6 0E S SC H E 1 ÏLrfV ls,w' j||F e 0 TJ R A N T. N°. 40. v Maandag %K$tuvm jew ^bministraticu- PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS dër Stad Goes téssorce van dien Gezien de Besluiten van Zijne Excellentie den Staatsraad Gou verneur dezer Provincie, van den 9 Februarij 1835, A. N,° 1320, 6de Afdeeling {Provinciaal Blad N.° 18,).en van den 5 Mei 1836 A. N.° 5257, 6de Afdeeling {Provinciaal Blad N,° 49 Noodigen dien overeenkomstig de Grondeigenaren uitom in den loop der eerstvolgende maand Junijter Stedelijke Secretary aangifte te doen, van alle ontstane veranderingen tenaanzien hun ner Grondeigendommen binnen deze Gemeentehetzij door Split sing of vereeniging van perceelen, Stichting of Slooping van Ge bouwen aan-bij-of herbouw als anderzins,, welke eenige meet kundige opneming vereischenen van alle zoodanige splitsingen en vereenigingenals welke zij ten hunnen koste mogen verlan gen te doen bewerkstelligenom daarop eenige akte hunner Grond eigendommen betreffende, opteroaken of te dóén opmaken. En vermits van alle de alzoo aangegevene veranderingen irt den staat der Grondeigendommenop primo July daaraanvolgende opgave moet geschieden aan den bijzonderen bewaarder van het Radaster, worden de belanghebbenden vermaandom zich den bepaalden tijd te nutte te maken- En opdat niemand onwetendheid voorwende, zal deze wor den gepubliceerd, geaffigeerd en geinsereerd irt dezer Stads Cou rant. Gedaan ten Stadhuize van Goes den 14 Mei 1836* Burgemeester en Wethouders voornoêmd, Bij afwezigheid van den Burgemeester, De WethouderJ. KAltgBÈÈKE, Ter ordonnantie van dezelve, De'S tads-Secretaris L, de FOUW, Jz. SCHATTER IJ, PUB L C A T I E. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dien Gezien de wet van den 11 April 1827 'Staatsblad N.° .17) betrekkelijk de oprigting van Schutterijen ert speciaal de artikels 1, 2, 7, 8 en 9, luidende als vólgt: „Art. Ieder Ingezeten van het Rijk, die op den 1 Janu- ary van elk jaarzyn 25e. jaar zal zijn ingetrêden en zijn 34e. niet voleindigt zal hebben, zal ingevolge de bepalingen dezer wet, daartoe opgeroepen zijnde, verpligt wezen de Schytteriijke dienst uitteoefenen. „Art, a. Als Ingezetenen wordenmet betrekking tot de toe passing dezer wet beschouw a. Alle Nederlanders, binnen het Rijkhun gewoon verblijf houdende. k Alle vreemdelingen, binnen het Rijk woonachtig, welke hun voornemen om zich aldaar te vestigen, zullen heb ben aan den dag gelegdhetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hun be staan. x v De tijdelijke uitoefening van een bedrijf of hand werk in eenige ondergeschikte betrekking gelijk die van leerling, knechr enz.,, kan op zich zeiven niet beschouwd worden als een bewys van het voornemen, om zich in dit Rijk te vestigen. Art. 7. Zij die in meer dan een gemeente hun gewoon ver blijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd zullen tot de inschrijving verpligt zijn, binnen die Gemeente alwaar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is. Bij aldieo in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende of alleen rustende Schutterijen bestaan, zullen zij zich doen in schrijven in die gemeente, alwaar Zij voor de personele belasting zijn aangeslagen; en de ambtenarenin die gemeente, alwaar zij ambthalve verpligt zijn hun verblijf te houden. Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend bewijs geven, zullen door het plaatselijk b'esróür worden ingeschreven naar deszelfs oordeelonverminderdrde bevoegdheid- 'van den in geschrevenen om van' zijnen juisten ouderdom' nader te doen blyken. ,t{"- f* - Art. 9. Die bevonden zullen worden zich niet voor den 1 Junij te hebben-èéén i'nschryvèn^uHèrï door'hét plaétsfelyk' be stuur ambtshalve ingeschreven' witteen en doof den natemelden Schuttersraad worden verwezen tot een geldboete terwijl zij daarenboven, zonder loting bij de Schutterij zullen worden in geÜjfd, indien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde in schtyving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden." (Vervolg hier naj) NIEUWSTIJDINGEN. f" 53mtscMan&. Berlijn deft 5 Mei. Z, M. dé Keizer van