N°. 30. GOESSCHE Maandag COURANT. dd April. PUBLICATIE. BURGEMEESTER ën WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dienbrengen bij deze ter kennis van de be langhebbenden. Dat het Suppleroir kohier van her Parentregt voor het 3e. kwartaal des jaars 1R35 op 1836, door Zijne Excell. den Heere Staatsraad, Gouverneur dezer Provincie executoir verklaard over deze Gemeenteaan den Heer Ontvanger van 'sRijks lklastiq gen ter invordering volgens de wet is toegezonden. Welhalven alle de Patentschuldigen worden vermaand en ge lastom ten spóedigseen na bekomen berigt van gemelden Heer Ontvangerhun verschuldigde te voldoenop pcene als bij de wet bepaald. En ten einde niemand ontwetendheid zoudekunnen voorwen den zal deze worden gepubliceerdgeaffigeerd en geinsereerd in dezer Srads-Courant. Aldus gedaan ten Stadhuize van Goes, den 9 April 1836. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. H. VERSCHOOR, van Misse, Ter ordonnantie van dezelve De Stads Secretaris, LDE FOUW, ]z. AANBESTEDING. BURGEMEESTER en ASSESSOREN der Gemeente Wis senkerke en Geersdijk c. a.zullen onder nadere goedkeuring van Hun Ed. Gr. Achtb. de Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zeelandop Vrijdag den 22 April 1836, des na middags te 4 uren, in het Gemeente Huis aldaar, publiek aan den minstdoende presenteren Aantebesteden Het bouwen van een nieuw SCHOOLLOKAAL, met de leverantie van alle daartoe benoodigde Materialen Ten dage der Aanbesteding zal er lokale aanwijzing worden gedaanterwijl het bestek van heden af, eer lezing en inzage zal liggen ten huize van den Burgemeester derzelve Gemeeote bij wien nadere onderrigdng te bekomen is, NIEUWSTIJDINGEN, 53uitscïtl(mö. Frankfort den 4 April. Een der Noord-Duitsche bla den deelt het volgende berigt uit Weenenvan den x 7 Maart meder:'' Een voorvaldat gisteren avond plaats hadheeft voor eenige oogenblikken de aandacht van het publiek bezig gehouden. Daar het waarschijnlijk buiten 's lands in verfraaide lezingen zal bekend gemaaktj wordenmelden wij de juiste toedragt der zaak. Ttrs- schen 8 en 9 ure hoorde men op het binnenplein der Hofburgt «ene ontploffingdie de toevallig aanwezigen hevig deed ver schrikken. De wachthebbende officier deed terstond alle uitgan gen van de Hofburgt bezetten en alle aanwezige peisonen on derzoeken. Op de plaatswaar de losbarsting gehoord was vond men eene soort van petard of raketdie omstreeks een vierendeel ponds kruids kan bevat hebben, in eenen manshand schoen stak, en met eene brandende lont op het burgtplein ge worpen was. Behalve eenige wanorde onder de aldaar staande rijtuigen van personendie zich in den Hofschouwburg bevon den, heeft er geen ongeluk plaats gehad. Het geheele voorval schijnt aan baldadigheid toegeschreven te moeten worden.** Londen, den 6 AprilOnze bladen spreken thans insgelijks van het voornemen hunner regering, om meer regestreeks, dan te vorentot bestrijding der Spaansche Carlisten mede te we ken. De tolken van het ministerie brengen dit besluit in verband eensdeels met de weigering van den Koning der Franschen om een leger in Spanje te doen binnenrukken, anderdeels mee den hoondie door B. Carlos aan de Engelsche vlag en het Engel- sche volk is aangedaan. Het blijkt namelijkdat. drie officieren van het Engelsche oorlogschip the Caracenhetwelk voor Bil bao lag, den 20 maart, terwijl zij op twee uren afstands van die stad langs de rivier wandelden, door een paar gewapende Carlisten zijn aangehouden die hen wilden gevangen nemen en naar hunnen bevelhebber geleiden, de Engelschen hadden ech ter tegenstand geboden, en daarop waren twee hunner door dc Carlisten doodgeschoten, terwijl de derde ter naauwernood, door in de rivier te springen ennaar een daar liggend scbipke zwemmen zijn leven had gered. Van de zijde der Engelsche regering was dadelijk over dezen moord genoegdoening aan D. Carlos gevraagd doch deze had geweigerdom zulk eene genoegdoening te ver kenen, en de Engelsche regering beschouwde dus D. Carlos als haren vijand. Het ontschepen van een zeker aantal Britsché zee soldaten te Santander, schijnt het eerste gevolg te zijn van het geen de Engelsche miniscerielen eene