N°. 52. GOESSCH E C O'ÈR A N T.: Maandag $7 Junij Ucstuvcn m Qtoministratiett. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dien gezien het rekest van Mozes Joseph Cohen wonende binnen deze Stadaan Hun Edel Achtbaren gepresen teerd ter bekoming van consent tot het maken van een Slagt huis in het Pakhuis B. N.° 111staande in het Ossenhoofdstraat- je binnen deze Stad. v.r: Overwegende: dat tot het opmaken van het Proces-Verbaal de Commode et incommode gevordert £*ij art. 4 van Zijner Ma- jesteits besluit van den 31 Januari] 1834, (Staatsblad N.° 19) de bewoners der naastgelegene Huizen, in hunne belangen moe ten worden gehoord. Roepen bij deze de bewoners der huizengelegen naast het boven opgegeven Gebouw, Wijk B N.? 111 binnen deze Stad op, om op Zatordag den 2 Julij 1836, des middags te twaalf uren, ten Stadhuize dezer Stad te compareren, om ter zake voorscbreve in hunne belangen te worden gehoord en dat gene te kennen te geven wat zij zullen vermeenen te behooren. En zal deze, door insertie inde Stad-Courant worden open baar gemaakt. Goes, den 25 Junij 1836. Burgemeester en Wethouders der Stad Goes, J. H, VERSCHOOR, van Nisse Ter ordonnantie van dezelve, De Scads-Secretaris, L. DE FOUW, Jz. 1 NIEUWSTIJDINGEN» Berlijn den 19 Junij* De veldmaarschalk vorst Paskevitz stedehouder van Polen, is den 14 dezer uit Petersburg te War schau aangekomen, De administratie-raad van genoemd Ko ningrijk heeft bekend gemaakt, dat alle personenzonder uitzon dering -die na het dempen der onlusten in Polen tiaar het bui tenland zijn vertrokken en zich daar hebben schuldig gemaakt aan iets, hetwelk eene slechte gezindheid en een misdadig oogmerk tegen hunne regtmatige overheid verraadt zullen beschouwd wor den als lieden, die van de amnestie geen gebruik gemaakt heb ben, en derhalve, overeenkomstig vroegere verordeningen, on derhevig zijn aan confiscatie van hun vermogen. Frankfort, den 19 Junij. Z. M. Koning Otto van Grie kenland ismet zijne zusterde erf groothertogin Mathilde van Hessen, gisterenmorgen van Biberich te Koblentz aangekomen, en heeft daar de militaire en burgerlijke overheden ontvangen. On der her gevolg van Z. M. bevindt zich een Miaulisalsmede een overste in de prachtige Grieksche nationale kleeding, Z. D, H. de Hertog van Nassau wordt van Ems te Koblentz ver wacht om met de bovengenoemde vorstelijke personen naaf Bibe rich terugcekeereti. Z, D. H, de regerende Hertog -van Brunswijk is, van zijne reis naar Engeland, te Karlsruhe aangekomen, en heeft aldaar zyn intrek genomen in het groot-hertogelijke slot. Volgens berigten uit Syrië, welke tot den 20 April loo penis te Jerusalemonder een gedeelte der bezettingeen op roer tegen den gouverneur uitgebroken. Aanvankelijk was een soldaat gedeserteerd. De commandant wilde zijne compagnie daar voor verantwoordelijk stellen, en veroordeelde 36 man derzelve tot honderd stokslagenindien de deserteur niet binnen vier uren opgespoord werd. Dit verbitterde aller gemoederentwee com- pagnien, die op de citadel lagen, rukten de poort uit, braken de deur van het paleis des gouverneurs open, en eischten met woede de sleutels der stadspoort en van het kruidmagazijn. Een beambte van het paleis, die verzekerde, dat dezelve in handen des gouverneurs waren, werd neder gesabeld. De gouverneur had intusschen alle toegangen versperd en door zijne bedienden bezet; de overige militairen werden in de casernen opgesloten, uit vrees dat zij deel aan den opstand zou nemen. De ontevre denen gingen vervolgens den weg naar Kafah op, het vereeni gingspunt van alle deserteurs, ontevredenen en Bedoïunen uit de woestijnen van Arabie, Sedert loopen de muiters de omstre ken af en plunderen tot in de voorsteden van Jerusalem de rei zigers uit. De bezetting dier stad is intusschen met 400 man versterkt geworden. Z. D. Vorst von Metternich heeft zijne jongste dochter verloren. Men dacht, dat, ten gevolge daarvan, de voorgeno- mene reis des Vorsten naar Bongarye., althans vooreerst, geen' voortgang zou hebben. Onder de geschenken, door de Fran sche Prinsen te Weenen gegeven, merkt men ook nog op een fraai porseleinen servies aan Vorst van Metternich, De Engel- sche gezant, sir Frederik Lambworde te Weenen verwacht. Men dacht, dat, kort na zijne komst, Vorst ^Esterhazy naar Londen zou vertrekken. Den 14 is eene Engelsche courrier door Weenen gekomen. Dezelve zou verder naar Konstantinopel