N\ 37.
GOESSCHE
1836.
COl' II A
f
Vrijdag
6 Mei
ftestuvm en &bmiuistralicu.
PUBLICATIE.
Db STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie
Zeeland
Verwittigt allen welke daarbij zijn betrokken f dat met den r
Mei aanstaande de heffing van de buiten en binnen vuur- ton
en baken-gelden, volgens het Reglementen de Tarieven bij Zij
net Majesteits Besluit van den 28 ly^art jl. (Staatsblad N.° 80
te vinden h de Staats Courant van dén 9 April jl. N.° 85 vast
gesteld, zal aanvang nemen, en dat van dat tijdstip de heffing
van alle vroeger bestaan hebbende vuur-ton- en baken-gelden
zal komen te vervallen met uitzondering voorloopig van het voor
het 5e baken district verschuldigde binnen vuur-geld, waaromtrent
tot nadere bepaling dit vuur-geld op den ouden voet zal worden
geheven.
Zijnde ten gerieve van de Schippers de gelegenheid opengesteld
om zich met het meeste gemak, zonder oponthoud, van hun
ne verpligting in deze te kwijtenen tot dat einde met den ont
vang van de vuur- ton en baken-gelden voor de binnen vaartui
gen en binnen stoombootenbelast geworden alle zoodanige Ont
vangers welker kantoren gelegen zijn op plaatsen welke regtstreeks
gemeenschap hebben met de vaarwateren waarvoor de bedoelde
gelden verschuldigd zijn, bij welke Ontvangers of derzeiver ge
magtigdendè Schippers alle noodige inlichtingenzoo omtrent
de door hen te vervullene verpligtingenals omtrent de verre*
kening van de voor dit loopende jaar reeds op den ouden voet
betaalde vuur- ion en baken-geldenzullen kunnen bekomen
wordende de daarbij betrokkene Schippers of directie voerenden
overigens indachtig gemaakt op de poenaliteiten waaraan zij zich
blootstellen bij het niet behoorlijk naarkomen van' dé bij voor
zegd Koninklijk Besluit vastgestelde verordeningen.
Middelburgden 19 April 1836.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd,
VAN VREDÉNBURCH.
BESCHRIJVING der PATENTPLIGTIGEN.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes.
Gezien hebbende het Besluit van Zijne Excellentie -den Heer
Staatsraad Gouverneur dezer Provincie de dato 23 April 183.6A.
N.° 4301 4de afdeeling{ProvinciaalBladNA 45,}Betrekkelijk
de Beschrijving der Patentpligtigen voor her dienstjaar 183d.
Brengen bij dezen ter kennis van de belanghebbenden.
i.° Ten aanzien der Patentpligtigen in de 15 eerste Tabellen
der wet van den ar Mei ,1819 omschreven:
Dar. de verklaringen, ter verkrijging van Patent voor deze Pa
tentpligtigen, binnen de Provincie zullen worden uitgegeven van
den 9 Mei 1836, tot den 17 dier maand.
Dat de verklaringen, behoorlijk ingevuld, zullen moeten zijn
ingezameld en ingediendbinnen deze Stadop den 30 Mei 1836.
Dat de Registers van gemelde Patentpligtigen gesloten en daar
na geene verklaringen meer zullen worden aangenomen, binnen
deze Stad, op den 13 Junij daaraanvolgende.
a.° Ten aanzien der Parentpligcige Schippers eigenaars en di
rectie voerenden van binnenschepen, schuiten en vaartuigen ver-
meld in de 16 Tabel der wet van den 6 April 1823.
Dat zij zich voor het Patentregt van 1836 zullen behooren
aantégeven, bij het bestuur der plaats waar zij zich zullen be
vinden van den 9 tot den 23 Mei van dat jaar onder overleg
ging van een biljet, hetwelk daartoe bij die besturen verkrijg
baar gesteld is.
Dat het Patentregt door hen zal moeten Worden voldaan ten
kantore van den Ontvanger ter plaatse van de aangifte, en wel
in eens, voor zoo ver die plaats niet is, of die van hun vast
verblijf, of de vaste legplaats van het vaartuig of wel eindelijk
die alwaar het bedrijf wordt uitgeoefenddoch anders bij twaalf
de gedeelten.
(Het vervolg in ons volgend Nommer.j
NIEUWSTIJDINGEN.
ZDÜit&chlmb*
Bêrlijn, den 20 April, Z. M, de Koning van Pruissen heeft
voor eene aanzienlijke som den Drachenfels bij Koningswihter doen
aar koopenten einde te belettendat op denzelven steengroeven
aangelegd, en daardoor bet schoone en ontzagverwekknndetafe
reel dar deze rotsklomp oplevert, bedorven zoude wordenvoort
aan zal dan nu ookzoo als uit Koningswinter geschreven wordt
de toegang tot den top van den berg voor een ieder vrijstaan,
zonder dat men» gelijk tot hiertoe het geval wasvoor de ver
gunning van denzelven te beklimmen iets zal behoeven te beralen.
