m m vj
GOESSCHE fBl
M A A N DAG
Ccütuvcu en ClbmuuofrAitcu.
NOTIFICATIE
De STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie
Zeeland
Brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden dat door
den Opperhoutvester voor de Noordelijke Provinciën, met over»
leg van Hun Ed. Groot Achtbare de Gedeputeerde Staten
Gezien art. 9 en 50 der wet van den ir July 1814, 'Staats-
blad N.® 79) en het besluit des Konings van den 5 July 1823
QStaatsblad N 0 25
Gelet hebbende op en overeenkomstig de bijzondere bevelen
des Konings, om, rot voorkoming en wering van alle misbrui
ken, stiptelijk te doen letten op het visschen met ongeoorloofde
vischtuigen
is bepaald:
Art, 1. Het is verboden in deze Provincie met andere dan
de volgende vischtuigen te visschen;
Aalkorven, KorvenVischkorvenWilligen, We Hen,} Fieu-
ren. ZetlijnenFuiken, (StelnettenHengels, Kruisnet,
TotebelSchakels, (Houwen, WargarensStolpmand
Trommels(Balfuiken,} WerpnetZegen(SleepnetPrang-
of Braamnettenmits alleen in groote waterpiassen en kreken
gebezigd wordendezijnde het gebruik daarvan in slooten, wa
tergangen en vaten bepaaldelijk verboden,
Beugelnettenmits de middellijn van den hoepel of beugel
nier grooter zij dan 90 Nederlandsche duimen.
Van de Schepnetten mag gebruik worden gemaakt om gevan-
gèn visch op te scheppen, over te zetten of te vervoeren.
Art. 9. De wijdte der mazen van de vischnetten over der»
telver grootste lengte gemeten, zal zijn, ten minste:
Voor de Zegende vleugels 40de kuil 95 Nederlandsche
«repen. Voor de Fuiken, vleugels en ligchaam 30, de kuil
95 Ned, strepen. Voor de Schakels 50 Ned, strepen. Voor
her Kruisnet 22 Ned. strepen. Voor de Trommel 25 Ned. strepen
Voor de Werpnetren 30 Ned strepen. Voor het Prang- of Praam
net 30 Ned, strepen. Voor het Beugelnet 30 Ned. strepen.
Art. 2. De gelijke maatstaafjes waarmede de mazen nat zul
!eo worden gemetenzullen tegen betaling voor een ieder bij de
f Heeren Houtvesters verkrijgbaar zijn.
Art. 4. De bepaling bij art. 2 vervat; zal ingaan met den 1
Januari) 1838, en zulks wat de Zegen en Fuiken betreft, voor
zoo ver aan de eigenaars geene prolongatie mag worden verleend,
zullende echter na den 1 July 1837 geene netten, onder de daar
bij vastgestelde maat vervaardigdnoch verkocht mogen worden.
Bij het onderzoek in winkels of in de bergplaatsen der netten
van de Visschers van beroepzullen de Opzieners der Jagt door
een officier van policie geadsisteerd moeten zijn.
Art. 5. De volgende visch-soorten zullen bij het vangen niet
mogen worden behouden bewaard, vervoerd of verkocht, be
neden de navolgende maat of gewigt:
Voor de Karper en Snoek25 Ned duimen. Voor de Baars
BraassemVoornen en Bliek, 16 Ned. duimen. En voor de
Aal of Paling van minder gewigt dan in de evenredigheid van 12
in'het Ned. pond.
Hiervan is uitgezonderd Poocvisch en kleine Visch {tot aas,
'mits daartoe hebbende consent, door de Heeren Houtvesters gra
tis af re geven.
Art. 6. Geene gemeen liggende slooten tochten vlieren of
Watergangen zullen vóór den 1 Junij van elk jaar mogen wor
dèn schoongemaakt of geveegd, ten zij zulks voor de afwatering
door de daarbij betrokkene Dijks- of Pol der-Besturenals on
misbaar werd géoordeeld.
Art, 7. Voor zoo ver de bovenstaande bepalingen niet vallen
onder de strafbepalingenvastgesteld bij de wet van den 11 Julij
1814, zullen de overtreders, krachtens het besluit des Konings
Van den 5 Julij 1823, worden gestraft overeenkomstig art. 1
der wet van den 6 Maart 1818 (Staatsblad N 0 ir.)
En ten einde niemand hiervan onwetenheid voorwendezal de
ze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te geschieden
gebruikelijk is, mitsgaders in het Provinciaal blad geplaatst.
Middelburg, den 27 February 1837.,
De Staatsraad Gouverneur voornoemd,
VAN VREDENBURCH.
HERIJK DER MATEN EN GEWIGTEN.
GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND.
(Fervolg en Slot van ons vorig Nommer,}
Art 9. Dien onverminderd zullen de Burgemeesters der ge
CO V R AN T.
