v INSCHRIJVING VOOR DE LEVERANTIE VAN AARDAPPELEN, de beste wijze van hare plaatsing proeven doen nemen. Ten ge volge daarvan is de keus op het boven vermelde plein gevallen. Parijs, den 22 September. Men wil, dat er twist ontstaan is tusschen den minister van oorlog, die meerder geldelijke toe lagen voor zijn departement vraagt, enden minister van financiën welke uit hoofde van noodzakelijke bezuiniging daarin niet wil toestemmen. Men verzekert ook, dat de heer Human eerder zijn ontslag zal nemen, dan aan de kamers eene begrooting voor te leggendie een te kort zon opleveren. In een ministerieel blad vindt men een betoog van de nood zakelijkheidom tot geene vermindering van de thans bestaande lcrygsmagt over te gaandaar het ook aan het ontwikkelen van die magt te danken is, dat de vrede te midden van zoo vele ge beurtenissen, die aanleiding tot oorlog hadden kunnen geven, be waard is gebleven. Het in stand houden van de legérs op den tegenWóordigen voet is zeker kostbaardochzoo zege de schrij Ver vSt> het bedoeld artikelde oude vlag van Frankrijks over winningen is bij de omwenteling niet weder opgevat, om door onvoltallige regementen gedragen te wordennog van ontman telde vestingen te waaijem De gelden van den Staac moeten zai- niglijk gebruikt worden; doch noch binnen noch buiten 'slatfds is het tijd bezuinigingen op de bronnen zelve van Frankrijks magt toe te passen. Men zegt, dat er met de telegraaf orders naar Toulon gezon den zijnom alle de schepen welke in het dok liggeni» zee te brengen, en dat er een expeditie uitgerust wordt; doch wer- Waarts deze bestemd zal zijnzegt men niet. NEDERLANDEN. 's Gr'avenhage den 22 September. Naar men verneemt, is dezer dagen bepaald geworden, dat aan de militiens van |i826, 1827 en 1828, des begeerende, door de militaire overheid ver lof zal worden verleend, om huwelijken aan te gaan; dat de in'ilitiens, met onbepaald verlof afwezig des begeerende naar hunne corpsen zullen kunnen terugkeerendat de met Onbe paald verlof afwezige leden der schutterijvrijwilligers en mili tiens, welke tijdens hunne inlijving hun beroep maakten van de zeevaart en de visscherijen welke bewijzen kunnen dit beroep thans weder te kunnen uitoefenen, buiten 's rijks schepen, doch onder Nederlandsche uitrusting, daartoe het noodige verlof zul len kunnen erlangen dat de schutterswelke zich verbonden hebben om gedurende de tegenwoordige omstandigheden bij Z. M. zeemagt te dienen, des begeerende, onbepaald verlof kunnen erlangen, onder voorwaarde, van op de eerste oproe ping weder op te komendat de militiens bij de marine in dienst, welverlof zullen kunnen erlangen, om naar hunne haard steden terug te keerenonder voorwaarde van op de eerste Op roeping weder op te komenmaar geen verlofom ter koop vaardij te varen; dat aan de vrijwilligers bij de marine geen onbepaald verlof zal worden verleend. Gisteren is alhier de tentoonstellng van schilderijen en ver dere kunstwerken van levende meesters geopendin de nieuwe daartoe ingerigte zaal: in het St. Nicolaas Gasthuis. Deze ten toonstelling, welke door een schoon licht zeer begunstigd wordt is rijk aan fraaije stukkenen beantwoordt ten volle aan de ver wachting. Men vindt er uitmuntende schilderijen van de meeste ónzer voornaamste kunstenarenals ook eenige zeer fraaije mar meren beelden en afgietsels van onderscheidene Nederlandsche beeldhouwers. De toegang tot deze tentoonstelling is voor een ieder gratis bepaald op Dingsdag en Vrijdag, van 'elke week, van des morgens ten 10 tot des namiddags ten 3 ure, en voorts dés Maandags, Woensdags, Donderdags en Zaturdags van 10 tot 4 urenuts voorzien zijnde van een toegangbiljetvoor ieder persoon bij den ingang te bekomentegen betaling van 25 cents. Gedurende het verblijf van Vorst Leopold te Luikis hem uit naam der stedelijke regering een vertoog overhandigd., waarin de tegenwoordige bezwaren der ingezetenen Worden opgeteld. Dit stuk, hetwelk geen gunstig denkbeeld geeft van de vermeer dering der algemeene welvaart onder de Luikenaars sedert den Belgischen opstand, begint, na eene korte voorafspraak aldus: Indien men de zedelijke belangen van ons land en deszelfs behoefte ean onafhankelijkheid en vrijheid ter zij ;e steltdan valt liet nlëi te ontkennen dat het nijvere Belgïehetwelk zoo veel voortbrengtdoor het ophouden van deszelfs betrekkingen met het rijke Holland, dat die voortbrengselen behoeft, eenen, voor deszelfs materiele belangen zeer schadelijken schok geleden heeft,. Die hevige en onverwachte schorsing in zulke belang rijke betrekkingen heeft het bestaan van vele fabriikenop het oogënblikdat zij eene hoogere vlugt begouncn te nemenin de waagschaal gesteld. Zij heeft diepe sporen achtergelaten die slechts door den tijd en door het verdwijnen van alle ongerust- beid omtrent de toekomst kunnen worden uitgewischt Het be vestigen van ons staatkundig bestaan en het herstel onzer handels betrekkingen met den buitenlander is dus voor ons eene eerste behoefte. Wij twijfelen niet aan de volstandige pogingen