N°. 13. 60ESSGHE G ölÜ N Vrijdag ■m 'fisyss m is 'Ü-S 14 Februarij 1834. J&. ■■-. vvatr* /*\v Mi hi' #w. Jag. '-'s v./ ,4/té Ra/ - -Vy- - ?&Tj tesgilf1 JW&1 MiC/ fitstttvett t« !3ibmii(i5^«iUtt. }«pppiry PUBLICATIE BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GQES en fessorte van dienbrengen ter kennis van de daarbij belang hebbenden, dat de beschrijving voor de Stedelijke Belasting op de Hondenvoor het loopende jaar 1834 afgeioopen, en dien conform het Kohier opgemaakt is, en hetzelve, ter voldoening aan het bepaalde bij Artikel tweevan het Reglementdoor den Raad dezer stad vastgesteld den 9 April 1830, en goedge keurd bij koninklijk besluit van den 5 Augustus daaraanvolgende N.o 11, van Maandag den 10 dezer en gedurende veertien da gen in den voormiddag, ter Stads Griffie ter visie zal liggen, ten einde een ieder belastingschuldige in de gelegenheid testel len, om zijne reclames gedurende deze 14 dagen, aan den See- delijken Raad intedienen wordende een ieder, die hij de beschrijving mogt zijn overgeslagen aangemaandom zich dien tijd ten nutte te maken tot het doen van zijne aangifte ten Kantore van den Ontvanger der Stedelijke Belastingen, 200 en gelijk in meergemeld Art. a, van het Reglement is voorgeschre ven^ Terwijl de Ingezetenen ter dezer gelegenheid worden her innerd aan de bepaling van Art. 5de? meergewaagden Re - glements: dat die gene welke na den afloop der beschryving, een of meer Honden zal willen houdenboven die waarvoor hij beschreven is, daarvan insgelijks schriftelijk aangifte zal moeten doen, ten kantore van voornoemden Ontvanger. En ten einde een ieder hiervan kennis drage zal deze worden geaffigeerd en geplaatst in dezer Stads-Courant. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 8 Februarij 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. H. VERSCHOORvan NisseVt Ter ordonnantie van dezelve, De Stads-Secretaris L. de FOUW, Jz, PUBLICATIE BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GOES en ressorte van dienherinneren bij dezede Ingezetenen dezer Stad en Gemeente, aan de bepalingen van de wet van den 16 Ventose 4 jaarbetrekkelijk de zuivering der BoomenStruiken en Hagen, van Rupsenesten, Ringen en Netten, welke voor deze Provincie verpligtend is gemaakt, bij het Decreet van den 8 November r8io, en nader gepubliceerd bij Publicatie van Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro vincie, van den 26 Januarij 1826, en manen dezelven, ter be vordering van hun eigen belangen dat van hunne naburendrin gend aan, om binnen den bij de wet bepaalden tijd, hunne in eigendom of gebruik toebehoorende BoomenStruiken en Hagen, van de' daarin aanwezige Rupsènesten te zuiverente einde niet té vervallen in de kosten én Straffen daarop gesteld: als zullende aanvankelijk regen den 8 Maart eerstkomende en voorts van 14 tot 14 dagen, zoo lang net saisoen het nemen van maatregelen tót wering van Rupsen zal toelaten, daarop naauwkeurige schou wingen gehóudenen tegen de nalatigen Proces Verbaal opge maakt worden volgens de wet. Gedaan teti Stadhuize van Goes, den 8 Februarij 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. H. VERSCHOOR, van NisseVt. Mij Bekend, De Stads-Secretaris, L. de FOUW, Jz. NIEUWSTIJDINGEN. r 23uitöchlnub. Frankfort, den 8 Februarij. Volgens berigcen uit Mun chen van den 30 Januarijwas de courierwissel tusschen Weenen en de hoofdstad van Beijeren, vooral sederc de opening van het ministeriele congresbijzonder levendigten gevolge van de last brieven die telkens worden opgemaakt, veranderingen onder gaan en aan den Beijerschen gezant te Weenen worden toegezon dep. Daardoor heerscht er bij voortduring eene groote werk zaamheid aan het ministerie. Met de diepste geheimhouding worden te Weenen de onderhandelingen gevoerd. Het door de dagbladen medegedeelde, betrekkelijk de onderwerpen der han delingen te Weenen berust derhalve slechts op vooronderstel lingen. Zonderling is hetdat men in verscheidene streken op het platte land van Beijeren de ingezetenen heeft diets gemaakt dat bij een besluit der Duitsche, thans tè Weenen vereenigde ministers, de staatsregelingen der Duitsche Staten zouden wór den vernietigd. Die geruchten, te eenenrrialevan alle waarheid ontbloot, hebben intusschen gestrektom de algemeenegehecht* heid voor de vertegenwoordigende regeringsvormen te leereti kennen. Nog altijd vreezen vele beschroomde Liedendat de magc