CO UVR'A N #lt
- v/fW"/
JS°. 86.
GOESSCHE
Macmdag
$4 October.
53cstuvctt jeti Clbministratietn
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Goes
en ressorte van dien, brengen bij deze ter kennis van de belang
hebbenden:
Dat het Primitief Kohier van het Patentregt voor dezen jare
door Zijne Excellentie den Staatsraad Gouverneur dezer Provin
cie executoir verklaardover deze Gemeenteaan den heer Ont
vanger van 's Rijks Belastingen ter invordering volgens.de wet
is toegezonden.
Weshalve alle ,de Patenrschuldigen worden vermaand en gelast
om ten spoedigsten na bekomen berigt van gemelden heer Ont'
vanger, liun verschuldigde te voldoen, op poene als bij de wet
bepaald.
En ten einde niemand onwetenheid zoude kunnen voorwenden
zal deze worden gepubliceerd, geaffigeerd en geinsereerd in de
zer Scads-Couranc.
Aldus gedaan ten Stadhuize van Goesden 24 October 1836,
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. H» VERSCHOOR, van Nisse
Ter ordonnantie Van dezelvqn
De Stads-Secretaris
L. dè FOUW, Jz.
]N1EÜ W STIJ DINGEN»
SDttitec ftlanb»
Frankfort, den 18 October. In een bijzondereti brief uit
Weenenvan den 9 dezerleest men het volgende
De Spaansche zaakgelastigde van Koningin Christinade
ridder de Noëlliheeft gisteren zijne paspoorten bekomen, en
zal eerstdaags Weenen verlaten. Alle diplomatieke betrekkingen
tusschen het Keizerlijke hof en her Madridscbe kabinet zullen'
daarmede afgebroken zijn. De heer de Noëlli begeeft zich naar
Parijs, waar de graaf Campusanozijnde dezelfde, die geduren
de vele jaren onder de regering van Ferdinand VII Spaansch
gezant te Weenen was, thans met de waardigheid van ambassa
deur der Koningin Christina bekleed is. Men is hier zeer ge
spannen over de ontwikkeling der Spaansche aangelegenheden,
en vestigt daardoor in zeker opzigt minder aandacht op de overi
ge openbare zaken zoo zelfs dat de jongste verklaring der Fran-
sche regering aan het Zwitsersche Vooroord by het publiek by
kans onopgemerkt is gebleven,"
Volgens berigten uit Kohstanrinopelvan den 21 Septem
ber, had de Fransche gezant, de vice-admiraalRoussindie met
verlof naar Frankrijk gaat, den 14 een afscheidsgehoor bij den
Sultan gehad, bij welke gelegenheid hij bet antwoord vaa den
Koning der Franschen, op de kennisgeving van het huwelijk der
Prinses Mihrimadaan den Sultan heeft aangeboden, De vice
admiraal Roussin ontving bij dit gehoor uit handen van den Sul
tan de, met briljanten omzette Turksche ridder orde, welke ook
doch niet minder ryk versierd, aan den eersten gezantscbapsse
cretaris en andere leden der ambassade geschonken Werd Ge
noemde gezant zou de terugreis naar Frankrijk doen met het fre
gat VHerminiehetwelk te dien einde ter reede van Konstanti
nopel was aangekomen.
Te Napels is eene poging rot diefstal in de koninklijke
Bank aangewend, maar bij tijds verijdeld. In den avond van
den 28 September hebben een paar personen middel gevonden,
om mee behulp van valsche sleutels en braakbinnen bet zeer
uitgestrekte gebouw te komen, waarin Zichbehalve de Bank,
öok nog de onderscheidene ministeriënde prefectuurde beurs
enz. bevinden. Des nachts hebben zij 15 of 16 der hunnen,
waaronder een bij de Bank aangesteld persoon binnengelaten, en
vervolgens de vertrekken bereiktwaarin, tiaar men meldt. 20
millioenen ducati in goud en 5 millioenen in piasters bewaard
werden. Zy hebben daar den volgenden dag ("als Wanneer de
Bank gesloten was) doorgebragten waren in den daarop vol
genden nacht bezig, om, beladen met hun buit, zich weder naar
«ie uitgangen van het gebouw te begeventoen zij overvallen
werden door de politie, die des avonds door een medepligtige
gewaarschuwd was. De dieven, welke op iets dergelijks bedacht
waren, hebben, bij het binnendringen der gendarmes én politie#
agenten door het werpen met eene groote hoeveelheid stof, zoo
danige verwarring aangerigtdat de meesten hunner térwijl ook
niet alle uitgangen goed bezet warenontvlugt zijnZoodat slechts
5 van dezelve gearresteerd zijn.
