i N°. 50. GOESSCHE Maandag CO U R A 20 Junij 35jcstuvcn ten xlbminii?(r«iticu. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorce van dien, brengen bij deze ter kennis van de belang hebbenden Dat het Suppletoire Kohier van het Patentregjt voor het 4e; kwartaal des jaars 1835 op 1836 door ZyneExceft- deti Heert5: Staatsraad Gouverneur dezer Provincie executoir verklaard over deze Gemeenteaan den Heer Ontvanger van 's Rijks Belastin. gen ter invordering volgens de wet is toegezonden. Weshalven alle de Patentschuldigen worden Vermaand en ge last, om ten spoedigsten na bekomen berigt van gemelden Heer Ontvangerhun verschuldigde te voldoenop poene als bij de Wet bepaald. Ed ten einde niemand onwetendheid zoude kunnen voorwen' den, zal deze worden gepubliceerd, geaffigeerd en geinséreerd in dezer Stads-Courant. Aldus gedaan ten Stadhuize van Goes, den 18 Junij 1836. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. H. VERSCHOOR, van Nirié, Ter ordonnantie van dezelve, De Stads-Secretaris L. DE FOUW, Jz. SCHUTTE Kff. PUBLICATI E BURGEMEESEER en WETHOUDERS der Stad Goes en ressorte van dien Brengen bg deze ter kennis van een ieder die het aangaatdat de commissie tot onderzoek der redenen van vrijstelling en uit» sluiting van de Schutterlijke dienst, voor dit jaaringevolge art. 15 der wet op de Schutterij Van den i i April 1827 zaamge steld, hare zitting zal houden ten Stadhuize dezer Stadop Maan dag den li Julij 1836 des voormiddags te elf uren. Wordende de genen welke vermeenen redenen tot vrijstelling of uitsluiting aan die Commissie te kunnen voordragen aandach tig gemaakt op de navolgende bepalingen van Zr. Ms. Besluit van den 28 Junij 1828 Staatsblad No, 42.) Art. 9. Geene vrijstelling of uitsluiting van de dienst zal mogen worden verleend aan personen y welke in de art. 3 en 4 der wet niet worden opgenoemdot die zich in de daarbij om schreven gevallen niet bevinden. Art. 10. Aan personen, die voorgeven met ziektêtl of gebre ken behebt te zijn, zal geene vrijstelling wotden verleend, op vertoon van attestenmaar zullen de zoodanigen worden onder zócht door de genees- en heelkundigen bij de commissie. Hij die buiten staat is voor de commissie te verschijnenzal in zijne woning moeten worden onderzocht. Art. 11. De onvoorwaardelijke vrijstelling op grond van ziek ten en gebrekenzal alleenlijk mogen worden verleend op grond van de zoodanigenwelke in het Reglement op het onderzoek der manschappen bij onze beschikking van den 15 Januarij'1821 n.° 59 vastgesteld, worden opgenoemd, als voor de dienst vol srrckc buiren staat, of een volstrekt of betrekkelijk onvermogen tot de dienst daarstellende, naar welke laatste de commissie vooral piet bijzondere oplettendheid onderzoek zal doen; zij die bij num mer verwisseling in dienst rredenmoeten in alle opzigten gezond zyn, en vrij van alle gebreken. Art. 12. Als geestelijken bg de onderscheidene gezindheden en als studenten in de Godgeleerdheid zullen alfeen worden vrij gésteld die genenwelke als zoodanig volgens de verordeningen op het stuk der Nationale Militie regc op vrijstelling van dienst hebben. Ter bekoming van deze vrijstelling zullen dezelfde be wijzen moeren worden overgelegd, welke voor de dienst der Na tionale Militie worden gevorderr. Art. 13, De onvoorwaardelijke vrijstellingen vermeld in art. 3 der wet sub. lite, e, g, hken m zullen alleenlijk mogen worden verleend ingeval de belanghebbende de volgende bewijs stukken overleggen, als: e. De Hoogleeraren en Lectoren aan de Hoogescholen, Atheneae en Seminaria, het besluit of de akte van aanstelling, of be noeming als zoodanig, g. De uit de dienst van den staat te lande of ter zee eervol ont slagene of gepensioneerde officierenhet eervol ontslag of de akte van pensioen. h- De officiereneervol uit de Schutterij ontslagen wegens ver andering van woonplaats, het besluit van ontslag. k, De broeder van hemdie reeds in persoon en voor ^ich zel ve bij de Schutterij dient, behalven een schriftelijk bewijs van deze dienst, door den kommandanr der Schutterij afgegeven een schrifceigk bewijs van het-Plaatselijk Bestuur, dat dienende broeder met hem bij zijne ouders inwoont. Die aangesteld