N». 10. 60ESSCHE 1835. Maandag C 0 U R A 2 February. Besturen jen ClbmiuistcnHcn. Invoering van het Nederlandsch Vaatwerk bij den Handel in het Groot. GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND. Gezien Zijner Majesteit's besluit van den 31 December 1834, (1Staatsblad N.° 45,) houdende, met intrekking van Hoogsc- dtszelfs besluiten van den 13 April 1833, 'Staatsblad N.°g) en van den 9 December deszei ven jaars, Staatsblad N.° 62 nadere verordeningen ten aanzien der invoering met den 1 Januarij 1836 van het Nederlandsch Vaatwerk bij den handel in het groot. Brengen bi] deze de navolgende bepalingen deszelven besluits ter kennis van de belanghebbende Ingezetenen Art. 1. „Te rekenen van den 1 Januarij 1836, zal al het nieuw vervaardigde vaatwerk, voor zoo verre heczelve niet uit sluitend bestemd is tot vervoer of tot bewaring, maar tevens tot inhoudsmaat strekt, bij de aflevering van bierazijn, olie, jene ver brandewijn melk en in het algemeen van alle inlands ge-, fabriceerde vochten als zoodanig worden geijkt doch óp geenen anderen inhoud dan opdien van 10, 20, 30, 40, 50j 00150 en 200 Nederl. kannen 'litres Alle vaten van grooteren inhoud dan 200 Nederlandsche kan nen, of van het dubbel Nederlandsch vat {hectolitreszullen alleen als middelen van vervoer of van bewaring beschouwden dienvolgens aan geen ijk onderworpen zijn." Art, 2 Al het tot dus verre aanwezige oude vaatwerk zal tot 1 Januarij 1850, kunnen gebezigd worden tot afleveringen zonder eenigen ijk* of herijk te ondergaan, mits, vóór het einde des jaars 1836, door de daartoe bevoegde beambten, met een bijzonder merk gebrand wordendetenblykedat de aldus gedane afleveringen niet geacht worden bij de wettige maat te zyn ge schied, en onverminderd het regc der verbruikers, om te vor deren, dat dezelve in vaatwerk overeenkomstig het bepaalde by artikelgeijktplaats hebbe. De hiervoren vermelde branding' zal buiten bezwaar der ei genaars van het vaacwerk worden bewerkstelligd." Art. 3. Al bet vaatwerk in voormelde fabrijken bezorgdom aldaar te worden gevuldzal als het eigen vaatwerk der fabri kanten beschouwd worden en aan dezelfde branding als voren onderhevig zijn." Art. 4. De in artikel 1 bedoelde ijk zal door de daartoe bevoegde beaipbten geschieden in de fabrijken of werkplaatsen der eigenaars van het vaatwerk en zulks ten allen tijde des jaars zoo dikwerf daartoe door laatstgenoemde aanvrage wordt ge daan doch over niet minder dan 50 der kleinste fusten te ge lijk, of een in ykloon daarmede overeenstemmend aantal groo- tere varen." Art, 5. Het zal vrijstaan het aanwezige vaaqwerkbinnen den tijd van veertien jaren, te rekenen van 1 Januarij 1836, door verkuiping zoodanig te vergvooten of te verkleinen dat cteszrifs inhoud overeenkome met dien, welke bij artikel 1 voor het nieuwe vaatwerk is vastgesteldten blyke waarvan de aldus veranderde vateneven als de nieuweden ijk zullen moeten ondergaan." Art. 6. Na het eindigen van den hiervoren bepaalden ter mijnzal al het oude vaatwerk, hfetwelk buiten de voorgeschre ven inRouds verandering gebleven is, niet langer ais maal bij de afleveringen mogen worden gebruikt." Art, 7. „In de'vervaardiging der nieuwe vaten zullen zich de kuipers voortaan te regelen hebben naar de volgende afmetingen uitgedrukt in Nederlandsche strepenen gerekend binnenwerks te weten Inhoud der vaten in Buiks-midd. of Bodems-mid- Hoogte. Ned. Kann. spondsdiepte. dellijn. 20 298 248 322 30 341 284 369 40 27 012 1 406 5° 404 337 438 100 509 424 551 15° 582 485. 