N°. 34.
GOESSCHE
COURANT.
FU.
'A <£- Op -«
Maandag
28 April 1834
NIEUWSTIJDINGEN.
ZUuitech lanb.
Frankfort, den ao April. De zaakgelastigde van Z. M
den Koning van Pruissen by den Zwitserschen landdag heeftaan
het Zwitsersche eedgenootschapop den 6 dezereene nota ovérj*
handigdwaarin op eene vrij ernstige wijs wordt aangedrongen
op de verwijdering der vreemdelingen, en de deswege door dè
kabinetten van Sardinië, Oostenrijk, de aangrenzende Staten en
den Duitschen Bondsdag gedane vorderingen krachtig worden on
dersteund. Genoemde minister verklaart hierbij dat hij daarbij
voornamelijk bedoelt die vreemdelingen, welke aan den roovers
aanval tegen Savoye deel gènomen hebben welker langduriger
verblijf in Zwitserland hij met de verphgtingen èener goede na
buurschap en met den toestand van het gemeenebest onbestaan
baar noemt.
Te Napels is den 4 dezer, de rust, dooreenen bloedigen
twist tusschen de verschillende corpsen der bezetting, gestoord
geworden. Eene woordenwisseling tusschen een* gendarme en
een soldaat heeft daartoe de eerste aanleiding gegeven aan welk
geschil vervolgens door anderen werd deel genomen zoodat
de woordenwisseling welhaast tot dadelijkheden oversloeg. De
zeesoldaten kozen de zijde der gendarmes tegen de Siciliaan-
sche troepen Tusschen deze ontstond nu een hevige strijd met
het blank geweer, waarbij van beide kanten e'enige dooden vie
len en een aantal militairen gekwetst werden. Ten laatste gelukte
het aan het overige garnizoen, de strijdenden te scheidenen
de schuldigen in verzekerde bewaring te nemen. Zoo het schijnt
staat deze twist met de staatkunde niet in verbanden is zij voort
gesproten uit den naijver der Sicilianen en Napolitanenwaarvan
vroeger reeds veelvuldige blijken gezien zijn.
JfVatifcvijit.
Parijs, den 20 April. Gisteren heeft het hof der pairs zich
tot de instructie dér aan hetzelve opgedragene regtszaak voorbe
reid, door vijf leden uit deszelfs midden te benoemen, die met
het verhooien der beklaagden en der getuigen belast zijnna het
welk het hof zich als raadkamer vestigen zal en uitspraak doen op
de ingewonnen bescheiden. Men spreekt er steeds van, dat het
hof naar Versailles zal worden verplaatstdaar het vervoeren der
beschuldigden naar klein Luxemburg de gewone zetelplaats der
pairs, dagelijks tot vele ongelegenheden aanleiding zou geven.
Ten gevolge van het in de laatste dagen plaats gehad hebbende
onderzoekis er nog een aantal personen in hechtenis genomen en
heeft men 150 vrouwspersonen uit de consiersgerie naar elders ge-
bragtom het groote getal gevangenen te kunnen opnemen. De
prefect van politie moet dringend hebben verzocht, met de be
handeling van het het regtsgeding spoed te makenopdat de
gevangenissen in de hoofdstaddie door het overgroot getal ge
vangenen worden overstelpteenigzins mogen worden ontlast
hetgeen allerwenschelijkt is voor de gezondheidsstaat der gevan
genen welke zich in eenen alles behalven goeden toestand moe
ten bevinden. Intusschen komen er thans uit de verklaringen
die door beschuldigden en getuigen worden afgelegdvele bij
zonderheden nopens de geheerscht hebbende onlusten aan het licht
welke aantoonen, dat de krijgsmagt op eene wreedaardige wijs
op sommige plaatsen is te werk gegaanen met zoo veel woede
de muiters is aangevallendat het haar ten slotte onbekend was
of zij vriend of vijand voor zich had. Zoo bevestigt het zich
dat zij in de straat Fransnonain veertien onschuldige personen
waaronder vrouwen en kinderen moordadig Van het leven heeft
beroofd. De broeder van zekeren kunstschilder Brejfortdie
een der slagtoffers van de woede der soldaten in dat huis ge
worden is, heeft, in eerien uitgebreideri brief, op het bekomen
van regt by den Koning aangedrongen Regtvaardigheidge-
heele regtvaardigheid;" roep hij daarin uit, vodr mijnen on-
gelukkigen broeder, voor veertien onverdedigbare vrouwen kin
deren, grijsaards, slagtoffers. even als hij. van de onbegrijpe-
lijkste maar misdadigste wreedheid; regt voor mijnen ongeluk»
kigen broederdie ter nedergeveld is door hendie hij verwachte
met opene armen had ontvangenen als zijne bevrijders beschouwde.
Dat de hoogstschuldigedie zoo vele misdaden bevalvoor zijne
regters verschijnedat zijne spitsbroeders het vonnis over hem
vellendit is mijn wenschen deze moet worden verhoord als
broeder, als franschman, heb ik een' heiligen pligt vervuld; het
staat aan U, Sire ook dien te vervullen welken het koningschap
u oplegt."