zijn voor de dienst der nacht- of brandwachtea en der brandspuiten, een schriftelijk bewijs deswege van het Plaatselijk Bestuur. m* De.lijf en huisbedienden, een certificaat van den persoon bij v r.welke zij als zoodanig dienstbaae -zijn -, -gecertificeerd door hec Plaatselijk Bestuur. Zij die voortdurend uit Armem kassen bedeeld of in Armen Gestichten opgevoed en onderhouden wordeneene schriftelij ke en door het Plaatselijk Bestuur; gecertificeerde verklaring van bestuurders der gestichten, houdende, waarin de bedee-, ling bestaat, en sedert wanneer en op welke tijdstippen dezel»; ve genoten is. (Het vervolg in een volgend No.j NIEUWSTIJDINGEN. 1a— BERLgN, den Junij, De Nederlandsche gezant bij ons hof de luitenant-generaal graaf van Perponcherheef: gisteren bij gelegenheid van het verblijf van H. M. de Koningin der Nederlan den alhier, een groot diner gegeven hetwelk behalve deze Vor stin, ook Z. M. de Koning en de verdere leden der Koninklijke familie met Hoogstdezelver tegenwoordigheid vereerden. Frankfort, den 13 Junij, Dezer dagen is alhier eene alge- meene vergadering gehouden van de deelhebbers aan de onder neming om den Main en den Donau door een kanaal te verbin den, Daarin is tor eersten directeur van den raad van admini stratie der maatschappij benoemd de baron A, M. van Rotschild7 het oudste hoofd van het huis van djen naam. XJic de inschrij- vingslijstenaan de vergadering voorgelegd.blijkt, dat al de aandeelen, ten getale van 20,000 geplaatst waren, en wel in En geland 7522, in Frankrijk, Holland, Belgie en Zwitserland 1417 in Beijeren en andere Duitsche Staten 4278, bij de Beijersche regering 5000 enz. Te Rome wil men weten daronder bemiddeling van een bevriend hof, onderhandelingen aangeknoopt zullen worden toe erkenning der tegenwoordige regering van Portugaldoor den. Pausselijken Stoel. Hiertoe zou echter uit Lissabon de eerste stap moeren gedaan zijn en aan D, Miguel, die reeds door den Paus erkend was, zekeren onderstand verleend worden. Uit een te Napels verschenen werk over de geldmiddelen' van de beide Sicilien blijkt, dat niettegenstaande de moeijelijk- hedenwelkeFerdinand II bij deszelfs troonsbeklimming in 1830 ondervond, en hoe achterlijk destijds de toestand der schat kist was, de geldmiddelen des Rijks nu zoo gunstig staan, dat de uitgaven geheel door de inkomstenten bedrage van 26,100,107 dukatengedekt worden. Uic Petersburg20 Mei schrijft men het volgendeSedert den 17 houden HH KK. MM. met de leden van hun gezin hun verblijf op Zarskojeselo later zullen zij te Peterhof hun ver blijf houden welks bekoorlijke ligging aan de zee en nabij Kroon» stadt, de hoofd stapel plaats van onze Oostzee vlootden Kei zer des zomers bijzonder schijnc te bevallen. Wij hopen, dat de doorluchtige personen toe Augustus hier zullen blijven. Eersc dan zou de Keizer de voorgenomene reis naar de provinciën aan deze en aan gene zijde van den Kaukasus ^oenals wanneer hij ook de zuidelijke Wolga districtenKasan en Astrakan zal be zoeken. De Keizerin zal hem op een gedeelte van die reis ver gezellen, en vervolgens naar men geloofteen uitstap doen naar de Krimm en naar Odessa. Het kamp van het garde corps, hetwelk doorgaans zes Weken duur: en in Junij en Julij plaats beeft, zal volgens gewoonreöp de schóone ruime vlakte van Krasnojeselo nabij deze residentie gehouden worden maar dit maal uirmunten door verscheidene grooteen luisterrerijk manoeu vres, waarbij, zoo als sommigen zeggen, ook een detachement: pruissische troepen zal tegenwoordig zijn." Naar men verneemt sraac de wijn in den Rheingau thans geenszins zoo ongunstig als de koude der maand Mei deed vree» zen. Bij aanhoudend warm weder hoopt mendac de wynstok binnen 2 3 weken in bloei zal staan, Volgens brieven uit Kotistantinopel van 25 Meiwas de twist tusschen lord Ponsonhy en de Porce nog altijd het onder werp der gesprekken. De Sultan weigerde tot dus ver steeds de verlangde voldoening te geven., te weren de afzetting van ver-« schëidéne beambten, waaronder ook, naar men verzekerde, de reiseffendi Was begrepen. De gezant verkeerde daardoor steeds

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1836 | | pagina 1