dér Stenden door het Weener Congres eenigzins zal worden ge fnuikt, maar die vrees wordt geenszins door degenen, die be ter onderrigt zijngedeeld. Naar men verzekert zal in den loop der maand Maart, nadat het Congres zal zijn geëindigd, en zelfs nog voor Paschen de vergadering der Beijersche Stenderi geopend worden, Geene nieuwe verkiezingen wórden er dit jaar voor die Stenden vereischt. Deze zitting schijnt onder betere voorteekenen en onder gunstiger omstandighedendan dein 1831 gehoudene, te zullen plaats-hebben. Toen immers oefende .de gisting van het oogenblik een' ongunsrigen invloed op de hande lingen der Stenden uit. Dertig ontwerpen zullen aan dezelve wor den aangeboden, waarvan het méerendeel de handelsbelangen, de nijverheid en den landbouw zal betreffen. Ook het openbaar onderwijs zal een punt der beraadslagingen uitmaken. - De zittingen van den Zweedschen Rijksdag zijn den 31 Januarij jl. geopend geworden met eene Koninklijke aanspraak, welke door den Kroonprins werd voorgelezenen waarin mende volgende zinsneden opmerkt: Sedert uwe laatste bijeenkomst is Europa door zware staat kundige schokken beroerd geworden. De Voorzienigheid heeft in de beide vereenigde Koningrijken de rust bewaard doen blij ven onder de bescherming der ^wertenwaardoor de algemeene orde en het regt gewaarborgd zijn De voorzigtigheid der re genten heeft tot nog toe verscheidene gevreesde losbarstingen ver hoed en menschenbloed gespaard. Laat ons hopen, dat een on gestoorde vrede de belangen der volken meer en meer aan el kander zal verbinden; dezelve levert voor alle werkingsvermo*- gen te veel ontwikkeling op, dan dat men denzei ven op het spel zoude zetten, en het regt der menschheid vordert overeenstem ming en vereeniging van inzigten en denkwijze. Eenige provinciën, voornamelijk de noordelijkehebben door misgewas geleden, Het Zweedsche volk heeft reeds een trap van algemeene be schaving bereiktwaarin het door weinige natiën overrroffen wordt. De voordeelen dezer beschaving zijn over alle standen der maat schappij verspreid De Zweedsche vrijheid is even zoo overoud als de Koningstroon Onze roemrijke herinneringen klimmen op tot in den nacht van den voortijd. Maar deze roem, de steunt der vrijheidkan niet zonder zelfstandigheid behouden worden deze laatste staac wederom in verband met de aanwending der magc, welke de onafhankelijkheid doet eerbiedigen. De ondervinding van alle tijden leert, dat ook die volken9 welke het meest aan den oorlog gewoon zijn, door de inspanning ten oorlog vermoeid worden. Maar staten, welke de kracht der wapenen gevestigd heeft, kunnen niet bestaan, indien dèrzelver inwoners, aan hunnen oorsprong gedachtig, niet steeds bereid zijnom weder de wapenen op te vatten. Óns legerhetwelk van het volk uitgaaten met de vijf klassen der weerbare magt over de 100,000 man bedraagtkan niets anders dan vertrouwen inboezemenwant hetzelve leeft onder zijne medeburgers. Deze laatsten steunen zoo wel op de denkwijze des legers., als op des- zelfs bewustheid van zijne belangen Twee dagen te voren hadden bezendingen uit de Ryks Sten oën zich met veel plegrigheid by den Koning vervoegd, omden- Zelven met het volbrengen van zijn zeventigste levensjaar geluk te wenschen. In de Maintzer Zeitung van den 4 dezer wordt gemeld* dat In voorlaacsten nacht men daar zeer verontrust was gewór den door brandgevaar terwijl namelijk, naauwelyks in die stad èen uitbrekende brand nog gélukkig in de beginselengedempt wasbarssten in het tegenover liggende Kasseide verwoestende vlammerf uit, en verslonden verscheidene kleine buizen en schu ren en nog iets later brandde in het nabij gelegene Kostheim eene herberg af, en zag men ook in Bischofsheim brand, waarvan echter de gevolgen onbekend zijn. Gemeld blad, onbeslist la tende, in hoe verre moedwil of verzuim aan die branden schuld heeft, meenr het echter daarvoor te moeten houden, dat dé rriéX nigvuldige assurantie-maatschappijenen het veelvuldig gebruik om de gebouwen binnen, en het mobilair buiten 'slands te verzekeren, voor het minst aanleiding geven tot minder voor* zorgen tegen het onstaan van branden tot minder ijver hi het blusschen van denzelven. In onze naburige Beijersche Rijn provincie voegt er de Maintzer Zeitung bijis bet erger dan hier ^gesteldin dezelve verwonen zich op eene waarlijk ver--

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1834 | | pagina 1