1836. h -- IV0.8. GOES8CHE Maandag COURANT. 25 Januarij. m bmiuisJtatien. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dienontvangen hebbende een Besluie van. Hun Ed. Groot Achtb. Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie van den 15 January 1836, N 0 3 Provinciaal BladN.° 7her inneren by dezen, de Brouwers, Branders, Handelaars en alle die in deze Gemeente Vaatwerk in het groot gebruiken of in voorraad hebben, aan de bepalingen van de Artikels x2 en 3 van Z. M..Besluit van den 31 December 1834Staatsblad N.Q 45 0 omtrent den Ijk van het nieuw vervaardigde Vaat werk en de Branding, van het oude: zijnde de aangehaalde Ar tikels van den volgenden inhoud: Art. Te rekenen van den 1 January 1836, zal al het nieuw vervaardigde vaatwerkvoor zoo verre hetzelve niet uitsluitend bestemd is tót vervoer of tot bewaring maar tevens rot inhouds maat strekt,, bij de aflevering van bierazijnode, jenever, bran- dewijn melk en in het algemeen van alle inlands gefabriceerde vochten, als zoodanig worden geyitedoch op geenen anderen inhoud dan op dien van 10, ao, 30, 40, 50, 100, 150 en aoo Nederl. kannen, (litres*) Alle vaten van grooteren jnhoud dan van aoo Nederlsndsche kannen of van het dubbel Nederlandsen vat hectolitresjzul len alleen als middelen van vervoer pf v^n bewaring beschouwd en dienvolgens aan geen yk onderworpen zijn. Art. a. Al het tot dus verre aanwezige oude Vaatwerk zal tor 1 Januarij 1850, kunnen gebezigd worden pot afleveringen zon der eenigen Ijk of Her-Ijk te ondergaanmits voor het einde des jaars 1836, door de daartoe bevoegde beambten, met een bijzonder merk gebrand wordende, ten blijke dat de aldus ge dane afleveringen niet geacht worden bij de wettige maat 'te zijn geschiederf onverminderd het regt der verbruikersom te vor deren dat dezelve in Vaatwerk overeenkomstig het bepaalde bij Artikels geijkt, plaats hebbe, De hiervoren vermelde branding zal buiten bezwaar der eige naars van het vaatwerk worden bewerkstelligd. Art. 3. Al het vaatwerk in voormelde fabrijken bezorgdom aldaar te worden gevuld, za) als het eigen vastwerk der fabri kanten beschouwd worden en aan dezelfde branding als voren onderhevig zijn. En ten einde deze algemeen bekend wordezal daaraan door aanplakking en insertie in de Stads Courantpubliciteit worden gegeven. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 23 January 1836. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. H. VERSCHOOR, van Nisse Ter ordonnantie van dezelve De Stads - Secretaris L. de FOUW, Jz NIEUWSTIJDINGEN. xfDmtecïtïatib. Frankfort, den 17 Januarij. In Venetie heef: de cholera nu opgehouden. Van de bevolking van 1,12000 zielen zijn daar 661 personen door de ziekte aangetast geworden, waarvan 359 overleden. Een geacht duitsch dagblad deelt een bijzonderen brief uit jonden, 4 Januarij mede, waarin op eene allezins opmerkelijke wijze gehandeld wordt over de spanning, die, ten minste naar de taal der brtsche ministeriele bladen te oordeelen tusschen En geland en Rusland bestaat, voornamelijk ter zake van de oosrer- sche aangelegenheden. De schrijver meent, dat die taal, welke rbans dreigender dan ooit is, niet in ernst gemeend is, ofschoon dezelve ontwijfelbaar in den geest van het ministerie en van het volk is, en dat men in Engeland, hoe gehaat daar ook de Russen zijnniet Ifgtelijk tot vijandelijkheden zal overgaanuit hoofde van de onberekenbare gevolgendie dezelve zouden heb beu. Er blijft geen andere uitweg overig (aldus luidt vervol gens hoofdzakelijk de redenering van den berigtgever), dan lord ÏDurham te laten, begaan, wiens zending hierin bestaat op Rus lands staatkunde een waakzaam oog te houden, - alles aan te wenden, om aan de Porte hare vroegere onafhankelijkheid terug te geven, aan Engeland dezelfde voorregten te laten toestaan die het Petersburgsche kabinet zich behendiglijk door het verdrag van Hunkiar hkelessi betreffende de vaart door de Dardanellen) heeft weten te doen toekennen. Tot nog toe is het den lord niet gelukt, ju den geesr zijner instrucrien tot eenen uitslag te gera ken cti dit is het eigenlijk, hetwelk het ministeriele blad, dac zich door zijne dreigende taal tegen Rusland onderscheidt, zoo verbolgen maakt. De genoemde staatsman moge in last hebben 0111 te Petersburg bepaaldelijk de ontruiming van Sillistria en van de vorstendommen