gaan met instructienvoor lord Pónsonbybetrekkelijk de bekende ge* Schillen met de porre over dgn Engelschman Churchill, De Schwabische Merk'ur behelst het volgende berigt van de Servische grenzen', van 3 Junij „Sedert gisteren beweert men re Belgrado, dat er tijdingetl uit Konstantinopel tot den 2'junij Ontvangen zijn, inhoudende, dat de:Sultan, ten gevolge van hét geschil met den Britschen ge zant, lord Ponsonbydie de afzetting van den Reis EfFendi als voldqening begeerd hadin de verwijdering van dien staatsdienaar heeft bewilligd» Men voegt er bij, dat de russische gezant von Butmteff'' zelf krachtig beeft mede gewerkt, om dezen minister die Zich reeds lang by de vreemde diplomaten had gehaat ge maakt, deszelfs ontslag te doen bekomen. De handelwijze des heerén von Butenteff' by deze gelegenheid wordtin de berigten uit Konstantinopel hoogeiijk geprezen en bewijst ten duidelijk ste dat Rusland den vrede in het Oosten zoekt te bewaren.** i Een berigt uit Boheme van 10 Junij behelst het volgende „be uit Weenen dagelijks aankomende berigten over de fees* ten ter eere van de Hertogen van Orleans en Nemours in die hoofdstad maken bij het hof van Karei X diepen indrtrk, Aar» de berigten uit Berlijn had men aldaar minder gewigt gehecht en scheen geheel vergeten te hebben, dat ook de Prinsen van jongeren tak der Bourbons nakomelingen van onze groote Mariac Thertesia zijn. In de hoogere kringen worden uitdrukkingen vat* het ongenoegen der in Toplitzflevende Carlisten medegedeeld, die wij niet willen herhalen. De hertogin van Angoulemedia na hare terugkomst van Weenende tijding van de reis der Prin sen van Orleans aan haren schoonvader heeft overgebragtmoèc zich in Weenen bitterlijk daarover beklaagdmaar ten antwoord ontvangen hebben dat de Keizer meende te moeten voldoen aan den uitgedrukten wensch van den Koning der Franschen, jAttttfeHjïï. Parijs den 19Junij* De bestaande geschillen tusschen Frank rijk en Griekenland', onder anderen, over het voortdurend ver- blyf van de Beijerschen in laatstgenoemd land, schijnen nog niec te kunnen bijgelegd worden. Die geschillen moeten zelfs zoo ernstig zijn, dat de gewone hof etiquette daaraan ook opgeófferd wordt. Gisteren morgen hebben de Beijersche en Grieksche mi nisters wederom eene conferente met den. voorzitter van den raad gehad. De laatste antwoorden uit Munchen zijn, zegt men, van dien aard dat daardoor een bezoek van onze Prinsen te Munchen onmogelijk geworden is. Koning Otto zou dezel ve ook niet willen zienvoor het geschil vereffend was. De conferentie van gisteren schijnt Wederom toe niets geleid te hebben. De generaal Allard is dezer dagen uit deze hoofdstad naar Brest vertrokken, alwaar eene onzer korvetten hem wacht, on* hem naar Indie over te brengen. Men zal zich herinneren dat deze generaal, na in de school van Napoleon te zijn opgekweekt, bij den val van dien veroveraar, zijne fortuin in de Indien is gaar* zoeken, dat hij, na velerlei lotverwisselingen, opperbevelhebber van her leger van Runjet-Singden Koning van Lahore, in Op-i per-Indieis gewordenen dat hij voor eenige maanden in Frank rijk is terug gekomenom zijn vaderland weder te zien. Hij is aldaar vooral ook door Koning Lodewijk Philips met veel onderscheiding behandeld, en vertrekt thans met den titel van, Fransch zaakgelastigde by* het hof van Lahore. [Hij neemc een grootenjvoorraad wapenen, krijgskundige modellen en an-* dere geschenken voor Runjet Sing mede, die de Fransche re gering, gedeeltelijk ook uit erkentelijkheid voor de fraaije ver» zameling van Indische gedenkpenningen, welke hij haar ten ge schenke heeft gegeven, ter zijner beschikking heeft gesteld. Ook heeft hij in lastom aan den Koning van Lahore eene met diamanten omzette dooswaarin de beeldcenis van Lodewijk'Phtlips ziel* bevindt, ter hand te stellen. Het Journal de Debats behelst een artikel van eenen vriend des generaals Allard, over diens vertrek waarin men het volgende leest: In vroegeren tijd zou de half-officiële zending van den ge- geraal Allard in Engeland misschien eenige achterdocht hebben, opgewekt maar thans zal het dezen stap der Fransche regering waaraan mén overigens geen overdreven getvigt moet hechten met genoegen zien. De mededinging van Frankryk is uit een handels oogpunt voor de Engelsche Oost Indische maatschappij =T^

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1836 | | pagina 1