GCFESSCHE C O IJ II A'lCTk JS°. 70. ftUnttbng A --V W>. :n-f rïTfï \t ;t\" r A tv* iV' v 1, f* 23 &«pfcmfrér 1833é NIEUWSTIJDINGEN. Wij zijn hier op het punt van gewigtige veranderingen te ondergaan. Moge dezelve ten goede leidenHet tegenwoor dige ministerie, een werk van den heer Trïkupiof veeleer van zijne Engelgelsche beschermers, is voornemens eene gewigtige hervorming te ondergaan. Ook wordt de vestiging van eenen staats raad met groote zekerheid verwacht. Lang kan de invoering van dien raad niet uit blijven, want voorzeker alle aanzienlijke staat kundige mannen van Griekenland, zij die in de vroegere con gressen en regeringen eene voorname rol hebben gespeeld, zijn thans buiten bediening en de loop der dingen vordert daarenbo ven zulk eene instelling. Intusschen geniet het land rust, ver heugt zich over dezelveen gewend zich aan het bestaande. Het eerste bewijsdat men eenen nieuwen weg wil inslaanis de ver schijning van een nieuw, onder toezigt van het bestuur staande, tijdschrift Helios. De redacteurs van hetzelve zijn de beide Suzo's, Panagiola en Alexanderwaarvan de eerste de groote proza schrijver de andere de grootste dichter van Griekenland is. Zij verklaren, dat zij de bedoelingen der regering aan het volk, en de wenschen en bezwaren der natie aan de regering voordragen willen. Men heeft nu alzoo erkend en gevoeld dathetnoodig zijzich over zulke gewigtige aangelegenheden voor het publiek uit te laren en zich met hetzelve te verstaan. Ook zal dit blad in de fransche taal uitkomenter* einde het een aanzienlijk de biet buiten 's lands te verschaffen. Wij wenschen zulksdoch zoo lang de gemeenschap met Europa niet geregeld iszien wij er de mogelijkheid niet van in. De aftogt der franschen heeft hier algemeen leedwezen ver wekt. Niets dan goed hebben zij aan ons vaderland bewezen, en hunne verdiensten worden daardoor bekroond, dat zij, kort vóór de aankomst des Konings, de hem vijandige partij des senaats, de Korfioten en Kolokotronistenin Argos onderdrukt, en al dus de vreedzame oprigting des nieuwen troon voorbereid heb ben. In de provinciënwaar zij in garnizoen lagenhebben zij de steden verfraaid, de fabrijken verlevendigd casernen, brug gen en srraten gebouwd en tuinen aangelegd. De schoone ca-, serne in Modonvde brug over den Pamisus, tusschen Modon en Kalamatade wegen van Modon naar Navarinoen de ves ting van Navarino zelvedie zij van den grond af gebouwd heb ben, zijn blijvende gedenkteekenen van hunne weldadige tegen woordigheid m een land, tot welks bevrijding en Staatsregeling kij te veel hebben bijgedragen, dan dat de snoodste ondankbaar heid zulks ontkennen kan. Men zegt, dat ons regentschap het krijgsmateriëelde ammunitie en het geschut, ter waarde van drie milioen franken, van hen overgenomen heeft." Brieven uit Bucharest, van den 28 Augustus, melden, dat aldaar berigten uit Konstantinopeltot den 19 Augustusmet den gewonen post zijn aangekomen. Uit dezelve blijktdat in genoemde stadin den nacht van den 18 op den i 9een zware brand is ontstaan, welke waarschijnlijk met opzet is aangestoken gewordenen groote schade heeft aangerigtdoch die men bij het aanbreken van den daggelukkig was meester geworden dat nog in andere wijken van de hoofdstad pogingen tot brand stichting waren aangewend, die echter nog in tijds waren ont dekt, uit welke omstandigheid men het bijna voor zeker hield dat er eene zamenzwering tegen de regering bes ond. Men hield het er je Bucharest voor, dat, deze gebeurtenissen aanleiding heb ben gegeven tot het vroeger vermeide gerucht, dat er te Kon- stantinopel een opstand was uitgebroken. (In Engeland heeft men reeds berigten uit Konstantinopel ont vangen tot den 27 Augustus. Daarin wordt beweerd, dat de brand, waarbij ongeveer 150 huizen vernield zijn, doorturksche soldaten gesticht is, en wel uit misnoegen over den zwaren dienst en de slechte betaling. In deze brieven wordt nog gezegd, dat de opstand in Albanië van eenen zeer ernstigen aard is; gelijk mede, dat er eene groote verdeeldheid in het Grieksche ministerie heerschten dat het er nog ver af isdat dit land rust en wel vaart geniet.) In eenen brief uit Ancona, van den 5 dezer, wordt ge meld, dat aldaar een vreemd voorval heeft plaats gehad, hierin bestaandedat de generaal Cubiéres zeer onverwacht al zijne offi cieren en onderofficieren bijeen had geroepen, en wel, zoomen meende, omdat hij beducht was, dat de bewoners eenen vijan delijken aanslag tegen de Frenschen in den zin hadden, Dien tengevolge werden onderscheidene maatregelen van voorzigrig- heid door de Fiansche militairen genomen, en ieder derzelve vöorzag zich in zijne woning van wapenen e,n krijgsbehoeften* Wat aanleiding tot deze vrees gegeven hebbeis onbekend daar er geene de minste bewijzen voorhanden