GOESSCHE
OUR AN
IV# OH**
iftaattbag
y -I
W:
«4Ï
1 5tiïg 1833*
BESTUREN ÊN ADMWISTRATIEN.
PUBLIEKE BESTEDING.
BURGEMEESTER, en WETHOUDERS der Stad Goes,
zullen op Zaturdag den zesden Julij 1833, des middags te twaalf
uren, ten stadhuize aldaarpubliek en aan de minstmijnenden
trachten aantebesteden
i,u Het afnemen der Oude Zwemmers van de Oostelijke
Wip der Ophaalbrug aan de Kaai dezer Staden het
maken en plaatsen van twee Nieuwe, benevens dé be-
noodigde reparatien aan het Ijzerwerk, enz.
2.0 Eenig Metzelwerk aan dezer Stadspoorten en Commies
huisjes.
Van al het welk lokale aanwijzing zal geschieden door, den
Stads-Fabriek, op Donderdag den 4 dezer maand, des morgens
om negen uren, te beginnen aan de Brug, zullende de Bestek
ken en Conditiën ter dezer Stads-Griffie ter lezing liggen van
eerstkomende maandag tot den dag der Bestedingdes voormid
dags van 10 tot 12 uren.
Gedaan ten Stadhuize van -Goesden 29 Junij 1833.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
MIRANDOLLEl p.
Mij-Bekend,
De Stads Secretaris,
,,.L. db .FOÜW, Jz.
NJE UWS Tl]D IN G EN.
D U I T S CHLAN D.
Frankfort, den 24 Junij. Het Qostenrijksche regeringsblad
deelt het volgende berigt uit Odessa, 7 Junij medeEer
gisteren heeft, eene russische korvet, inden tijd van 5 dagen, uit
Konstantinopel alhier de tijding aangebragcdat de turksch-egyp-
tische aangelegenheden ten einde zijn gebragt en dat ten gevolge
van de thans bepaaldelijk geslotene overeenkomstIbrahim pet
zijne armee reeds den terugtogt heeft aangenomen. Bijna te ge
lijker tijd is een veldjager met het bevel des Keizers hier aange
komen, dat de expeditie van 5000 man land-troependie nog
naar den Bosphorus bestemd was, geen voortgang zoude heb
ben, en dat, in geval dezelve reeds vertrokken mogt zijn, on
verwijld een snelzeilend vaartuig zoude worden afgezonden, om
dezelve naar Odessa terug te roepen. Ofschoon de diarcoe ge
maakte toebereidselen reeds sedert een geruimen tijd geheel vol
tooid warenzoo had toch de inscheping der bovengemelde
landingstroepen nog geen plaats gehad, en dezelve is nu geheel
afgezegd. Men is thans bezig met het aan de zeekust geplaat
ste geschut weder in de stad te brengen; de door de regering
gehuurde schepen zullentegen eene schadeloosstellingworden
weggezonden, en de op de schepen gebragte krygs- en mond
voorraad zal weder ontscheept worden. Men ziet derhalve ook
spoedig den terugkeer der russische vloot uit den Bosphorus,
gelijk ook dien van de aldaar gelegerde landmagt te gemoec. Deze
laatste zalnaar men verneemt, in Feodossa quarantaine houden."
Z. M. de Koning van Beijeren is in goeden welstand te Peru
gia aangekomen.
Het Beijersche regeringsblad bevat de Koninklijke ratifica
tie op een met Griekenland gesloten verdrag tot werving van volk
en levering van soldij en fouragie voor de Koninklijke Grieksche
troepen: voorts.een patent tot werving voor vier jaren van een
legerkorps van 3500 man, bestaande uit 4 bataljons voetvolk,
6 eskadrons ruiterij, 4 compagnien artillerie en eene compagnie
werklieden. Nog schrijft men uit Munchen, dat, ofschoon er
toe hiertoe nog geene openlijke aankondiging nopens de werving
voor Griekenland gedaan is, er zich echtef reeds 200 personen
hebben aangediend, om in de rijen dier strijders opgenomen te
worden. Hieronder merkt men op vele studenten, die door het
ongunstige uitzigt, van in hun vaderland geplaatst te worden
besloten hebbèn deschoone zaak der Hellenen te zullen voorstaan.
In een bijzonder berigt uit Napels van den 8 Junij vindt
men tie volgende bijzonderhecfeo omtrent de zameqzweeringal
daar ontdekt, waarvan de Fransche dagbladen reeds voor eenige
dagen melding maakten:
De generaal Rossarol had bij de omwenteling van 1820 eene
groote rol gespeeld, en dienvolgens met zijne vier jonge zonen
naai Griekenland de wijk genomen, alwaar hij op het veld van
eer Aendood vond. Omstreeks een jaar geleden waagden zijne
zoons het terug te komenbij eene wapenschouwing stelden zij zich
aan den Koning voor, en smeekten dat bij hen in genade aan
nemen en hun de misdaad van hunnen vader niet moge laten ont
gelden, De koning nam hen zeer minzaam opplaatste hen als
kadetten bij hei 2de regiment der garde, en beloofde hun eene
spoedige bevordering zoo zij zich goed gedroegen.