Londen, den J7 October. Alhier heeft men brieven ttir LiV
sabon ontvangen cot den 8. Den 6 heefc aldaar eenige onrust
plaats gehad, ter zake van een ontdekt complot, otn het 5 ba*
taillon jagers te verieiden, ten einde gewapender hand het gezag
van de constitutie van DPedro re herstellenen het ten anker
kornen van het britsche linieschip Tal aver a onmiddelijk voor de
stad. De nationale garde isden geheeld» nacht onder de wape-
nen geweestdoch den 7 was het weder rustigterwijl men be
sloten had, om het genoemde bactaillon jagers naar Algarve te
zenden. Volgens de brieven hebben de ministers Koningin Mfri
ria inlichtingen gevraagden ten antwoord bekomendat H. M.
geene kennis droeg van eenen complotdoch moeten zij van
die gelegenheid gebruik hebben gemaaktom H. M. te verkla
ren, dat, van het oogenblik, dat Zij zich aan boord van een
vreemd oorlogschip begaf, zij vervallen van den troon zoude
worden verklaard. 1
£VcbcrL*»;bat.
'sGravenhAGE den 19 October. Zijne ExC. de Minister
van Financien heeft zich in de zitting van de tweede kamer der
Staten Generaal van Donderdag 20 October, bij het aanbieden der
begrootings wetten aldus uitgedrukt
Edel Mogende HeeRen.
Nogmaals mag het mij te beurt vallen, aan U Edel Mogendefi
over te brengen de begrootingswecten van den Staat, Hoeseer
ik ook mogt gewenscht hebbende aandacht van U Edel Mo»
genden daarbij op een beëindiging der moeijelijke aangelegenhe
den des Rijks të vestigen, ten einde daardoor meer zekere eti
meer duurzame bepalingen zouden kunnen worden daargesceld
hetwelk zoo wel door de regering als door U Ed Mog vurig
wordt verlangdzoo moeten wij echter betreuren dat onze toe
stand naar buiten sedert het afgeloopene jaarsteeds dezelfde
gebleven is, en wij den eindpaaj van zoo vele moeijelijkhedeti
en opofferingen nog niet hebben bereiktte weeg gebragt door
den Belgischen opstand eenen opstand even verraderlijk in zijnen
oorsprong en schandelijk in zijnen loop als verderfelijk in zijne
gevolgen. Met dankbaarheid evenwel moeten wij erkennen, dat
ons Vaderland steeds eene schrede voorwaarts doet op den weg
van welvaart, bloei en zedelijken kracht- Alle bronnen Van volks
bestaan blijven voortdurend vloeijen. Koophandel en zeevaart
landbouw en nijverheid brengen gezamenlijk toe tot de alge-
meene welvaart.
De toestand der zaken is zoodanig, dat de regering aan de
natie thans geene nieuwe opofferingen vraagt of dezelver vooë
ais nog behoeftmaar zich integendeel in de gelegenheid ziet
gesteld'om de lasten gaande weg te verminderen en de bezwa
ren der ingezeteoen in eene beduidende maté te verligten.
Het openbaar vertrouwen blijft in ons Vaderland gehandhaafd»
Hetzelve heeft ten deele den invloed moeten ondervinden van deft
schokdie onlangs her crediet van allé landen geleden heeft,
doch het is niet twijfelachtig, of dezelve ontleende zijnen oor
sprong van handels overeenkomsten, welke aan onze nationale ge
steldheid en derzelver belang geheel vreemd waren.
Aangaande de wetten zelve merkte Zijne Ëxc. het navolgende op»
De hoofdsom der uitgave was gesteld op ƒ44,617,013.
Het departement van Justitie had eene vermeerdering onder
gaan van f 300,000, welke het voorüitzigt der op handen zijndë
organisatie der regteriijke magt noodzakelijk had gemaakttn al
werd dezelve in 4837 nóg niet tot stand gebfagczoo zoudet»
de voorbereidende werkzaamhedenals het bouWen en geschikt
maken van gebouwen daartoe enz.» toch deze vermeerdering ver*
eischen.
Dat van Rimienlandsche Zaken was vermeerderd met 36,000,
hetwelk de herstellingen aan dijken, en de verbeteringen dergrooré
communieatien des hadden gevorderd.
Dat van Findntlenwas met betrekking tot de nationale sëhuld 4
verminderddaar uit de kas der Oostindische bezittingen thans
daarin gedeeltelijk werd Voorzien. Men had gemeend de somt
der Fensioenen en afloopende betalingen Voor als nog op dezelf-
de hoogte te kunnen houden. Ook was de opbrengst van de
Jage thans op de begrooting gebragt.
Het departement van Oorlog was öp eif millioenen gebleven
doch de Regering behield zich voor, pm hierop terUg té komen 4
indien de omstandigheden zulks noodzakelijk mogten' maken.
De som vroeger voor as Marine aangevraagd was- dok thans
weder op deze begrooting uitgetrokken en dus op-dezdfde hoog
te gebleven daar het gebleken wasdat dezelve noodzakelijk et»
toereikend was.
Omtrent de wetvaststellende de Middelen tot bestrijding der