fie gracht gedrongen en vervolgens door een rioolin het Fort gekomen is, dat men genoodzaakt was met een schuitje door het fort te varen. Bij het aanbreken van den dag moest alles ^.niet tegenstaande den zwaren storm onder hagel en windaan het werk, om dykjes en barricades te maken voor het hospitaal, de magazijnen en officiers woningendewijl het water nog steeds wassende was. Zoodra het water weder begon te vallen heeft men getracht de doorbraak met aarde en stroo te digtenwaarin men zoo gelukkig geslaagd is, dat dezelve bij hernieuwden aan drang de proef doorgestaan heeft. Incusschen heerscht er op het fort schaarsebte aan en vrees voor gebrek aan drinkwateral zoo de eenige pur, die te gebruiken was, vol zout water geloopenis. Drinkwater wordt nu van buiten aangevoerd, doch mén is be vreesd dat door winterstormen de gemeenschap afgesneden worde en aldus gebrek ontstaan zoude. - In het journal de la Belgique leest menReeds vroe ger hebben wij berigt, dat de minister van binnenlandsche za ken het advijs van onze kamer van koophandel verlangd had over de vraag of het niet noodig zoude zijn, om eene belgische zee magt op te rigtenten einde onze scheepvaart ce beschermen Thans vernemen wij dat de kamer van koophandel op het meerendeei der haar voorgelegde vragen een ontkennend antwoord "heeft gegeven. Zij heeft vooruitgezetdat wij geen zoodanig aantal oorlogschepen zouden kunnen bouwen, dat onze zeemagc gelijk zou kunnen staan met die der Staten van den eersten ja zelfs met die van sommige staten van een zeer veel minderen rang én dat het in de tegenwoordige omstandigheden evenzeer gevaar lijk als ontijdig zou zijn, om zich met den aanbouw van gewa pende schepen bezig te houdenals kunnende dit de oorzaak van of het voorwendsel toe nieuwe botsingen worden. Zij beweert verderdat geene regering onze vlag anders zon kunnen beschermen, dan op eene militaire wijze en met het doel om de uitvoering der verdragen te handhaven en een door de groote mogendhedenin het belang van het evenwigc van Europa aan genomen staatkundig stelsel te doen eerbiedigendat in dat ge val de handel der mogendheid, die ons in dieh geest mogt be schermen, geenerlei nadeelig gevolg van die bescherming zou te vreezen hebbenmaar dat aan den anderen kant Belgie daardoor geene andere waarborgen zou kunnen verkrijgen, dan die uit het regt der volken voortvloeien. Bij de verdere toelichting van dit gestelde, betoogt de kamer van koophandeldat bij den tegenwoordigen toestand der nij verheid en van het fabrijkwezen in Europa geene regering eene zuivere commerciële bescnerming aan onze scheepvaart zou kun nen verleenen, zonder hare eigen dierbaarste belangen te kwei- sen waaruir volgc, dat zoodanig eene bescherming nimmer op regt gemeend zou kunnen zijndan wanneer zij door opoff rin gen van onzen kant gekocht was: opofferingen, die wij te min der kunnen doenomdat het grootste gedeelte onzer koopvaar dijschepenbij gemis van bescherming van de zijde onzer re gering, den lande is uitgeweken. Zij vestigt op dit laatste punt de bijzondere aandacht dier regering. Men ziet uit het voorgaande, dat de kamer van koophan del de bescherming, die uit de verdragen en het regt der volken voortvloeit, voor genoegzaam keurt. Zy haalt tot bewijs het voorbeeld