N°. 42. GOESSCHE COURAN I Jel - S -# Maandag .26 Mei 1834. ïfi h'J P*^ 1 V locöturcu jcu Slbmhtistvaficn. VOOR 'TRIJK. De AGENT van den Rijks Kassier in bet District Goes adverteert dat gedurende zijne afwezênheid, ingevolge verleende authorisatie van Zijne Excellentie den Minister van Financien 2jjne functien zullen worden waargenomen door zijn Bbekhqu- der de Heer f. van Rentergem de Fouw. Goesden 25 Mei 1834. MtRANDOLLE. BEKENDMA K I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Goes en ressorte van dien, brengen ter voldoening aan Zijner Majes- telts Besluit van den 1 Maart 1831 n.° 14 ter kennis van de Ingezetenenidat de door Hun Edel Groot Achtbaren Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, gearresteerde Rekening de zer Stad over het jaar 1832 met de daartoe betrekking hebbende Begrootingop de Maandagen en Vrijdagengedurende de maand Junij dezes Jaarsdes voormiddags van 10 tot des namiddags te 1 ure ter Stedelijke Secretarie ter visie zal liggen. Gedaan ten Stadhuize van Goes den 24 Mei 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. H. VERSCHOOR van Nisse Ter ordonnantie van denzeivek De Stads'Secretaris L. de FOUW, Jz. PUBLIEKE BESTEDING. Op Zaturdag den 7 Junij 1834 des voormiddags te Elf urenzullen Burgemeester en Wethouders der Stad Goesten Scadhuize aldaar, publiek en aan de minst mijnenden trachten Aantebesteden De benoodigde HERSTELLINGEN aan de Westelijke Binnen Haven Boorden over eene lengte van 276 strek kende Ellen. n 2.° Het in ORDER BRENGEN van de Nieuwe Raadkamer ten Stadhuize dezer Stadbestaande hoofdzakelijk in Timmer Stukadoor- en Schilderwerk. 3,° Het OPBREKEN der Keistrating op de Groote Markt benevens het Bezanden en Reschulpen derzelve. Van alle welke Werken de Bestekken en Conditiën ter Stads Griffie ter lezing liggenvan heden af tot den dag der Beste ding zullende de lokale aanwijzing geschieden van her eerste Perceel, op Woensdag den 28 dezer maand, des voormiddags te 10 uren, te beginnen aan het oude Hoofd van het tweede Perceelten zeiven dage des namiddags te 4 uren en van het derde PerceelWoensdag den 4 Junij daaraanvolgende des voor middags te Elf uren. Gedaante Goes, den 24 Mei 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. H. VERSCHOOR, van Nisse Mij Bekend, De Stads-Secretaris, L. de FOUWJz, NIEUWSTIJDINGEN^ ShufscïtUub. Frankfort, den 19 Mei. In het Petersburgsche dagblad de Noordsche Beij vindt men eene breedvoerige beschrijving van de plegtighedenwaarmede de Grootvorst troonsopvolger Alex anderop den 4 Mei, bij het bereiken zijner meerderjarigheid den bij de wetten van het Keizerlijk geslacht voorgeschreven eed van trouw aan den Keizer en het Vaderland heeft afgelegd. De plegtigheid heeft in de 'noc/fdkerk van het winterpaleis ie St. Pe tersburg, in tegenwoordigheid van het Keizerlijke geslacht, van de Hooge Geestelijkheid, de vreemde gezangen en alle aanzien lijken der hoofdstad plaats gehad. Nadat de Metropol-haan Se raphim een toepasselijk dankgebed had gehoudenleidde Keizer Nikolaas zijnen zoon bij de hand naar een gestoelte, waarop; de boeken des Nieuwen Verbonds opengeslagen lagen, terwijl de scbepter, de kroon en de Rijks appel op eene rafel, te linker zijde daarvanwaren riedergelegd. Voor- het bijbelboek,staande, las de Groot-Vorst den navolgenden eed voor: In naam des Almagtigen Godsvoor Zijne heilige Evange liën zwere en belove ik, Zijne Keizerlijke Majesteit, mijnen al- lergenadigsten Vaderen Heer, trouwen opregtelijk te zullen die nen en in alles gehoorzamenzonder mijn leven daarvoor te spa ren tot den Iaatsten bloeddroppel toe alsmede om alle de reeds bij de wetten bepaalde of nog vastte stellen regten en voorreg- tendie tot de doorluchtige zelfheerschappij, kracht en magt van Zijne Majesteit beboorennaar mijn beste weten en naar kracht; en vermogen te bewaren en te beschermen steeds al datgene be vorderende wat voor de trouwe dienst van Zijne Keizerlijke Ma jesteit of ten nutte des Rijks voordeel kan aanbrengen. Als troons- opvolger in het rijk aller Russen, in het daarmede vereenigde Czaar-schap Polen en in het Groot