zijn voor eenen der- gelijken aanslag der ingezetenen. Sommigen hielden het er voor, dat de geheele zaak louter verzonnen was, ten einde daaruit een Voorwendsel te ontleenentor eene vermeerdering der bezetting, welke binnen kort verwacht wordt. Doch hoe dit zijhet ge béurde heeft de spanningwelke reeds tusschen de bewoners van Ancóna en de Franschen bestond, nog grooter gemaakt. a De laatste tijdingen uit Albanië," zegt een berigt Uie Weenen, zijn van een Zeer verschillenden aard. Terwijl in het zuiden dezer landstreek tot aan de Grieksche grenzen de diepste rust heerscht, waartoe het herstel der met de bewaking van de' grenzen belaste Kapitanis rn dien post en de daaraan verknochte voordeden veel heeft bijgedragen, verspreidt in het noordelijk Albanië de geest des opstands zich meder meer en meeren be paaldelijk in Scutari, alwaar de in plaats van Mustapha-Pacha be noemde stedehouder der Porte met voorbeeldelooze hardheid re geert, De ingezetenen der stad Scutari hebben als nu vier afge vaardigden, twee Turken en twee Christenennaar Konstantino-. pel gezonden om bij den Sultan de terugroeping van dien dwin geland te bewerken. Moge deze zending vruchteloos blijven dan staat het ergste te vreezen, daar een ieder reeds gereed schijnc te zijn, om met geweld een einde aan dezen wanhopigen toestand te maken. Voorzeker zoude ook feeds eene poging daartoe ge daan zijn indien niet de meer vermogende ingezetenen die in deft onder het bereik van het geschut des kasteels liggenden Bazar eene groote hoeveelheid koopwaren hebben opgeslagendoorgezet had-, den, dat allereerst beproefd zoude worden om langs den weg der onderhandeling regt te verkrijgen." Gelijk men weet zoude volgens andere door Italiaansche bla den gegevene en door ons medegedeelde berigtenreeds werke lijk een bloedige opstand te Scutari zijn uitgebarsten Het dagblad van Leipzig deelt een berigt uit Dresden van den 10 dezer, medewaarin onder andere het volgende voorkomti Hier, waar men goed onderrigt kan zijn weet men niets van eeti© reis des Konings van Pruissen tot het houden eener bijeen komst met de Keizer van Rusland en Oostenrijk in MunchengraZ; niets Van eene reis des ministers Ancillon derwaarts, die gewis al het noodige reeds te Töplitz besproken heeftniets van eene plegtige acte, die aldaar onderteekend zoude moeten worden. De goed onderrigten bgchen over al de geruchten omtrent ge weldige maatregelen en toebereidselen Waartoe door de drie mo narchen van het noorden besloten zoude zijn, en veroorloven zich ten aanzien Van de reis Van Keizer Nicolaas slechts de volgende aanmerking: Is het dan zoo onbegrijpelijk dat de tegenwoordige Keizer van Rusland in persoon kennis vvenscht te maken met het eerwaardige opperhoofd der oostenrijksche monarchieen hetgeen eenmaal zijn broeder zoo grootmoedig begonnen en aangeknoopt heeft, wenscht voort te zetten Dit leidt echter ook tot de vol gende aanmerking: Kan men het de drie monarchen wel euvel afnemendat zij tegen het voorwaarts zonder einde en zonder- rust hei. tot zoo verre uitspreken zónder daarmede de volken in de vrije ontwikkeling van hunnen geest en hunne nijverheid, aan banden te willen leggen?" ENGELAND. DUITSCHLAND. Frankfort, den 15 September. Men schrijft uit NaUplia, van den 20 Julij Frankfort, den 16 September. UitRome, 5 September,' schrijft mendat de hertogin van B er rijden 3 van daar ver trokken was, den weg naar Flotence inslaande. Londen, den 17 September. De nederlandsche gevolmagtig- de minister Verstolk van Soelen is eergisteren naar 's Gravenhage teruggekeerd. Den dag voor zijn vertrek heeft Z. Exc. met on derscheidene vreemde gezanten en met lord Palmerston bijeen komsten gehad. Bij gelegenheid van het vertrek der neder- landschen gezantswelke herwaarts gekomen was om over een definitief tractaat te onderhandelenmaakt het blad van den mi nister Palmerstonop deszelfs gewonen hatelijken toon, eenige aanmerkingen omtrent die zendingen ontziet hetzelve zich we derom niet te zeggendat het op nieuw de schuld der neder landsche regering isdat de onderhandelingen niet gevorderd zijn dat de ondervinding geleerd hééft, dat men met Z. M. den Ko ning alleen door middel van een ultimatum kan handelen dat, indien de baron Jferstolk herwaarts terugkomt, men hem een tractaat ter onderteekening moet voorleggen, of, indien hij dit weigert, naar Holland terug moet Zenden; dat de Belgen geen belang hebben bij het afdoen der geschillen met Holland enz." Door een der onafhankelijke bladen wordt hierop ter stond geantwoorddat die bedreiging van lord Palmerston slechts snorkerij iswant dat de ondervinding van 3 jarenmet al de tegen Holland genomene dwangmiddelenhet onvermogen van dien

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1833 | | pagina 1