N°. 21. G0E.S8CHE G'ÖüftAfi r Vrijdag 14 Maart. 1834. - NIEUWSTIJDINGEN. zDuifscftfnub. 5fW I llnMtaub. Odessa den 14 Fehruarij. Het weder is hier wederom zach ter gewordenen het ijs op de reede begint te smeltenintusschen valt er nog steeds verbazend veel sneeuw. De stormen, die hier in de laatste Decemberdagen gewoed hebben, hebben eene sneeuwjagt veroorzaakt, waardoor eene groote menigte veehetwelk de Tartaren Uit den omtrek van Perekop op de landengte tusschen de Zwarte Zee en den Önieper gedreven hadden, is omgekomen, daar het uit angst naar den oever der zee liep en zich in de golven stortte. Men schat het verlies aan paarden runderen en schapen op eene som van 4 d 5 millioen. Berltjïj dén 7 Maart. Naar men zegt zal H. M. de Kei zerin van Rusland, in den loop van dit jaar, onze stad Bezoe ken, en vervolgens eene reis naar éerie niet ver afgelegene en bevriende residentie ondernemen. Frankfort den '8 Maart. In cenen brief uit Ween en van deh 27 February, leest Uien het volgende: Gisteren morgen hebben de Miriisters eene buitengewone con ferentie gehouden. Naar men wilzouden de zittingen nu spoe diger op elkander volgen daar 'de meeste voorbereidende werk zaamheden schijnen afgeloopcn te zijn. Is dit het geval, dan zul len de beraadslagingen niet lang meer duren, en derzei ver uit komst spoedig openbaar gemaakt worden. Een ieder is hier van de noodzakelijkheid overtuigd dat er tot welzijn ert deninwen- digen vie de van Duitschland, krachtdadige maatregelen moeten genomep worderi;; de gebeurtenissen in Zwitserland bewijzen ove rigens al te zeer de voornemens der partijzucheigen. Uit het Óósten zijn er geehe belangrijke tijdingen. De brie ven uit Kpnstaricinopeldie tot den 4 Idopenbehelzen niets van gewigt. Men meldt, dat de Porre zich nog immer met het ont werp tot eene leening bezig houdt,; hoever dezelve echter geluk ken zal wórdt niet gezegd. Men beweertdat, wanneer al ëene leening tot 'stand mogt komen, dezelve echter niet meer dan 30 mlUioeh frayl/en zou bedragen. Het jongste met den Keizer van Rusland gesloten verdrag had eenen zeer gunstigen indruk te Kon- stgntinopel gemaakt, en den Sultan en den Divan op nieuw over tuigd van de regtschapene inzigten des voornoemden Keizers. Men verwachte eerlang dep Turkschen gezant uit Petersburg terug, wdnrieer de gangelegènheden der Vorstendommen bepaaldelijk zou dép ger. geld worden. Leipziger Zeiiung meldt uit Murichen dat het bérigt, dat namelijk een voormalig krijgsmanverdacht vati den moord van Ka sper Hauserin hechtenis zoude zijn genomenZich schijnt te feevéstigen. De aangifte, zégt men, is door ecné "vrouw uit Keulen gedaan, die evenwel de uitgeloofde belooning moet van de hand gbwezen hebben. (ênyzlmb* LóNbEN, den 7 MaartDen 4 dezer is luidens 'de Globe, ill déze Hoofdstad, in Bisnojaégate-street, een schoerimaker over leden i met name Fiddleswelke sedert lang onder den naam van den rijkfeH en geldleenenden schoenmaker bekend was, en die ofschoon geene goederen van eenig groot aanbelang behuwd hebbende? döór voOftdurepde werkzaamheid, onafgebroken vlijt, matigheid en spaarzaamheidwelke laatste deugden door hem nu cn dan echter wel eens zeer overdreven zijn geworden, aan zij ne Weduwe het aanziehlijke kapitaal ifèn ruim een milioen p. st. hgéft nagelaten. Deze man, wiens gewone jaarlyksche huisse- lijke uitgaven de som van 50 p, st. of .ongeveer 6,00 gulden niet te bo^è'n gingen, was thatfs; behalve dat hij nog immer zijn be roep uitoefehdei tevens in de Oost-Indische compagnie enz. voor een aanmerkelijk bedrag geinteresseerd. Lord Althorp heeft in de zitting van den 6, het aange kondigd ontwerp van wet aangeboden tot afschaffing van de be lastihg Óp de huizen. De eerste lezing van dit ontwerp werd dadelijk bevolen dé tweede zal aanstaande Maandag plaats heb ben. Lord Althorp zeide bij, die gelegenheiddat., door dien maatregel, de ppenbarè lasten mét zouden verminderd worden. 