N°. IS. GOESSCHE C O U R A N Maandag '#53 I. 4 8 February. ''0ft Besturen cu Ctbmuiistraticu. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes, zullen op Zaturdag den 13 Februarij 1836 des voormiddags te Elf ure een Stadhüize Publiek Veilen 88 siuks BOOMEN staande aan de Stads Clngel, van de Lantaarnpaal bij den gewe zen 1Steenenbeer y tot aan het Sluisje in de Vest bij de Koe poort; en zulks in drie Perceelenwaaromtrent ter Stads-Griffie informatie kan bekomen worden. Goes, den 6 Februarij 1836, Burgemeester en Wethouders voornoemd J. H. VERSCHOOR, van Nisse Ter ordonnantie van dezelve De Stads Secretaris. L. DE FOUW, Jz. NIEUWSTIJDINGEN. SJutterftlanb. Berlijn den 31 January* De vroeger verspreide geruch ten, omtrent eene aanstaande verbodswet op den handel in vreem de effecten, heeft zich bevestigd. Onze Staats Courunt van heden bevat een Koninklijk besluit in dien geest, waarbij onder anderen bepaald wordt, dat het sluiten van contracten, tot het koopen op tijdzai gestraft worden met eene geldboetewelke een vierde bedraagt van de somwelke verhandeld isof met eene naar evenredigheid gelijk staande gevangenisstraf; dat alle reeds geslotene en nog loopende contracten over Spaansche schuld brieven binnen acht dagen na de afkondiging der wetzouden moeten afgedaan zyn-dat alle beëedigde makelaarswanneer zi] op tijd over Spaansche schuldbrieven handelenvan hun ambt zullen ontzet worden dac een bijzonder persoon geen beëedigd makelaar zijnde, die voor iemand zoodanige commissie doet, met gevangenis van zes maanden tor drie jaren zal gestraft wor den enz. Thans spreekt men hier ook van een* maatregelbetrek kelijk den invoer der vreemde bijzondere der Fransche dagbla den, Van den 1 April namelijk zouden slechts oepaa de dag bladenen wel de Moniteurhet Journal des Debatshet Jour nal de Parisde Gazette de Francede Qu tidienne en de Courrier Francaislangs den gewonen weg per post onder kruisband verzonden worden. De Courrier Francais zou daar om .mede binnengelaten worden omdat het toch belangrijk is een orgaan der oppositie ce hebbenen dezelve nimmer eenige Berlijnsche berigten behelsd heeft, Alle overige tijdschriften en dagbladen zouden niet uitdrukkelijk verboden, maar in een' ge- heelen omslag gesloten wordenwaardoor het abonnementdoor de portkostentienmaal hooger zal worden. Ook zou het den geen, die zoodanige bladen ontvangt, verboden zijndezelve in het openbaar te verroonen Het bestuur van Warschau heeft, namens den Keizer, een bevelschrift bekend gemaakt, waarbij bepaald Wordt, dat, aangezien de kennis der Russische taal voor de ambtenaren van het Koningrijk van belang is, en veel tot nut van den openba ren dienst bijdragen kan, aan die kandidaten voor openbare be trekkingen de voorrang zal gegeven worden welke de Russi- sche taal magtig zijndoch dat na den 20 Augustus 1837 na de opening der staatsscholen en sedert het opnemen dei Russi Sche taal bij het schoolwezenniemand meer tot een openbaar ambt of post zal toegelaten wordenten zij hij eene toereiken de kennis van de Russische taal 'nebbe. Volgens het door het departement van den buitenlandsqhen handel uirgegevene handels-couranr is er gedurende de 11 jaren, van 1824 tot en met 1834, in Rusland ingevoerd voor eem waarde van 296 911,771 roebels B A aan edele metalen, en slechts uitgevoerd voor eene waarde van 48,373 477 roebels B. A en zijn dus in her Russische Rijk verbleven voor 248,538,294 roebels De opbrengst der Üralsche bergwerken heeft gedurende dien tijd bedragen aan goud 163,280,000 en aan platina 8.999,7 2 roebels B A,, hetwelk, met de evtngemelde som van 248,538,294 eene waarde V3n 420,818,006 roebels B A, uitmaakt, waarme de het nationale kapitaal in die jaren is vermeerderd. Het dagblad van Krakau verklaartdat de berigtendie dezer dagen door verscheidene duicsche dagbladen zijn verbn id nopens verregaande onlusten, welke aldaar op den naam-dag d. s Keizers van Rusland zouden zijn voorgevallenzoo niet geheel ongegrondten minste ten uiterste overdreven zijn hebben die onlusten alleen hierin bestaan, dat één enkel persoon (en dit nog wel geen Krakauer) in 'c bijzijn van weinige nieuwsgierige straat" jongens, eenige glasruiten heeft ingeworpen var» een ter eerevan den Keizer verlicht woonhuis. Mee dagblad voegt er bij, dat de bedoelde persoon welke door sterken drank verhit scheen te zijn voor dat misdrijf, hetwelk verder geene de minste ver storing der rust heeft gebaardnaar behooren gestraft