Dit berigt is zelfs verheugend ook voor hen, die nimmer mis.
schiep dit schoone natuurgewrocht zullen aanschouwen. Altijd
moet het toch leed doeö, wanneer menschen uit baatzucht of
hartstogtverwoesten, wat de hand van God heeft geschapen. Dat
is HeiligschennisDat is natuurmoord Mogten er vele Vorsten
eo vele vermogende individu's gevonden worden'die dit edel
voorbeeld volgden.
Dan Wérd menige plek heilig aan het voorgeslacht ongeschon
den dér nakomelingschap bewaard, welke hierop regt heeft. Dan
werd; hetgeen altijd schoon zal blijven, en door geene menschen-
kunst kan geëvenaard veel minder overtroffen, wordenin stand
gehouden* Mogten dit in allerlei opzigten dezulken ter harte ne
men die liever sloopen dan afbreken. De geschiedenis kan hét
getuigen» hoeveel kwaads door die roekeloosheid is gestichc.
Parijs den 29 AprilDe regering heeft aan den onlangs in
hechtenis genomen' bisschop ,van Leon vergund, Frankrijk ove?
Marseille te verlaten en zich naar Italië te begeven; de kostbaar
heden, welke bij hem gevonden zijn, zal hij met zich mogen
medenemenén er zal tegen hem geene vervolging geschieden
wegens Iiec gebruik maken van een valsch paspoort.
De heer 'Guizot is, met 27 van de 29 stemmen, tot lid
van de franse he akademie benoemd.
Er is eene inschrijving door boekdrukkers en boekdrukkers ge
zellen geopend, om een gedenkteeken opterigten, immers een
gedenkpenning te slaanter eere van den beroemden typograaf
Firmin Didot.
Altijd wil mendat aan eene meer afdoende tusschenkomst
in Spanje gedacht wordt. Zeker is hetdat het vreemden-legioen
tot 10,000 man infanterie en 400 ruiters zal worden aangevuld
en wel op kosten van Spanje.
(De berigten uit het britsch legioenover Engeland omvan
gen dringen ten sterksten op de krachtdadige tusschenkomst van
het hof der Tuillerien in den spaahschen krijg aan, ja verzeke
ren dat zonder dezelveaan geen einde van dien krijg te den
ken is)
De bijzondere berigten uit Barcelona behelzen onderscheidene
berigten uit het hoofdkwartier der Christinos, bevattende bijzon
derheden omtrent de gevechten op den 14, 15 en 16 April waar
in de Carlisten telkens zouden geslagen zijn. Z). Carlos heeft
naar men verzekert» zijn ministerie afgedankt, en tot eenigen mi
nister benoemd den heer Errodie onlangs, door Frankrijk he
nen, zich bij dien Vorst vervoegd heeft. Het zal intusschen na
der moeten blijken, of dit herige geloof verdient.
Volgens de liberale bladen moet de aanstaande reis der prin
sen naar Duitschland nog geenszins in verband worden gebragt
met eenig huwelijks ontwerpmaar alleen worden toegeschreven
aan de begeerté van den Koning, dat door het ontvangen van
de genoemde vorsten aan de hoven van Berlijn en van Weenen
dé menigte in Frankrijk meer en meer zal worden overtuigd, dat
de voornaamste duitsche mogendheden geene vijandige oogmerken
tegen de thans regerende dynastie koesterenen dat zulks krach
tig kah medewerken tot de duurzame bevestiging van orde en rusr.
Prins Talleyrand worde opgegeven als de manwelke de onder
handelingen in dezen heeft bestuurdén bewerkt, dat in de eer
ste plaats het prnissiscbe bof zich naar den wenscb des Konings
heeft gevoegd.Men verkondigt, dat-de prinsen de plaatsen
zullen bezoeken, op welketijdens de republieken het Keizer
rijk» dé belangrijkste veldslagen zijn geleverd Men wil ver
zekeren, dat de vorsten hunnen togc ook tor Turin zullen uit
strekken; doch die laatste schijnt nog niec zeker. De dag van
hun vértrék is nog niet bekend.
De monarchale bladen ontveinzen hunne spijt wegens dien togt
in geenen deelen. Zij mcenen dat het beginsel der revolutie
op deze wijze in Duitschland zal worden gehuldigd, en dat het
niet kan missen of dit beginsel zal daaróp dergelijk eene wijze
bijval vinden.
jfitjcbcrïanbim.
's Gravenhage den 3 MeL Z K. H, de Prins van Oranje
nevens Hoogstdeszelfs beide Zonenzijn gereed om zich naar
Rotterdam te begeven» ten einde zich aldaar naar Engeland in
te schepen; hoogstdezelve wachten alleen het berigt af van de
komst der stoomboot de Batavierwelke elk oogenblik uit Lon
den wordt te gemoet gezien.
Z. M. heeft dezer dagen bepaald: dat de miliciens welke
ingevolge art, 171 van de wet van 1817, als vrywiilig, hetzij
it /.v