DEN 6 MAART.
meenten te platten lande, naar aanleiding van art. 62 eri 87 van
het reglement op het bestuur te platten lande, ten minste vier
malen in het jaar gelijke visitatie doen, en zorgen, dat afschrik
ten van de daarvan opgemaakte processen-verbaalovereenkoms
tig laatsrgemeld artikelaan dén Staatsraad Gouverneur worden
ingezonden. En worden Burgemeesters en Wethouders der steden
uitgenoodigdom de vereischce orders te stellen, dat gelijke
opneming door den Commissaris yan Policie of het Lid van het
Bestuur hetwelk met de Policie is belast, worden gedaan. -
Art. 10. Hec wordt aan alle op publiek gezag aangestelde of
beëedigde landmeters, wegers en meters verbodeneenigecerti
ficaten, weeg-of meetbrieven af te geven, waarin de maat óf hec
gewigt anders dan in de niéuwe alleen wettige benamingen is
uitgedrukt; en zullen door dezelve geene andere dan de wettig
erkende maren en gewigten mogen worden gebezigd.
Arr. xi. Insgelijks wordt aan de Plaatselijke Besturen Gods
huizen of Armbesturen en aan alle Ambtenaren en publieke Ad
ministratiën verboden, eenige actenolansbestekken of bera
mingen te doen opmakenaan te nemen of daarop regard te slaan
in welke de hoeveelheden en afmetingen niet in de nieuwe maten
of gewigten zijn opgeven.
Art. 12. Aan alle Ambtenaren, publieke Administratiën iti
ingezetenen binnen deze provincie, wordt bij deze derzelver ver-
pligting herinnerd om de door hen gebezigd wordende maten
en gewigten binnen den in art. 1 bepaalden termijn te doen her
ijken bij gemis van welke formaliteit, de door hen gebezigd
wordende of in derzelver opene werkplaatsenmagazijnen of Win
kels bevonden wordende maten en gewigten in beslag kunnen
worden genomen, en degenen die bevonden worden dezelve te
hebben gebruiktof in hunne opene werkplaacsenmagazijnen
of winkels voorhanden te hebbenvolgens de bepalingen van
Zijner Majesteit s bestuit van den 30 Maart 1827 (Staatsblad
N*. 13) zullen worden verwezen in eene boete van 10,—
tot f 100,—
Aan dezelve worden tevene herinnerd de bepalingen van art. 14
van Zijner Majesteit's besluit van den 18 December 1819 (Staats
blad no. 57) volgens welke alles, wat met de maten voor arooge
waren in dat besluit opgegeven wordt gemetenmet detLStrijkel
behoorlijk moet worden afgestreken, en dus alfen, die van zoo
danige maten gebruik maken, ook van strijkels voor dezelvebe-
hooren te zijn voorzien, van welke die voor de halve en voor
de kwart mudde ook moeten worden geijkt en geverifieerd
wordende de plaatselijke Besturen, als mede de Arrondissements
ijkers aangemaandom voor de nakoming dezer verordeningen
te wakenen daarop bij hunne visitatiënvoor zoo veel een
ieder aangaat te lenen; terwijl van de bevinding te dezèn in de
bij art. 7 en 9 bedoelde Processen verbgal of relazenspeciale
melding zal moeten worden gemaakt.
Art. 13. Alle Ambtenaren en publieke Administratiën wórden
uitgenoodigd, aan de nakoming van het tegenwoordig besluit de
hand te houden en worden de Plaatselijke Besturen aangeschre
ven, om de Arrondissements-ijkers in de uitoefening huhner func-
tiën, zoo veel mogelijk, behulpzaam te zijn, en speciaal, op
derzelver aanvrage dadelijk den Commissaris van Politie, of
da&r waar zoodanig Ambtenaar niet aanwezig isof verhinderd
wordt de vereischte assistentie te verleènenëén Lid via hec
Plaatselijk Bestuur te delegeren, om dezelve bij de. döor hen
voorgenomene visitatiën van winkels en werkplaatsen te verge
zellen
Art. 14 Dit besluit zal door insertie in. hec provinciaal blad
gebragt worden ter kennis van de Disrricts CommissarissenBurger
meesters en Wethouders der steden en Burgemeester en«,Wei»
houders of Assessoren der steden en gemeenten te platted Ian-
dé, mitsgaders van de Arrondissements-ijkers; tot informatie en
narigter, wijders in de binnen de provincie uitgegevene nieuws*
papieren worden geïnsereerd, en door de zorg der Plaatselijke
Besturen worden afgekondigd en aangeplakt in al ,de steden en
gemeenten dezer provincie, te welken einde een genoegzaam
aamal in plano gedrukte exemplaren van hetzelve aan voornoem
de Besturen zal worden toegezondenzullende wijders
plaren van dit besluit worden gezonden aan den Heer Procureur
Crimineel, de Regtbanken van Eersten Aanleg en Officieren bij
dezelve eo aan de Vrederegters in de provincie Zeelajtd,
Middelburg den 17 February 1837.
Gedeputeèrde Staten voornoemd
VAN VREDENBURCH.
Ter ordonnantie van Dezelve
I VAN DER HEIM.