aan van PruissenHamburg, Bremen, Oldenburg enz. die geen enkel gewapend schip bezitten, en wier vlag desniette min op alle zeeën geëerbiedigd wordt. Die Staten, waarvan de meesteneven als Belgie onzijdig zijnweten den waarborg waarvan wij spreken, op zijne juiste waarde te schaiten wantin dien met name Pruissen niet door dit denkbeeld geleid wierd zou zij sedert lang eene zeemagt bezitten, daar toch aile bouw stoffen daarvoor in haren eigen boezem voorhanden zijn. De kamer van koophandel eindigt haar verslag met het uiten van het gevoelendat op koopvaardij en inzonderheid op visschers schepen de beste matrozen voor oorlogschepen werden gevormd terwijl geenszins, zoo als men dit scheen te veronderstellen, de oorlogschepen de kweekschool vootf ter koopvaardij varende zee lieden zijn. Voor het Hof van Assises te Namen is dezer dagen we der eêne regtszaak voorgekomen, die op nieuw bewijst, tot wei ke barbaarschheden het domme bijgeloof, dat, in weerwil van het roemen op den voortgang der verlichting, nog m zoo veie streken van ons werelddeel blijft heerschenvervoeren kap. Ne gen mannen en vrouwen uit hec dorp Cascillon stonden voor het hof re regt, als beschuldigd van door persoonlijke mishandelin gen van den ergsten aard den dood van zekere vieren zestigja rige vrouw; Catherina Jadot genaamd, te hebben veroor zaakt Blijkens de eenstemmige verklaring van eene menigte ge tuigen, was deze vrouw, den 26 Junij van dit jaar het huis van eene weduwedie tot de beschuldigden behoordebinnen getreden, met oogmerk om daar eenige ververschingen te gebrui ken. In plaats van die te verschaffen, had de wcduWe haar aan stonds beginnen te verwijtendat zijCatherinaJ'adotden zo op der weduwe, die in het huis ziek te bed lag, berooverd had. De ongelukkige vrouw ontkende natuurlijk deze ongerijmde be schuldiging, doch de weduwedoor hare dochters en eenige an dere bekenden bijgestaan viel weldra op Catherina Jadot aan en wierp haar op eenen brandenden takkebos, die op den haard !s<r, zeggende, dat zij daar zoo lang zou liggen blakeren, toe zij zich tot het onttooveren van het kind verbond. De vermeen oc toovenartSdie te vergeefs tegenstand had gebódenen door de hevigste pijnen werd gefolterd, beloofde ten laafsts allesmt men van haar vorderde Zij werd van het vuur opgerigc en "naar het ziekbed gebragt, waar zij, in haren angst, eènige gebaren maakte, die naar eenige onttoövering moestèn gel ijken ."Daar de zieke echter, zeer naruurlijkdaardoor geenszins hersteïdé'werd het vuur op den haard op nieuw opgestookt, en de mishande ling der vrouw hervat, met bijgevoegde wreedheden die te stui tend zijn, om hier verhaald te worden. Eerst toen de vrouw zich volstrekt niet meer bewegen kon sleepte men haar vah hec vuur en legde haar in een hoek van het huis nederna zoo het schijnt uir een overblijfsel van menscheJijkheid hare uitgestrek te brandwonden eenigermate te hebben verbonden. Den volgen den dag verliet Catherina Jadot het huis d'er weduwe, nadat mep haar de belofte had afgedwongen van hetgeen met haar voor» gevallen Waste verzwijgen. Zy genoot nog eenige geneeskun dige hulpdoch stierf eene maand na hei voorgevallene- De beide genees- en heelmeesters, die haar bijgestaan hadden en on der wjer opzigc de lijkopening na haar overlijden geschied was hadden vroeger haren dood regtstreeks aan de door haar onder gane mishandelingen toegeschreven. Voor het Hof van Assises trókken zij echter déze verklaring weder in hetgeen ten gevol ge haddat de beschuldigden enkel wegens moedwillige verwon ding konden worden veroordeeld. Twee daarvan zijn geheel vrij gesproken en de zeven overigen tot vijf jaren gevangenisstraf ver oordeeld. 