N°. 71.
GOESSCHE
COUR A NT
iC
Vrijdag
5 September 1834.
-SLI
-Ü&er
1 r*f") ,vt
w
S"
NIEUWSTIJDINGEN.
£)ttitechfattb.
Frankfort, ^/t?^ 29 AugustusDe Oostenrijksche Beobach
behelst het volgende, omtrent den staat van zaken in Syrië
Aangaande den opstand-in Syrië ontvangt men uit Alexan
dre van 26 Junijuit Bairut (iij Syrië} van 1 Julij, en uit Smyr
na van 26 Julijzoo vele overeenstemmende berigten, dat zij
genoegzaam zijn, om een volledig oveizigt van die belangrijke
gebeurtenis te geven. -
Onder de bescherming van omstreeks 18000 man geregelde
troepen, die in de plaatsen aan de kust van Gaza tot.Adanaen
binnenslands van den Taurus tot Jeruzalem verdeeld waren, had
Ibrahim pacha in het sedert anderhalf jaren onderworpen land
allengs het bestuur in den geesten overeenkomstig den last zijns
vaders ingerigten dus de verschillende gewesten naar hetzelfde
stelsel behandeld. Voor eenige landstreken en volsstammen, die
onder de turksche opperheerschappij eene volledige vrijheid ge»
noten haddenwas dit een ondragelijk juk Onder de bewoners
des Libanons en der gebergten van Samaria en Judea was de on
tevredenheid in de eerste maanden dezes jaars reeds zeer hoog ge
klommen, De gewelddadige ligcïng van jonge lieden voor het
legerbewerkte het allereerst in den loop der maand mei in Na-
plous eenen opstand, en zoowel de snelle verspreiding van den-
zelvenals de nadeelen die de Egyptenaren op alle punten'leden,
bewezen duidelijk., dat zij op zulk een krachtigen aanval niet voor
bereid warenen in den eigenlijken zin verrast werden. Op het
berigt, dat denaar Samaria ^gezonden- troepen, welke aldaar met
de lïgtiög van récruten belast warendoor de ingezetenen ver
moord of weggejaagd waren gewordendeed Ibrahim een rege-
ment ruiterij derwaarts oprukken, hetwelk echter hetzelfde lot
onderginghij vroeg te gei ijker tijd ondersteuning van zijnen vader
die den 29 Mei het tweede regemenc voetvolk der garde van Alexan-
drie naar Jaffa deed overvoeren en het 20 regement van Kairo naar
Alexandrie ontbood, alwaar het den öjunij aankwam den 8, als
wanneer geruststellender berigten ontvangen warenbeerde het naar
Kairo terug, maar den 15 werd het andermaal naar Alexandrie
geroepen om met alle daar vereenigde troepen, onder aanvoe
ring van Mehemed Ali zeiven, naar Syrië overgebragr te worden.
Tevens ontving de Renegaat Soliman pacha bevelom met twee
regemencen/uiterij uit Kairo door de woestijn naar Gaza te trekken,
De aanleiding tot deze laatste afzending van versterkingen
was gelegen in de nadeelendie Ibrahim Pacha zelf inmiddels
geleden had. Hij was den 3 Junij met omstreeks 8000 man
(waaronder het uit Alexandrie aangekomen 2de garde regement)
van Jaffa naar Ramle getrokken, en rukte den 5 naar Jerusalem
opom de zeer in het naauwgebragte Egyptische bezetting dier
stad te verlossen. In de enge passen van het gebergte gekomen
zijndewerd al dadelijk een bataillon geheel vernietigd. Ibra
him zelf bereikte over Bethlehem de stad Jerusalem,, welke ech
ter terstond daarna door de Beduinen der omstreken omringd werd
terwijl andere talrijke benden dier Arabieren in de vlakte door
drongen en de geheele streek tusschen den berg Karmel en Gaza
plunderden en verwoestten. Een Egyptisch regement, dat van
Damascus kwam toesnellen, werd te Nazareth aangetast, en in
de vlakte van Esdreion geheel verslagen, alvorens het de bergen
van Samaria kon bereiken. Het verlies der Egyprenaren in deze
verschillende gevechten werd op 6000 man begroot.
