Na. 85. GOESSCHE COl'R A N T. ^»4i> JiSr^^ mmte Vrijdag 23 October. NIEUWSTIJDINGEN. SiiitocliLiub» Berlijn den 16 OctoberDe kabinetsbrief, welken Z. M. de Koning by het eindigen der manoeuvres te Kalischaan den Kéizerlyk-Russischen veldmaarschalk, Vorst Paskew itsch ge schreven heeftis van den navolgenden inhoud Mijnheer de VeldmaarschalkVorst van Warschau De manoeuvres, welke Ik hier heb bijgewoond, hebben Mij levendig aan al de roemrijke daden van het Keiz. Russisch le ger herinnerd. Deszelts roem is onafscheidbaar van den uwen, en met het inzigt. u een bpwijs mijner hulde te geven voorde militaire talentenwelke gij zoo dikwerf en met zooveel onder scheiding voor uwen verheven Souverein en voor de goede zaak aan den dag gelegd hebt, biede Ik u den bygaanden, met bril lanten omzettendegen aan. Zoo zich nog eene gelegenheid moge aanbieden, u van denzelven te bedienen, zoo wensen ik, dat gij bij voorkeur dezen degen zult gebruiken om uwen Keizer en uw Vaderland te verdedigen. In een tegenovergesteld geval moogc gij denzelven bewaren als een onderpand der hooge achting en van de opregte welwillendheid, waarmede ik ben, Mijnheer de Maarschalk Uw zeer toegenegene (get.') Frederik Wilhelm." Kalisch, den 29 September 1835. Z. M. de Keizer van Rusland heeft op dén 30 Augustus een besluit genomen, waarbij Z. M. bepaald heeft, dat daar het Koningrijk Polen, nadat naauwelyks de rampzalige gevolgen van den laatsten opstand opgehouden hadden, wederom door nieuw ongeluk, bestaande in een algemeen misgewas, getroffen werd, er tegen de onvermogenden geene vervolgingen voor het niet be talen van belastingen zullen plaats hebben. De adjudant-generaal van Z. M. den Keizer van Rusland, Vorst Mentschikojfis te Warschau aangekomen. Frankfort, den 16 October. Z. M. de Keizer van Rusland is den 9 des middags, geheel onverwachtsuit Praag te Wee nen aangekomen. Terstond na zijne komst heeft de monarch zich naar SchÖnbrunn begeven, om H. M. de Keizerin moeder ("gemalin van wijlen Keizer Franste bezoeken en haar in per« soon zijne smart over den dood van genoemden Vorst te betui- gen. Volgens bijzondere brieven uit Weenen scheen dit bezoek der Keizerin het voorname doel van 'sKeizers komst te wezen, en had hetzelve, als een blijk van *sKeizers hooge achting voor de oostenrijksche monarchie, aldaar een onbeschrijflijk gunscigen indiuk gemaakt. Den dag na zijne komst heef: de Keizer, zon der gevolg, in burger kleeding door Weenen gewandeld, en in verscheidene winkels het een en ander gekocht. Vervolgens heeft Z. M. het graf van Keizer Frans bezocht. Na te SchÖnbrunn bij de Keizerin moeder den maaltijd gebruikt te hebben, zou Z M, nog den 10 de terugreis naar Praag aannemen, 'sKeizers onver wachte reis naar Weenen vernomen hebbendeheeft de aartsher tog Palatijn zich van Presburg naar Weenen gespoed, en den Vorst aldaar den 10 nog aangetroffen. Gedurende de weinige urenwelke de Keizer te Weenen vertoefd heeft, heeft hij drie malc-n de Vorstinjv. Metternich bezocht, en ondergandere den avond van den 9] in hare woningslechts in gezelschap van hare twee dochters, doorgebragt. Z. M. heeft het corps diplomaci que, hetwelk zijne opwachting bij hoogstdenzelvenjwilde ma ken, niet ontvangen, en in het algemeen alle openbare eerbe wijzen van de hand geslagen. Dit heeft echter niet belet, dat hij. zich op straat vertoonendemet een luid vreugde gejuich door de menigte begroet is. Parijs, den 16 October. Het is onwaar, dat Moreijeen f er medebeschuldigden van Fieschi, gestorven is. Hij schijnt in» tegendeel zijn ontwerp, om zich dood te hongeren, te hebben opgegeven en heeft heden eenige lafenis gebruikt. Wat den hoofdbeschuldigde aangaatdeze wendt steeds eene ongemeene i erustheid en vertrouwen voor. Hij verbergt zich in geenen deeie het hagchelijke van zijnen toestandmaar hoopt veel van zijne openbare verdediging daar hij gezind zou zijnniemand daarin ie sparen, en beloofd zou hebben, alsdan belangrijke ontdek kingen te doen, die Frankrijk, ja geheel Europa zullen verba zen. Nu en dan scherst Fieschi zelfs, en legt veel beradenheid aan den dagwanneer hij gezamenlijk met pépin verhoord wordt tie in lange na, niet in deze gerustheid deelt. Men heeft een boek van ontvangst en uitgaven van Fieschi in handen gekregen waarvan het bedrag dertig duizend franken zou beloopen. Nopens den oorsprong dezer gelden houdt de beschuldigde nog het stil- zwijgenmaar heefc reeds doen blijken dat hij zich ondanks al wat hem ligchamelijk of zedelijk wedervaren isde aanwending ook van den geringscen penning nog herinnert. 