Uwer Majesteit, om dat doel te bereiken, en de hinderpalen te boven tè komen die de buitenlandsche staatkunde daaraan in den weg legt De herstelling der vaart op de Maas isten gevolge de on redelijke uitlegging, die Holland aan de overeenkomst van den 21 Mei geeft, van geene beteekenis. Zij heeft geert gévolg $é- 'had, dan het gemakkelijker maken van onze betrekkingen met Limburg en den uitvoer van een klein gedeelte onzer voortbreng selen naar de Pruissische Ryngewësténmaar dit i's ook alles dat wij daarbij gewonnen hebben. Het is ons dan ook vrij on verschillig, of onze voortbrengselen, al dan vrijelijk langs die rivier kunnen worden afgevoerdindien dezelve aan de grenzen door de staatkunde der Hollanders worden afgewezen, Men heeft ongelijk gehadtoen men vrije vaart op de Blaas als een hóogsthelangrijk vraakstuk voorsteldedat hoogstbelangrijk vraagstuk is in de toelating onzer voortbrengselenin Hol!and gelegenen kan dus alleen door een verdrag van koophandel worden opgelost. „Uit dezen staat van zaken vloeit voort, dat onze kolen-cu ijzermijnenalsmede onze talrijke ijzersmelterijen en -smederijen zich in eenen lijdenden toestand bevinden Waarin ook de schui- tenveedersdie de bedoelde voortbrengselen moeten vervoeren niet weinig deelen. Het is waardat sedert den vrijen doortogt door Blaas- trichtuit de kolenmijnendie het naast aan de rivier gelegen zijn, zekere hoeveelheid steenkolen is afgezetmaar het laat zich moeijelijk denken dat die verzending zal voortduren en de noo dige levendigheid aan dien zoo belangrijken tak onzer nijverheid bijzetten zal. Wij moeten uwe aandacht inroepen op de te nemen maat regelen, opdat eindelijk onze schuitenvoerders te hulp gekomen worden. De M'aasschippers zullen zich met dit doel regtstreeks aan Uwe Majesteit wenden. Zij vragen iri hun verzoekschrift van het bestuur eene werkzame en krachtdadige bescherming. Die bescherming zou ook bestaan in de afschaffing der tolgelden op de Maas en in die van het patentregt zij herekenen dat door die afschaffing de prijs, waarvoor onze steenkolen aan de Hol- landsche grenzen kunnen geleverd wordenaanmerkelijk zou ver minderen en bouwendaarop vele gunstige verwachtingen, Zij toonen aandat de door hen gevraagde afschaffing eene gunst zou zijnwaarvan niet zij alleen,de voordeelen zouden trekken Zij beschouwen die integendeel en te regt, als eene aanmoediging der nijverheid van de bewoners der Maasoevers. Wij gelooven, dat de goede en billijke regentenverpligt te zijnom hun ver zoek met warmte te ondersteunen. Dat de regering zich tijde lijk met het onderhoud van de oevers der rivier belasteen de schuitenvoerders zullen eindelijk, na diie jaren iijdens, eenige verligting in hunne rampen gevoelen." De stedelijke regering dringt verder in dit vertoog met kracht aanop de uitvoering van het ontwerp tot het aanleggen van eenen ijzeren weg zij beklaagt zich over den onwil der belgische mi nisters om de boorden van de Ourthedie zich bij Luik in de Maas werpt en van tijd tot tijd verwoestingen aanrigt, te onder houden, zij verzoekt met aandrang, dat Luik toch de vernede- ring niet moge ondergaan van zijne hoogeschool te verliezen 1 en vraagt tenslotte, dat uit 's lands kas aan de stad Luik de aan zienlijks sommen mogen worden téruggedrevendie zij in r8,20 ter bevordering van den opstand heeft voorgeschotenalsmede c(ie, welke zij, ten gevolge eener regterlijke uitspraak, aan de slagtoffers der plunderingen van 1831 moet uitbetalenzijnde zij genoodzaakt geweestom ter voorziening in deze laatste behoef te, eene nieuwe geldlcening te sluiten. De teruggave der som men, aan de slagtoffers der plunderingen van 1831 verschuldigd, wordt in het vertoog aangedrongen door de bedenking, dat die plunderingen van hooger hand zijn aangestooktdat de gewa pende magt daarbij geheel werkeloos is gebleven en dat de stad Luik dus daaromtrent geheel onschuldig ls, 4 D VERTENT I EN. voor de Godshuizen en het Algemeen Armbestuur der stad Goes. Een iegelijk die genegen is Aardappelen voor de aanstaande Winter provisie te leveren, aan de Godshuizen en het Alge meen Arm-Bestuur binnen de Stad Goesgelieve daarvan schriftelijk opgave te doen, voor den 12 October 1833, meC bepaling van prijs en hoeveelheid, aan den Rentmeester. H. C. PILAAR. v OPENBARE VERKOOPING op Dingsdag den 1 October 1833, des voormiddags ten elf uren precies, op de Beesten Markt binnen de Stad Goesten overstaan van den No taris A. SMALLEGANGE, residerende aldaar, van 14 stuks extra schoone KOETS PAARDEN, van 4 tot 8 jaren oud, benevens 15 stuks exrra fraaije meestendeels nieuwe RIJTUI GEN, bestaande in: 4 FOURGONS4 CHAISEN, 2 KIRREBOESeen Bruine- en een Gele CALÈCHEeen 2 BANKS KOETS een 2 en een 3 BANKS WAGEN, zeer schoone en grootendeels niéuwe PAARDENTUIGEN, en wat er meerder zal worden opgeveildnadere informatien zijn ten Kantore van opgemelden Notaris te bekomen. Te Goes, bij F. KLEEUWENS, Stadsdrukker en Boekhandelaar» 1)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1833 | | pagina 2