1 Goês, den 3 November. Bij vonnis der correctionele Regt- bank zitting houdende alhier de dato 30 October jl is Josias Ver ha gekleermaker woonachtig in den Wilkdmina Polder veroordeeld tot eene geldboete van drie guldens en in de kosten der procedureals hebbende op het IVilhelmina Dorp tabak gerooktzonder dat zijne pijp van het vereischt wordende dopje was voorzien. MTDDÉNPRIJZE N VAN DE VOLGENDE ARTIKELEN TE GOES. Van den 15 tot den gr October 1834. Zonder de Belasting. Tarwe/ 5,13. Rogge 4,25. Vroege Gerst 3,r9. Late Gerst 0,00. Boekweit f 0,00. Haver osoo Witte Boo- nen f 0,00 Witte Erwten ƒ0,00. Groene Erwten/* 6,go. Graauwe Erwten f 0,00. Tarwe Meel 7,13. Rogge Meel f 5,90.allen per mud de. Boter/ 0,90. Noord Hollandsche Kaas 50 cs. S tol ksche, Kaas 40 cs. Leidsche Kaas 30 cs. Witte Brood 19s cs. Tarwe Brood 9 cs. Rogge Brood 9 cs Osse Vleesch 55 cs. Koel Vleesch 55 cs. Kalfs Vleesch 50 cs Schapen Vleesch 35 «.Lams Vleesch 35 cs. Versch Varken Vleesch70 cs. Gerookt Varken Vleesch 80 allen per Ned pond. Vroege Aardappelen /'o,00 Late Aardappelen f 1,30 de mudde. Jene ver f 24,00per vat IJpen Hout f 7,00. Essen Hout f 7,00, per wisse. Groote Takkebossen 10,00. Kleine Takkebossen ó,oo de honderd. Steen Kolen ƒ2,00de 100 ponden, flouts Kolen/0,00, de mudde Turf0,50, de dubb mudde Kool Olie ƒ44,00. Lijn Olie f 38,00., het vat. Kool Zaad/ 11,88. Lijn Zaad ƒ0,00, de muddeKaarsen 70 cs. het Ned. pond. Ondertrouwd: N. M. B O S D IJ K Borssele, van Heinkenszand en den 3f October 1834- M V E R K O T E R E N. Vrienden en Bekenden gelieven deze algemeene tevens als bij- zondere kennisgeving aantenemen, 1 De gene welke wegens LEVERANCIENREPA* RATIEN, ARBEÏDSLOONEN of dergelijke, een behoeve of t?n dienste der Stad Goes, tot 1 November 1834, iets te vorderen hebbenworden verzochtderzelver Rekeningen ten spoedigsten en uitterlijk voor de helft dezer maand, ter Stede* lijke Secretary inteieveren. Iemand genegen zijnde van stonden aan op voordeelige voorwaarden overtenemeneene sedert jaren Neringdoende WINKEL, in allerlei TUINZADEN, AARDEWERK enz., vervoege zich daartoe bij den Eigenaar, in de Lange- Vosstraat, Wijk A., N.° 160, De Vrouw van GIRCÖURmaakt het geëerd pu bliek bekenddat zij is Uitgepakt met een groot Assortiment, MODE GOEDEREN, bij Loobeekin de Korte.Kerkstraat. De DIRECTIE der NfrDERLANDSCHE STOOM. BOOT-MAATSCHAPPIJ, maakt bij dezen bekend, dat den Dienst tusschen Rotterdam en het Sas van Goesmet prima Novembervoer dit jaar heeft opgehouden. In den loop dezer week, in lossing aan de Kaai alhier. Puike Sihotsche SCHAAL en dito rove Newcastle HAARD- of MEET KOLEN voor rekening van J. FRANSEN van de PUTTE» verzoekende bestellingen te doen ten zijne kantore; Klokstraa: wijk A« N 0 91. Te Goes, bij F, Keeruwens, Stadsdrub:k.er,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1834 | | pagina 2