1° tat ministeriele Avondblad leest men omtrent Spanje de navolgende depeche Ten heefc de dagbladen uit Sarragossa ontvangen tot den 1 r. De rus: is in de stad hersteld. Met verdrag tot den intogt der Portugezen is den 24 Sep tember te Lissabon geteekend, rö,ooo man staan gereed Spanje binnen te rukken. De Christinos hebben groote verwachting van de bevrediging der zuidelijke provinciën, en van de versterkin genwelke het gouvernement hun aan kondigd. Èen brief van den 12 deelt het berigt mededat las Navas nog altijd te Manzanaiez onder de wapenen is. „Men spreekt van een gevecht, dat in Katalonie bij het dorp Guimera zou plaats gehad hebbenen in hetwelk de Christinos 500 gevangenen zouden gemaakt hebben. Men zegt dat men dit voordeel grootendeels aan het vreemden-legioen, onder bevel van den kolonel Ferrariverpligt is» jfUjebgrlanbcu. 's Gravenhage den 19 October. Heden middag ten een ure heeft Z. M vergezeld door HH KK, HH den Prins van Oranje en Prins Frederik der Nederlandenzich van het paleis, met den in het programma opgegeven treinnaar de vergader plaats der Staten Generaal begeven, en heeft de zitting van die jaar met de navolgende aanspraak geopend Edel Mogende Heeren Met genoegen kan ik bij de opening dezer zitting aan U Edel Mogende de verzekering gevendat onze betrekkingen toe de vreemde Mogendheden van een vriendschappelijken aard zijn, De staatkundige toestand van het Rijk is intusschensedert de mededeelingenmijnentwege in de lente van dit jaar aan uwe Vergadering gedaan, onveranderd gebleven Bij het voortdurend gemis van gelegenheidom de gestoor» de verhouding van Nederland tot Belg ie op eene waardige, met 'sLands eer en belangen bestaanbare wijze te regelen, en bij de onzekerheid van den tijdwanneer zich daartoe meer gunstige uitzigten zullen opdoenis het dan ook een hoofddoel mijner zor gen gebleven, onze inwendige aangelegenheden zoodanig in te rigtendat het bezwaar der buitengewone omstandighedenwaar in wij steeds verkeeren voor mijne beminde onderdanen min gevoelig worde. Daartoe is het vroeger verleend verlof aan de vrijwilligers en schutterijen en aan de manschappen van verschil lende Jigtingen tjer nationale militie- nog uitgebreid geworden zoo veel de dienst van het Rijk zulks maar eenigzins heeft toe gelaten met datzelfde oogmerk wordt insgelijks het geheel ont slag der ligting over her jaar f<26 van nu af aan reeds voorbe reid, orri nog in den loop van het tegenwoordig jaar volledig plaats te hebben Mijn verlangen om de schatpligtigen te ge- moet te komen, wordt overigens begunstigd door de ruimte on zer oostindische voortbrengselen welke voor de volgende diensc eene verhoogde bijdrage tot de middelen van het Moederland zal toelaten 's Rijks inwendige toestand geefc over het algemeen redenen tot dankbare tevredenheid. In het binnenlandsch bestuur heerschen bij voortduring, orde en regelmatigheid. De land er. zeemagt blijven de loffelijksce blijken geven van krijgstucht en diensc ijver. Aan onze vlijtige landgenooten ontbreekt schier nergens de gelegenheid tot nuttige werkzaamheid de verdienstelijke ingeze tenen welke achtervolgens uit het leger in de burger-maatschap- pij zijn teruggekeerd, hebben hun vroeger bedrijf weder opge vat, of andere middelen van bestaan gevonden. De vörruiizigten op uitbreiding van handel en scheepvaart beginnen zich meer en meer te verwezenlijken bij dezelve worde eene toenemende levendigheid bespeurd. „Het fabrijkwezen ontwikkelt zich met kracht; de vorderin gen welke daaringedurende de twee laatste jarengemaakt zijn, gaan een billijke verwachting te boven. Zonder den lagen stand der graanprijzen zou de staat van den landbouw zeer voldoende zyn daar van de meeste veldge wassen eene ruime oo»st ingezameld is. De visscherijen worden over het geheelmet voordeel ge drevenén breiden zich ongevoelig uit. De uitslag der groote visscherij gedurende het afgeloopen jaarwas bevredigend. Het onderhoud en de verbetering van vaarten en wegen geschikt om de gemeenschap, zoo binnen 'slands, als niet de *1

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1835 | | pagina 1