door de russische troepen, alsmede de toela ting van britsche oorlogschepen m de Zwarte-zee «te vorderen, maar het schijnt grooteliiks in twijfel te mogen worden getrok ken of hij tevens gelast isRusland den oorlog te verklaren ingeval aan die eischen niet voldaan wordt Tot staving van dezen zijnen twijfel zegt de berigtgeverdat het britsche ka binet in de laatste tijden pogingen heeft aangewendom het fran- sche gouvernement tot gemeenschappelijke maatregelen ter fnuiking van Ruslands oppergezag in Turkije te bewegen; dathetfran- sche kabinet deze voorstellen vriendelijk heeft opgenomenmaar er heeft bijgevoegd dat men het niet tot 't uiterste moest laten komen en alle oorlogzuchtige strekking moest vermijdendat het britsche kabinet met dit antwoord tevreden is geweest, en ijverig het denkbeeld van hetTransche bewind heeft aangenomen om andere vastelands mogendheden voor de inzigten der beide zee mogendheden te winnen en dezelve te bewegen tot gemeenschap pelijke handelingen in deze zaak; dac dan ook in dezen geest mededeelingen op het vasteland gedaan zijnofdat men willens isdezelve onverwijld te^ doen dat derhalveindien dit alles waar is, gelijk de berigtgever meent dat het is, nog geenszins alle middelen tot minnelijke schikking zijn uitgeput, en by ge volg ook niet met grond door de engelsche ministeriele bladen kan voorgegeven worden, dat er niets anders overig blijft, dan tegen Rusland het zwaard in de waagschaal te werpen. Tot dus verre heeft men nog geene nadere tydingen van Z. M. den Koning van Beyeren uit Athene ontvangenhetgeen aan de zich opgevolgd hebbende stormen toegeschreven wordt. Den 14 is de kollonel Fuchs uit Munchen, over Ancona, naar Griekenland als courrier vertrokken. Men melde uit Petersburg, dat de keizer, op voordragt des ministers van binnenlandsche zakeneenen boerenknaap eene zilveren medaillemet het opschriftFoor de redding van ongelukkigsnheeft geschonkenwelke aan het Wladi- mir lint zal worden gedragen Deze knaap had namelijk zy- nen grootvader hei leven gered. Ter jagt op een wild dier uitgegaan zijndehetwelk van tijd tot tijd vee roofdewaag den beiden zich in een bosch van den Schatkischen kreits, na bij het dorp JaltimofFspringt een groote beer op hem aande oude man wil zijn geweer afschietendoch het weigert; inmid- dels werpt het ondier hem rer aarde en begint hem te verscheu ren niet dan het gevaar des grootvaders bedenkende en door diens geschreeuw aangespoord, brengt de jongen denbeer eenen bijlslag toe, waardoor deze een oog verloor, een tweede en derde slag beschadigt hem het andere oog en splijt hem den snuitnn verlaat de beer den ouden man en vliegt op den knaap aandaar echter het dier genoegzaam het gezigt had verloren kon de boerenjongen hetzelve gemakkelijk ontwijken en tevens nog herhaalde slagen toebrengen waarop het eindelijk brommend zich verwijderdedes anderendaags vond men het ondier dood, hebbende eene lengte van bijna 3 Berlyner ellen. In weerwil de oude man dertien gevaarlijke wonden had bekomen, bleef hij in het leven. Parijs, den 20 januarij. Men leest in de ministeriele bladen bijzondere berigten uit Duitschland inhoudende, dac de britsche regering dezer dagen zeer ernstige vertoogen in Petersburg zal in leveren tegen de uitbreiding van de russische magt in het zuiden en dat van de pruissische zijde pogingen worden aangewend, om de russische regering tot toegeeflijkheid te stemmen. Een der monarchale bladen verzekert zyne lezers, dat men in Duitschland vastelijk heeft besloten nimmer toetestemmen in eene verdeeling van het Groot Hertogdom Luxemburg en dat de duit- sche Bondsvergadering eerlang zal trachten onderhandelingen te openenten einde de ontruiming te bewerken van genoemde land streek door de belgische gezagvoerders. JH^berlanbctt. 's Gravenhage, den 21 JanuarijDe regtbank van correc tionele politie te Utrecht heeft, den 19 dezer, uitspraak gedaan in het tegen den afgezetten predikant Scholte c. s ingestelde regtsgeding, ter zake van het houden van ongeoorloofde gods dienstoefeningen, en denzelven, op de vroeger ook door andere regtbanken aangenomene regesgrondenveroordeeld tot eene boete van f 25, Drie andere in de zaak betrokkene personen (zich noemende ouderlingen en diakenen zijn elk tot eene boete

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1836 | | pagina 1