c GOESSCHE 3ft i? N°. 1. Vrijdag \:-m$tfC.*T 3 Januari] 1834. NIEUWSTIJDINGEN. Z&uitscklmb» Berlijn, den 25 December In brieven uit Petersburg, tot den 14 dezer, leest men het volgende: „De gevolgen van het in den vorigen zomer plaats gehad heb bende bi/na volslagen misgewas in den geheelen Keizerlijken Staat, doch voornamelijk in de zuidelijke provinciënvangen ook aan zich in onze hoofdstad te doen gevoelen. Door den 'bij de bak kers gedurig verminderenden voorraad aan granen, begint het brood eoe langer hoe meer in prijs te stijgen. Met brood worden ook andere artikelen, waaronder hetrundvleesch, duurder. Onze, aan alle volksrampen zoo vaderlijk deelnemende, regering heeft reeds bij den aanvang van dat ongeluk de doelmatigste behoed middelen tegen hetzelve Ogenomen reeds dezen zomer heeft de zelve eene groote hoeveelheid roggemeel ingeslagendat nu voor den inkoopsprijs verkocht wordtintusscben kan men echter bij die weldadige maatregelen het bedrog van velendie tot nadeel der armoede, eigen voordeel en winzucht te baat nemen, niet altijd te keer gaan. „Uit Wolotschinskin de provincie Volhynien wordt, van den 12 November gemelddat de vrijheid van tolregr op de granen sldaar eenen zeer gunstigen invloed heeft, en dat het er, door de aankomst van kooplieden uit ver afgelegene streken van Rus land, bijzonder uit de provincie Siobodsko Ukrainskzeer leven dig geworden is Daar men reeds vooruitzag, dat de oogst niet zoo goed als anders zou uitvallen en men van den nood in het zuiden des rïiks gehoord had, zoo had men reeds in het begin van het voorjaar van de grondbezitters in Gallicie graan inge slagen, en nog vergaat er zelden een dag, of er komen uit dat land nieuwe transportenwelke alsdan verder naar het binnenste des Rijks verzonden worden. Ofschoon de Galliciers den prijs der granen, bijzonder der rogge, verhoogd hebben, zoo is de zelve echter niet overdreven hoog. Frankfort dan 26 December. Van de Pruissische gren zen den 17 DecemberDe tijding, dat het Engelsehe eska der uit de Middellandsche Zee versterkt word, heelt, zoo als men verneemt, te Berlyn veel opziens gebaard. Men kan zich aldaar niet verklaren wat het Engelsehe ministerie heeft kunnen bewegenin den tegenwoordigen tijdeenen zoo aanvallenden maatregel te nemen, op een oogenblik, dat de staatkundige ge- zigteinder zich begint op te klaren, en men eene toenadering tüs- schen de groote kabinetten hoopt. Volgens de uitdrukkingen van de Engelsehe ministeriele bladen, is 'thee Russisch - Turksch traktaathetwelk de groote uitgaven veroorzaaktdie met de uitrusting van deze oorlogsschepen verbonden zijn. Dit mag men echter de openbare geldmiddelen van Groot Brittanje ten onnut besteden noemen, daar de uitrusting van eenige linieschepen of te veel of te weinig isom de herroeping van dat" traktaat door stoutheid te willen verkrijgen of af te dwingen. In het eerste geval, moet het Engelsehe ministerie eene zeer slechten dunk van het Russische kabinet en geen begrip van het karakter der Porte .hebbenwanneer hetzelve denktdat de afzending eener vloot en de verschijning daarvan voor de Dardanellen genoeg zijn, om het tot deszelfs doel te leiden. In bet tweede geval schijnen zij niet op te merkendat hier het algemeene vraagstuk van oorlog of vrede op den voorgrond staathetwelk men toch niet zonder rijp overleg in de waagschaal stellen zaf, opdat ^cene bijna af te meten verantwoordelijkheid denzelven creffe, dié het ligtvaardig in gevaar gebragt heeft. Welke ook immer de be doelingen van het Engelsehe ministerie, ten opzigte van het Russische kabinet, mogen zijn, zoo zal het echter aan het laatst; genoemde kabinet het regt doen wedervarendat het steédseen ernstige én waardige houding wist te bewarendat het onder de moeyelijkste omstandigheden niet terug diensdeen dat Europa vroeger de afschudding van het ijzeren juk der fransche gewel denarij aan deszelfs heldhaftige standvastigheid te danken had Ook zal Engeland moeren toegeven, dat, hoe het aanzien en de magt der Ottomanische Porte ook mogen gezonken zijn, zij een zeker gevoel van eigenwaarde behouden heeft, hetwelk welligt niet al tijd genoeg is opgemerkt, doch echter te duidelijk besraatdan dat men zich wegens hare groote bereidwilligheidom aan be dreigingen toe te geven herschenschimmen zou makenbijzon der wanneer men in Konstantinopel op Russisschen bijstand bou wen kan. In zoo verre nukan eene bloot op schrik gegron de vertooning, verlorene moeite geacht en overstandig genöemd worden. Wil men nogtans verder gaanen zich niet tot, drei gen bepalen, dan is her niet te voorzienwaartoe zulks leiden kan. In den tegenwoordigen toestand van Europaen naar de verplig- tingen te