsten is hun aanbevolen. Er bevon den'zich re San Se.bastia.n slechts vijf Spaansche heelmeesters in staat om diensr te doenen er waren soldaten die zwart- won den ontvangen hadden en bij wie zelfs nog geen eerste verband gelegd was Gisteren heeft men hier een' soldaat begraven die toen men de eerste schop aarde op zijn bebloed ligchaam wierp, oprees en te kennen gaf, dat hij niet dood was. Men heeft hem wel op zijn woord moeten gelooven Onze Fransche heel meesters verrigtec hier wonderen. Zij roemende Spaansche sol daten zeer die even geduldig de hevigste pijn, als verm'oerjê- nissen en ontberingen verduren, Zij hebben aan sommige dezer krijgslieden ledematen afgezet of hen getrepaneerd, zonder dac zij ophielden hunne sigaar te rookenof zelfs eene enkele klagc liet hooren. Een hunner, wien het dijbeen werd afgezet, heeft zich bepaald met, op het pijnlijksteoogenblikder operatie, zijne sigaar aan eenen makker over te geven met verzoek om dier» aan te hóuden. De Spanjaard is als voor den oorlog geschapen hoe jammer, dat de soldaten der Koningin geene bevelhebbers hebbenin staatom hen goed te leiden en met voordeel te doen stryden Men gispt hier zeer de wijswaarop de generaal Evans het gevecht van eergisteren bestuurd heeft. De scher mutselingen van heden zijn wel niet geschikt geweestom de tegen hem bestaande verbittering uit den weg te nemen Uit Madrid loopen de brieven rot den 12. De graaf dAU madovar was bepaaldelijk geaurende de ziekte van den heer Calatrava, met de portefeuille van buitenlandsche zaken en hec voorzitterschap van den raad belast. Men sprak van de benoe. tniog van D. Fernando Cordovabroeder van den generaaltoe bevelhebber van hec regemenc der Koningin Regentes, Er werd een wakend oog op verschillende generaals gehoudendie verdacht werden, betrekkingen te onderhouden mee de republie- keinen van Barcelona. De berigtenwelke men te Madrid omtrent den toestand van onderscheidene provinciën ontvangen had, waren verontrustende. De Carlisten doorkruisten overal hec land, zonder tegenstand te ontmoeten. Cabrera was aan het hoofd van 6000 manop Sarragossa in aantogt. Dit opperhoofd moest eene afleiding bewerken, door de aandacht van het leger van Navarre op hem te vestigen, terwijl Forcadelmet 5000 man tot bijna voor de poorten van Valencia gevestigd was. In eenen bijzonderen brief uit Baijonne van den 8 Maart die langs eenen buitengewonen weg is ontvangenleest men hec volgende: Onderscheidene depêches en bijzondere brieven zyn uit San Sebastian hier aangekomen. Allen stellen zij de nederlaag die de Engelsch Spaansche legerafdeeling onder het bevel van den generaal Evans geleden heeft, als volkomen ja bijna als voor het loc dier afdeeling beslissende voor. Dc volgende bijzonder hedendie over dit noodlottige gevechteenig licht geven, zijn uit die onderscheidene berigten geput. „Het Engelsche hulp-legjoen had in den loop van den 151, ofschoon het eenen moorddadigen tegenstand ontmoetteeindelijk de bovenhand behouden en zich van de hoogten meester gemaakt, welker bezit hetzelve in staac stelden om Ernani te bombarderen en zich dus van die stad meester te maken. In den ochtend van den 16 waren de troepen der Engelsch-* Spaansche legerafdeeling zoodanig verdeeld, dat de middeltogc die groorendeels uic Engelsche regimenten bestond, de hoogten van Oriamendi bezette, de linkervleugel op Ascigarraga steunde, en de regtervleugel aan gene zilde van Ernanie had post gevat. Tegen den middag begonnen de Carlisten den aanvalzij rukten met ontsiuimige drift tegen de beide vleugels van het leger hun ner tegenpartij aan. Aan den linker vleugel daarvan, die uit twee Engelsche en twee Spaansche regimenten bestond was zejfs reeds in de allereerste oogenblikkenhet voordeel aan de zijde der Carlisten. De generaal Evans .vernemendedac de ge noemde regementen overhoop waren geworpen, haastte zich, om van uic den middelrogt de Chapelgorris (vrijwilligers, naar hun ne roode mutsen aldus genoemd), het legemenc der prinses en veénige Engelsche bataillons tot hulp van den linkervleugel af te zonderendie dan ook weldra het evenwigt op dac punt her telden. Maar de geheele aanval der Carlistenop den linkervleug

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1837 | | pagina 1