1 70,000 ponden sterling. J?arijs den 9 Maart. Een der ParijSsche ministeriele bladen behelst ter gelegenheid der jongste beraadslagingen in de kamer van afgevaardigden het volgende: Men heefc in de kamer veel gesproken van pèrsohendié-bij den jongsten volksoploop voordood op de straat zijn blijven lie gen. Gelukkig echter wordt al wat mén 'deswege verhaaltof schoon door burgers, die blijkbaar ter goeder trouw 'warény:Éèb stelligste bevestigddoor officiële narïgteh tegengesproken'. Hét volgende feit waarvan wij reeds vroeger melding hebbeh gemaakt is weliigt zeer geschikt, om aari hen, wie het om waarheid te W '«-» 'L l I s /y» doen is, in déze onzekerheid eenig licht te verschaffen; Bij den dreigenden volksoploop, die dép 2,2 December r 8|Ö ter gelegenheid van het règtsgedihg tégen de geweZen ministers van Karei X plaats had, werd een volkshoop door de nationale garde uiteen gedrevenen vérspreidén de daartoe behoörende per sonen zich qaar verschillende kanten. Te midden van dc daar door veroorzaakte verwarring, vaft een man op den grond; da delijk is hij door één 'aantal personen omrjngd die met klacht het-geschreeuw van „."Wraak'! TeVVapén! Men heeft een Bur ger vermoord!" aanheffen./Dé gevallene wórdt dooi'twèe stérke personen opgenomen, die hem op'hunne schóuders willeb wbg dragen. Een in den omtrek gezéten burgerdie alles bijgewoond had, doch bij wien eenige twijfelingen waren opgekomen komt nader bij en zegt tegen de dragersMisschién is deze onge lukkige niet dood, en kan men hem nog eenige hulp verschaf? fen." Hij biedt tevens zijn huis aan, om daar naar den toestand des schandelijk vermoorden burgers onderzoek te doen. Gedu rende deze zamenspraak komt de nationale garde met kracht sari- rukken; de beide dragers ontvlugten nadat zij den voorgewen den doode hebbe laten vallen; dézé komt op zijne beeneriteregc en zegt tot den burger, die zich zijn lot had aangetrokken: Ik ben een eerlijk man, mijnheer; hier zijn mijne papierehi" Onder de bewoners der stratendie het naast aan het pfein dér g r»1 r t Beurs grenzen, worden intusschen thans verzoekschriften tegen da ware of vermeende buitensporigheden der Politie geceekend. De jaarlyksche tentoonstelling van schilderijen eri kutïst* voorbrengselen te Parijs is thans weder geopend. De catalogus heefc 2,314 nummers, dat is '1004 minder dan in 18,33 een ^er* schilhetgeen aan de meerdere: gestrengheid der commissie y&ti dp jaar wordt toegeschreven. Dé thans ten toon gestelde voor werpen bestaan in 1956 schilderijen of teekeningen, 188 vóór- werpen der beeldhouwkunst17 bouwkundige teekeningén êri plah-, nen82 op koper gegraveerde of in het hout gesnedené platen en 71 steendruk-platen. ^lcbcrf.i«bctJ- 'r 'sGravenha ge, den 8 Maart. Gisteren is voor het hof vati assises alhier de openbare régcspleging begonnen in de zaak van Constant Polari zich ook genoemd hebbende Carrarageboor-: tig uit het zwitsersch kanton Tessin, beschuldigd van in 182 9 dro bekenden diefstal van juvveelen en kostbaarheden in het paleis varjj HH. KK. HH. den prins en de prinses van Oranje te Brussel gepleegd te hebben. - .2 ;J ,w Naar aanleiding van den hoofdzakelijken inhoud der acte vati beschuldiging, is Polari beschuldigd van .diefstal bij nacht door middel van overklimmingalsmede uitwendige en inwen dige braakin een bewoond huis te hebben gepleegd. Na het voorlezen der acte vati beschuldiging zijn de -debatten geopend. Als getuigen zijn gehoord de heer deKnyffvoor malig directeur der politie te Brussel.; de heer Schultzsecre taris van H. K.H. de prinses, en Natalie Tschernicheff", voor-; maals kamenier van H. K. H De laatstgemelde getuige was eersc den vorigen avond uit Petersburg aangekomen; Volgens da getuigenis van den heer „de Knijf had men bij het paleis voet stappen van meer dan een persoon gevondendoch de beschyj:^ digde heefc stellig ontkenddat hij medepligcigen had. Dé verklaringen der beide laatstgenoemde getuigen betreffen voorna melijk de herkenning der wedergevondene kostbaarheden. Voor hét overige komen de drie getuigen onderling volkomen overeen omtrent de bevinding der braak in den morgen na den gepleeg- den diefstal. De bij de debatten afgelegde verklaringen van den beschuldig de hebben geen nader licht over de zaak verspreid. De toedragt der zatik aan het Hof verhalende heefc hij gezegd, dat hij door het zien van voorwerpen die naar goud geleken en door hem in het voorbijgaan van het paleis waren opgemerkttot den dief stal was uitgelokt. Zijne geheele rede droeg het kenmerk van verbittering over zijne uitlevering en van verontwaardiging over het verraad door Blanche gepleegdveeleer dan dat dezelve mid delen tot verdediging of verontschuldiging, ofjzelfs beloofde inlichtingen bevatte. De advocaat-generaal Junius van Hemert heefc de aanklagt ontwikkeld, en gereqnireerddat de beschuldigde zoude wor- J/1? f?

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1834 | | pagina 1