moorddadige schending vare het regt der volken noemden. De Timesofschoon te regc zijn afschuw betuigende van de barbaarschheden en moorden, die door de béide strijdende'"partijen in Spanje worden gepleegd, meent» dat het aan de gewapende volgelingen van D. Carlos niet- zeer euvel is te duiden, dat zij, na een geheel legioen Eogelscheti tegen zich té hebhen zien optreden en hunne kusten door En gelsche kruisers te hebben zien bestokenvan de onzijdigheid van Groot-Brittanie m de Spaansche zaken zich geen juist denk beeld kunnen vormenen alle Engelschen zonder onderscheid als hunne gezworene vijanden aanzien. Dat blad schrijft het ge beurde aan de verkeerde staatkunde van \oï&\Palmerston toedie zich veel te veel in den Spaanschen burgeroorlog gemengd heeft. Te Nottingham is aan CConnell eene groote maaltijd ge geven en is hij aldaar met veel luister ontvangen. Zoowel op het dinerals na den afloop van hetzelverigtte de bekende volks leider aan de op straat vergaderde menigte eene zeer welsprekende rede, welke voornamelijk ten doel had, de eensgezindheid tus- schen Engeland en Ierland te doen toenemen. Het ministeriële Ochtenblad merkt daaromtrent aandat zoodanige ontvangst van den heer O'Connellin het hart van Engeland, het schoonste bewijs oplevert van de eensgezindheid welke thans tusschen beide rijken bestaat, en dat zulks niet kan strekken dan om die eens-' gezindheid te bevestigen. Uit Plymouth schrijft men van den a April, dat aldaar, den vorigen avond gedurende eenen hevigen storm de Engelsche stoomboot Manchester is binnengeloopendie den gemaal der jonge Koningin van Portugal met zijn gevolg aan boord had. De stoomboot was kort te voren uit Portsmouth vertrokkendoch had wegens het onstuimige weder de reis niet durven voortzec- ten. Prins Ferdinand was aan wal gestapten hadonder een aangenomen naam van Graaf Lavradioin eene herberg zijnen intrek genomen. Hij scheen minder van de moeijelijkheden dezer zeereis geleden te hebbendan zijn gevolgwaaronder zoo als men weet, ook de Belgische gezant van de Weijer behoort. De Courrier deelt brieven uit Parijs medewaarin stellig verzekerd wordtdat Koning Lodewijk Philipseerlang aan de meeste personendie in Frankrijk wegens staatsmisdrpven sedert 1830 veroordeeld zijn, en dus ook aan de gewezen minister van Karei Xkwijtschelding van straf zal verkenen, en dat dus het voorstel, hetwelk de heer Buncombe ten behoeve dier mi nisters in het Lagerhuis wilde doenniet noodig zal zijn. Ülic&jerïattbjett. 's Gravënhage den 7 April. Er zijn alhier berigten uit Java ontvangen tot den 12 December. Dezelve luiden zeec gunstig omtrent den staat van zaken in Nederlandsch ïndie. Ver der brengen dezelve geen staatkundig nieuws mede. De gou*' verneur-generaal in Rade had een besluie genomen, waarbij het bataviaansch genootschap van kunsten en wetenschappen gemag- cigd wordt toe de oprigting van een muzeum van.natuurlijke his torie oudhedenzeldzaamhedenenz. te Bataviahetwelk zoo veel mogelijk, in verband zal worden gebragt met het muzeum van natuurlijke historie te Leijden. De Fransche bladen melden dat de opvoering der opera de Huguenot en168,764 fr. heefc gekost, doch dat de eerste 5 voorstellingen reeds 100,000 fr. hebben opgebragt, en men spoedig op overwinst rekent. Men meldt uk Bordeauxdat uit de kleine haven van Teste den 23 jl.58 visschers in zes vaartuigen zijn uitgeloopenen dat al deze lieden bij de laatste stormen zijn verongelukt nalaten de 36 weduwen en 160 kinderen. STELLING VAN HET LEGER VAN DON CARLOS. Dewijl de Christino's na drie mislukte veldtogtenwaarin zij vele veldheerenen bijna 2 legers verloren hebbenen daarom in den Iaatsten tijd zich meer bij het insluiten der Carlisten be paalden thans wederom geholpen daar Engeland aanvallender wy- ze schijnen te werk te zullen gaan, is eene juiste opgave van de stelling van het leger van BCarlos voor de aanstaande krijgs- verrigtingen van her grootste belang. Zoo als dezelve worde opge geven, beveelt zij zich aan als geheel overeenstemmende met de be proefd bevondene vorige berigtenen kan ook me: inzage eener goede

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1836 | | pagina 1