is. Voor het overige verklaart de schrijver, dat men te Krakau de weldai den des Russischen Keizers hoogelijk waardeerten dat bij de viering van deszelfs naamfeest gedurende den geheelen dag niet het minste Onbetamelijke woord tegen Z, M gehoord was. (Ook in bjjzondere berigten uit Krakau van to jnnuarij, van engelschen oorsprong, worden de bedoelde onlusten als zeer on-_ beduidend voorgedragen, met bijvoeging dat het huis, alwaar de vensters zijn stuk geslagen het eenige was dat op 's Keizers; feest verlicht was geworden. De bedoelde engeische berig ten melden voorts, dat een poolsche uitgewekene, die ook. el ders ten behoeve der Russen de rol van spion gespeeld had, even buiten Krakau vermoord is geworden Hetgeen de dui.tsch.e-. dagbladen gemeld hebben van verscheidene moordenschijnt dus insgelijks overdreven te zijn. JfVanfcriffc. Parijs, den 31 Januari]Nadat gisteien bij bet bof der pairs de akte van beschuldiging, ter zake van Fiesch't en van zijne medepligcigenvoorgelezen was, is de zitting uitsluitend toegewijd geweest aan het verhoor van den eersten en voornaam- sten beschuldigde. Over her algemeen merkte men opöaiFicschi wel verre van onhutsi te zijnsteeds in zijne antwoorden zeer onbeschroomd en juist was, ja zelfs eene soort van geT akkelyk- heia en gematigdheid had. De meeste vragen en antwoorden hebben alleenlijk geloopen over omstandigheden, welke reeds door bet voorloopig regcerlijk onderzoek bekend geworden zijn, en in het verslag van den heer Portalis en in de akte van be schuldiging zijn opgenomen. Een antwoord van Fieschi verdient bijzondere opmerking De voorzitter, namelijk, er op aandriU" gende, dat de beschuldigde republikeinsche gevoelens had, dat hij hiervan dikwijls blijken gegeven heefc, of wel ook, dat hij de republikeinsche clubs bijgewoond, de revolutionaire dagbla den mauwkeurig nagegaan, en meerdere of mindere betrekkin gen aangeknoopt had met leden der republikeinsche genootschap pen, heeft hij dit alles stellig ontkend, en ronduit verklaard, dac hij Bonapartisch-gezind is; dat hy zulks altijd geweesc is,, en nimmer op zou houden dit te zijn. Wat de eigenlijke beantwoording betreft der vragen, of hij al dan niet schuldig is, heeft hij volstrekt niets ontkend, en van stuk tot stuk beleden dat hij de uitvoerder van den aanslag van den 28 Julij geweest is, ja, niettegenstaande de herhaalde vragen van den voorzitter, gezegd, dat hij op het oogenblik der uitvo ringde eenige aanwezige in de kamer was Nog verder ging hy in zijne bekentenissen. De heer Pasquier hem name lijk vragen ie, of hij, hoe rampzalig ook de gevolgen zijner mis daad geweest zijnniet nog erger voornemen gehad heeftant woordde hijdat hij sedert een jaar geen ander voornemen ge had heefc, dan den Koning om het leven te brengen Wel heefc hy herhaald, hetgeen reeds vroeger door hem gezegd was, dac hy. op den morgen zelven, toen hij den kolonel Ladvocat aan wien hij zoo veel verpligting had, voor zich zag staan, geaarzeld heeft, doch da: hij, toen deszelfs legioen ongelukkig lijk verplaatst werd, op zijn .voornemen is teruggekomen, en dit wel voornamelijk, omdat hy daartoe zijn woord gegeven had en hij zijn eens gegeven woord steeds uestand hield. Over de beweegredenen zijner misdaad ondervraagdantwoorde hij, onder anderenhet navolgende „Ik heb alleen voor nuj zelven gehandeld, en om mij over eene onregtvaardigheid te wreken Ik was een oud soldaat, mijn vroeger leven zal u in mijne verdediging medegedeeld worden. Ik ben in 1815 door eene Napelsche militaire commissie ter dood veroordeeld. Ik heb deel genomen aan de ongelukkige expe ditie van Murat in Kalahrië, en werd met hem gevangen ge maakt. Mijne straf werd verzacht, doch. in Frankrijk terugge- keer, werd ik ter beschikking der regering gesteld, men bragc mij wegens eene hersenschimmige misdaad voor het hof van as sises van Draguignan Voor die daad. had dezelve bestaanhad ik slechts drie maanden gevanggenisstraf verdienddoch het was eene staatkundige misdaadmen had de hatelijkste kleur gegeven aan de zaak, welke mij met Murat naar Kalahrië heeft gevoerd en ik werd naar de gevangenis van Embrun gezonden Weder om op vrije voeten zijnde, heb ik na de omwenteling van 1830 ils staatkundige veroordeelde dienst gevraagd Onderscheidene personen beschermden my, wetende dat ik geen anarchist, maar werkelijk een Bonaparcist, was. Ik ben nimmer Carlisc of Repu- Ai

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1836 | | pagina 1