Rusland heefc 'aar den Prins Gagarin en aan den generaal der infanterieJe- sof, de met brillonten omzette Alexander's-orde geschonken. Nog heeft de Keizer aan zekeren luitenant der garde artillerieFad dejef, eenen gouden eerepenning, hangende aan het lint der Wlade- mirs orde en versierd met het opschriftvoor de redding van 'enQeïukkigenvereerd wegens het behouden met eigen levens gevaar, van onderscheidene personenbij gelegenheid van het af branden der houten schouwburg te Petersburg; In het jaar 1835 bereikten in het Orelsche district, van de 54,720 overledene personen, 35 den ouderdom van 100 en meer» dere'jaren eeu derzelve stierf in zijn 120ste, een ander in. zijn 122ste jaar. Frankfort» den 9 Mei. HH. KK, HH. de hertogen van Orleans en Nemours zijnin den avond van den 6 dezerte Coblentz van Trier aangekomenen zijn aldaar met militaire eer bewijzen ontvangen, Dé commandant-generaal der troepen van de rijnprovinciën, de generaal der cavallerie, van Bostelbeefr dadelijk een bezoek bij hen afgelegd. Den volgenden morgen zijn dezelve naar Keulen vertrokken met eene stoomboot, ver sierd met de vlaggen van Pruissen en Frankrijk, en op het oogen- blik dat zij de vesting Ehrenbreitstein voorbij voeren, werden zij uit het geschut begroet. Des avonds zijn genoemde Prinsen te Hagen aangekomen, van waar zij den volgenden dag de reis naar Berlijn zouden voortzettenin welke stad zij tegen den 11 werden verwacht. -miS Uit Bremen meldt mendat vat» daar weder een overgroot aantal duitsche landverhuizers naar Noord-Amerika vertrekt. In hetjbegin van dit jaar waren vooral vele Bovenlanders aangeko» Senmaar nu kwamen ook landverhuizers uit andere streken van liitschland, als uit Hanover, Paderborn, Keur Hessen Saksen Altenburg, enz. Ook ditmaal vond men onder de vertrekkenden vele liedendien het evenvin aan middelen als aan kennis ontbrak. ^ttgeïanb. Londen den 8 Mei. Gisteren heerschte ter beurze veel drukte ten gevolge van het gerucht dat het gouvernement voornemens zou 2iyn 9 om terstond eene aanzienlijke vloot naar den Donau te zenden ten einde aldaar dé britscbe koopvaarders te beschermen tegen de mogelijke gevolgen van het besluit onzer kooplieden, om zich te verzetten tegen de zoogenaamde quarantaine verorde ningen aan den mond van den Donau, die bij ukase van 7 Fe bruary jl. door het russisch bewind zijn vastgesteld. ïn boe yer het bedoelde gerucht gerucht gegrond isblijkt tot dusver tjiet, maar door de dagbladen wordt medegedeeld een antwoord hetwelk, onder dagteekening van den 5, gisteren van vvege hec departement van buitenlandsche zaken is gezpndén aan eenige koop lieden te dezer stede, die zich in geschrifte bij genoemd depar tement beklaagd hadden pver dé bedoelde verordeningen van hen russische bewind. In dit antwoord wordt verklaard, dat de mi nister Pdlmerston het gevoelen der rëgtsgeleerde raadslieden van de kroonomtrent de bedoelde verordeningengevraagd heefc maar dat genoemde minister iritusschen verklaartdat het de mee rling van het britsphe bewind is, dat de russische overheden weder regtelijk de betaling van eenig tol- geld aanden mond van den Donau vorderen, en dat de kooplieden, die zich daarover be klaagd hadden, derhalve teregt hunne agenten gelast hebben, om de betaling te weigeren, Londen, den 11 Mei. De prins van Oranje bevevens des- zelfs beide zonen, zijn, na eenige dagen op het kus reel van Wind- sor tè hebben doorgebragtweder alhier teruggekomen in hec Mivarts hotel. De Prinsen zijn ten hoogste voldaan over de wijs waarop zij op genoemd kasteel ontvangen zijn. Laatstleden Za- turdag stelde Z. M, de Koning óp eenen grooten maaltijd, waar de Prins van Oranje de eer hadaan de regterzijde der Konin gin te zitten, een toast, in op hec welzijn van hec Huis van Oranjehetwelk door den Prins van Oranje in voegzame be woordingen beantwoorden door een salvo van het geschut he" geleid werd. Aanhoudend omvangt de Prins nog bezoeken van de aanzienlijkste personen des Rijks. Men zegt dat de Prinsen gedurende twee maanden in dit land zullen vertoeven. - mmm

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1836 | | pagina 1