ouuteeieu, welke, zoo het schijnt, de drie Noordsche Mogendheden in den laatstèn tijd naauwer aan elkander verbon den hebben, ié hei duidelijk, dat geen partiële aanval tegeneen der Verbondenen plaats hebben kanzonder de gezamemlijke coalitie te zien optreden. Men mag bét alzoo dé Noordsche Mogendhedén uittarten noemen, wanneer men tegen Rusland vijarf-, dig zon willen handelen, nadat, op het voorbeeld van Frankrijk eri Engeland dié zich bij de Hollandsch-Belgische strijdzaak ver een igden de drie noordsche mogendheden het noodwendig ge acht hebben, van hunne zijde een tegenwigr te stellenen zich op het naauwste te verbinden. Zoodanig eene onderneming zoti alzoo met groote gevarennamelijk voor Engelandgepaard gaan, vermits, behalve het wisselvallige van den oorlog, deszelfs han del in de eerste plaats gröot nadeel lijden zou. Het continentaal stelsel heeft bewezenwaartoe Engeland gebragt kan worden wanneer men de verpligtingen streng en naauwgezet vervult' Wat Napoleonbij den algemeenen afkeer der overige regeringen te- het verbodstelsel op het vaste land te weeg bragt, welk eenen nadeeligen invloed de Engelsehe handelsgeest en schatkist van dat Rijk daarvan ondervonden, is wereldkundig. Met hoe minder moeice zouden de| mogendheden van het vaste land dan niet een stelsel kunnen invoerendat uit hen zelve voortspruit en dat bij den voórtdurenden wensch der meeste Duitsche Staten om zich van den overwegenden handelsinvloed van Engeland te bevrijden, ligt bewerkstelligd zou kunnen worden. Hoe groot ook de toe- génegenheid moge zijn van het Fransche ministerie voor het En gelsehe, zoo zal hier de overeenstemming niet voldoende zijn, en Frankrijk geene schadeloosstelling aan Engeland verleenen kun nen voor het verlies van de Duitsche, Russische, Turksche en Italiaansche handelsbetrekkingen, Veeleer zal men in Frankrijk daarvan voordeel trachten te trekken, en. zoo mogelijk, zich zoeken ten nutte te maken de schadewelke door Engeland ge leden wordt. Wij gelooven alzoo, dat bet voor het Engelsehe ministerie een gewetenszaak isin de Oostersche aangelegenhe den met groote omzRtigheid te werk te gaan, en deszelfs ver antwóórdelijkheid, ten opzigte van het land, waarvan hetzelve het bestuur in handen heeft, naauwkeurig te overwegen." Volgens tijdingen uit Rome van den 13 dezer Wordt be vestigd, dat Frankrijk zijne bemiddeling aangeboden heeft inde geschillen tusschen dert Paus en D. Pedro. Het hof van Rome zou die echter geweigerd hebben'en tevens blijkt "hetdat deze bemiddeling door D Pedro niet verlangd wordtdaar hij zich anders geene moeite zou gevén om steeds zulke maatregelen ir* Portugal te nemen, wélke tot niets kunnen strekken dan om de» Heiligen Stoel nog meer te verbitteren. Uit Koburg wordt het zonderlinge berigt medegedeelddac aldaar met den aanvang des nieuwen jaars eene uitsluitend voor vrouwen bestemde Courant zal worden uitgegeven, hoedanig blad tot dus verre in Duitschiand niet bestonden hetwelk geheel door vrouwen zal worden geredigeerd. Staatkunde zal echter geen on derwerp van hetzelve uitmaken. (frtïgelanb. Londen, den 28 DecemberDe Times deelt eenen brief uit Smirna. van den 18 November medewaarin men het vol gende leest: De in Turkye verspreide geruchtenbetrekkelijk de aanstaan-' de versterking der Britscfie en Fransche vloten in den Archipel, hebben, zóówel hier als te Konstantinopel,. aanleidigtot veler lei gissingen gegeven. Terwijl wij beangstigd waren, de onaf hankelijkheid van dit land door de kuiperijen van Rusland en Oostenrijk bedreigd te zien, eri ons verheugden, dat het be langrijk oogertblik daar was, dat de regeringen van Frankrijk eti Groot-Brittanje openlijk toonden dat zij de vermeerdering der magt van hunne groote mededingers niet zouden gedoogen, schreeuwden de aanhangers van Rusland het als een wonder uit en protesteerden tegen deze wapeningenals den vrede der gan- sche wereld in de waagschaal stellende Hoe meer men den staat van Turkye beschouwt, en den voortgang van Rusland met betrekking tot hetzelve nagaatdes te meer zal men overtuigd zijn dat er geen tijd te verliezen is bijzonder, daar de Sultan uit vrees voör Méhemed Alizich zei ven en zijnen invloed in de armen van Czaar geworpen heeften bij den dood Van eerst- genoemden het rijk eene prooi van den Noordschen roofvogel worden zal. „De grootste toebereidselen zijn onlangs, onder het opzigt van eenige Russische ingenieurs, door de Turken gemaakt tot versterking van de Dardanellen., en alle forten langs deze straat zijn in dep besterf staat van verdediging, als of nien bevreesd ware voor eenen aanval der vereenigde vlotenten einde zich

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1834 | | pagina 1