De heer Armand Marrastschrijver van het dagblad la Tri
buneis gisteren te Gray, op 8 uren afstands van Parijs, ten
huize van den heer Liauza in hechtenis genomen. De politie
agenten, die den heer Marrast gevat hebben zochten*eg-men
heer Liauza zekeren Marchaisgewezen secretaris van het ge
noodschap Help u zeiven: doch hebben hem niet gevonden. De
heer Marrast is beschuldigd van opruijing tot opstandwelke
gevolgen gehad heefteen misdaadwaarop bij het strafwetboek
de doodstraf is gesteld.
De heer Cavaignac heeft zich tot nog toe aan de naspeuringen
der politie weten te onttrekken. Hij bevond zich bij den heer
Guimardtóén men dézen in hechtenis kwam nemenen werd
niet herkend schoon hij in persoon de deur opende voor de po
litie agentendie zijnen vriend kwamen vatten, en die het tegent
hcmzelven uitgevaardigde bevel van in hechtenisneming bij zich
hadden.
Mén heeft heden veel gesproken van een artikel in het Jour
nal de Paris hetwelk geacht wordt de gevoelens van het Konink
lijk gezin uit te drukken, en eeriige woorden van verzoening tot
alle de partijen rigt. De zachte toon van dit artikel heeft algemeen
gënoegen gegeven.
,ij Aan de beurs van héden was een gerucht in omloop van beden
kelijke beroerten die in Engeland stonden uit te barsten. Die
gerucht was op Lortdensche brieven gegrond welke omstreeks
den middag dooreen voornaam bankiershuis met een buitengewonert
Courrier waren ontvangen
Uit den inhoud der onderscheidene dagbladen van Lyon
tot en met den 17 dezer blijkt, dat de rust niet verder is ge
stoord geworden. Een der papieren't welk onder den invloed
van het bewind wordt geschreven, meldt het navolgende:
De toestand dezer stad wordt meer en meer gerustellend.
Zij verliest gaande weg dat oorlogzuchtige voorkomen'tweik
zij gedurende de laatste gebeurtenissen had erlangd. De barri
caden welke het verkeer belemmerdenzijn reeds geheel ver
dwenen. Intusschen zijn de uitgangen der bruggen en der voor
naamste straten nog door talrijke posten bezet- Het plein Bel
lecour gelijkt nog een kamp. De soldaten bivakkeren op het
zelve rondom groote vuren. Men vindt er een park veld artille
rie, benevens twee 24 ponders en twee hauwitsers.
De straten en kaayeir, welke het tooneel zijn geweest varr
de jongste gevechten, worden druk bezocht door eene nieuws»
gierige menigte.
Van alle zijden rukken talrijke afdeelingen troepen aan. Men
verzekertdat binnen zeer korten tijd 40,000 man in en om
stad vereenigd zullen zijn."
Naar luid der republikeimche bladen zijn 'er, gedurende de
jen van het gevecht drie committé's vergaderd geweest; —2
namelijk dat van het republikeinsche genootschap van de region
van den Menschdat van de Carlisten en dat van de fa
briek arbeidersbekend onder den naam van mutuellisten. De
Carlisten en de werklieden schijnen weinig aandeel aan den snijd
te hebben genomen, en het aantal der republikeinen, die tot hot
laatste tóe de wapenen hebben gevoerd, wordt door deze bladen
niet hooger dan 600 geschat; - eene begrooting, die echter
tamelijk ongelooflijk voorkomt!, uit hoofde van den duur van den
tegenstand en de magtover welke het bewind konde beschik
ken. Van de zijde der republikeinen wordt verder beweerd,
dat het mislukken van den opstand, of liever van de uitbreiding
van denzelvenmoet worden toegeschreven aan de welberaamde
maatregelen der militaire magt, als welke dadelijk eene positie
leeft ingenomenwaardoor de gemeenschap der onderscheidene
twartieren werd verhinderd. Nog heeft men geene naauwkeuri-
ge opgaven van het aantal der gesneuvelden en gekwetsten't welk
naar het zich laat aanzienalleen van de zijde der troepen naauw-
keurig zal zijn. De republikeinen melden dat den 15, en
derhalve op den zevenden dagna het eerste gevechtnog in la
Croix Rousse geweerschoten zijn gelost, en wel van de zijde
vaneen klein aantal lieden, die zich niet schenen te willen over
geven. Zij roemende bezadigheid van den generaal Fleurydie
gelast was* om des noods de geheele voorstad van dien naam ia
de asch té leggen.
De 15 heeft de in Lyon bevel voerende generaal Aymard het na
volgende geschreven aan den te Moutbrison commanderenden be
velhebber: De opstand is in Lyon bedwongen. De opstan
delingen verstrooijen zich dienvolgens allerwege in de velden. Gy
zult erkennendat het belangrijk is de eigendommen der welge-
zinden tegen het geweld dezer boosdoeners te beschermen. Zon
der passen, en zonder punt van vereeniging, behooren deze lie*
den als nü door de politie te worden nagegaan en aangehouden.
De gensdarmerie moet hare waakzaamheid verdubbelen. De op
standelingen bezitten geene middelen van tegenstand. Het komt
er slechts op aan, om hem te vatten, ten einde hen buiten staat
te stellenom andermaal wanorde te stichtenals waarvan de