631 200 641 534 695 Art. 8. j) De ijk- der nieuw vervaardigde vaten zal alleen door verificatie der afmetingen geschiedenten zij de eigenaar of de verbruiker den water-ijk moge verlangen." Art. 9 j, Bij de voormelde verificatien zullen de ijkers, als remedie op de gemiddelde middellijn van buik en bodem zoo in meer als minmogen toegeven drie strepen voor de vaten beneden den inhoud van 100 kannen, en vier strepen voor de i grootere vaten tot die van 200 kannen ingesleten-behalve 1 dienzal er op den inhoud worden toegestaan eene remedie van 3 pCt. naar binnen en van 4 pCc. naar buiten QHet vervolg in ons volgèhd 'nummer PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes en ressorte van dien, herinneren bij deze, de Ingezetenen dezer Stad en Gemeente, aan de bepalingen van de wet van den 26e. Ventose 4e. jaar, betrekkelijk de zuivering der Boomen, Strui ken en Hagen, van Rupsenesten Ringen en Netten, welke ^oor deze Provincie verpligtend is gemaaktbij het Decreet van den 8 November 1810 en nader gepubliceerd bij Publicatie van Htm Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro vincie, van den 26 Januarij 1826, en manen dezelven, ter be vordering van hun eigen belangen dat van hunne naburen dringend aan, om binnen den bij de wet bepaalden tijd, hunne in eigendom of gebruik toebehoorende BoomenStruiken en Hagen, van de daarin aanwezige Rupsenesten te zuiveren, ten. einde niet te vervallen in de kosten en straffen daarop gesteld als zullende aanvankelijk tegen den 7. Maart eerstkomendeen voorts van 14 tot 14 dagen, zoo lang het saisoen het nemen van maatregelen tot wering van Rupsen zal toelatendaarop naanwkeurige schouwingen gehoudenen tegen de nalatigen Proces Verbaal opgemaakt worden volgen? de wet. Gedaan ten Siadhuize van Goes den 31 Januarij 1835. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. H. VERSCHOOR van Nisse Mij Bekend De Stads Secretaris L, de FOUW, Jz. OPROEPING van de Verlofgangers van he$ le* Bataillon Zeeuwsche Mobile Schutterij, i- tcf Inspectie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Goes en ressorte van dien, brengen bij deze, ter voldoening aan hec daartoe ontvangen verzoek van den Wel Ed. Gestr. Heer Ma joor kommanderende het ie, Bataillon der Afdeeling Zeeuwsche Mobile Schutterijter kennis van de Verlofgangers van dat Batail lon, welke zich binnen deze Stad en Gemeente bevinden of daar toe behooren Dat de Inspectiën, bepaald bij dispositie van Zijne Excel!, den Heer Directeur Generaal van Oorlog van den 24 Septem ber 1834 N° 23, voorde hier bovengenoemde Verlofgangers, onder goedkeuring-van den Chef der Afdeeling, zijn gesteld op de eerste Zaturdag van iedere maand des morgens te negen uren. En roepen dien ten gevolge de gemelde Verlofgangers bij deze op, tegen Zaturdag den 7 Fèbruarij eerstkomende des morgens te negen uren, om zich, met de Kleeding en Wapening waar van zij voorzien zijn, te verzamelen op de Groote Markt de- dezer Stad, aan of op de Beurs, ten einde de voorgeschrevene Inspectie byte wonen. En ten einde eiemand hiervan onwetendheid zonde kunnen voorwenden, zal deze worden bekend gemaakt door afiixie en insertie in dezer Stads Courant. Gedaan ten Sradhuize van Goes den 31 Januarij 1835. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. H. VERSCHOOR, van Nisse Ter ordonnantie van dezelve, v De Stads - Secretaris L de FOUW, jz. NIEUWSTIJDINGEN. SuitödtLuH'. Berlijn, den 25 Januarij. Sedert Augustus 11. houdt men zich te Petersburg bezig met den bouw van een groot observa torium, waarvan de onkosten meer dan anderhalt miiioen roe bels zullen beloopen. De drie torenswaaruit dat observatorium zal bestaanzullen voorzien zijn van beweegbare daken De heer Struve is belast met den aankoop der noodige instrumenten en boekwerken voor deze inrigting Den 10 dezer heeft de Keizerlijke akademie Wan wetenschap® pen te Petersburg hare gewone jaarlijksche openbare zitting ge houden. Daarin is onder anderen, verslag gedaan nopens bo venvermeld observatorium, en tevens mededeelingen gegeven om trent de vermeerderingenwelke de boekerij en de kunstverza» zaraelingen dier akademie hebben bekomen. Daaruit blijkt, on- 10 23 6 197 256

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1835 | | pagina 1