Op den Libanon was bet rustigmaar daarentegen hadden
verscheiden Arabische stammen aan de overzijde van den Jordaan
zich met die van Samaria vereenigd. Het aantal der gewapende
opstandelingen wordt op ruim 20,000 geschat.
Mehemed Ali was den 26 Junij met 20 transportschepen vati
Alexandrie onder zeil gegaan6 linieschepen6 fregatten, 6 kor
vetten en 8 brikken maakten zich gereed om uit te zeilen.
Het dagblad van Smyrna van 26 Juüj geeft eene officiële cir
culaire van- Boghos Jussef Bey aan de gezamenlijke Europesche
konsuls, van 3 Julij gedagteekendwaarin op grond van berigten
van Ibrahimde demping van den opstand inde omstreken.van
NaplousJeruzalem en Hebron aangekondigd wordt. Men hechtte
wel geloof aan deze tijdingmaar meent toch ook dat de over
winning den Egyptenaren duur te staan is gekomenen dat het
voor Mehemed'Ali onmogelijk zal zijn, het tot hiertoe gevolgde
stelsel in Syrië te blijven handhaven
In een' der meest geachte Duitsche dagbladen leest men den
v volgenden bijzonderen brief uit Turin, van den 14 dezer:
„De berigten uit Spanje zijn niet bevredigendeen stellen de
hoop te leur, welke tren wegens de onderneming van D Carlos
koesterde. Hij schijnt geene vorderingen te makencn zijne partij
te zwak te zijnom de Koningin het hoofd te bieden^ De kleine
opstanden in Katalonie baten hem nietsmen heeft zich daarin mis
rekend; geloofde daardoor eene afleiding ten voordeeleder Baski-
sche insurrectie te makenwelke de kans van eenen oorlog moeijelijk
zou kunnen doorstaan. Men vraagt nu'reeds, werwaarts D. Carlos,
zich begeven wat bovendien zijn lot zal zijn men vreestdat
wanneer hij in handen der Christines valtmen hem het leven zal
benemenwant het beveltijdens zijn verblijf in Portugal gegeven
hemin geval hij op Spaansch grondgebied kwam dood te schie
ten is nog niet ingetrokken. Vlugthij, integendeel, naar Frank
rijk, zoo denkt men dat het viervoudig verbond in werking zal
gebragt, en hij naar het kasteel van Blaye zal gevoerd worden. Zijne
ontijdige verschijning wordt nu gelaakten men wenschtdat hij
nimmer Engeland verlaten had. .Het gaat hierzoo als bij alle ge
vaarlijke ondernemingen; men oordeelt alleen naar de uitkomst. In
Zumala Carreguy wordt nogwel is waarde held des dags ver
eerd doch men verwijt hem reeds, dat hij den Prins ingeroepen,
en welligr aan het gevaar blootgesteld heeftom tusschen dood en
gevangenis te kieken. Het is eener opgewondene partij eigen van de
meest gespannen hoop tot de diepste kleinmoedigheid te vervallen.
Men moet in Genua slechts over Bourmont hooren oordeelenzijne
-grootste vijanden kunnen hem niet strenger beoordeelen dan aldaar
zijne vrienden, Zumala Carreguy zal zulks nog erger gedaan wor
den wanneer hij eenmaal zijne partij geheel verlaten heeft; want
men wil hem geene zuivere Carlistische beginselen toekennenen
beweert, dat hij zich alleen uit beleedigde ijdelheid meer echter
nog uit haat tegen Quesada zich aan de Carlisten heeft aangesloten.