Maar al te snel vergaten de ondankbaren de hun bewezen
weldaad! Gezamenlijk met zekeren Romano en met eenige on
der-officieren vormden zij eenen aanslagwaarvan het eerste doel
was onzen geliefden koning te vermoordenen God weet wat er
dan verder gebeuren moest'. Het plan was reeds ver gevorderd;
tot Uitvoering daarvan wilde men den Pinkster maandag afwachten
ten emde nog eenigen aanhang onder het volk te verwerven en
alsdan zoude de misdaad völbragt wordende eerste maal dat de
koning weder eene wapenschouwing hield.
De voorzienigheid heeft het anders bestierd. Opeen oogenblik
dat Romano meteen ander zamengezworene een gesprek hieldging
een adjudant hen voorbij. Romanovreezende dat deze iets van
hun gesprek gehooid had (hetgeen echter bleek het geval niet te
zijn geweest}, volgt den adjudant, rrteent hem te herkennen als
iemanddien hij voor hun ontwerp zou kunnen winnen en ont
dekt hem den geheelen aanslag. De adjudant veinst denzei ven
goed te keurenmaar geeft terstond daarna bij de overheid aan
wat hij vernomen heeft. De zaamgezworenen worden terstond
in hechtenis genomen. Romano en een der RossaroTs hadden elkan
der, voor het geval dat zij ontdekt wierdenbeloofd zich weder-
keerig te zullen om het leven brengen, Zij schieten op elkander
een pistool af. Romano sterft kort daaropRossarol wordt zwaar
gekwetst, doch men hoopt hem in.het leven te kunnen behouden.
De verdere beschuldigden bevinden zich in handen van het geregt.
De vreugde over de verijdeling van dezen helschen aanslag is hier
algemeen en men wènscht elkander geluk met de afkeering van
het dreigende gevaar. Overigens is hier alles rustig."
ENGELAND:
Londen, den 22 Junij. In het huis der lords heeft gisteren
lord Aberdeen de aandacht gevestigd op de buitenlandsche staat
kunde van het gouvernement, en voornamelijk ojf de zaak van
Algiers, en de jongste verklaring den maarschalk Soult deswege
in de kamer der Paryssche gedeputeerden gedaan. Lord Grey
heeft geantwoord, dat hij geene officiële mededeeling betrekke
lijk eene verklaring van het Fransch gouvernement, opzigtelijfc
Algiers, had ontvangen; eene discussie daarover ware derhalve
voorbarig; dezelve had dan ook geen gevolg. In dezelfde zie-
ting is nog eene discussie gerezen opzigtelijk de Protestantsche
geestelijkheid in Ierland, welke lord Wellington en andere leden
betoogden dat aan hun lot overgelaten werden, terwijl graaf Grey
het tegendeel staande hield, bewerende, dat die geestelijkheid juist
meer vastheid zou verkrijgen, door het wegnemen van de oorza
ken der verbittering van de Iersche bevolking.
FRANK R IJ K.
Parijs, den 23 Jutrj Men tracht de onverschillige menigte
zoo veel mogelijk opmerkzaam te maken op het gewigt van de
forten van Parijs. Van de zyde van het ministerie is onder de
hand te kennen gegevendat die forten alleen tegen den vijand
kunnen dienen, en dat derzelver geschut de hoofdstad zelfs niet
zoude kunnen bereiken De tegenstanders hebben daarop geant
woord, dat in elk geval de bezettingen dier forten de bevol
king van Parijs zouden kunnen afsnijden van het overige gedeelte
des Rijks, en uithongeren; dat zij allen bovendien derwijze
worden aangelegddat zelfs het middenpunt van Parijs niet vei
lig zal zijn voor derzelver werpgeschuten dat, bijaldien hec
ministerie Polignac in 1830 dergelijke sterkten ten zijnen dienste
had gehad, de omwenteling wel geheel en pi zoude zijn onder
drukt geworden. De bewoners van het 12de arrondissement heb
ben den heer Aragó, die zich als een voornamen bestrijder vati
het ontwerp heeft doen kennen, eene petitie tegen hetzelve in
handen gesteld, waarin wordt beweerd, dat de torren geen ander
oogmerk kunnen hebbendan om de bevolking van Parijs hec
gebonden slagtoffer te doen zijn van alle zoodanige willekeur,
als de ministers zoude willen plegendat het verledene ten
minste heeft geleerddat men fransche veldhèeren zoude vinden,
welke zich zouden laten gebruiken, om de hoofdstad te dwin
gen, en soldaten die gaarne op hunne medeburgers zouden
schieten; maar dat nog daarenboven, indien eens onder de
troepen verraad mogt plaats grijpen die zelfde sterkten tegen
het bewind van Koning Philips zoude kunnen dienenen een
middel opleveren, om hetzelve te doen storten; dar de af
loop van dergelijke heillooze pogingen wel niet twijfelachtig
zoude zijn, doch dat dezelve voor het oogenblik veel onheil
zouden kunnen stichten. Daar deze petitie niet heefc kunnen
worden ingediendheefc men haren inhoud openbaar gemaakc,