Hertogdom Finland verbind ik mij en zwere van alle de verordeningen omtrent de troons op- volgmg en de famillie-instellingenzoodanig als die in de grond wetten des rijks zijn/opgeteekendin derzelver volle kracht en onschendbaarheid te zullen bewaren wetende daarvoor eens voor God en zijn jongste gerigt te moeten verantwoorden. Heere, God onzer vaderen en Koning der Koningen! leer, verlicht en leid mij in het groote dienstwerk, dat mij wacht; mij verzelle de wijsheiddie gezeten is naast Uwen troon. Zend haar af uit Uwen heiligen hemelopdat ik leere wat in Uwe oogen wel- behagelijk en naar Uwe geboden regtvaardig is. In Uwe handen beveel ik mijn hart, Amen," De troonsopvolger zegt de Noordsche Beijlas dezen eed in den beginne met eene luide, vaste stem voor; toen "hij echter den Koning der Koningen aanriep, beefden zijpe lippen, en werd zijne stem door tranen verstikt. Verscheidene malen hegon hij op nieuw en telkens moest hij weder ophouden, Het slot der aanroeping werd onder een gestadig snikken uit gesproken. De ontroering van den vorstelijken jongeling deel de zich aan alle de aanwezigen mede. Toen hij het eed formu lier onderteekend had, omhelsde de Keizer hem met onbeschrij felijke geeftdriftkuste hem driemalen en geleide hem naar de Keizerin, De Grootvorst wilde ook haar omhelzenmaar de Keizer kwam hem voorviel zijne gemalin om den hals en sloot moeder en zoon in zijne armen. By dit verheven schouwspel ston den er tranen in aller oogen." Na den afloop dezer plegtigheid die met eenen godsdiensti- gen lofzang besloten wérdheefc dq Grootvorst Alexander 00k den eed van trouw als werkelijk dienstdoende krijgsman afgelegd. Dit gescheiddè in de groote troonzaal van het winterpaleisal waar afgevaardidden uit de grenadier-regementen der lijfwacht k'weekelingen uit de krijgskundige scholen en vele hooge officie ren bijeen waren. In den loop van den 4 Mei heeft de Groot vorst Alexander aan den bevelhebber van St. Petersburg een ge schenk van 50,000 roebels gezonden, om onder de behoefcigen der stad te worden verdeeld. Jfjtsnfevijfe» Parijs den 18 Mei. De kamer der afgevaardigden heeftin hare zitting van gisteren, het ontwerp van wet verworpen, strek kende tot vergoeding der schadenbij de laatste onlusten te Lyon geleden. Onderscheidene dagbladen geven hierover hunne afkeu ring te kennen. Het monarchale blad de Quotidienneonder an deren laat zich hierover aldus uit: Ziet tot hoeverre de toomeioosheid der Orleannisten en de ongeloofelijke gewelddadigheid van zekere mannen van hetiuiste midden gaat! Mén heeft uw huis verbrand of vernietigd; welnu, dit is uwe eigene schuldwaarom hebt gij zulks niet belet? Maar ik kon dit niet, ik bevond mij tusschen twee vuren, tusschen de soldaten en de insurgenten Dit doet niets ter zake, en gij moogt u wel als zeer gelukkig achten, dat de kamer,der pairs u niet even als de stad Clermont in het proces begrepen heeft. Men heeft onze nationale garde ontbonden. Ook dit is uwe schuldwaarom was dezelve de tegenwoordigs orde van zaken toegedaan? Hieruit volgt, dat wanneer men niet in den geest, zoo als het juiste midden die verstaataan de bestaande regering verknocht ismen zelfs het regt niet meer heeftzijn leven en zijne bezittingen in eenen op- Stand te verdedigen Men leze de rede van den heer Ganger on en de bekentenis van den minister Thiers hieromtrent, en men zal zien dat wij in niets overdrijven." Parijs, den 20 Mei. De ongesteldheid van den generaal Lafayette was gisteren reeds zoodanig toegenomen met bijko mende benaauwdheden dat men aan zijn behoud wanhoopte en ofschoon gisteren avond zich weder eenige beterschap vertoonde stortte hij in den afgeloopen nacht ten 2 ure op nieuw inen dezen morgen ten 5 üre overleed hij, in den ouderdom van 77 jaren. Men schrijftdaar de overledene anders een sterk ligchaams- gestel hadde oorzaak zijner laatste ongesteldheid toe aan overma tige vermoeijenis bij de begrafenis-plegtïgheid van den heer Dulong UcbcWuubcu. 's Gravenhage den 22 Mei. In de Javasche Couranten V -'-TSK, -

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1834 | | pagina 1