Dat hij een gezworen vijand van dien generaal is, lijdt geen twijfel
want zijn geheel streven iszich van zijn' persoon meester te ma
ken» of, zoo als de Spanjaarden zich uitdrukken, een moeijelijk
kwartieruurs te doen doorbrengen. Het zij intusschen hoe het wil
le, Zumala Carreguy blijft de uitstekenste partijganger; zon
der hem, zou de insurrectie reëds sedert lang onderdrukt zijn Zijne
begaafdheden en moed zijn echter niet voldoendeom haar te doen
zegepralea, zoolang zich niet eene grootere geestdrift voor D.
Carlos openbaart, en de strijdkrachten der insurrectie zich niet
vermeerderen, Onder zulke omstandighedenzal D. Miguel zich
bezwaarlijk naar Spanje begeven en hij doet daar wel aan zijne
tegenwoordigheid zou de zaak van D. Carlos slechts benadeelen
want de haat tuskchen Spanjaarden en Portugezen is onuitwisch-
baar, en men kan het heden DCarlos nog niet vergevendat bij
met de Miguellisten vriendschap gesloten en hunne bescherming ge
vraagd heeft. Over den uitslag des strijds bestaan ge^ne hersen
schimmen meer; dezelve zal ten voordeele der Koningin eindigen.
Desniettegenstaande voorspelt men hare regering geen langen duur
en men is overtuigddat de republiek in Spanje spoedig zal uitge
roepen worden. In deze vooronderstelling zal de Koningin door de
Mogendheden van het vaste land niet erkend wordenhetgeen
zulks valt niet te ontkennen, zeer onaangenaam en nadeeiig voor
haar zijn moet. Men oordeele er over, gelijk men wilbeschouwe
de erkenning als een' blooten vormzoo blijft het toch onweder-
legbaar, dat de niet-erkenning eener regering tot de grootste ver
legenheid behoort waarin men haar brengen kan. Hoe veel waar
de hechtte Napoleon er niet aandoor Engeland erkend te worden
hoezeer ondervond hij m dit punt de hardnekkigheid van het Engel-
sche kabineten niemand wist beter dan hijhet daadwerkelijke
van den blooten vorm te onderscheiden. Het was juist niet die akte
va[n erkenning waarnaar Napoleon streefdemaar hij had daarbij
de gevolgen op het oogwelke hij daardoor wenschte te vermijden.
De niet-erkenning van Engeland onderhield bij zijne vijanden in
het inwendig van Frankrijk den waan dat de regering des Keizers
zich niet bevestigen, en slechts zoo lang duren zou, als het ge
luk der wapenen hem gunstig bleef. Napoleon gevoelde diten
het knaagde hem aan het hart als een worm want niet de gewa
pende vijandelijke scharejt(, maar alleen de factiegeesr, dien hij
overal zag spoken, verontrustte hem, Ditzelfde zal de-Koningin
Christina ondervinden zij zal en kan zich niet veilig achtenzoo*
lang hare betrekkingen buiten 's lands niet geregeld zijn en in zoo
verre moeten er zonderlinge dingen gebeurenom de erkenning
der Mogendheden te bewerken. Bodewijk Philipsdie politieke
takt bezit, zal misschien als tusschen persoon dienenen de.rege
ring der Koningin helpen bevestigen. Hij gevoeltdat zijne eigene
regering slechts op losse schroeven staatzoolang er op het Schier
eiland oproer heerschten de Koningin door bezorgdheden ge
kweld wordtwelke niet allen op haren toestand van binnen
maar ook van buiten invloed hebben moeten. Men weet, dat hij,
bereid is opofferingen te doen om de erkenning der Koningin te
bewerkenen dat hij wenschtzich zoo mogelijkaan de staat
kunde van het vaste land aan re sluiten wil hij naar omstandighe
den handelen, of aan zijnd,bemiddeling een goeden uitslag verze-
*x
""V-'
■TV •G**,